zaterdag 25 augustus 2018

Hoe George Harrisons All Things Must Pass pas later de erkenning kreeg die het verdiende

Het was zijn 26ste verjaardag toen George Harrison op een koude februaridag in 1969 een demo maakte voor een nieuw nummer voor The Beatles. De band had die winter eerst een week in de grote en koude Twickenham Studios gezeten. Het plan was om daar de repetities voor het nieuwe album Let It Be (dat aanvankelijk Get Back zou heten) te filmen. Net als de aanloop naar het liveconcert, dat onderdeel van de film zou worden. Het werd allemaal niets in die Twickenham Studio's en al snel verkasten de Fab Four naar een knusser onderkomen in het Apple-gebouw. Daar hing Harrison zijn gitaar om en zong hij de eerste regels van een nieuwe compositie: Sunrise doesn't last all morning....




Beslist veelbelovend
In januari al had Harrison diverse pogingen gedaan om All Things Must Pass, zijn kersverse liedje, onder de aandacht van de andere drie te brengen. Er werden wat pogingen gedaan het in te studeren. Met name de samenzang in het refrein klinkt beslist veelbelovend, al was de band duidelijk nog zoekende. Je kunt je best voorstellen hoe goed dit uiteindelijk had kunnen worden. En je vraagt je af waarom het nummer aan de kant werd geschoven: [video]



Muzikale inspiratie door The Band
George was in die tijd erg gecharmeerd van het geluid van The Band. Hij roemde het album Music From Big Pink, dat een half jaar eerder was verschenen. De sound op de plaat inspireerde George om de sitar terzijde te schuiven en zich weer op het schrijven van gitaarnummers te richten. Eind 1968 verbleef George veel in Amerika, bij Bob Dylan. In die periode jamde Harrison regelmatig met de leden van The Band, Dylans muzikale maten. 

Harrison bij Dylan thuis, eind 1968

Instructies voor John Lennon achter het orgel
In een interview in de jaren '80 vertelde George een journalist dat hij The Bands The Weight had gehoord en zodoende op het muzikale idee voor All Things Must Pass kwam. Beide nummers hebben ook wel dezelfde trage, akoestische feel. Je snapt het. George wilde trouwens zo graag dat All Things Must Pass op de sound van The Band leek, dat hij John Lennon voorstelde zijn gitaar te verwisselen voor het Lowry-orgel. Dat orgel horen we ook terug op Lucy In The Sky With Diamonds. Dus nam Lennon plaats achter de toetsen. Ik heb hier een prachtig stukje [video] waarin Harrison Lennon uitleg geeft hoe hij All Things Must Pass op het orgel moet spelen. Kijk even mee, alsof je een fly-on-the-wall bent:




De tekst kwam uit het Taoïsme
De tekstuele inspiratie voor All Things Must Pass kwam uit geheel andere hoek trouwens. Wel uit eentje die voor de hand ligt. Eind jaren '60 was George hevig geïnteresseerd geraakt in Oosterse filosofie. In 1966 publiceerde de Amerikaanse psycholoog en schrijver Timothy Leary het volgende gedicht:

All Things Pass - Lao-Tzu
All things pass
A sunrise does not last all morning
All things pass
A cloudburst does not last all day
All things pass
Nor a sunset all night
All things pass
What always changes?

Earth...sky...thunder...
mountain...water...
wind...fire...lake...

These change
And if these do not last

Do man's visions last?
Do man's illusions?

Take things as they come

All things pass

De metaforen van Het Weer
Leary was op zijn beurt geïnspireerd door de Tao Te Ching en beide bronnen raakten blijkbaar een snaar bij Harrison. Daarbij nam hij voor zijn openingscouplet bijna letterlijk de eerste strofen van Leary's gedicht over. Niets dat mooi is, blijft. Maar ook: niets dat naar is, blijft. Alles gaat voorbij, zeiden onze wijze oma's en opa's ons. Harrison gebruikte daarbij opnieuw de metaforen van Het Weer, zoals hij ook bij Here Comes The Sun deed: Sunset doesn't last all evening, A mind can blow those clouds away, After all this, my love is up and must be leaving, It's not always going to be this gray.

