zaterdag 28 november 2020

All Things Must Pass is vijftig: het album waarmee George Harrison vooral voor vriendschap ging (en waarvan de jubileumbox in 2021 verschijnt)

Met alle bijzondere ontwikkelingen en data rond John Lennon, vergeten we bijna dat het deze week ook 50 jaar geleden is dat het monumentale en alom geliefde driedubbelalbum All Things Must Pass verscheen. Op 27 november 1970 kwam George Harrison met een stortvloed aan nieuw materiaal, waarvoor binnen The Beatles geen plek meer was. All Things Must Pass werd zowel bij verschijnen als in retrospect alom geprezen. Muziekmagazines als Mojo en Uncut noemden het begin deze eeuw zelfs het beste solo-werk waar een ex-Beatle ooit mee op de proppen kwam.



Een de-Spectorized 2020-mix van het titelnummer
Veel Harrison- en Beatlesliefhebbers hoopten dan ook dat de erven Harrison dit jaar met een jubileum-editie of boxset van All Things Must Pass zouden komen. De box is er nog niet, maar we kregen wel alvast een voorproefje met de nieuwe stereomix van het titelnummer van het album. Afgelopen vrijdag kondigde de Harrison Estate het volgende aan: "This new single is just a prelude of what’s to come as we celebrate George’s seminal 1970 album. Stay tuned for more 50th anniversary celebrations of ‘All Things Must Pass’ in 2021." De nieuwe mix, gemaakt door Paul Hicks, klinkt een stuk cleaner en directer dan de oorspronkelijke versie, waar producer Phil Spector destijds zijn karaktestieke stempel op drukte. Volgens Georges zoon Dhani was het altijd nog een wens van zijn vader om een minder bombastische remix van het album uit te brengen. Daartoe werd in 2001 al een poging gedaan, maar met de nieuwe technologie kan men nu een stap verder gaan. De wens van George lijkt volgend jaar te worden vervuld, al is de in 2001 overleden ex-Beatle er zelf niet meer bij. 



Een schatkist vol herontdekte tapes
In maart dit jaar gaven Harrisons weduwe Olivia en zijn zoon Dhani een interview aan Rolling Stone Magazine. Daarin vertelden ze over de geschiedenis van het Dark Horse-label dat George in de jaren zeventig oprichtte. En ook over stapels dozen met tapes van de All Things Must Pass-sessies, die recent aan het licht kwamen. "Veel van die sessies zijn op bootlegs naar buiten gekomen, maar wij hebben betere versies," om daar op aan te vullen: "We hebben alle 24 track-tapes van het album en vonden ook veel tapes met alternatieve versies en gesprekken in de studio." Olivia, Dhani en hun team moeten de jubileumdatum van 27 november 2020 ongetwijfeld met rasse schreden hebben zien naderen. Ze slaagden ze er blijkbaar niet in om op tijd de jubileumeditie van het album, dat overigens op het Apple-label verscheen, uit te brengen. Prima, denk ik dan. Als je het doet, doe het dan maar écht goed. Wel verschijnt er dit weekend ter ere van Record Store Day een limited edition heruitgave van de single My Sweet Lord.

Diep en doordacht
Afgelopen zaterdag besteedde BBC Radio 4 aandacht aan het jubileum van All Things Must Pass. In een uitzending van een uur stond de Brits-Indiase componist Nitin Sawhney stil bij de ontstaansgeschiedenis van het album en de weg die George zelf aflegde om op slechts 27-jarige leeftijd qua thematiek met zo'n 'diep en doordacht' meesterwerk naar de voorgrond te treden. Het was eigenlijk de totale emancipatie van een songschrijver die zich bevrijd had van die andere twee songschrijvers, bij wie het nauwelijks lukte zijn eigen nummers voor het voetlicht te krijgen.




Een telefoontje aan Eric Clapton en Bobby Whitlock
"Zelfs toen ik met nummers als Here Comes The Sun en Something kwam, moest ik eerst tien songs van John en Paul doen, voordat er aandacht was voor wat ik geschreven had," horen we George in de BBC-special vertellen. Ook toetsenist Bobby Whitlock, die op het album meespeelde, komt aan het woord. Hij herinnert zich hoe hij in de lente van 1970 bij Eric Clapton verbleef en getuige was van een telefoontje van Harrison aan Clapton: of beide muzikanten misschien zin hadden om deel uit te maken van de band die op het nieuwe album zou gaan spelen. Die band bestond trouwens uit een grote en steeds wisselende verzameling muzikanten. Iets dat George bewust wilde, na zijn jaren in het vrijwel geheel besloten viermanschap dat The Beatles waren geweest.

