zaterdag 28 december 2019

Another year over: wat 2019 me bracht als Beatlesblogger en...een bedankje voor jullie!

Er wordt wat teruggeblikt, deze decembermaand. Samen maken we de balans op. Wat bracht het jaar 2019 ons allemaal? In de eerste plaats natuurlijk op persoonlijk vlak, maar ook als het gaat om grote gebeurtenissen in het nieuws, de mooie albums en boeken die verschenen, bijzondere ontmoetingen, nieuwe inzichten en...wat bracht 2019 ons als liefhebbers van de meest bijzondere band uit de geschiedenis van de popmuziek. Het jaar ontvouwde zich voor mij, als Beatlesblogger, op een manier die ik nooit had durven dromen. Ik beleefde bijzondere avonturen en jullie bleven trouw meelezen en -leven. Geweldig!




50 jaar Bed In in Amsterdam
Het vroege voorjaar stond in het teken van het 50-jarig jubileum van John en Yoko's bezoek aan het Amsterdamse Hilton Hotel, met hun legendarische Bed In. Zelf streek ik die week ook een paar dagen in Amsterdam neer. Niet in het Hilton trouwens, maar wel op een fijne plek in de buurt bij het Vondelpark. Ik wilde niets missen van wat er die dagen gaande was, tijdens de viering van dat John & Yoko-jubileum. Zo zat ik zondag 31 maart, met vele anderen, ademloos in het Hilton te luisteren naar de verhalen die 's werelds beste Beatlesbiograaf Mark Lewisohn met het publiek deelde. Daarbij werd hij geïnterviewd door Gijs Groenteman. In de lounge van het hotel bezocht ik de geweldige foto-expo, die over de Bed In was samengesteld. Ik liet mijn boek signeren door Mark en stond daarna in de rij om een kort bezoek te brengen aan de honeymoonsuite, kamer 902 (nu 702), waar John en Yoko die week verbleven.




Het concert en de verloren gewaande filmbeelden
Een paar dagen later was er meer gelegenheid om met Mark te spreken, onder andere rond het Remember Love-concert in het Concertgebouw, waar hij opnieuw een lezing gaf. Met Yorick van Norden, Bertolf, Roel van Velzen, Marike Jager en Maaike Ouboter op het podium werd het een gedenkwaardige avond om John en Yoko's vredesweek in Amsterdam te herdenken. Deze dagen in Amsterdam stonden voor mij bol van de ontmoetingen met zoveel aardige en getalenteerde mensen die allemaal die passie voor The Beatles delen. Het was bijzonder om zelfs de verloren gewaande beelden van Lennons honeymoonfilm terug te mogen zien. Deze week in Amsterdam gaf me zoveel schrijfinspiratie en nieuwe inzichten. Mijn jaar kon eigenlijk al niet meer stuk.




Heilige grond: aanwezig in de Abbey Road Studio's in Londen
Het werd alleen maar mooier. In juni kreeg ik de uitnodiging aanwezig te zijn bij de opnamen van het Abbey Road-album, door The Analogues in de befaamde Londense studio. De agenda werd leeggemaakt, afspraken verzet, de reis geboekt. Zo mocht ik, voor mij geheel onverwacht, heilige Beatlesgrond betreden en was ik, met een select gezelschap, getuige van de bijzondere opnamesessie van The Analogues. Het was voor mij een enorm emotionele gebeurtenis om de nummers van album Abbey Road, bijna 50 jaar naar dato, op die plek live te mogen horen. Ik krijg weer vochtige ogen als ik aan die middag terugdenk. In Studio Two zag ik dat Mark Lewisohn volop in beslag genomen werd door liefhebbers, fans en aanbidders. Ik besloot me er niet mee te bemoeien en te genieten van de bijzondere ambiance, waarbij ik met mijn handen over de befaamde Mrs. Mills-piano streek en inspiratie op deed voor één van mijn meestgelezen blogs van dit jaar. Nadat het publiek de studio verlaten had, mocht ik even blijven om rustig na te praten. Dat was een bijzonder, maar vooral warm moment, dat ik niet snel zal vergeten. Ook denk ik met plezier terug aan die vroege zaterdagochtend met Piet Schreuders bij de zebra.






Avonturen in Scandinavië en Liverpool
In september reisden we door Scandinavië, waar ik in Malmö en Noord-Jutland de kans kreeg twee relatief onbekende Beatleslocaties te bezoeken. Vooral de zeer afgelegen plek waar John en Yoko de jaarwisseling van 1969/1970 doorbrachten, was voor mij een unieke locatie om eens met eigen ogen te zien. Jullie hebben het avontuur afgelopen week kunnen lezen. Amper een maand later liep ik met Wibo, Michiel en Jan Cees door de straten van Liverpool. In vier bomvolle dagen bezochten we een groot aantal Beatleslocaties en namen we twee podcasts op. Ook waren we aanwezig bij Mark Lewisohns briljante Hornsey Road-college en brachten we twee avonden met hem door. Ik had begin dit jaar niet kunnen vermoeden dat deze schrijver, die een groot voorbeeld voor me is, drie keer op mijn pad zou komen, zonder dat ik daar zelf al te veel aan gedaan had. Ik zag in de ontmoetingen vooral een beminnelijk mens, die zijn tijd moet vinden en nemen om die grote opdracht, zijn levenswerk, (de trilogie) af te kunnen maken.




Met Jan Cees, Bertolf en Diederik in de Deventer Schouwburg
Op 31 oktober en 1 november mochten Jan Cees en ik in een uitverkochte Deventer Schouwburg het verhaal van Abbey Road vertellen. Daarbij werden we geweldig ondersteund door Bertolf Lentink en Diederik Nomden: met hun muzikale kennis en hun adembenemende vertolkingen van de mooiste liedjes van dat album. Je kunt alleen maar zo fijn, enthousiast en haast vanzelfsprekend samenwerken als je samen die enorme passie voor het Beatlesrepertoire deelt. Het was voor mij een voorrecht om met deze drie kenners aan zo'n productie te mogen samenwerken. Geweldig was het ook dat zoveel Deventenaren én Beatlesvrienden uit het hele land die avonden kwamen luisteren. Sommigen waren er zelfs beide avonden bij. Ik was ontzettend blij (en ook opgelucht) dat die twee theatercolleges zo goed uitpakten. Niet veel later volgde een intiemere theateravond, met Piet Schreuders, in het Torpedo Theater in Amsterdam.




Een cadeau dat me overkwam
Als ik terugkijk op mijn Beatlesjaar, dan kan ik amper bevatten wat me is overkomen. Ik kies mijn woorden hier bewust. Het voelt namelijk alsof het me allemaal overkwam, zonder dat ik het zelf te hard najoeg. Ik moest dan ook lachen toen ik bovenstaande foto terugzag. Mijn zoektocht naar Beatlesverhalen bracht me al die mooie ontmoetingen en avonturen. Dat vond ik ook het bijzondere van dit jaar, dat zich openbaarde als een cadeau, waar ik steeds een stukje inpakpapier van af mocht scheuren. Ik wil jullie echt heel hartelijk bedanken voor het meelezen en -leven met alles dat ik beleefde, voor jullie leuke en aardige reacties, voor de vele ontmoetingen en voor de betrokkenheid bij mijn blog. Ik wens jullie dan ook een fijne jaarwisseling en een werkelijk fantastisch 2020. Laten we er weer een heerlijk Beatlesjaar van maken!

zaterdag 21 december 2019

De Kerstblog: in Denemarken op zoek naar de plek waar John en Yoko in 1969 Kerst en Nieuwjaar vierden

Wat zal John Lennon gedacht hebben, terwijl hij op maandag 29 december 1969 door het desolate Deense landschap reed? Hij was die dag, met Yoko, van Londen naar Aalborg gevlogen, waarna het stel per auto koers zette naar het platteland bij het dorpje Vust. Noord-Jutland. Kou, kale vlakten, het duister viel vroeg in op één van de laatste dagen van het decennium. De sixties waren voorbij, The Beatles waren uit elkaar gevallen, al wist het grote publiek dat nog niet. John en Yoko reden door Noord-Denemarken, een streek die moet hebben gevoeld als het einde van de wereld. Wat kon ik me dat goed voorstellen, toen ik er begin september zelf reed. Op onderzoek, naar één van de meest onwaarschijnlijke plekken waar ooit een Beatle neerstreek. Het werd een bijzondere ervaring.