George en Pattie: ook dat ging voorbij


Pas later erkenning
Hoe gevoelig en filosofisch het nummer ook was, met de demo die George eind februari 1969 vastlegde, kreeg hij het niet voor elkaar om All Things Must Pass op één van de laatste twee Beatlesalbums te krijgen. Net als Let It Down en het prachtige Isn't It A Pity, ook uit die periode. Met name John Lennon was totaal niet geïnteresseerd in hetgeen Harrison te berde bracht. Ironisch genoeg werden de afgewezen nummers allemaal highlights op Harrisons eerste en zeer succesvolle soloalbum dat na het uiteengaan van The Beatles verscheen. [video]








zaterdag 18 augustus 2018

Drive My Car: van diamonds & rings, via Otis Redding naar de openingstrack van Rubber Soul

Als je het hebt over een sterk openingsnummer voor een album, dan heb je het over Drive My Car. Wie op 3 december 1965 met zijn Rubber Soul onder de arm thuiskwam van de platenzaak, de elpee uit de hoes haalde, op de draaitafel legde en de naald liet zakken, moet direct verkocht zijn geweest. De korte gitaarlick, vol soul, zal menig luisteraar rechtstreeks de groove mee hebben ingezogen. Ask a girl what she wanted to be...





Money and things, diamonds en die eeuwige rings
Het was Paul McCartney die met de structuur van Drive My Car op de proppen kwam, maar hij bleek John Lennon hard nodig te hebben om echt iets van het nummer te maken. De melodie was er, maar Paul zat nogal vast in het idee dat hij een liedje over een gouden ring wilde schrijven. You can buy me a golden ring, was de zin die in zijn hoofd rondzong. Het overkwam The Beatles wel vaker. In het voor Help! afgekeurde en nooit uitgebrachte If You've Got Trouble stonden money and things, diamonds rings ook al centraal. Can't Buy Me Love bevat natuurlijk de zin I'll buy you a diamond ring my friend if it makes you feel alright en ook in I Feel Fine komt de diamond ring weer voorbij. Het was me wat met die ringen. Toen McCartney in de herfst van '65 bij Lennon in diens huis in Weybridge over de drempel stapte, zijn gitaar erbij pakte en wéér over ringen begon te zingen, zagen de twee er weinig brood in. Crap! riep John. Dat was precies de feedback die Paul nodig had om 'm weer even op scherp te zetten.



De dubbelzinnigheid van Drive My Car
Na een peuk of twee en wat gemijmer, ontstond er een nieuw idee. Paul had de meiden in Los Angeles wel eens You can drive my car horen zeggen. Een uitdrukking niet zozeer op het rijden van een auto sloeg, maar eentje die vooral als uitnodiging voor een intiem rendez-vous opgevat moest worden. Die dubbelzinnigheid sprak Lennon vast aan, al was 'ie wat verkapter dan het vermeende expliciete taalgebruik dat McCartney in zijn nieuwe single Fuh You bezigt (hebben jullie 'm al gehoord?). We horen Lennon bijna gniffelen om die grap. Toen het thema voor Drive My Car er eenmaal was, schreef het lied zich vanzelf. Dat moest ook, want er was bijzonder weinig tijd voor The Beatles om aan hun nieuwe album te werken. Rubber Soul kwam in een krappe maand tot stand. Wie het interessant vindt om te horen hoe Rubber Soul in allerijl elkaar werd gezet, kan dat hier horen, in de podcast die de Fab4Cast daarover maakte. Aan Drive My Car werd dus ook slechts een avond in de studio besteed, al ging de sessie door tot na middernacht. The Beatles werkten én presteerden onder grote druk.


