zaterdag 27 juli 2019

Wie was Polythene Pam en wie klom er door het badkamerraam naar binnen?

Abbey Road is in our ears and in our eyes deze weken. We zijn natuurlijk in afwachting van wat er gaat gebeuren op donderdag 8 augustus. Dan is het exact 50 jaar geleden dat de foto op het zebrapad van Abbey Road werd gemaakt. Een moment dat in Londen niet onopgemerkt voorbij mag gaan, vind ik. Ook kijken we uit naar het verschijnen van de jubileumbox van het album, waarover de afgelopen weken al de nodige informatie uitlekte. Met zoveel moois op komst, vroeg ik me juist af waar The Beatles zélf in deze periode stonden, als we de klok 50 jaar terugzetten, naar eind juli 1969.


Abbey Road begon body te krijgen
Er werd hard gewerkt. Zoveel is duidelijk. Niet in het weekend trouwens, omdat The Beatles Studio Two juist op alle doordeweekse dagen van juli en augustus 1969 voor zichzelf hadden gereserveerd. Na een wat moeizame start, bevond het creatieve proces voor het nieuwe album zich eind juli inmiddels in de zesde versnelling. Vaak werkten The Beatles op één dag aan meer nummers tegelijk, aan liedjes die zich in allerlei stadia van ontwikkeling bevonden. Hier een orgel-overdub, daar de achtergrondzang en hier een compleet nieuwe take. Abbey Road begon body te krijgen.

Paul en George, 17 juli 1969


Terwijl de Apollo 11 terugvloog naar de aarde...
Wanneer ik kijk naar de data die het dichtst bij het verschijnen van deze column liggen, kom ik uit op vrijdag 25 en maandag 28 juli 1969. Terwijl de Apollo 11 en bemanning succesvol van de maan naar de aarde terugreisden en daarmee het nieuws uiteraard domineerden, werkten The Beatles aan Sun King, Mean Mr. Mustard, Come Together, Polythene Pam en She Came In Through The Bathroom Window. Nummers die voornamelijk op kant B van Abbey Road terecht zouden komen. Die vrijdag de 25ste kregen Sun King en Mean Mr. Mustard extra overdubs in de vorm van vocalen, een piano en een orgel. Come Together werd verrijkt met extra zangpartijen. Daarna maakten The Beatles een start met opnemen van het dubbelnummer Polythene Pam en She Came In Through The Bathroom Window. De eerste compositie was van Lennon, de tweede van McCartney. Het complete stuk werd als geheel opgenomen.

The Guardian, 22 juli 1969


De winter-versie van Bathroom Window was nog niet zo energiek
Er waren toch nog 39 takes nodig om tot een goede keuze voor de juiste basistake van het dubbelnummer te komen. Dat werd take 38. Klinkt ook wel logisch. Je probeert jezelf elke keer te verbeteren en denkt bij de laatste poging: nee, beter dan de vorige take wordt het niet. Dus viel de keuze op take 38, waarop we Ringo op drums horen, George op leadgitaar, John op akoestische gitaar en Paul op bas. Het nummer was overigens niet compleet nieuw voor de band, want in januari van dat jaar, kwam Bathroom Window ook al voorbij in de sessies voor het Get Back/Let it Be-project. Die winter-versie klonk trouwens een stuk minder energiek dan de versie die we van Abbey Road kennen, luister maar eens mee: [video]




Polythene Pat werd Polythene Pam
Voor de medley op kant B van Abbey Road werd goed uit de voorraad beschikbare nummers en fragmenten geput die The Beatles al eerder schreven. Zo zagen Polythene Pam en Bathroom Window al in 1968 het levenslicht, al moesten beide korte nummers duidelijk nog even rijpen voor ze geschikt werden bevonden om op te nemen. Lennon baseerde Polythene Pam op twee verschillende vrouwen die hij begin jaren '60 ontmoette. Pat Dawson (Hodgett) was een jong meisje dat vaak Beatlesoptredens in The Cavern bezocht en regelmatig mee terugreed in de bandbus. Ze had een wat vreemde voorliefde voor het eten van plastic (polytheen), dat ze in kleine bolletjes rolde en opat. Deze ongezonde gewoonte leverde haar de bijnaam Polythene Pat op.


Een bijzondere nacht op het eiland Jersey
De andere vrouw die model stond voor Johns liedje was ene Stephanie. Ze was het vriendinnetje van dichter Royston Elles, die op zijn beurt al enige tijd met The Beatles bevriend was. Het stel nodigde John Lennon op 8 augustus 1963 uit de nacht met hen door te brengen, terwijl The Beatles voor hun tournee het Britse kanaaleiland Jersey aandeden. Lennon ging op de uitnodiging in en herinnerde zich in een interview met Playboy dat hij, gehuld in latex een bed met het stel deelde. Volgens de overlevering zou er die nacht niets zijn gebeurd. Vreemd verhaal.