Een landschap dat nergens begon of ophield
Van Aalborg ging de tocht van John en Yoko vermoedelijk via één van de weinig doorgaande wegen langs dorpjes met Deense namen als Vado, Aabybro, Brovst en Fjerritslev. Lintbebouwing langs smalle wegen, door een landschap dat nergens begon of ophield. Voorbij het laatste dorp ging het noordwaarts naar Vust, waarna het stel rechtsaf sloeg, een onverhard karrespoor volgend, dat naar een eenzame boerderij leidde. Aan de Ellidsbølvej 37 stond het woonhuis waar Yoko's voormalige echtgenoot Tony Cox zich met zijn nieuwe vrouw Melinde had gevestigd. Bij hen woonde Kyoko, de zesjarige dochter van Yoko en Tony. Zij was de reden dat John en Yoko hun koffers pakten en in de laatste dagen van 1969 naar Denemarken reisden.




Tony Cox zou met Kyoko onderduiken bij een sekte
Yoko had de Amerikaanse filmproducer Cox in 1961 ontmoet. Het stel trouwde en kreeg in 1963 een dochter. Hoewel John en Yoko elkaar in 1966 ontmoetten en in mei 1968 hun relatie publiekelijk maakten, bleven Yoko en Tony aanvankelijk getrouwd. Het stel scheidde in februari 1969, waarna Yoko de volledige voogdij over kleine Kyoko kreeg toegewezen. Toch verliepen de afspraken tussen Yoko en Tony moeizaam. Een jaar later zou Cox zelfs, met Kyoko, van de aardbodem verdwijnen door zich aan te sluiten bij een religieuze sekte. Zover was het eind 1969 nog niet. John en Yoko bezochten Kyoko, die in die periode in Noord-Denemarken verbleef, met als doel om afspraken te maken rond de opvoeding van het meisje. Ze waren welkom bij Tony en Melinde en aanvankelijk had geen mens in de wijde omtrek in de gaten dat het wereldberoemde stel in de kleine boerderij logeerde.




Een brievenbus met huisnummer 37 bevestigt dat we goed zijn
Ook wij draaiden onze auto rechtsaf het karrespoor van de lange oprit aan de Ellidsbølvej op. Het pad kronkelde de weilanden in, tot het zich splitste. Links leidde het naar nummer 37, rechts naar nog een paar huizen die als klein buurtschap bij elkaar stonden. Een brievenbus met het huisnummer bevestigde ons dat we goed zaten. Een bord gaf aan dat hier inmiddels een kleine wellness-praktijk gevestigd was. Place of Beauty, heette het. Eigenaresse Trine Jensen stond met haar naam op het bord vermeld. Het huis is nog bewoond, dacht ik hoopvol. Na de bocht zagen we een witgepleisterde boerderij liggen. Op de grote parkeerplaats stond een auto in het grind. Er zou zomaar iemand thuis kunnen zijn, dacht ik verheugd. Misschien was er wel een mogelijkheid om even binnen te kijken. Ik dacht aan Jan Cees ter Brugge die vorig jaar april in Hamburg zomaar op de bel van het voormalig appartement van Astrid Kirchherr had geduwd. Ik besloot met dezelfde journalistieke voortvarendheid te werk te gaan. 





Matrassen op de vloer
Het enige geluid dat we hoorden was dat van onze eigen voetstappen in het grind en de wind die over de sombere Deense vlakte joeg. Verder was het stil. In het huis, rond het huis. Ik meldde me bij de voordeur, maar al snel werd duidelijk dat er niemand was. Nieuwsgierig, maar uiteraard ook wat omzichtig liep ik een stukje om het vrijstaande huis. Aan de achterkant was het wellness-centrum gesitueerd. Aan de voorzijde bevonden zich de woonvertrekken. Uiteindelijk waagde ik het er op om even naar binnen te kijken. Zou dit de plek zijn waar John en Yoko, zittend op een met matrassen bedekte vloer, rond de jaarwisseling van 1969-1970 een beetje rondhingen? Ik probeerde de ruimte te vergelijken met de foto die ik kende. De ruimte leek anders. Zouden er kamers zijn opengebroken? Was er verbouwd? Hoe zat het met de raampartij? Was die nog hetzelfde? Ik wist het niet en kwam er niet goed achter.




Wandelen door het besneeuwde landschap
Ik kon me goed voorstellen dat John en Yoko hier aanvankelijk in anonimiteit hadden kunnen verblijven. Wie zou er verzinnen dat het stel hier zou neerstrijken? Toch lekte hun aanwezigheid uit en al snel kreeg de pers lucht van de aanwezigheid van de twee kunstenaars. Men vroeg zich af wat John en Yoko in Denemarken deden. Op 5 januari 1970 hield het stel een persconferentie om uitleg te geven. Er bestaan beelden waarop John en Yoko bij de boerderij, in de sneeuw, poseren voor foto's. In gesprek met de pers ontkrachtte Lennon het gerucht dat hij een stuk land in Denemarken zou hebben gekocht. Hij boog het gesprek al snel om naar de vredescampagne die hij nog volop met Yoko voerde. John gaf aan dat hij een fijne vakantie had in Denemarken, prees het landschap en vertelde dat hij genoot van het wandelen in het sneeuw. Zittend met een gitaar op schoot zong John bovendien het Deense volksliedje O Kirstelighed, dat vrij vertaald 'Oh Kerkelijkheid' betekent. Zou het een kerstliedje geweest zijn? Of de Lennons de pers, later, ook nog te woord stonden in het dorpshuis is me nog niet duidelijk. [filmpje]


Een anischtkaart van de Lennons aan de McCartneys:
"Hi! It's snowing now in Denmark."



Rondkijken bij het huis
Het woonhuis zag er best nieuw uit. Hier moest stevig verbouwd zijn. Het keurige interieur dat ik kon zien, leek zo op een makelaarswebsite te passen. Rond het huis zag ik enkele camera's hangen. Hoewel ik hier met een goede en zuivere reden was, voelde ik me toch ook wel een beetje een indringer. Wat zou men op afstand kunnen zien? Een Nederlandse auto, mensen rond het huis die foto's en een filmpje maakten, bijna 50 jaar nadat de Deense pers hier de Lennons in de sneeuw had ontmoet. Zittend in de auto vond ik de website van het wellness-centrum en belde ik naar het telefoonnummer dat er vermeld stond. Misschien was het goed om even uit te leggen met welke intentie ik bij het huis was gearriveerd. Kon ik direct informeren of de bewoners in de buurt waren. Er werd niet opgenomen. Met nog een fiks aantal kilometers voor de boeg, besloten we de boerderij te verlaten. Terwijl we zuidwaarts richting Arhus reden, dacht ik weer aan John en Yoko in de boerderij.










Cassettetapes en een kappersbeurt
Lennon had tijdens zijn verblijf vermoedelijk een taperecorder en cassettes bij zich. Van het bezoek is bekend dat hij Tony Cox een cassette gaf met een demo van het nummer She Said She Said, dat hij enkele jaren eerder schreef. Ook gaf John Tony Cox een cassette waarop hij met Kyoko zingend en pratend te horen was. De tapes werden jaren later voor enorme bedragen geveild. Op dinsdag 20 januari lieten John en Yoko hun haren afknippen. Ze bewaarden hun lange lokken om ze later mee terug te nemen naar Engeland. Daar zouden ze hun haren begin februari ruilen tegen de bebloede box-shorts van Mohammed Ali, met het idee het kledingstuk te verkopen en de opbrengst aan een goed doel te schenken. Aparte actie wel. 