The Beatles probeerden de Stax-sound te benaderen
Op woensdag 13 oktober 1965 startten The Beatles om zeven uur in de avond in EMI Studio 2 met de opnames van Drive My Car. De band had maar vier takes nodig om de basis van het nummer neer te leggen. Het werd overduidelijk een track die stevig geïnspireerd was op de Stax-sound waar de Fab Four zo van hielden. Zoveel dat er zelfs ooit plannen waren een album in de Stax-studio's in Memphis op te nemen. Dat kwam er niet van, maar de ambitie om bijvoorbeeld te klinken als Otis Redding bleef.



Het gevoel van Respect
Het schijnt dat George Harrison behoorlijk wat invloed had op de gitaar-lick waarmee Drive My Car begint. Net als op de unisono gespeelde bas- en gitaarpartij die onder een groot deel van de zang te horen is. Met die partij, die sterk leunt op Otis Reddings Respect, kreeg Drive My Car die 13e oktober een enorme groove, ondersteund door het geluid van de cowbell. Die groove heeft tot op de dag van vandaag niets aan uitstraling verloren. The Beatles konden trouwens nog niet leunen op de Respect-versie van de afgelopen donderdag overleden Aretha Franklin. Die cover stamt namelijk uit 1967.

McCartney, George Martin en Harrison tijdens de Rubber Soul-sessies


Beep Beep Yeah
Eén van de meest aantrekkelijke onderdelen van Drive My Car is natuurlijk het Beep Beep Yeah. Fijn verzonnen....of...prettig gestolen? Dat laatste. In 1958 had de band The Playmates een hit met het nummer Beep Beep [video], dat wél over autorijden ging ;-) Het is mij niet helemaal duidelijk of het John Lennon of George Harrison was die met Beep Beep Yeah op de proppen kwam en Drive My Car daarmee een nog hoger meezinggehalte gaf. In ieder geval was deze kreet een geweldige toevoeging. Net als de driestemmige samenzang op You can do something in between, waarin een prettige dissonant zit die mij aan auto-claxon doet denken. Hebben jullie die associatie ook?




Vreemde eend
Drive My Car is eigenlijk een hele vreemd in de bijt op het Rubber Soul-album, dat verder eigenlijk vooral een akoestische en folk-achtige sound heeft. Niets op Rubber Soul leunt verder op de sound van Motown, Stax of andere soul-achtige genres. Nieuw was ook het prominent naar voren brengen van het basgeluid op een Beatlesplaat. Precies zoals dat op Amerikaanse platen al veel eerder hoorbaar was. Met behulp van de kritische Lennon en de geïnspireerde Harrison wist McCartney van zijn zoveelste liedje over diamonds and rings uiteindelijk een hele fijne plaat te maken. Eentje waar niemand ooit een hekel aan krijgt.




zaterdag 11 augustus 2018

Paul McCartney aan de IJssel: met Matthijs van Nieuwkerk, Nico Dijkshoorn, Lea Kliphuis, Jared Grant, Thomas Meeuwis, Vedran Mircetic, Sven Hammond, Zac Chapman en Michael Prins

Er zijn van die avonden, waar je eigenlijk bij had moeten zijn. Het overkwam me gelukkig, afgelopen zaterdag in De Hip in Deventer. Aan de vooravond van de dertigste Deventer Boekenmarkt bruiste onze stad van de activiteiten. Terwijl langs de IJsselkade en op de pleinen duizenden nog lege boekenkramen werden geplaatst, startte in de oude stadstuinen rond Het Klooster poëziefestival Het Tuinfeest. Even verderop aan de Brink kwam cultureel café De Hip op stoom met Wartaal. Een literaire en muzikale avond die dit jaar volledig in het teken stond van Paul McCartney. Dat had ook weer alles met Deventer als Boekenstad te maken. Toch was er vooral muziek. Heel veel mooie muziek.



