zaterdag 17 juni 2023

Paul wordt 81 en geeft ons met Eyes Of The Storm een nieuw perspectief op Beatlemania

Het lijkt nog maar een week geleden, dat we Paul McCartneys 80ste verjaardag vierden. Toch zijn we alweer een jaar verder, want dit weekend tikt Paul de 81 aan. Weet je het nog? Vorig jaar was er het verjaardagsconcert in Het Patronaat in Haarlem, gevolgd door de prachtige reeks McCartney 80-concerten in Enschede, Amsterdam, Eindhoven en Rotterdam. In een speciale editie van Fab4Cast werd Paul door luisteraars geëerd én er verscheen een kunstig leporelloboekje, genaamd Paul Facing 80. Om zijn 81ste verjaardag te markeren, komt Paul nu met een boek en een expositie. Daarover wil ik deze week wat schrijven.




1000 herontdekte foto's

Het boek, dat op 13 juni verscheen, heeft de toepasselijke titel 1964: Eyes Of The Storm. Toepasselijk omdat het foto's bevat uit de periode waarin de Beatlemania zo'n beetje op zijn hoogtepunt was: eind 1963-begin 1964. Eyes Of The Storm is een lijvig coffee table book, met maarliefst 275 foto's die Paul zelf in die periode maakte. Ze maken deel uit van een veel grotere collectie van zo'n 1000 foto's die Paul met zijn 35mm-camera schoot. Deze collectie werd in 2020 in het immense archief van McCartney ontdekt, of liever gezegd: herontdekt. Wat moet het trouwens een voorrecht zijn om eens een week in de MPL-archieven te mogen grasduinen, maar dat terzijde.

John en George in Parijs, 1964


Een nieuw perspectief

Uit die collectie van 1000 is dus ruim een kwart van de foto's geselecteerd voor deze nieuwe uitgave. Het bijzondere aan de foto's is natuurlijk het perspectief: we zien Beatlemania en vele bekende gebeurtenissen nu letterlijk door het oog van McCartney zelf. Hoe was het om zelf in dat oog van de storm te staan en met je camera de gekte om je heen vast te leggen? Of....om een overbekende scène net vanuit een andere hoek te fotograferen? Dat geeft ons als liefhebbers een nieuwe kijk op de zaak. Bijvoorbeeld op de foto's van The Beatles die in 1964 door Parijs wandelen. Zo kennen we de linker foto, waarop te zien is hoe Paul en George elk een kiekje van een poserende John schieten. Nu kunnen we, rechts, daadwerkelijk de foto zien die Paul maakte.



John fotografeerde het minst
Ik heb me nooit gerealiseerd dat Paul zo'n fervent fotograaf was tijdens de vroege Beatlesjaren. Van Ringo, die ook graag fotoboeken uitbrengt, wist ik dat wel. Ook George nam volgens mij regelmatig de (film)camera ter hand. John deed dat overduidelijk het minst. Misschien was hij toch meer de tekenaar en de schrijver. Hij bracht in die periode immers twee boekjes uit. Maar we mogen ons gelukkig prijzen dat de twee nog levende Beatles een deel van hun persoonlijke foto's met de wereld delen. Je kunt er op een commerciële manier naar kijken, maar ook met een dankbare historische blik. Want natuurlijk willen we alles zien, lezen en horen over wat The Beatles in die stormachtige periode aan het begin van hun carrière overkwam.

Ringo en George in Miami, 1964


Beatleland en Another Lens
Het fotoboek van McCartney focust op een aantal steden die The Beatles bezochten. Dat levert zes stadsportfolio's op, namelijk van Liverpool, Londen, Parijs, New York, Washington DC en Miami. Paul omschrijft ze als 'zijn impressies van England en Amerika in 1964. Het moment van een cultuuromslag, die echt het begin van de sixties inluidde.' Prachtig historisch materiaal dus. In het essay Beatleland krijgen we meer context, door Jille Lepore die als geschiedkundige is verbonden aan Harvard en tevens schrijft voor The New Yorker. Ook Rosie Broadley, senior-curator van The National Portrait Gallery, leverde een essay met de titel Another Lens. En dat laatste is niet voor niets, want de mooie uitgave gaat gepaard met een expositie in het genoemde Londense museum. Deze is van 28 juni tot 1 oktober 2023 te zien. Als ik me niet vergis, kun je er zelfs gratis naar binnen. Wibo, Michiel en ik gaan 'm nét missen, als we eind juni voor het nieuwe seizoen van de podcast De Laatste Dagen Van... in Londen zijn. Je kunt niet alles hebben. Gelukkig hebben we de foto's nog... en nog 725 exemplaren die rustig in de archieven van McCartney wachten om ooit onthuld te worden.



In juli en augustus verschijnen er even geen nieuwe tweewekelijkse columns, maar vanaf september is BeatlesTalk natuurlijk weer terug met vers leesvoer!

zaterdag 3 juni 2023

Hoe The Beatles in Knoles Park het theeservies van de familie Simmons om zeep hielpen

Op maandag 30 januari 1967 werd het plaatsje Sevenoaks, ten zuidoosten van Londen verrast door de komst van The Beatles en hun entourage. Die entourage bestond onder andere uit de Zweedse filmregisseur Peter Goldmann en een cameraploeg van Don Long Productions. Ook PR-man Tony Bramwell, was aanwezig, in de rol van producer. Het doel van de missie? Er moesten twee promotiefilms worden geschoten voor de nieuwe Beatlessingle Strawberry Fields Forever/Penny Lane. En dat is precies wat er die week gebeurde. Ook nog op andere plekken, maar grotendeels dus bij Sevenoaks. Het moeten toch interessante dagen zijn geweest voor wie daar in de buurt was of woonde.