Een a-typische actie
De Lennons vlogen op 25 januari terug naar Engeland, nadat ze bijna een maand op het Deense platteland hadden doorgebracht. Terwijl wij enkele uren later het mooie Arhus naderden, dacht ik: wat was die hele Denemarken-trip eigenlijk een a-typische actie geweest. Hoe had de immer rusteloze John Lennon het bijna een maand in die omgeving volgehouden? Hopelijk genoot hij er van de kerstdagen en de jaarwisseling, op de meest afgelegen plek die hij zich had kunnen bedenken. Ik vind het bijzonder dat ik die plek heb kunnen ervaren. Twee weken later, toen ik zelf weer in Nederland was, ontving ik een antwoord op mijn e-mail aan de bewoners van het huis. Ja, ze waren zich bewust van de geschiedenis van hun woonplek. Nee, ze hadden verder geen details die niet al bekend waren. En het oorspronkelijke huis? Dat was ooit gesloopt en herbouwd. Oef.

Mooie Kerstdagen gewenst, allemaal!

zaterdag 14 december 2019

De diplomatieke missie van Paul McCartney en George Harrison naar de Maharishi in Zweden

Afgelopen zomer maakten we een roadtrip door Zuid-Scandinavië. Daarbij bracht de indrukwekkende Öresundbrug (bekend uit de televisieserie The Bridge) ons van Kopenhagen naar Malmö. Terwijl in Nederland eind augustus de temperatuur nogmaals richting de 35 graden schoof, was het in Zuid-Zweden niet eens zo heel veel koeler. Dus kozen we ervoor om die middag eerst de schaduw te zoeken. Onder een boom, op een stadsstrandje, keken we uit op de imposante brug en de skyline van Malmö. 's Avonds was het voldoende afgekoeld om een wandeling door de stad te maken. Ik had een kleine missie. Wereldwijd zijn er vele plekken die met een stukje van die interessante Beatlesgeschiedenis in verbinding staan. Malmö is er één van, dus moest ik beslist even op zoek.


Residentie van de rijken
In het centrum vond ik al snel het Hotel Tunneln, een statig gebouw waarvan de geschiedenis inmiddels zeven eeuwen teruggaat. Naar Deense ridders en Zweedse adel. Het gotische complex, dat gebouwd werd op een veel ouder middeleeuwse fundering, fungeerde in de loop der eeuwen als handelscentrum, herberg en residentie van de rijken. Tegenwoordig is het een exclusief hotel, waar een beetje vergane glorie aan kleeft. Het was in oktober 1967 de plek waar twee Beatles neerstreken, omdat ze elders geweigerd waren.




Een avond in Hotel Tunneln
Ik meldde mij die avond bij de receptie, waar een jonge receptionist dienst had. Zou ik je even iets mogen vragen, opende ik het gesprek. Hij keek me vriendelijk aan. Ik heb gelezen dat hier, in het jaar 1967.... Ik zag bij de jongen een lichte glimlach om zijn mondhoeken krullen. ...Je weet waar ik het over heb? vroeg ik hem. Jazeker, dat wist hij. Ik kwam natuurlijk voor The Beatles. Dat klopte. Dit was de plek waar Paul McCartney en George Harrison een avond doorbrachten, nadat zij de Maharishi Mahesh Yogi elders in Zweden een bijzonder bezoekje hadden gebracht.



Beatles means Business
Op 14 oktober 1967 reisden Paul en George naar de Zuid-Zweedse kustplaats Falsterbo, die hemelsbreed zo'n 40 kilometer ten zuiden van Malmö ligt. In de badplaats, die op een kleine landtong ligt, gaf de Maharishi een meditatiecursus in het daar gelegen Falsterbohus. De reden dat McCartney en Harrison naar Zweden reisden en de Maharishi daar een dag later zouden ontmoeten, was niet puur spiritueel van aard. Er moest even gepraat worden. In het najaar van 1967 stonden The Beatles regelmatig met de Maharishi in contact. Na het bezoeken van een lezing door de Maharishi in Londen en een korte cursus in Bangor (Noord-Wales) zagen The Beatles hun naam steeds vaker in verband in gebracht worden met de kleine Indiase goeroe. Op zijn beurt schroomde de Maharishi niet om te koketteren met zijn interessante nieuwe vrienden. Beatles mean business, moet de Maharishi gedacht hebben.

In Falsterbo


Achter de schermen moest er gepraat worden
Dus werd het tijd voor een goed gesprek. Ja, The Beatles waren zeer zeker geïnteresseerd in de leer van de Maharishi, maar het leek hen wel verstandig dat hij niet continu hun naam noemde of zijn voordeel probeerde te halen uit het contact met de band. Voor de buitenwereld reisden McCartney en Harrison lekker af naar Zuid-Zweden om te gaan mediteren, achter de schermen moest er gepraat worden. Met tact. Toen de twee Beatles plotseling in de kleine badplaats opdoken, stuurde de Zweedse televisie direct een cameraploeg om poolshoogte te gaan nemen. Die filmbeelden kon ik niet terugvinden. Wel vond ik dit filmpje waarin foto's getoond worden. Daaruit blijkt dat assistent Peter Brown met de twee Beatles meereisde, net als Denis O'Dell. Laatstgenoemde stond in die periode intensief met The Beatles in contact omdat hij de film Magical Mystery Tour produceerde.



Geen stropdas
Na het bezoek aan de Maharishi besloten George en Paul ergens te gaan eten. Missie voltooid. Hoewel ik het me nauwelijks voor kan stellen van het progressieve Zweden, werden deze twee hippe celebs geweigerd bij het restaurant waar zij naar binnen wilden. De reden? Ze droegen geen stropdas. Uit de verhalen blijkt niet of de twee Beatles op dat moment alweer in Malmö waren. Vermoedelijk wel. Bij Hotel Tunneln werden ze met open armen ontvangen. In de historische, gewelfde kelders van het restaurant brachten Paul en George een avondje door. Ongetwijfeld tevreden terugkijkend op hun missie. Het hotel verwierf sindsdien enige faam en fungeert vandaag de dag nog steeds als plek waar artiesten graag neerstrijken. Receptionist Filip stuurde me eerst naar boven, waar ik een kleine fotowand kon bekijken. In deze hall of fame toont het hotel niet alleen trots de herinneringen aan het bezoek van Paul en George, maar zijn ook foto's van andere grote namen te zien.




De Beatles' Lounge
Na even rondgekeken te hebben, meldde ik me weer bij Filip. Waar was dan de plek waar Paul en George dineerden? vroeg ik hem voorzichtig. Wacht maar, ik loop wel even mee, het is toch rustig, antwoordde de receptionist. Terwijl we de wenteltrap naar de kelder afdaalden, informeerde ik hoe vaak hij dit soort verzoekjes kreeg. Toch wel eens in de paar maanden hoor, antwoordde hij. In de kelder was het even zoeken naar de juiste lichtknoppen. Kijk, daar in het achterste gedeelte hebben ze gezeten, wees Filip. We hebben het de Beatles' Lounge genoemd. Nu is dit onze ontbijtzaal. Ik weet niet waar de lichtknop voor dat achterste stuk zit, sorry. Ook al was het er te donker voor, ik maakte maar snel een foto. Filip moet terug naar boven om de receptie te bemannen. Ik bedankte hem en we verlieten het hotel. Opeens kreeg ik zin om ook die zuidelijke kustplaats Falsterbo te bezoeken. Dat zou het verhaal compleet maken. Dat gaan we niet redden, rekende ik snel. We moesten de volgende ochtend de boot naar Bornholm halen.





zaterdag 7 december 2019

Imagine: het raadsel van de witte en de bruine Steinway-piano

Al een tijdje hield de vraag me bezig: op welke piano schreef John Lennon Imagine en was dit dezelfde piano waarmee hij het nummer opnam? Was het de bruine hoge Steinway of de iconische witte vleugel van hetzelfde merk? In de documentaires die we kennen over het album Imagine (Gimme Some Truth en, recenter, Above Us Only Sky) zien we Lennon op beide piano's spelen. De bruine upright piano stond in zijn Ascot Sound Studio, op zijn landgoed Tittenhurst Park. De witte vleugel bevond zich in één van de woonvertrekken aldaar. In The Beatles Story, het museum in Liverpool, zag ik een witte vleugel staan. Op recente foto's van Yoko Ono, zie ik haar ook achter een witte vleugel zitten, hoog en droog in haar apartement in het Dakota Building in New York. Daar kan ik dus niet tegen hè. Dus ging ik op onderzoek uit, in een poging de waarheid achter Lennons piano's en het nummer Imagine te achterhalen.