Die ene keer dat McCartney in Deventer te vinden was
Fonz Scheepstra is de Keizer van De Hip, zoals presentator Matthijs van Nieuwkerk afgelopen zaterdag in een uitverkochte beatkelder verklaarde. En Fonz besloot onlangs samen met Matthijs, die ook aan De Hip verbonden is, een feestje rond Paul McCartney te bouwen. Om Sir Paul te eren en om nog eens stil te staan bij die ene keer dat hij in Deventer te vinden was. Samen met zijn gezin bracht McCartney op 19 augustus 1976 een bezoek aan drukkerij De Lange-Van Leer in de Deventer Raambuurt. Dat was om de drukproeven te bekijken van Linda's Pictures, een boek dat later dat jaar zou verschijnen. Dat was de literaire link, die er natuurlijk moest zijn deze avond. Die link bleek een prachtig excuus om vooral heel veel fantastische Nederlandse muzikanten uit te nodigen om hun favoriete McCartney-liedjes te zingen. Wat een goed idee.

Met Matthijs van Nieuwkerk


Net zo heet als in The Cavern
Het was bloedheet in de muziekkelder. We grapten wat over een vergelijking met The Cavern, terwijl we in de coulissen stonden te wachten, vlak voor aanvang. 110 bezoekers, strak uitverkocht. Matthijs trapte af en kondigde Thomas Meeuwis aan. Deze singer-songwriter, die momenteel in Woodstock The Story de zangpartijen van The Who voor zijn rekening neemt, opende de avond met een indrukwekkende vertolking van The Fool On The Hill


De eerste druk van Linda's Pictures
Daarna was het tijd om nog eens even stil te staan bij dat verhaal van de McCartney-familie in Deventer. Ik vond het erg leuk dat ik hiervoor door Fonz gevraagd was. Er volgde een vrolijk gesprekje met Matthijs, waarbij ik de eerste druk van Linda's Pictures kon laten zien. Het boek was weer even terug in de stad waar het ooit van de persen rolde. Dankzij mijn Beatlesmaatje Jan Cees ter Brugge, die zijn exemplaar nog in allerijl opstuurde. Dat bezoek van Paul en familie, de fotografie-carrière van Linda, de inhoud van het boek....we hadden er wel een avond over kunnen praten, maar ja...zo werkt dat natuurlijk niet. In vier minuten vlogen we door de materie [video]. Wie er nog eens wat meer over wil lezen, reik ik hierbij mijn blogs aan over de McCartneys in Deventer en Linda als fotografe.




De soulfulle stem van Jared Grant
Ik vond het gezellig met Matthijs. We hadden een goede chemie. Natuurlijk is Matthijs een Dylan- en een Aznavour-liefhebber, maar het viel me op met hoeveel plezier hij deze McCartney-avond vormgaf. Daaruit sprak voor mij een enorme oprechtheid om er iets moois van te maken. Sympathiek. Na ons gesprek was het ruim baan voor een heel fijn gezelschap van Nederlandse singer-songwriters en muzikanten. De mooiste McCartney-liedjes kwamen voorbij. Zo vertolkte Lea Kliphuis met Vedran Mircetic (De Staat) de pareltjes For No One, I Will en Jenny Wren. Idols-finalist Jared Grant werd door Sven Hammond vakkundig begeleid (in zang en op toetsen) bij The Long and Winding Road, Yesterday en Ebony & Ivory. Jareds soulfulle stemgeluid zorgde bijna voor een explosie aan energie rond het podium. Wat een timbre, wat een timing, wat een talent.

Backstage met Sven (Hammond) Figee, Zac Chapman, Jared Grant en Thomas Meeuwis


Thomas Meeuwis kreeg de zaal aan het zingen
Zac Chapman (Electric Componay) stortte zich op het wat oudere McCartney-werk, waaronder And I Love Her en, in duet met Lea, Love Me Do. Een bijzondere vermelding mag er zeker zijn voor Thomas Meeuwis die opnieuw ten tonele verscheen en twee nummers van het legendarische Wings-album Band On The Run Speelde: een akoestische versie van Let Me Roll It waar de blues van afspatte én het titelnummer van het album. In zijn eentje! Ik denk dat dit nog nooit vertoond is. Geholpen door het enthousiast meezingende publiek werkte hij zich vakkundig door Band On The Run heen. Michael Prins (De Beste Singer Songwriters van Nederland) bracht intense versies van Blackbird, My Valentine en de Golden Slumbers-medley van het Abbey Road-album. 