Op Jersey, augustus 1963, met Royston Ellis

Met een ladder via de badkamer naar binnen
Paul McCartney haalde zijn inspiratie voor het heerlijke She Came In Through The Bathroom Window dichter bij huis. Regelmatig had hij in zijn woning aan het Londense Cavendish Avenue last van insluipers. Het waren meisjes die dagelijks bij hem voor de deur hingen en zich af en toe de toegang tot zijn huis verschaften. Sommigen wisten zelfs waar Paul de huissleutel verstopte en dwaalden rond in het huis, waarbij ze soms kleine souvenirs meenamen. Jessica (Leslie) Samuels was het meisje dat, met behulp van een ladder, via het badkamerraam bij McCartney naar binnen klom, zo beweerde ze. Eén van haar vriendinnen was bevriend met Paul en liet af en toe hond Martha uit. De dames werden een enkele keer ook wel eens door McCartney op de thee gevraagd in zijn achtertuin en er zijn diverse foto's bekend die Leslie tijdens die bijzondere ontmoetingen maakte.

Leslie Samuels met één van de foto's
die ze van McCartney in zijn achtertuin maakte

Ontspannen relatie
McCartney onderhield een ontspannen relatie met zijn fans en accepteerde deze sporadische excursies door zijn woning. Best bijzonder, moet ik zeggen. Eenmaal vroeg hij de meisjes om een ingelijste foto terug te geven, die ze meenamen. Pauls oplettende buren probeerden hem overigens telefonisch te waarschuwen wanneer er werd ingebroken. Dat inspireerde McCartney tot de zinnen: Sunday's on the phone to Monday, Tuesday's on the phone to me. Toen Paul in mei 1968 in New York was om de lancering van Apple aan te kondigen, zag hij in een taxi een aanduiding New York Police Dept. Dat bracht hem tot het schrijven van de passage And so I quit the police department, las ik.


Meisjes bij de open poort van Cavendish Avenue 7, 1967

Maagproblemen?
Zo vonden allerlei gebeurtenissen en ontmoetingen uit het verleden in die laatste week van juli langzaam maar zeker hun plek op het album Abbey Road. Snippers van personages en verhalen, die op hun beurt weer onderdeel werden van de medley die The Beatles samenstelden. Blijf ik natuurlijk weer zitten met de vraag of Pat -Polythene- Dawson ooit maagproblemen opliep en of haar bijzondere eetpatroon haar uiteindelijk niet de das omdeed. Wie het weet, mag het zeggen.

zaterdag 20 juli 2019

Als piano's konden praten: Mrs. Mills, haar piano en The Beatles

Drie weken geleden stond ik in Abbey Road Studio Two. Terwijl The Analogues hun eigen knappe live-uitvoering van het album Abbey Road met een toegift besloten, keek ik om me heen in die bijzondere ruimte. Daarbij viel mijn oog op een oude piano met gehavende toetsen. Het instrument stond bescheiden opgesteld achter in de studio, tegen de muur en trok de aandacht van een enkeling. Terwijl ik met mijn handen over het hout van de piano streek, voelde ik als het ware de geschiedenis tot leven komen. Zou dit de befaamde Mrs. Mills-piano zijn?

Me & Mrs. Mills in Abbey Road Studio Two

Fictieve favoriete tante
Ik schoot een paar foto's van de piano en vergeleek ze met wat ik over het instrument op internet vond. Bingo, ik had een onverwachte ontmoeting gehad met de historische Mrs. Mills-piano. Welke verhalen had deze piano mij te vertellen? Die vraag nodigde me uit op zoek te gaan naar de geschiedenis van het instrument en de vrouw die er haar naam aan gaf. Het werd een kleine speurtocht die me veel leerde en bovendien erg blij maakte, want ik heb in Mrs. Mills inmiddels mijn fictieve favoriete tante gevonden.


Laatbloeier
Ze laat zich misschien nog het best omschrijven als een kruising tussen Ringo's Auntie Jessie uit Magical Mystery Tour, Dame Edna en Mrs Bouquet ('Lady of the house speaking') uit de Britse tv-comedy Keeping Up Appearences. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Gladys Mills (Jordan) een warm plekje in de harten van het Engelse publiek verwierf. Haar glimlach was bijna hoorbaar in haar vrolijke en energieke pianospel. Wie was deze in 1918 geboren laatbloeier, die een niet aflatende stroom albums op die (toen al) oude piano in de Abbey Road Studio opnam?