21 juli 1971


Steinway & Sons
In het werkelijk prachtige (en lijvige) boek Imagine John Yoko (2018) vond ik een interessante brief van het Engelse kantoor van de firma Steinway & Sons. Dat bedrijf werd in 1853 in Manhattan (New York City) opgericht door de Duitser Heinrich Engelhard Steinweg. Steinweg, die zijn naam naar Steinway veranderd moet hebben, startte met een fabriek in New York. Later volgde er ook eentje in Hamburg. De vestiging in New York leverde piano's en vleugels voor de Amerikaanse markt. Hamburg bediende de rest van de wereld, dus ook Engeland. Steinway & Sons had twee kantoren in Londen: aan George Street en op Hanover Square. Naar één van die kantoren werd op 27 januari 1971 vanuit het Apple-kantoor gebeld, namens John Lennon, om een vleugel te bestellen. De timing van die bestelling was niet geheel toevallig.

De bevestigingsbrief van John Lennons bestelling


Een piano voor Yoko's verjaardag
Op 18 februari 1971 zou Yoko Ono haar 38ste verjaardag vieren. Een kleine drie weken voor die tijd moet Lennon aan een verjaardagscadeau gedacht hebben. Yoko had in haar jeugd klassiek piano leren spelen. We weten dat ze in ieder geval Beethovens Mondschein Sonate speelde, waarmee ze John in 1969 inspireerde tot het schrijven van Because. Om Yoko te verrassen liet John in januari '71 een Steinway "O" Grand-vleugel bestellen, van het type 419051. Geheel in stijl met hun voorkeur voor sereen wit vroeg Lennon of het instrument een mat witte uitstraling kon krijgen. Blijkbaar waren dat soort vleugels van het gewenste type niet voor handen, want op de schriftelijke bevestiging lees ik dat het wit spuiten van de vleugel £ 1.891 kostte. Op een site met historische prijzen van Steinway-piano's vond ik dat het instrument rond 1971 zo'n 4500 dollar moet hebben gekost (ik vond overigens alleen prijzen in dollars). Leuk, het geeft een indicatie van wat Lennon uitgaf voor het verjaarsdagcadeau. Ter vergelijking: een dergelijk "Model O" kost tegenwoordig zo'n 75.000 dollar. Het originele exemplaar van Lennon is ongetwijfeld veel meer waard.


Extra instructies voor de firma Steinway
Om er zeker van te zijn dat Yoko's vleugel op tijd kwam, liet John bovendien doorgeven dat het instrument uiterlijk 12 februari 1971 geleverd moest worden. Hij was al niet heel erg op tijd met zijn bestelling, dus realiseerde zich vast dat hij risico liep dat het cadeau te laat zou arriveren. John liet de firma Steinway bovendien een zilverkleurig plaatje op Yoko's piano bevestigen met de woorden:

This morning
A White Piano
For Yoko
From John with Love  18.2.1971.

We lezen het allemaal in de bevestigingsbrief van de pianobouwers, waarin als leveringsadres opvallend genoeg Tittenhurst Park als Titenhurst Park wordt vermeld. 




Werd de bruine Steinway van de slaapkamer naar de studio verplaatst?
De kleine witte vleugel zal ongetwijfeld met veel blijdschap in ontvangst zijn genomen. Hij kreeg een prominente plek in de White Room van Tittenhurst Park. We kennen de beelden van Imagine-video waarop John en Yoko met de piano te zien zijn. Toch schreef John zijn vredeshymne niet op die witte piano, maar op de bruine upright Steinway-piano, model Z die ook in zijn bezit was. Dat instrument liet hij in december 1970 al op Tittenhurst Park bezorgen. In het boek dat ik hierboven noemde, staat een foto van een bruine piano, in een slaapkamer van het landhuis. Ik zie een gehavend instrument (of een foto die beschadigd is, maar dat laatste lijkt me onwaarschijnlijk). Volgens het bijschrift zou John Imagine op deze piano gecomponeerd hebben. Zelf dacht ik dat de bruine Steinway in de studio stond. We kennen de beelden waarop John Imagine aan de overige sessiemuzikanten voorspeelt. Daar zie ik John achter een/dezelfde piano zitten, die er niet zo gehavend uitziet. Hebben we het hier over dezelfde piano, is het instrument verplaatst? Wat verklaart het verschil in uiterlijk? De lichtval? De foto's uit het boek moeten haast in dezelfde periode zijn genomen. Intrigerend!

De piano in de slaapkamer

De piano in de studio

De wereld rond
Er van uitgaand dat de bruine upright Steinway verplaatst werd naar de studio, speelde John bij de officiële opname van Imagine dus op dezelfde piano als waarop hij het nummer componeerde: de bruine upright Steinway. Dit is ook het instrument dat George Michael vele jaren later, in oktober 2000 op een veiling kocht. De piano verhuisde vermoedelijk niet mee, toen John en Yoko zich niet lang na de opnamen van Imagine voorgoed in New York vestigden. George Michael gebruikte de piano eerst zelf, leende het instrument vervolgens uit aan The Beatles Story in Liverpool, maar besloot toen dat de Steinway de wereld rond moest reizen om de boodschap van vrede te helpen verspreiden. De piano was in verschillende musea in de Verenigde Staten te zien. Waar het instrument zich nu bevindt, is mij niet bekend. 

De Steinway-Z was korte tijd in The Beatles Story in Liverpool te zien.

Ongeschikte akoestiek
De witte Steinway-vleugel van Yoko is niet op de opname van Imagine te horen. Tijdens het opnameproces werd nog wel geprobeerd de vleugel te gebruiken, door microfoons vanuit de studio naar de White Room door te lussen, maar producer Phil Spector vond de akoestiek in de ruimte ongeschikt. 



Niet op de plaat, wel op de video
Yoko's vleugel speelde wel een hoofdrol in de Imagine-video en wordt zodoende altijd met het nummer geassocieerd. Yoko is nog steeds in bezit van het haar ongetwijfeld dierbare instrument. Op een foto van 18 februari 2018, is Yoko op haar 85ste verjaardag geportretteerd. Zittend op de kruk poseert ze in haar appartement. De witte vleugel in het Liverpoolse Beatles Story Museum is dus niet de originele Lennon-piano, laat staan het instrument waarop Imagine gecomponeerd werd. Kan ik weer rustig slapen. Bijna dan. Want wáár is die bruine Steinway-Z gebleven? 

Yoko Ono, 18 februari 2018, New York City



zaterdag 30 november 2019

He's coming up: Paul McCartney naar Nederland!

Hadden we deze week niet allemaal een licht verhoogde hartslag, bij het nieuws dat Paul McCartney dit voorjaar ook Nederland aandoet tijdens zijn Europese Freshen Up-tour? Sowieso voelde de afgelopen week een beetje als Sinterklaas, want we kregen ook nog een nieuwe McCartney-single voorgeschoteld. Het kon niet op.