Bobby Whitlock (rechts) met George Harrison, Eric Clapton
en de tourband van Delaney and Bonnie


De Apple Jams als vorm van teambuilding
Bij de selectie van de muzikanten voor All Things Must Pass keek George vooral naar mensen die hij aardig vond en die op een positieve manier bij konden dragen aan de sfeer in de studio. Daarin ging hij anders te werk dan bijvoorbeeld zijn oud-compaan Paul McCartney, die begin jaren '70 audities hield voor de sessiemuzikanten en bandleden met wie hij wilde samenwerken. Zo kon het bij Harrison rustig gebeuren dat hij vijf akoestisch gitaristen benaderde, puur omdat hij zin had met ze samen te werken. Snel en doelmatig waren de opnames voor All Things Must Pass dan ook niet. De studiojams, die als Apple Jam op de zesde zijde van het triple album verschenen, hadden een duidelijk doel: elkaar muzikaal leren kennen en vooral onderling plezier hebben.




Alan White zag het verschil met John Lennons sessies
Drummer Alan White was tevens betrokken bij All Things Must Pass. Ook hem viel het verschil op tussen de sessies met Harrison en die met John Lennon voor diens Plastic Ono Band-album. Niet alleen werkte Lennon juist in klein comité, maar ook gaf hij volgens White hele duidelijke aanwijzingen aan de muzikanten over hoe ze op zijn plaat moesten spelen. White noemde Lennon zelfs wat autoritair en Harrison juist iemand die op een gelijkwaardige manier met zijn bandleden wilde samenwerken. Precies zoals hij kort daarvoor met Delaney, Bonnie and Friends door Europa getourd had. John Lennon bezocht de sessies voor All Things Must Pass trouwens wel. Hij stond in die periode nog op goede voet met George en complimenteerde hem met diens album-in-wording. 


Vroeg wijs
Uiteindelijk kostte het George maarliefst vijf maanden om All Things Must Pass album op te nemen. Niet alleen door zijn relaxte en democratische aanpak tijdens het opnameproces. Er was nog een andere reden. George maakte medio 1970 privé een zware tijd door toen zijn beide ouders in het ziekenhuis belandden. Vader Harold kwam er bovenop, maar George verloor zijn geliefde moeder Louise aan een hersentumor. Die ervaringen hebben ongetwijfeld bijgedragen aan een album waarop Harrison oosterse en westerse spiritualiteit verbond met zijn eigen levensvragen als 27-jarige. Variërend van de blijheid van My Sweet Lord tot het ernstige Beware of Darkness. Weduwe Olivia Harrison noemt Run of the Mill haar eigen favoriet. Volgens Olivia geloofde George sterk dat je je leven zó moet leiden dat je jezelf altijd in de spiegel kunt blijven aankijken. Olivia noemde George 'vroeg wijs' voor zijn leeftijd. Dat was hij. Ondertussen wachten we die heruitgave van zijn meesterwerk gewoon geduldig af.


De BBC Radio 4-special staat (op het moment van schrijven) online. Ik deel de link hierbij graag. Let er op dat de BBC haar uitzendingen slechts voor een beperkte tijd online beschikbaar houdt.


zaterdag 21 november 2020

Veertig jaar Double Fantasy, het album dat John Lennons afscheid werd (met podcast)

Deze week is het 40 jaar geleden dat John Lennons zijn laatste album uitbracht. Op 17 november 1980 zag Double Fantasy het levenslicht. Drie weken voor de bewuste avond van 8 december, waarop John van het leven beroofd werd (en de wereld van hém). Tijd om stil te staan bij de laatste muziek die hij, bij leven, met de wereld deelde. Wat was Double Fantasy voor album? Welke plek neemt de plaat in, als we kijken naar het solo-oeuvre van John Lennon?