Volgens haar pianolerares had Gladys geen talent
De kleine Gladys startte met pianospelen toen ze nog geen vier jaar oud was. Tot haar zevende jaar kreeg ze les, tot haar pianolerares de handdoek in de ring gooide. Volgens Gladys omdat deze pianojuf er geen vertrouwen in had dat er iets van het pianospel terecht zou komen. Blijkbaar bleef de piano de goedlachse Mills wel trekken. Terwijl ze, inmiddels volwassen, overdag haar brood verdiende als typist, beunde ze in de avonduren wat bij in een dansband. Op een goede dag trok ze daarbij de aandacht van een talentscout, die haar in december 1961 een optreden in de Billy Cotton Band Show op de BBC-televisie bezorgde. Dat optreden zou het leven van de inmiddels al 43-jarige Mills voorgoed veranderen. [video]



Struikelend de studiovloer op
Eric Easton, die later de Rolling Stones zou gaan managen, bood haar een contract aan. EMI-producer Norman Newell nam Gladys onder zijn muzikale hoede, op het Parlophone-label, waar ook The Beatles deel van uit zouden gaan maken. Zoals George Martin ook even zijn eerste vooroordelen over The Beatles opzij moest zetten, deed Norman Newell dat bij Mrs. Mills. Haar eerste optreden in de Abbey Road Studio's was direct onvergetelijk, toen ze letterlijk struikelend over haar boodschappentassen de studiovloer op stuiterde. Maar Norman Newell hoorde deze vrouw spelen en wist dat hij goud in handen had. Haarfijn stuurde hij de technisch begaafde amusementspianist in de juiste richting. Newell selecteerde de goede nummers, zocht er geschikte muzikanten bij en plande het verschijnen van Gladys' albums zorgvuldig. Daarbij bevatte praktisch elke albumtitel het woord 'Party'. De toon was gezet.




Zingen rond de piano
Zoals The Beatles in de jaren '60 voor de jongere generatie precies op het juiste tijdstip verschenen, deed Gladys Mills dat juist voor de oudere generatie. De muziek die Mills speelde, was in de sixties al ouderwets. Haar stijl, die voortkwam uit de ragtime- en music hall-traditie herinnerde de oudere Engelse generatie op warme wijze aan lang vervlogen tijden. Waar beat- en rockgroepen het muzikale spectrum van de sixties en later de seventies op de kop zetten, vertegenwoordigde Mrs. Mills de goede oude tijd: die van het zingen rond de piano, in de pubs en in de huiskamers, zoals dat ook veelvuldig in de familie McCartney gebeurde. Want ook Paul McCartney groeide op in die traditie.


Grote glimlach
Mrs. Mills' speelwijze bestond uit een linkerhand die steeds grote sprongen maakte tussen de bastoon en die van de slagpartij/afterbeat die in akkoorden werd gespeeld. Met haar rechterhand speelde ze de melodie van bekende ragtime en dance hall-nummers, waarbij ze veel extra noten en loopjes tussenvoegde, die het betreffende nummer nog wat optilden. Dat alles deed Gladys met een grote glimlach. Haar ogen zochten nauwelijks de pianotoetsen, maar Mills sloeg zelden mis en speelde bijzonder trefzeker. Anders dan tijdgenoten uit hetzelfde amusementsgenre, bleef Gladys het klassieke dance hall-repertoire grotendeels trouw, waarbij er soms ruimte was voor een enkele eigentijdse kraker, zoals Yellow Submarine of Save All Your Kisses For Me. Met haar vrolijke voorkomen en stijlvastheid was Mrs. Mills in de ogen van haar publiek een verademing naast tijd- en genregenoten Russ Conway (die altijd serieus keek) en Winifred Atwell, die weliswaar sneller en virtuozer speelde, maar wier platen voor velen ook moeilijker in het gehoor lagen. [video]



Onveranderd design
Het duurde lang voordat Gladys Mills in haar eigen succes geloofde. Nog enkele jaren hield ze haar baan als typist aan en stoof ze in haar middagpauze de Abbey Road Studio in om wat nummers op te nemen. Al snel noemde het personeel de vaste piano waarop Gladys speelde de Mrs. Mills-piano. Dat instrument was een Steinway, Model K. Ook wel Vertegrand. In 1903 kwam het eerste exemplaar op de markt, ontworpen door Steinway-directeur Henry Ziegler. Bijzonder genoeg lag de productie van het model tussen 1939 en 1982 stil, maar wordt de Vertegrand vandaag de dag nog gemaakt. Daarbij is het design van de klassieke piano haast onveranderd gebleven. Het model dat door de EMI-studio's werd aangeschaft, dateert van 1905. De studio kocht de piano in 1953, voor een bedrag van 404 pond. Nu zou je de waarde van zo'n aanschaf ongeveer met drie moeten vermenigvuldigen. De feitelijke marktwaarde van deze specifieke piano zal inmiddels vele malen hoger liggen, vermoed ik.