Zullen we maar gewoon weer de Ziggo doen?
Maar goed. Eerst even over dat aangekondigde concert, op vrijdag 29 mei 2019 in het Goffertpark te Nijmegen. Het zal wel een agenda-kwestie geweest zijn: in welke week past er nog een concert in Nederland en welke plek zullen we daar voor kiezen? Zoiets moet het tourmanagement van McCartney gedacht hebben. Die Ziggo Dome was ongetwijfeld goed bevallen. Mooie, toch nog redelijk intieme zaal, prima akoestiek, logistiek prettig te bereiken voor de McCartney-karavaan. En ongetwijfeld veel blije mensen, die de keus hebben om comfortabel op de tribune te gaan zitten of juist die sta-plek dichterbij het spektakel kiezen. Win-win. 


Iets meer korte termijn-denken?
De realiteit was ongetwijfeld weerbarstiger. Als 29 mei de ideale datum voor McCartneys eigen agenda zou zijn geweest, waren Queen & Adam Lambert hem vóór bij het boeken van de Ziggo Dome. Hoe zou zo'n proces sowieso verlopen? Nemen dat soort grootheden al lang van tevoren een optie op de grote zalen? Of wordt er steeds meer op korte termijn gedacht, gezien de respectabele leeftijden van al deze 'zeventigers'?


Dringen of durven?
Hoe het ook is gelopen: de keuze viel op Nijmegen. Het eerste dat door mij heen schoot? 'Dan ga ik dus niet.' Slechts 70 kilometer reizen om McCartney te zien, is ongekende luxe, maar....dat glooiende park....die mensenmassa.... Daar zag ik mijzelf niet tussen staan met mijn 1 meter 65. Je zult maar net in een kuil staan en werkelijk niets zien. Het schijnt voor te komen bij concerten in het Goffert. En zou het erg onaangenaam dringen worden, met alleen maar staplaatsen? Ik kreeg er behoorlijk de kriebels van. Opties als Lille en Hannover werden ook nog even overdacht, maar nee.... Dat werd ook wel een hele operatie. Velen om mij heen twijfelden trouwens. Maar ja. Het was ook wel een dilemma. Hoe vaak zou onze (dan) bijna 78-jarige Paul Nederland nog bezoeken met zo'n groots concert? Al jaren denken we dat het de laatste keer is en steeds verrast deze krasse knar ons weer. Toch.... hij komt niet jaarlijks en als we weer een jaar of vier verder zijn, is Macca 82. Het houdt een keer op natuurlijk, al willen we daar nog helemaal niet aan.




Home Tonight / In A Hurry als nieuwe single
'Ik ga niet.' Ik bleef het zeggen. Mijn besluit stond vast. Ondertussen genoot ik van de enorm fijne single die Macca eind vorige week het internet op slingerde. Die bood een beetje troost. De dubbele A-kant 'Home Tonight / In A Hurry' bleek een pareltje. 'Home Tonight' vanwege het Classic McCartney-meezinggehalte, 'In A Hurry' juist vanwege z'n speelsheid en steeds wisselende invalshoeken. De oren blijven gespitst en het verleidelijke begin met klavecimbel-achtig geluid en melodische basloopjes doet bijna Sgt. Pepper-achtig aan. De nummers waren niet gloednieuw, maar bleven over van de sessies voor het album Egypt Station dat vorig jaar september verscheen. Ze hadden op dat album zeker niet misstaan, maar doen het ook prima als toegift [video].




Woensdagmiddag sloeg de twijfel toe
Ondertussen bleek afgelopen woensdag dat ik de vaste Paul McCartney-nieuwsbrief maar met een half oog bekeken had. Aan het eind van de woensdagmiddag, toen ik thuiskwam van een drukke werkdag, las ik berichten dat diverse Beatles-maatjes zogenaamde Golden Circle-tickets voor Nijmegen gescoord hadden. Via een speciale link, met een wachtwoord, was het na enig doorzetten mogelijk om online alvast (duurdere, dat wel) kaarten te kopen voor de zone die zich ongetwijfeld het dichtst voor het podium zal bevinden. Nu heb ik daar ook geen illusies bij. Die zal wel het halve park beslaan. Maar toch... Toen zelfs Jan Cees ter Brugge (die ook absoluut niet wilde gaan) overstag ging, ging ik toch twijfelen. Wat als het toch de laatste keer is? Wat als ik deze bijzondere avond dan niet heb meegemaakt? Wat als ik dit bij voorbaat al niet kan delen met een stel enthousiastelingen? En oh ja, McCartney neemt óók nog een blazerssectie mee [video].



Overstag
Voor ik het wist, zat ik woensdagavond ineens verwoede pogingen te doen om mét die link, mét die code toch nog een Golden Circle-ticket te scoren. En ook eentje voor mijn goede vriendin Marion. Ook zij had het afgelopen week al steeds over dat 'nu of nooit'-gevoel. Uit minstens dertig inlogpogingen, waarbij we keer op keer richting de reguliere veldkaarten werden gedirigeerd, was het uiteindelijk twee keer raak. Twee keer konden we doorklikken naar zo'n Golden Circle-ticket. De aankoop werd verzilverd en we waren een beetje beduusd. Ik geloof dat het gisteravond pas tot me doordrong, toen ik via YouTube een montage keek van een aantal Freshen Up-concerten die Macca begin dit jaar al gaf. Wat een energie, wat een fitheid, plezier en passie. Wat een overweldigende reacties uit het publiek. Zijn stem viel ook best mee, zeker na het warmzingen gedurende de eerste nummers. En mocht het met die stem straks in Nijmegen niet lukken, weet je...dan zingen wij met z'n allen wel voor Macca. We dragen hem de avond door. Mensen, ik ben er bij. Hoe had ik kunnen twijfelen?


zaterdag 23 november 2019

Hoe Leave My Kitten Alone van The Beatles steeds buiten de boot viel

Het nummer werd in de zomer van 1964 opgenomen, had niet misstaan op het album Beatles For Sale, maar belandde op de plank. De opname dook in de jaren '80 weer op, maar verscheen uiteindelijk pas in de nineties op het Anthology 1-album. Wat was dat toch met het Beatlesnummer Leave My Kitten Alone, dat buiten de boot viel? Hoewel we deze maanden rond de heruitgave van het album Abbey Road 'hevig' in 1969 zitten, leek het me leuk om ook weer eens een verhaal over de vroege Beatles te vertellen.


Even doorbijten
Op vrijdag 14 augustus 1964 worstelde John Lennon met het spelen en inzingen van een liedje dat hem eigenlijk best heel vertrouwd was. Al tijdens de optredens in Hamburg had Leave My Kitten Alone op het repertoire van The Beatles gestaan. Na het wereldwijd uitbreken van Beatlemania in 1964, de plaat- en filmopnamen van A Hard Day's Night en een tournee waarbij ze de aardbol waren overgevlogen, moesten The Beatles ook nog eens aan de bak voor het opnemen van een nieuwe langspeelplaat. Het was even doorbijten, stel ik me zo voor.


Pennen aan nieuw materiaal
Nog geen maand nadat A Hard Day's Night in de schappen lag, startten The Beatles met de opnamen voor Beatles For Sale. Al na drie dagen stond het nummer Leave My Kitten Alone op het programma. Een vertrouwde song dus, uit de Hamburg-tijd, en niet geschreven door Lennon en McCartney. Die twee zaten trouwens volop in de studio te pennen aan nieuw materiaal, maar de tijddruk was zo hoog, dat er ook ouder materiaal gebruikt moest worden om de plaat vol te maken. Ergens in 1959 of 1960 moesten The Beatles Leave My Kitten Alone hebben opgepikt. Het nummer werd zowel door de Amerikaanse R&B-zanger Little Willie John (die het ook componeerde en miauw-backing vocals bedacht) als door Johnny Preston opgenomen. Het was trouwens geen hit in Engeland. Sterker nog, het nummer had de Britse hitlijsten niet eens gehaald. [filmpje]




Lennon deed zuchtend zijn gitaar af
Veel tijddruk dus. Trekken we maar een oudje tevoorschijn, moeten The Beatles gedacht hebben. Maar dat viel toch tegen. In augustus 1964 was het al zo'n twee jaar geleden sinds de band Leave My Kitten Alone voor het laatst gespeeld had. Zodoende verliep de sessie in de EMI-studio die vrijdag moeizaam. In totaal zouden er vijf takes van het nummer worden opgenomen. Take één was compleet, maar miste het vuur dat de zangpartij van Lennon nodig had. Take twee strandde, waarop John zuchtte dat hij het liefst alleen zong, zonder er gitaar bij te spelen. Blijkbaar viel het combineren van zingen en spelen hem hier zwaar. Aan de complexiteit van het nummer kan het niet gelegen hebben: Leave My Kitten Alone is opgebouwd volgens het traditionele bluesschema.