John hield Paul in de gaten
Het mag onlogisch of verrassend klinken, maar eigenlijk was Paul McCartney een beetje verantwoordelijk voor het ontstaan van de songs die John Lennon voor Double Fantasy schreef of afmaakte. In 1980 hadden beide jeugdvrienden en ex-Beatles een decennium met ups en downs achter de rug. Er waren wrijvingen, er werd met modder gegooid, weer ruimhartig vergeven, bijgepraat en zelfs in benevelde toestand nog eenmaal muziek gemaakt. Intensief contact was er niet meer, bij de start van de jaren '80, maar John hield Pauls muzikale carrière vanuit de Verenigde Staten goed in de gaten. Toch werd hij in het voorjaar van 1980 verrast toen hij Pauls nieuwe single op de autoradio hoorde. Het frisse, funky geluid van Coming Up beviel hem. En het zette iets bij hem in beweging...


Een gitaar, een drummachine en twee cassetterecorders
Die zomer reisde John naar Bermuda, waar hij tijdens een hachelijke zeilreis een tweede impuls kreeg om weer te gaan schrijven. Hij herwon zijn zelfvertrouwen, streek neer in een villa op het zonnige eiland en ging aan de slag met zijn gitaar, drummachine en twee cassetterecorders. Daarmee kon hij zichzelf overdubben. Onder deze eenvoudige omstandigheden begon John demo's op te nemen van songs die op zijn laatste album terecht zouden komen. Yoko was die weken niet bij hem, maar vloog één keer voor een weekend naar hem toe. Zij hield zich in New York bezig met haar eigen creatieve en zakelijke beslommeringen, maar de twee wisselden regelmatig telefonisch hun ideeën uit. 

John op Bermuda, zomer 1980

Een bloem als inspiratie
Ook Yoko bouwde aan een voorraad nummers, gesterkt door Johns enthousiasme over haar toenemende kansen om door het mainstream publiek geaccepteerd te worden. Op Bermuda hoorde John Rock Lobster van The B52's uit een disco schallen en herkende daarin Yoko's stijl. Instant. Double Fantasy zou dan ook een plaat worden waarop John en Yoko een huwelijkse dialoog wilden voeren: hun nummers werden om en om op het album gezet. De plaat zou dan ook 'A Heart Play' als ondertitel krijgen. Tijdens een bezoek aan de botanische tuinen van Bermuda besloot John het album Double Fantasy te noemen, naar een fresia-soort, genaamd 'Fantasy', met een dubbele bloemvorm die hij er ontdekte. Vandaag de dag prijkt dit monument in de tropische tuinen:


Generale repetitie in The Dakota
De sessies voor het album vonden plaats tussen begin augustus en half oktober 1980 in de Hit Factory in New York City. Niet de grootste en meest prestigieuze studio die de metropool rijk was, maar wel de perfecte plek om, juist onder de radar van pers en publiek, te bouwen aan wat een comeback-plaat zou moeten worden. Dat 'bouwen' ging trouwens in grote vaart. Producer Jack Douglas zocht voor John de crème de la crème van de New Yorkse sessie-musici bij elkaar en bereidde de sessies goed met hen voor. Dat deed hij op basis van de demo-tapes die Yoko hem tijdens een bijzondere en geheime missie (per vliegtuig) overhandigd had. Aan de vooravond van de eerste opnamedag ontvingen John en Yoko hun 'crew' zelfs nog in hun appartement in The Dakota om de laatste puntjes op de i te zetten. En zo ging het project van start.


Beatlesnummers inzetten
De Double Fantasy-sessies verliepen vlot en soepel, met een gedreven en goedgemutste John Lennon aan het roer. Alsof hij nooit weggeweest was uit de studio. We horen het op de vele 'fly on the wall'-opnames die van die weken bewaard zijn gebleven. Producer Jack Douglas liet een tape meelopen en nam zo ook alle studiogesprekken op. Zo weten we dat John regelmatig op een ontspannen manier naar zijn Beatlestijd verwees en dat er zelfs af en toe een Beatlesnummer werd ingezet. De bandleden speelden ook mee op Yoko's composities, die sterker in de op dat moment populaire new wave-stijl werden vormgegeven. De muzikanten van Cheap Trick werden tevens kort ingevlogen om hun bijdrage aan de sessies te leveren. Johns muziek was soms nostalgisch (Just Like Starting Over), persoonlijk (I'm Losing You), liefdevol (Beautiful Boy) en bezat af en toe ook weer die knappe universele insteek (Woman) die zijn nummers zo tijdloos maakt.