Een laklaag en een iets valse snaar
De Vertegrand-piano werd destijds trouwens gezien als het neusje van de zalm. In een advertentie uit 1910, die verscheen in de New York Tribune, werd de piano omschreven als the embodiment of scientific research and musical progress of the Twentieth Century. Gustav Mahler verklaarde dat hij zich nooit had kunnen voorstellen dat er ooit zo'n piano gemaakt kon worden. Eentje die aan alle eisen van een muzikant zou voldoen. Studiomedewerker Stuart Eltham was degene die de opdracht gaf de Mrs. Mills-piano aan te passen. Hij liet van elke drie snaren, die normaal gesproken gezamenlijk een zuivere toon moet voortbrengen, steeds de middelste iets anders stemmen. Daarmee bereik je een soort honky tonk- of chorus-effect. Ook de hamers van de piano werden aangepast. Ze kregen een laklaag, zodat de piano een bijzondere harde, metalige toon kreeg.


Mrs. Mills en The Beatles
Natuurlijk kon het niet uitblijven dat The Beatles, in al hun experimenteerdrift en nieuwsgierigheid, de klep van de Mrs. Mills-piano zouden optillen om hun handen op de toetsen te zetten. Zo kwam het geluid van de piano dan ook op een aantal Beatlesnummers terecht. In tegenstelling tot sommige bronnen beweren (waaronder Paul McCartney zelf, bekijk deze video) werd de piano niet gebruikt op Lady Madonna. Wel zou hij onder andere te horen zijn in Rocky Raccoon, in het intro van van With A Little Help From My Friends (tijdens het zingen van 'Billy Shears') en op Penny Lane. Ik schrijf het hier met enige terughoudendheid, omdat er veel misverstanden bestaan over waar The Beatles de piano zouden hebben ingezet. Misschien ontstonden die ook doordat het achteraf bewerken van het geluid van één van de andere Abbey Road-piano's onterecht op het gebruik van 'de Mrs. Mills' zou duiden. Hoe dan ook, het maakt het verhaal van het historische instrument en de bijzondere hoofdbespeelster er niet minder interessant om.



Thee met biscuit
Intussen groeide Gladys Mills in Engeland uit tot een ware tv-persoonlijkheid. Ze dankte haar populariteit waarschijnlijk vooral aan haar authenticiteit, want Mrs. Mills was en bleef Mrs. Mills. Ze liet zich probleemloos op de hak nemen en deed zichzelf niet anders of beter voor dan ze zich voelde. Ook haar oprechte verwondering over de wereld van geld, glitter en glamour, moet bijgedragen hebben aan haar hoge aaibaarheidsfactor. Waar iedereen op dure feestjes aan de champagne ging, vroeg Mills onverstoorbaar om thee met biscuit. In een exclusief restaurant, zo vertelde ze in een interview, was ze voor het eerst getuige van een kok die een gerecht flambeerde en troostte ze hem met de woorden dat ze zelf ook niet zo'n keukenprinses was. Mills stierf op 78-jarige leeftijd aan een hartaanval, op dat moment nog steeds in het bezit van een platencontract.



Paul McCartney mocht de piano niet kopen
Het is mooi te zien dat de Britse typiste, met haar enorme talent voor ragtime een hele generatie Engelsen aan het zingen en dansen kreeg en dat ze haar naam gaf aan één van de meest legendarische piano's uit de moderne geschiedenis. Toen Dhani Harrison in 2013 in de voetsporen van zijn vader mocht gaan opnemen in de Abbey Road Studio's, kon hij niet wachten de piano te zien en te gebruiken voor de soundtrack van Beautiful Creatures, waaraan hij werkte: This one piano, this poor little piano, has been on everything. And they just leave her in the corner. She's just sitting there in the corner. So when we got there, we were like, 'Mrs. Mills! Naar verluidt wilde Paul McCartney het instrument ooit zelf van Abbey Road kopen. Dat verzoek werd geweigerd, tegen elke prijs. Sommig erfgoed is onbetaalbaar, net als de authenticiteit van Gladys Mills herself!