John en George in augustus 1964 tijdens de sessies voor
Beatles For Sale

21 jaar op de plank
Lennon legde zijn gitaar af en volbracht een volgende take tot het eind. Take vier werd weer voortijdig afgebroken en Take vijf, ook compleet, kreeg uiteindelijk het vinkje 'beste resultaat'. Op die vijfde take zong John een tweede leadvocal in. George speelde opnieuw zijn leadgitaarpartij. Paul nam plaats achter de piano en Ringo voegde een tamboerijn toe. Niets aan de hand, zou je denken, maar ergens moet iemand besloten hebben Leave My Kitten Alone niet mee te nemen richting het nieuwe album. Waarschijnlijk was dat George Martin, die in 1964 nog stevig aan het roer stond in de studio. Kitten werd terzijde geschoven en bleef 21 jaar op de plank liggen. Althans, wat de versie van The Beatles betreft. De Britse band The First Gear kwam in november 1964 met een eigen bewerking van het nummer. Leuk detail: Jimmy Page was daar als producer en gitarist bij betrokken. [filmpje]



Geoff Emerick kreeg een tweede kans
Opvallend genoeg werd het nummer begin jaren '80 twee keer geremixed. Eerst in 1982 door John Barrett voor de documentaire The Beatles At Abbey Road. De docu zou een jaar later onderdeel worden van een rondleiding door de Abbey Road Studio's. In 1984 legde Geoff Emerick de band opnieuw op de taperecorder en maakte hij een remix voor zijn Sessions-project. Dat Sessions-album zou dertien nooit eerder uitgebrachte versies van Beatlesnummers bevatten. Het kwam er niet, want Yoko, Paul, George en Ringo verleenden geen toestemming. Ook vond EMI dat de geplande release in 1984 het Give My Regards To Broadstreet-project van Paul McCartney in de wielen zou rijden. Zo werd het 1994 en kreeg Emerick opnieuw een kans om Leave My Kitten Alone te remixen. Deze keer met een succesvol vervolg. Het nummer verscheen uiteindelijk in 1995 als onderdeel van het omvangrijke Anthology documentaire- en cd-project.


Er zijn twee dingen die ik me afvraag. Vinden jullie het terecht dat Leave My Kitten Alone niet gekozen werd voor het album Beatles For Sale? Van mij had het best aan die plaat toegevoegd kunnen worden. En: zouden die remixen uit de jaren '80 nog ergens zijn opgedoken? Vast!



zaterdag 16 november 2019

Day Tripper: over seks, drugs en rock 'n' roll

Liedjes die drijven op een riff hebben een grote aantrekkingskracht op de luisteraar. Vanaf de eerste tonen word je het nummer ingetrokken en met een beetje geluk hoor je die verleidelijke riff steeds terug. Denk maar eens aan Walk This Way van Aerosmith of Satisfaction van The Rolling Stones. Hoewel we de riff voornamelijk binnen de populaire muziek tegenkomen, zou je het zich steeds herhalende thema van Pachelbels Canon in D misschien ook wel een riff-avant-la-lettre kunnen noemen. Maar je bent hier voor The Beatles, dus leek het me aardig eens naar een Beatlesnummer met een prominente riff te kijken. Daarbij kom ik natuurlijk uit op Day Tripper.




Een bluesy riff en een stampende bassdrum
Het aanstekelijke bluesy loopje waarmee The Beatles Day Tripper begonnen, komt een stuk prominenter naar voren dan de riff die The Fab Four gebruikten onder de zanglijnen van Drive My Car, dat diezelfde week in oktober 1965 werd opgenomen. De band zat volop in de opnamesessies voor het album Rubber Soul en liet zich voor beide nummers stevig inspireren door het Amerikaanse soulgeluid van Otis Redding. Dat Stax-gevoel werd bij Day Tripper nog wat versterkt doordat Ringo regelmatig een four-on-the-floor-ritme stampt: op elke tel van de maat gebruikt hij zijn bassdrum-pedaal, in plaats van de op de gangbare eerste en derde tel. Als ik nog even goed naar de Day Tripper-gitaarriff luister, gebeurt er toch iets geks in mijn oren. Staat de melodie nu in mineur of in majeur, of verbindt hij beide E-toonladders? Wie weet kan Bertolf Lentink daar een goed antwoord op geven.



The Beatles moesten met nieuw materiaal komen
Terug naar EMI Studio Two. Relaxed weekend vieren was er voor The Beatles niet altijd bij, in die drukke oktober- en novembermaand in 1965. De kerstdagen naderden. Er moest zodoende een nieuwe single komen én een album opgenomen worden. Dus verzamelden John, Paul, George en Ringo zich op zaterdagmiddag 16 oktober in de villa aan Abbey Road. John had een nieuw nummer geschreven, waaraan hij nog behoorlijk gesleuteld had. Het moest die zaterdag nog helemaal ingestudeerd moest worden. Die namiddag en vooravond, ergens tussen half 3 en de klok van 7 werkten The Beatles aan het kersverse Day Tripper. Luister maar eens mee [video].



Waar gaat Day Tripper nu over?
Thematisch baseerde John Lennon zich met Day Tripper op de zogenaamde weekend-hippies die naast hun nine-to-five-job helemaal uit hun dak zouden gaan op LSD en acid rock, zo lees ik in het boeiende Revolution in the Head van Ian MacDonald. Toch is die latere verklaring van Lennon opmerkelijk te noemen. De hippiecultuur kwam pas in 1966 op en het gebruik van LSD was in oktober 1965 nog maar in zeer selecte kringen gangbaar. Ook hintte John in 1980 nog naar een andere uitleg: een liedje over mensen die een weekendje-weg gaan, met de ferry of zo. Je vraagt je dus af of Lennon niet achteraf een andere verklaring voor zijn inspiratiebronnen verzon. Bewust of onbewust. Wat wél bewust gebeurde, was de verkapte seksuele verwijzing die in de oorspronkelijke tekst zat: 'she's a prick teaser' werd later officieel veranderd in 'she's a big teaser', wat goed te horen is in deze versie met geïsoleerde vocals [filmpje]. Toch vraag je je af wat de heren live zongen. Er was toch geen kip die hen, door het gegil van uitzinnige fans, kon verstaan:



Een promovideo scheelde tijd en energie
Op 23 november 1965 werden er maar liefst drie verschillende promotievideo's voor Day Tripper gemaakt. The Beatles verzamelden zich die dinsdag in de Twickenham Film Studio's en luisterden naar de aanwijzingen van regisseur Joe McGrath, die met zijn bedrijfje InterTel/VTR Services de eerste onafhankelijke tv- en videocrew in Europa vormde. Het was een lange opnamedag waarop ook nog video's voor We Can Work It Out, Help!, Ticket To Ride en I Feel Fine geschoten werden. Het fenomeen van de promotievideo was in opkomst en The Beatles stonden vooraan. Zo'n film was handig en kon richting de televisiestations om de verkoop van de single, in dit geval een dubbele A-kant met We Can Work It Out, te bevorderen. Bovendien verloste een promotievideo de groep van een eindeloze tour langs televisiestudio's om hun nieuwe single te komen playbacken of live te komen spelen. De video kon natuurlijk de hele wereld over, terwijl de groep die decembermaand, na het uitkomen van de single nog een aantal optredens in Engeland verzorgde en langzaam maar zeker richting de kerstdagen gleed. 




zaterdag 9 november 2019

Rubber Soul: over Robert Freeman, de hoes en het herfstgevoel

Gisteravond las ik dat Beatlesfotograaf Robert Freeman overleden is. Daarmee is hij de tweede 'Beatles-gerelateerde dode' van afgelopen week. Dat klinkt wat minder respectvol dan ik het bedoel, maar het is natuurlijk een feit: langzaam maar zeker verdwijnen alle hoofdrolspelers en figuranten uit dat grote en bijzondere Beatlesverhaal uit de tijd. Ook het overlijden van Pauline Sutcliffe, de zus van oer-Beatle Stuart Sutcliffe, werd afgelopen week bekendgemaakt. Zij overleed al op 13 oktober.