Gezinsgeluk versus New Wave
Double Fantasy lag half november in de schappen, mooi op tijd voor de naderende feestdagen. Terwijl John en Yoko zich onderdompelden in promotionele activiteiten, nieuwe studiosessies én er plannen werden gemaakt voor een wereldtournee in 1981, reageerde de pers aanvankelijk wat lauw op Johns comeback. Aan de uitstekend geproduceerde sound lag niet het zozeer, maar het was voor een aantal critici even wennen dat de gedreven en activistische John Lennon van weleer had plaatsgemaakt voor een tevreden huisvader die zijn gezinsgeluk bezong. Yoko Ono viel meer lof ten deel. Niet zozeer om haar vocale prestaties, maar omdat ze de New Wave-tijdgeest beter in haar nummers had weten te vatten. Iets dat Yoko overigens grotendeels te danken had aan de uitstekend spelende band.

De Stripped Down-versie is een hele nieuwe luisterervaring
Hoewel het album zich gestaag een weg naar de hoogste regionen van de hitlijsten probeerde te banen, schoot het pas naar nummer 1 na de tragische gebeurtenissen die drie weken later plaats zouden vinden. Erkenning kwam er postuum, onder andere in de vorm van een Grammy Award voor 'Best Album Of The Year' [zie: de ontroerende beelden]. In 2010 verscheen het album in geremixte vorm, getiteld Double Fantasy Stripped Down, ontdaan van alle overdubs. Ik beluisterde het deze week op een goede hoofdtelefoon en werd, door het pure geluid, gegrepen door Johns stem in I'm Losing You, het prachtige baswerk van Tony Levin in Clean Up Time en Beautiful Boy en de extra tedere versie van Woman. Kun je het album ergens online streamen, beluister het beslist eens. Net als de podcastaflevering van Fab4Cast die deze week verscheen. Ik mocht daar ook een bijdrage aan leveren. We nemen je mee terug naar 1980, de studio in, met het nodige interessante luistervoer rond de totstandkoming van Double Fantasy.



Minder urgent, maar even oprecht
Welke plaats neemt Double Fantasy in, als we kijken naar het solo-werk van John Lennon? Misschien hebben velen de plaat nooit echt kunnen omarmen, vanwege de prominente rol die voor Yoko was weggelegd. Misschien was het contrast tussen Johns en Yoko's nummers te groot en leverde de op zichzelf goed bedachte insteek van een dialoog tussen man en vrouw in de praktijk toch minder synergie op. Door de critici mag Johns deel van het album 'minder urgent' hebben geklonken, eigenlijk was hij oprecht als altijd. Met het goed geproduceerde, vakkundig ingespeelde en zeer prettig klinkende album Double Fantasy liet John Lennon zien en horen waar hij op dat moment in zijn leven stond. Vol energie om een comeback te maken. Het bleek een afscheid.

zaterdag 14 november 2020

Yesterday: de gedroomde klassieker waarover Paul McCartney zo twijfelde

Achteraf bezien lijkt het allemaal zo vanzelfsprekend, hoe goed de muziek van The Beatles ons in de oren klinkt. Althans, je realiseert je niet hoe bijzonder sommige creatieve keuzes waren die de jongens of hun producer en arrangeur George Martin destijds maakten. Voor mij geldt dat zeker. Zo sta ik eigenlijk nooit stil bij wat het nummer Yesterday betekend heeft. Als hersenspinsel van Paul McCartney, maar ook zeker als resultaat van Pauls samenwerking met George Martin.


McCartney en Martin, dat werkte goed samen
Van alle vier de Beatles was Paul McCartney degene die creatief het dichtst bij George Martin stond. Dat kunnen we onderhand denk ik wel concluderen. McCartney kreeg van huis uit zijn brede interesse voor amusements- en big band-muziek mee. Hoewel hij als puber in de ban raakte van Rock 'n' Roll, was er ook altijd die hang naar het luisteren, zingen en schrijven van liedjes uit dat andere genre. Dat moet er ongetwijfeld voor gezorgd hebben dat de klassiek geschoolde George Martin met zijn ideeën en arrangementen juist op dat talent van McCartney kon voortborduren. De twee wisten elkaar tijdens en tot ver ná het uiteengaan van The Beatles nog vaak te vinden.