 Michael Prins

Nico Dijkshoorn was geëmotioneerd
Temidden van al die muzikale schoonheid, was er ook tijd voor Nico Dijkshoorn. Met een column die als tweeluik werd gebracht, had Nico eerst de lachers op zijn hand en liet hij het publiek vervolgens met een brok in de keel achter. Veel journalisten en columnisten hebben de afgelopen weken de magie van Paul McCartneys Carpool Karaoke proberen te verklaren, zoekend naar wát ons zo ontroerde. In de beelden, de gesprekjes, de muziek. Nico deed dat poëtisch, terugblikkend op zijn eigen jeugd. Wanneer het gezin Dijkshoorn gezamenlijk naar een Beatlesplaat luisterde, verstomden de discussies. Het was de muziek van The Fab Four die voor verbinding zorgde. When I'm Sixty-Four: Nico herinnerde zich nog goed hoe die klanken door de woonkamer schalden. Inmiddels bereikt hij zelf bijna die leeftijd, vertelde hij ons. Nog steeds kan hij de inmiddels 76-jarige Paul McCartney dat lied achter de piano zien spelen, in het filmpje met James Corden. Muziek die generaties overbrugt. Nico's emotie werd bijna tastbaar in de overvolle Deventer muziekkelder. De avond werd mooier en mooier.

Nico Dijkshoorn


Een kerkdienst voor de Heilige Sir Paul
De Carpool Karaoke-scène over Let It Be, waarin James Corden en McCartney herinneringen ophalen aan Mother Mary en Cordens vader en opa, was de opmaat naar het slot van de avond. Alle artiesten verzamelden zich rond de piano om, met het publiek, nog één keer die McCartney-klassieker te zingen. Het werd een kleine kerkdienst, voor de Heilige Sir Paul. We hebben er van genoten. Het was nog lang napraten en afkoelen op het terras van één van de mooiste stadspleinen van Nederland. Kan zelfs Liverpool niet tegenop.







zaterdag 4 augustus 2018

Baby You're A Rich Man: hoe The Beatles het plan hadden om een Grieks eiland te kopen

In de zomer is het tijd voor zomerverhalen! Dus blik ik deze week terug op een grappig voorval in de zomer van 1967. Op woensdag 19 juli van dat jaar kwamen John, Paul, George en Ringo bijeen in Londen. Niet om muziek te maken, maar om te vergaderen. Ook dat moest regelmatig gebeuren. Twee punten stonden er op de agenda. Pauls idee om de film Magical Mystery Tour te maken en Johns plan om als band Engeland te verlaten en met z'n allen in Griekenland te gaan wonen. Zoals gewoonlijk waren de ideeën van McCartney iets realistischer dan die van Lennon. Toch kreeg Johns plan een kans. Een dag later zaten Ringo en George al in het vliegtuig richting de Egeïsche Zee. Wat wilde Lennon precies?

Vertrek naar Athene




In de ban van de Griekse Alex Mardas
Het idee paste ook wel in de tijdgeest. Hippies, communes.... Het leek Lennon fantastisch om Engeland te ontvluchten en met alle Beatlesgezinnen en nog wat mensen uit de inner circle van de band op een verzameling Griekse eilanden te gaan wonen. Elk gezin in een villa op een eiland, met een groot centraal eiland, mét opnamestudio, in het midden. De Beatlescommune zou minstens 6 maanden per jaar bewoond worden. Waarschijnlijk werd John op het idee gebracht door ene Alex Mardas, ook wel bekend als Magic Alex. Lennon ontmoette de Griek, die al snel een charlatan bleek, in 1966 in het Londense kunstcircuit en raakte in de ban van diens ideeën. Dat overkwam John wel vaker met mensen met een vlotte babbel. Vermoedelijk zette Mardas Lennon aan om het idee een Grieks eiland te kopen met de rest van de Beatles te bespreken.