Rubber Soul = herfstgevoel
Vergankelijkheid: 'All things must pass', George Harrison zong er al over. Terwijl het buiten steeds herfstiger wordt en ook de bomen praktisch al hun bladeren verloren hebben, denk ik aan het Beatlesalbum Rubber Soul. Ben ik de enige met die associatie of koppelen meer mensen Rubber Soul aan dit seizoen? Hoe dat voor mij precies werkt, weet ik niet. Is het de hoesfoto van Robert Freeman, waarop het suèdebruin en de oranje albumtitel de boventoon voeren? Is het de periode waarin het album destijds werd opgenomen (najaar 1965)? De sfeer van de nummers? Ik ben er nog niet uit. Wat ik wél weet, is dat ik gek ben op Rubber Soul. Het leek me aardig om me deze week eens wat meer in het album te verdiepen, als eerbetoon aan fotograaf Robert Freeman.

Robert Freeman (5 december 1936 - 8 november 2019)
Een titel als een logo
Die hoesfoto. Ik noemde 'm al. Voor het eerst vermeldden The Beatles hun bandnaam niet op een album. Zou het een omissie of een bewuste keuze geweest zijn? Begin december 1965, toen de plaat uitkwam, hoefden The Fab Four zich natuurlijk op hun albumhoezen niet meer aan de wereld voor te stellen. Het weglaten van de bandnaam zorgde ervoor de maximale aandacht uitging naar het artwork: een prachtig vormgegeven titel die haast als een logo aandoet en een sober maar indringend groepsportret. Dat portret ligt als het ware in uitgerekte vorm over de hoes heen. Bepaald geen standaardhoes. Wat was er in die tijd eigenlijk nog standaard te noemen aan alles dat The Beatles voortbrachten?




Het mysterie van de hoesfoto
Voor het maken van die hoesfoto spraken The Beatles ergens in het najaar van 1965 af , vermoedelijk bij John Lennon thuis in Weybridge. Robert Freeman maakte een serie foto's van de mannen, die in bruin suède jasjes voor een rhododendronstruik poseerden. De exacte datum van die sessie weten we helaas nog steeds niet. De wintergroene rhododendron geeft ons zodoende ook geen aanwijzing over de maand waarin de foto gemaakt kan zijn. Over de precieze locatie van de fotosessie is ook nog geen bewijs gevonden. Was het bij de oprit van Johns huis Kenwood of in de bosjes van Old Lane, Hatchford End, bij het voormalige vliegveld van Wisley? In het fascinerende boek Het Londen van The Beatles (Lewisohn, Schreuders, Smith) lees ik dat Beatleschauffeur Alf Bicknell die laatste locatie noemde. Deze plek bevindt zich op ruim 10 minuten rijden van Johns voormalige villa. Wat zou het interessant zijn om beide mysteries nog eens opgelost te zien worden.

John Lennon op Kenwood, Weybridge


Een logo dat voorsorteerde op psychedelisch artwork
Om The Beatles een idee te geven hoe hun Rubber Soul-hoes er uit zou komen te zien, projecteerde Freeman de foto op een stuk karton. Deze dummy-hoes schoof daarbij onbedoeld wat naar achteren, wat voor een uitgerekte fotoprojectie zorgde. The Beatles reageerden enthousiast. Zo moest de hoes worden! Die originele invalshoek, zowel letterlijk als figuurlijk, werd zodoende gekozen voor het definitieve hoesontwerp. Ontwerper Charles Front tekende voor het Rubber Soul-logo. Hij liet zich inspireren door het effect dat je krijgt, wanneer je rubber uit een boom zou tappen, zo vertelde hij: de substantie zou steeds verder uitlopen. Met zijn ontwerp inspireerde Front ongetwijfeld andere vormgevers die zich in de jaren daarna op het creëren van psychedelische letters stortten. Die Rubber Soul-letters waren, in december 1965 al een vroege voorbode van wat komen ging.




Wat deden The Beatles in september 1965?
"Rubber Soul is mijn favoriete Beatlesalbum," vertelde Jan Cees ter Brugge me onlangs. Ik kan dat goed begrijpen. De warme, akoestische sound, de meerstemmige zang, de midtempo-nummers: van Rubber Soul gaat een enorme consistentie uit. Wie weet ontstond dat coherente geheel omdat The Beatles, gedwongen door hun overvolle agenda, het album in zeer korte tijd moesten opnemen. Binnen vier weken stond alles op tape (behalve het nummer Wait, dat in juni van dat jaar werd opgenomen). Tussen 12 oktober en 11 november 1965 bouwden The Beatles aan hun folk-achtige plaat, waarop voornamelijk nummers stonden die korter dan drie minuten waren. Eind augustus hadden ze hun Amerikaanse tournee al afgesloten. Over wat ze daarna, in september '65 deden, is vrij weinig bekend. Vakantie vieren? Bijkomen? Wie weet er meer over die periode in de aanloop naar die Rubber Soul-sessies?


John Lennon was aan zet
Zelf vind ik Rubber Soul vooral een Lennon-plaat. Waar op latere albums McCartney's rol zowel compositorisch als conceptueel steeds dominanter werd (niet onprettig dominant overigens, wat mij betreft) beleefde John Lennon op Rubber Soul misschien wel zijn finest hour. Norwegian Wood, Nowhere Man, Girl, In My Life... Wat stelde McCartney daar feitelijk tegenover, behalve zijn kwaliteiten als zanger, gitarist en basgitarist? Misschien alleen Michelle en natuurlijk de ijzersterke openingstrack Drive My Car. George Harrison bracht het zelfverzekerde If I Needed Someone en de sitar op Norwegian Wood in en drukte zo óók zijn stempel op de plaat. Wil je meer weten over hoe het album tot stand kwam, dan kun je het verhaal van Rubber Soul in deel 1 en deel 2 beluisteren, prachtig verteld en door de heren van Fab4Cast.



Verstild en tijdloos
Hoewel The Beatles met Help, waarvoor Robert Freeman ook de hoesfoto schoot, al een voorzichtige beweging richting een meer akoestisch en volwassen geluid maakten, werd Rubber Soul natuurlijk hét akoestische en misschien wel meest tijdloze Beatlesalbum. Een plaat met een warme, soms verstilde en ontspannen sfeer en voornamelijk introspectieve en verhalende teksten. Een plaat die voelt als een frisse en kleurrijke boswandeling, waarna het goed toeven is bij de haard. So I lit a fire, isn't it good...  Exact wat je op een herfstige zondagnamiddag zou willen doen. Ik ga Rubber Soul vanavond opzetten en er een fijn glas wijn bij inschenken.


PS: Nu online > deel 1 van het Liverpool-avontuur, samen met Jan Cees, Wibo en Michiel van Fab4Cast (ook beschikbaar via Spotify). Veel luisterplezier.

zaterdag 2 november 2019

Het zit er op: The Making of Abbey Road!