Paul twijfelde aan zichzelf
Zou Yesterday het eerste nummer zijn geweest waarmee McCartney en Martin buiten de standaard werkwijze van The Beatles samenwerkten? Ik denk het haast wel. Volgens George Martin schreef Paul Yesterday al in januari 1964, in het George V-hotel in Parijs. Dat zou betekenen dat McCartney nog anderhalf jaar onder de pet hield, voor hij het medio 1965 opnam. Dat Paul er niet direct mee naar de studio rende terwijl de spreekwoordelijke inkt nog nat was, is waar. Hij twijfelde namelijk ernstig aan zichzelf. Het klinkt haast te romantisch, maar McCartney werd op een ochtend wakker met de melodie van Yesterday in zijn hoofd. Alsof het lied in een droom tot hem gekomen was. De piano was dichtbij, hij legde zijn vingers op de toetsen en speelde de oerversie van het liedje dat Yesterday zou worden. Het is een overbekend verhaal, maar het moet even aangestipt worden, als we het over deze ballad hebben.


Eitje?
"Dat gaat verdacht makkelijk," moet McCartney gedacht hebben. Dus speelde hij de melodie van Yesterday in de maanden daarna aan verschillende voor, met de vraag of ze hem herkenden, las ik in Ian MacDonald's "Revolution In The Head," dat zo mooi, inhoudelijk en to the point het verhaal achter elk Beatlesnummer vertelt. McCartney vergeleek de totstandkoming van Yesterday met het leggen van een ei: "It's like an egg being laid - not a crack or flaw in it." Die vergelijking met een ei was trouwens best grappig: nog voordat Paul de officiële tekst schreef, zong hij "Scrambled eggs, oh my baby how I love your legs." Een heerlijke, banale oerversie, die later stevig op de schop ging.


Moeiteloos van I'm Down door naar Yesterday
In de aanloop naar zijn drieëntwintigste verjaardag werkte Paul in EMI Studio 2 met George Martin aan de opname van Scrambled Eggs, dat inmiddels was omgedoopt tot Yesterday. Op maandag 14 en donderdag 17 juni 1965, om precies te zijn. Het was vocaal even schakelen, die maandagavond, want 's middags had Paul aan het folky I've Just Seen A Face gewerkt, gevolgd door het met zijn Rock 'n' Roll-kopstem gezongen I'm Down. Die avond hing hij zijn Epiphone-gitaar om en deed hij twee takes van Yesterday. Paul speelde het nummer in G, maar stemde zijn gitaar een toon lager, waardoor we het in F horen. Waarom zou hij dat gedaan hebben? Alleen maar omdat het lekkerder speelde? Bij The Ed Sullivan Show speelde Paul overigens in F, maar tijdens de Beatles-tours in 1965 en 1966 bracht de voltallige band Yesterday wel een toon hoger, in G. We zien en horen het bijvoorbeeld hier, in Munchen [video], een versie die nog maar weinig met het origineel te maken heeft:




Angst voor het Mantovani-effect
"We agreed that it needed something more than an acoustic guitar, but that drums would make it too heavy," vertelde Martin, die vervolgens zelf voorstelde om een strijkkwartet in te vliegen. Na wat twijfel en angst voor een kitscherig Mantovani-effect, stemde McCartney in. Martin en McCartney werkten samen aan het arrangement. In mijn hoofd was het beeld ontstaan dat Paul McCartney als enige Beatle aanwezig was, terwijl hij Yesterday, met hulp van een strijkkwartet opnam. Dat klopt niet. Hoewel hij als enige Beatle op de opname te horen is, waren de overige Beatles vermoedelijk allemaal aanwezig bij de opname. Zo is de stem van George Harrison duidelijk te horen op de tapes van de sessie, lees ik in Mark Lewisohns "Recording Sessions". 



Napraten in de kantine
Het strijkkwartet bestond uit Tony Gilbert en Sidney Stax (beiden viool), Francisco Gabarro (cello) en Kenneth Essex (altviool). McCartney zou de cellist ongeveer een week later in de kantine van de Abbey Road studio's vrolijk hebben toegeroepen: "We have a winner with that Yesterday." Met andere woorden: Alle twijfel was verdwenen. Paul voelde dat hij iets speciaals gemaakt had, al zou het nog even duren voordat de wereld het zou horen.