De rest van het gezelschap arriveert in Athene, Mardas loopt voorop en draagt de kleine Julian Lennon

Ringo hield het alweer snel voor gezien
De eerste vraag die natuurlijk bij jullie opkomt: welke eilanden wilden The Beatles dan kopen? Dat is nooit helemaal duidelijk geworden. In de overlevering wordt regelmatig gesproken over Leslo. Een eiland dat we op geen enkele kaart kunnen vinden. Feit is dat de band wel degelijk op pad ging om eilanden te bekijken. Op donderdag 20 juli 1967 vlogen George en Pattie Harrison, Ringo Starr en tourmanager Neil Aspinall van Londen naar Athene. Daar werden ze opgewacht door Mardas die het stel in zijn familiehuis onderbracht, in afwachting van de rest van de band, met aanhang. Op 25 juli was het gezelschap compleet. Dat wil zeggen: zonder Ringo, die het alweer vlot gezien had en terug naar Engeland vloog. Zeker last van de hitte en het eten... ;-)

Alistair Taylor moest de aankoop regelen

Mister Fixit moest het fiksen
Assistent Alistair Taylor, ook wel Mister Fixit genoemd vertelt in zijn memoires vrij uitgebreid over het avontuur. Zo belandde hij eerst op een veerboot die hem en Mardas naar Kreta bracht. Hoewel The Beatles een eiland wilden kopen, wist Mardas ook van een stuk grond op het grootste Griekse eiland. Het landgoed bleek niet geschikt dus deze eerste verkenningstocht draaide op niets uit. Het complete gezelschap ondernam wat uitstapjes, maar werd door steeds grotere hordes Griekse Beatlesfans herkend. In een plaatselijke muziekwinkel kocht John een bouzouki, een traditioneel Grieks snaarinstrument. Toen The Beatles in één van de bergdorpen 's avonds op het plein, onder het genot van zachte bouzouki-muziek zat te eten, werd het repertoire op de luidsprekers plotsklaps veranderd en schalde Can't Buy Me Love uit de speakers. Ik zou er zelf geloof ik ook doodmoe van worden.





Island hoppen, op zoek naar wat moois
De overgebleven vakantiegangers gingen met een gehuurd jacht op ontdekkingstocht. Vermoedelijk vanuit de haven van Piraeus. Volgens George Harrison voer het schip in zuid-oostelijke richting. Hij vertelde dat het vasteland aan zijn linkerhand lag en hij een eiland aan de rechterkant zag. Kijkend op de kaart, concludeer ik dat hij de eilanden Egina, Fleves en Patroklos kan hebben gezien (rode cirkels). Of het schip ook in noord-westelijke richting is gevaren, weten we niet. Wel dat het reisgezelschap in het bergdorpje Arachova is geweest (zwarte cirkel).



John en Cynthia

John in Arachova


Vonden The Beatles hun eilanden?
De groep kreeg het advies om alvast een tegoed aan dollars apart te zetten, om de aankoop van de eilanden zo soepel mogelijk met de Griekse regering te kunnen regelen. Alistair Taylor moest dat regelen. Hij zette een bedrag ter waarde van 90.000 pond apart. Maar The Beatles raakten verveeld. Het was prima geweest, die korte vakantie in Griekenland, maar hoe zouden ze dat gaan organiseren, dat wonen op die eilanden? Was het eigenlijk wel zo leuk en comfortabel? Op zaterdag 29 juli vlogen George en Pattie samen met assistent Mal Evans terug naar Engeland, om zich voor te bereiden op een tripje naar Los Angeles. De rest van het gezelschap stapte op 31 juli weer op het vliegtuig. Er werden geen eilanden gekocht. Het avontuur legde de band trouwens geen windeieren. De 90.000 Britse ponden werden, door de stijgende koers, weer met een winst van 11.400 pond verkocht. George Harrison merkte daarover gortdroog op: It was about the only time The Beatles ever made any money on a business venture. Zo bleef Lennons droom een utopie. Met geld toe.