Ze zitten er op: onze twee voorstellingen in de Deventer Schouwburg over The Making Of Abbey Road. Eigenlijk moet ik er nog even van bekomen. Het was best een bijzondere ervaring om, samen met mijn Beatlesmaatje Jan Cees ter Brugge en twee topmusici als Bertolf Lentink en Diederik Nomden dit theatercollege te mogen verzorgen. Ik bevond me in heel goed gezelschap. Ook wat betreft ons publiek. Graag wil ik iedereen die afgelopen donderdag- of vrijdagavond aanwezig was enorm bedanken. Niet alleen waren er veel lieve mensen uit Deventer, we waren ook verguld met al die mensen die het halve land doorreisden om aanwezig te kunnen zijn. Het was zodoende ook een gezellige reünie van Beatlesliefhebbers en -kenners uit heel Nederland. Dank jullie allemaal heel heel hartelijk. Wat hebben we jullie aanwezigheid gewaardeerd!



Van een inleiding naar een volledig theatercollege
De afgelopen maanden kregen Jan Cees en ik, soms haast verontwaardigd, de vraag waarom deze voorstelling met Bertolf en Diederik alleen maar twee avonden in Deventer te zien was. Graag wil ik dat nog even toelichten. We maakten deze voorstelling echt op uitnodiging van de Deventer Schouwburg. Jan Cees en ik werden eind vorig jaar benaderd om eens na te denken over een "volledige avond over The Beatles" in de Kleine Zaal van het theater. Onze korte inleidingen bij de voorstellingen van The Analogues (Sgt. Pepper en The White Album) hadden behoorlijk wat toehoorders getrokken. Een volgende voorzichtige stap zou een uitgebreid theatercollege kunnen worden. Al brainstormend ontstond vanuit de Schouwburg het idee daar Bertolf Lentink bij te vragen, die enthousiast reageerde. Een paar maanden later werd de line up uitgebreid met Diederik Nomden.


Deze voorstelling overkwam ons, stap voor stap
En zo "overkwam" ons deze theatervoorstelling stap voor stap, zonder dat we zelf (met ons vieren) een vooropgezet plan hadden om een voorstelling te schrijven waarmee we ons in het land bij schouwburgen zouden melden. Ik vraag me af of zoiets uberhaupt agenda-technisch mogelijk zou zijn geweest, als ik kijk naar al het prachtigs dat Bertolf en Diederik dit huidige theaterseizoen in de theaters (gaan) doen. Zo touren ze samen met Her Majesty langs podia met Are You Ready For The Country (mensen, gaat dat zien en horen!) en is Diederik met The Analogues nog uitgebreid te zien en horen met Let It Be....Abbey Road. Drukke jongens hoor! Daarom waren we verguld met die twee avonden waarop ze aan ons Abbey Road-college mee wilden werken.




Waar begin je?
Zelf ben ik geen mens van last minute-werk, niet iemand die continu tegen deadlines aan kan werken. Ik zou het kunnen, maar het past niet bij me. Daarom begon ik afgelopen april, tijdens het zonnige Paasweekend, met het schrijven van de voorstelling. We hadden met de Deventer Schouwburg inmiddels afgesproken dat het een goed plan was om te kiezen voor het album Abbey Road, vanzelfsprekend vanwege het bijzondere jubileum dit jaar. Tsja, en dan kijk je naar een leeg computerscherm en moet je ergens beginnen. Dat vond ik niet eenvoudig. Kenners weten dat de opnamen van het Get Back/Let It Be-project zo'n beetje overliepen in de eerste sessies van Abbey Road. Waar zou ik een startpunt kiezen voor ons verhaal?

Hoe bedien je kenners, liefhebbers en mensen voor wie het verhaal nieuw is?
Daarnaast was het, al schrijvend, zoeken naar een verhaal dat een breed publiek zou aanspreken. We wisten al dat er échte kenners in de zaal zouden zitten, maar ook veel mensen die wat minder wisten van het wel en wee rond de totstandkoming van het album. Hoe schrijf en vertel je een verhaal dat voor iedereen boeiend en interessant is. En blijft. Want: niets zo vervelend als een lang en oersaai college vol feitjes. We moesten aandacht hebben voor opbouw, dynamiek, een spanningsboog en een goed slot.




Tweede voorstelling
En zo zat ik dit voorjaar een paar keer lang aan de keukentafel met Jan Cees. Het concept lag voor onze neus. We schrapten, schoven, brainstormden over beeld- en geluidsmateriaal en verfijnden de voorstelling steeds verder. Het verhaal ging per mail naar Bertolf en Diederik, die beiden (tot mijn opluchting) zeer positief reageerden: "Fijn verhaal hoor, we hebben er zin in!" Ergens tegen de zomer belde de Deventer Schouwburg: de eerste voorstelling was zo snel uitverkocht, dat men zich afvroeg of we ook nog een tweede avond wilden komen. Gelukkig viel dat agenda-technisch met alle betrokkenen te regelen. Een gelukje!




Twee muzikale sporen
Begin september kwamen we met ons vieren bijeen en bespraken we welke muzikale ideeën en mogelijkheden Bertolf en Diederik hadden om het verhaal te helpen vertellen. Al heb je twee topmuzikanten in de gelederen, het is natuurlijk niet mogelijk in die bezetting een aantal nummers van Abbey Road exact te reproduceren. Dus kozen we voor twee sporen: Bertolf en Diederik zouden echt als duo een aantal nummers volledig zelf spelen. Daarnaast zouden ze ook onderdelen live meespelen met de basistracks van The Beatles, om ook dat rijk gearrangeerde en volle Abbey Road-geluid neer te kunnen zetten. Een prima plan!




De laatste inspiratie kwam van Mark Lewisohn in Liverpool
Begin oktober reisden Jan Cees en ik samen met Wibo Dijksma en Michiel Tjepkema naar Liverpool om Beatleshistoricus Mark Lewisohn twee uur live te horen spreken over Abbey Road. Zittend in het Epstein Theatre kregen we de laatste puzzelstukjes en inspiratie aangereikt om ons eigen verhaal te completeren. Het was trouwens bemoedigend te merken dat we qua verhaallijn en beeldmateriaal al exact dezelfde keuzes hadden gemaakt als Mark. We zaten op het juiste spoor. Natuurlijk wilden we onszelf niet vergelijken met die grote, welbespraakte Mark Lewisohn, maar we kregen wel het vertrouwen dat we een goed verhaal klaar hadden staan. Dat verhaal werd door Jan Cees voorzien van een aantal filmpjes waarin hij bijzondere beelden met uitgeklede multitracks combineerden. Soms fungeerden de films als sfeerbeelden bij de nummers die Bertolf en Diederik voor ons speelden.




Enorme betrokkenheid van de schouwburg
Afgelopen donderdagmiddag was het eerste en enige moment waarop we samen met Bertolf en Diederik het college op de vloer van de Kleine Zaal één keer live konden uitproberen. Ach, misschien werkt zoiets ook het beste. Kort van tevoren, maximale focus en....ook samen durven vertrouwen dat het goed komt. Dat vertrouwen werd versterkt door de fantastische begeleiding die we van de medewerkers van de Deventer Schouwburg mochten ontvangen. De betrokkenheid was groot de afgelopen maanden. Er werd meegedacht, meegeleefd en we werden aan alle kanten ondersteund. Hulde voor dit enorm fijne theaterteam!




Liefde en fascinatie voor onze Fab 4
Alles kwam eergisteren en gisteren bij elkaar in twee fijne en mooie avonden waarop we samen mochten vertellen, in woorden en muziek, hoe The Beatles van februari tot half augustus 1969 langzaam maar zeker bouwden aan wat hun laatste album zou worden. Het was voor mij eervol dat met drie zulke fijne mensen te mogen doen. Ik heb genoten van de fantastische muzikale bijdrage van Bertolf en Diederik en het enthousiasme van Jan Cees. Het gebeurde allemaal vanuit diezelfde liefde en fascinatie voor 'onze Fab 4'. Wat mij betreft smaakte dit muzikale theatercollege naar méér. Er zijn nog zoveel mooie verhalen over The Beatles te vertellen en te spelen. Ik gooi een kleine wens de kosmos in: across the universe. Wie weet wat er terugkomt.