Francisco Gabarro


Een stap vooruit en een groot commercieel succes
Yesterday was een stap vooruit in het denken over hoe popmuziek ook kon klinken. Deze eerste kennismaking met klassieke instrumenten, inspireerde The Beatles na 1965 tot veel meer. Via Eleanor Rigby (strijkers) en For No One (hoorn) ging de deur naar een diverser en breder geluid steeds verder open. Wat dat betreft was Yesterday van groot belang in de toch al razendsnelle ontwikkeling die The Beatles als band doormaakten. Om over het commerciële succes van het nummer maar te zwijgen. Daarover schieten superlatieven tekort. Yesterday werd één van de meest gecoverde liedjes uit de geschiedenis van de popmuziek, met minstens 1600 cover-versies. Paul mocht in 1965 al een Ivor Novello Award voor zijn ballad in ontvangst nemen maar zag een jaar later de Grammy op het nippertje naar Tony Bennett's The Shadow Of Your Smile gaan. You can't have it all.

zaterdag 7 november 2020

Over de radioserie Get Back en...die ene aflevering (Is Paul McCartney Dood?)

In 1987, toen ik een jaar of twaalf was, ging ik iedere maandagavond naar de koorrepetitie. Al snel had ik mijn weg naar het drumstel en niet veel later naar de piano gevonden. Dat waren best gezellige avonden, maar toen de AVRO op 5 oktober van dat jaar startte met de radioserie Get Back, had ik een probleem. Hoe kon ik de 26 delen van deze serie, op maandagavonden tussen 19.00 en 20.00 uur volgen, terwijl ik repetitie had? Radio was er alleen lineair: niets internet, niets online terugluisteren.


Mijn ouders draaiden het cassettebandje om
Gelukkig begon Hans Schiffers met zijn prachtige stem iets na het nieuws van 19.00 uur te vertellen. Het waren de verhalen die Jan Cees ter Brugge, Evert Vermeer en Koop Geersing als samenstellers hadden voorbereid. Om iets over zevenen drukte ik mijn cassetterecorder aan, waarna ik nog tien minuten naar de uitzending luisterde, voor ik weg moest. Tegen half acht postte één van mijn ouders bij de cassetterecorder, om het bandje zo snel mogelijk om te draaien. 's Avonds laat, in bed, luisterde ik de hele uitzending terug. Soms was er wel eens een hap uit het verhaal, omdat er iets tussen was gekomen om dat bandje precies op tijd om te draaien. Telefoon, visite, zoiets. Toch was ik enorm blij met 26 uur radio over The Beatles. Luisterden jullie ook?




Is Paul Dood? Dat ene bandje heb ik nog steeds
Omdat ik geen 26 cassettebandjes had, spoelde ik regelmatig nieuwe uitzendingen over oude opnames heen. Veel van het materiaal liet ik dus verloren gaan. Na al die jaren was er echter één cassette die ik nooit wiste: "Is Paul dood?" schreef ik op de rug van het doosje. Het bandje heb ik nog steeds. Als tiener was ik onder de indruk van de theorieën rond de vermeende dood van Paul McCartney en.... nog meer van de spannende manier waarop daarover in de radioserie Get Back verteld werd. Met grote ernst en precisie werd het verhaal opgebouwd, ondersteund door spannende (speciaal voor de aflevering gecomponeerde) muziek. Er was nog geen internet. Ik had alleen die paar Beatlesboeken uit de openbare bibliotheek tot mijn beschikking. Deze radio-uitzending met alle theorieën, hoe discutabel ook, sloeg in als een bom. 