Virginia Woolf en Vita Sackville-West
Peter Goldmann was begin januari al naar Engeland gekomen om op zoek te gaan naar goede locaties voor de filmopnamen. Hij keek daarvoor rond in Londen, maar verbreedde zijn blik naar het platteland van Kent. Zo stuitte hij op het ruim 380 hectare tellende middeleeuwe hertenpark, dat tot op de dag van vandaag in beheer is van de National Trust. Engeland zorgt goed voor zijn erfgoed. Op een site met verhalen over de omgeving las ik dat de bewoners van Knole House, de vermaarde familie Sackville-West, op de hoogte waren gesteld van de komst van The Beatles. Knole House was ook niet zomaar een plek. Virginia Woolf schreef  haar roman Orlando, gebaseerd op het landhuis, de bewoners en in het bijzonder haar vriendin, tevens schrijfster, Vita Sackville-West. In 1967 werd Knole House nog steeds bewoond door de familie. En zo instrueerde Lional Bertrand (Lord) Sackville eind januari één van zijn personeelsleden dat The Beatles in aantocht waren. Hij zei dat de kinderen de filmopnames niet mochten verstoren, maar dat het natuurlijk wel de bedoeling was dat zijn koters aan die beroemde jongens voorgesteld zouden worden.

Sarah Sackville-West op 2,5-jarige leeftijd

Een Rolls Royce met elektrisch bedienbare ramen
De destijds zesjarige Sarah Sackville-West was één van die kinderen. Op die bewuste maandag zag ze na schooltijd een enorme Rolls Royce bij het park staan, omringd door een horde fans. Het was blijkbaar snel uitgelekt dat The Beatles in town waren. Aan de hand van ene William, vermoedelijk haar oppas, stond ze plots naast de Rolls. Na een ferme tik op de ruiten, gleden de elektrisch bedienbare (!) ramen omlaag en kwam het gezicht van John Lennon tevoorschijn.  "Wie ben jij?" vroeg hij haar, waarna de oppas zijn plicht deed en antwoordde: "Ik wil u graag kennis laten maken met de kinderen van Lord Sackville." Daarop antwoordde John: "Lord Sackville? Nooit van gehoord." "Lord Sackville had anders ook nooit van u gehoord, voordat u zijn park wilde lenen," sneerde deze William terug. Maar John maakte blijkbaar nergens een probleem van. Hij zwaaide de deur open, waarna de kinderen in de auto mochten klimmen. Later zou John hen zelfs op een ritje in de Royce trakteren. Volgens de lokale kranten zouden The Beatles tussen de opnames door voornamelijk tv hebben zitten kijken in Johns auto met verduisterde ramen, zo las ik in Het Londen van The Beatles (Schreuders, Lewisohn, Smith).

The Bird House

Theeservies
Het nabijgelegen The Bird House kwam trouwens goed van pas bij de filmopnames. Uit dat huis werd namelijk alle stroom vandaan gehaald. En niet alleen dat. Margaret Simmons, de dochter des huizes, kreeg al snel de vraag of er misschien een theeservies te leen was. "We hadden die hele ploeg toen al drie dagen op ons terrein, dus ik zat niet zo breed meer in m'n voorraad," zo las ik dat ze zich wist te herinneren. Maar Margaret kreeg van haar moeder toestemming om The Beatles het beste theeservies uit te lenen. Zo zag ze dat er buiten een tafel gedekt werd, waarna haar moeders goede servies op het witte tafelkleed gezet werd. We zien het servies terug in de clip van Penny Lane, vanaf 2:24. Na enkele shots staat John  op en kiepert hij met Paul samen de tafel, inclusief servies om. Volgens Margaret Simmons belandden de kopjes en schotels in de nabijgelegen vijver, waar ze in ieder geval door de bewoners nooit meer zijn uitgevist. "Misschien zijn ze later teruggevonden door golfers van het nabijgelegen terrein, op zoek naar hun golfballen," aldus Margaret. Wil je een goed beeld krijgen van het park, de bebouwing en de golfbaan, kijk dan naar de plattegrond in het eerder genoemde Het Londen Van The Beatles.



De circusposter voor Mr. Kite

Tijdens één van de lunchpauzes, op weg naar het restaurant Top O' The Hill in het nabijgelegen plaatsje Sevenoaks besloot John even rond te gaan neuzen in een antiekwinkel. Waarschijnlijk was dat Andrew Mair's winkel aan 44a High Street. Daar viel Johns oog op een antieke circusposter. Hij kocht hem en ontleende er later dat jaar de tekst van Being For The Benefit Of Mr. Kite aan. Verderop in de straat bevond zich op nummer 135 Bligh's Hotel, tegenwoordig The Oak Tavern & Tap House. The Beatles gebruikten die plek om zich om te kleden voor de diverse scènes, zo valt te lezen op de call sheet van die dagen:


Stockbroker Belt
Ik kan nergens uit opmaken of ze ook in het hotel sliepen. Vermoedelijk gingen de mannen tussen de opnames door naar huis. De Londense Stockbroker Belt, waar John, George en Ringo in die periode elk een woning bezaten, lag niet ver weg. En Paul? Die dook vast nog even het Londense nachtleven in.