De AVRO werd platgebeld
Dat vertelde Hans Schiffers ook in 2015 nog, in een persbericht van AVROTROS: "Die specifieke uitzending had een enorme impact. Zelfs tot in de Hitkrant werden er vragen over gesteld. Ik kan me herinneren dat de telefooncentrale van de AVRO helemaal was platgebeld en mij vroeg om een vrouw terug te bellen die totaal hysterisch was. Want het kon toch niet zo zijn dat Paul McCartney echt dood was? Die uitzending heeft de serie in één klap beroemd gemaakt." Als speciale gast in Fab4Cast haalde Hans Schiffers enkele jaren later herinneringen op. Aan de serie en aan die ene bijzondere aflevering:



Afgelopen zomer belde Radio 1
Natuurlijk is het allemaal nep, een hoax, een complottheorie, fictie. Dat weten we allemaal. Dat is ook de reden waarom ik er in mijn wekelijkse column nooit enige aandacht aan besteedde, zelfs niet als iemand daar om vroeg. Toch vond het verhaal mij alsnog: afgelopen zomer belde er een redacteur van NPO Radio 1, namens het geschiedenisprogramma J.G.L.W. (Jaren die ook Geen Lieverdjes Waren). Het programma staat wekelijks stil bij rellen, rampen en ongemakken uit één jaar uit het verleden. Een mooie en originele insteek voor een radioprogramma, vond ik. 



Geheime aanwijzingen
Op 24 juli 2020 was dat 1966: het jaar van Paul McCartneys vermeende dood. Op 9 november 1966 zou Paul om het leven zijn gekomen bij een auto-ongeluk en binnen The Beatles vervangen worden door een lookalike, ene William Campbell. Een Schot die een lookalike contest had gewonnen en daarna van de aardbodem zou zijn verdwenen. Om hun verdriet te uiten en hun geheim met de wereld te delen, stopten de overige Beatles geheime aanwijzingen in liedjes en elpeehoezen. Onzin, maar dat was de theorie. Een goed overzicht van de feitjes vind je hier.


"Wat een onzin is dit allemaal!"
Ik aarzelde toch even, toen ik door Radio 1 gebeld werd. Legde uit waarom ik zelf nooit aandacht aan dit onderwerp besteed had. Maar ja, ook dat rare complotverhaal hoort natuurlijk bij de enorme mythe die er rond The Beatles ontstaan is. Of ik er wat over wilde vertellen. Ik stemde toe. Het werd een leuk gesprek, waarin alle ruimte was dit gekke verhaal tot de juiste proporties terug te brengen. Dat het nog steeds wat oproept, bleek uit enkele reacties die NPO1 en ikzelf via social media kregen. Verontwaardigde reacties: "Wat een onzin is dit allemaal!" Inderdaad, daar is iedereen het over eens. Die onzin werd in het juiste perspectief geplaatst en voorzien van duiding.


De geluiden uit 1969
Edwin Wendt is niet alleen Beatlesliefhebber, maar ook radiokenner en -verzamelaar. Hij reageerde ook op de uitzending, maar juist aanvullend. Edwin wees me op een radio-uitzending van 21 oktober 1969, van het New Yorkse station WABC waarin dj Roby Yonge de geruchten over Pauls vermeende dood besprak. De opname geeft een indruk van de manier waarop het verhaal destijds zijn weg in de media vond [filmpje]



Theo Stokkink besteedde in 1979 aandacht aan het onderwerp
In het privé-archief van Edwin Wendt bevinden zich tevens drie afleveringen van het KRO-programma Walhalla (1979) waarin Theo Stokkink de Paul is Dood-theorie bespreekt. Ook beschikt Edwin over de befaamde Get Back-uitzending waarover ik hierboven schreef. Die uitzendingen hebben ooit een tijdje op internet gestaan, maar zijn weer verwijderd. Wie interesse heeft, zo schreef Edwin me, is van harte welkom om één of meer downloads van Walhalla of Get Back bij hem aan te vragen. Misschien ben je wel nieuwsgierig geworden naar die ene legendarische Paul-is-Dood-uitzending. Of wil je hem uit nostalgische overwegingen nog eens terughoren. Edwin Wendt is eenvoudig te vinden via Facebook of Twitter. Benader je hem liever via e-mail, dan kan ik je desgewenst zijn mailadres verstrekken. Edwin, dank voor jouw aanbod aan de lezers!


Meestgelezen artikel
Dat het onderwerp nog steeds tot de verbeelding spreekt, bleek uit het appje dat ik een paar dagen na het Radio 1-gesprek van de redacteur ontving: "Het is het populairste artikel op de website. Al ruim 11.000 keer gelezen!" Toch leuk. Heb je 't gemist? Dan kun je het gesprek zelfs terugkijken. Zo gaat dat tegenwoordig bij de radio. ;-)