+++

Kijktip: de werkelijk kostelijke BBC4-documentaire over Mrs. Mills en haar beroemde piano. Zet een kop koffie en laat je 58 minuten vermaken:









zaterdag 13 juli 2019

'Het aambeeld voor Maxwell's Silver Hammer vonden we in Lisse': The Analogues in Abbey Road

'Something in the way she moves...' Wanneer ik Diederik Nomden van The Analogues de eerste regel van het nummer hoor zingen, prikken de tranen in mijn ogen. Ik kan ze niet wegslikken en voel ze al snel over mijn wangen stromen. Laat het maar gewoon gebeuren, denk ik, terwijl ik in de Londense Abbey Road Studio's aanwezig ben bij één van de drie sessies waarmee de band haar eigen Abbey Road-album opneemt. We zijn op de plek waar The Beatles hun laatste, legendarisch geworden langspeler, 50 jaar geleden maakten. One and one and one is three: als plaats, tijd en muziek bij elkaar komen en werkelijk alles klopt, dan houd je het als toeschouwer niet droog.


Foto: Daniel Burdett

Mark Lewisohn met oranje stropdas
Terwijl toeristen buiten op de zebra onophoudelijk foto's van elkaar maken, zijn we met een gezelschap van 200 toehoorders (inclusief pers) aanwezig in Studio One om getuigen te zijn van een integrale live-uitvoering van het album Abbey Road. 's Werelds meest gerenommeerde Beatleshistoricus Mark Lewisohn is er ook. Gekleed in een pantalon en een wit overhemd met oranje stropdas, dat laatste ongetwijfeld als hoffelijke groet naar het voornamelijk Nederlandse publiek, zet hij met zijn inleiding onze zintuigen open: 'Dáár,' zegt hij wijzend, 'zaten The Beatles tijdens de wereldwijde satellietuitzending om All You Need Is Love te zingen. En hier, rechts van waar ik sta, dirigeerde George Martin de laatste orkestpartijen voor Something.' Het doet me even naar lucht happen. Ik ben er helemaal, op de plek waar het destijds allemaal gebeurde.


Mark Lewisohn

The Analogues spelen zich als een hecht voetbalteam door het album heen
Wanneer The Analogues het podium betreden, staan hun gezichten gespannen. Na de inzet van openingsnummer Come Together moet het dan ook gebeuren. In opperste concentratie, waarbij vooral bij multi-instrumentalist en vocalist Diederik Nomden nog het vaakst een glimlach te bespeuren is, spelen The Analogues zich als een hecht voetbalteam door het ingenieus samengestelde album heen. Wat The Beatles destijds in vele takes, overdubs en montages muzikaal voor elkaar kregen, willen The Analogues in één vloeiende beweging live reproduceren. Het lukt ze nagenoeg en het is een streven dat diep respect verdient. Net als de beslissing om daarbij een paar honderd mensen uit te nodigen, op de plek waarvan menigeen alleen in zijn dromen een voet over de drempel zette.

Diederik Nomden (foto: Daniel Burdett)

Een aambeeld uit Lisse
Na het beladen Something is er even lucht. In Maxwell's Silver Hammer is de hoofdrol weggelegd voor hamer en aambeeld. 'Dat aambeeld heeft Bart van Poppel in Lisse gevonden,' vertelt zanger/gitarist Felix Maginn me na afloop. In zijn niet aflatende wereldwijde speurtocht naar precies de juiste vintage instrumenten en objecten, bleek dat aambeeld voor Van Poppel verrassend dichtbij. Maginn: 'Ik weet nog dat Bart telefonisch meeluisterde toen iemand voor hem op verschillende aambeelden sloeg.' Toen de juiste klank er bij leek te zitten, sprong Van Poppel in de auto. Er kon weer iets van het lijstje afgevinkt worden.


De grote en de kleine Moog
De grote Moog, die niet alleen in Maxwell's Silver Hammer maar ook op andere nummers van Abbey Road prominent te horen is, was in 1969 een noviteit. George Harrison nam het instrument mee uit Amerika en liet het in de Londense studio installeren. Vandaag staat er een Mini-Moog, overigens met dezelfde klanken geprogrammeerd. Het is de enige concessie die The Analogues moeten doen tijdens hun avontuur. De grote Moog is wel degelijk in bezit en gaat straks ook mee de Nederlandse theaters in. Beide Moogs moeten gezamenlijk ingezet worden om alle geluiden te kunnen reproduceren. Dat is het plan, begrijp ik van Diederik Nomden. Waar The Beatles destijds in de studio het gevaarte konden herprogrammeren, is daar live geen tijd en gelegenheid voor, dus worden twee authentieke versies van het instrument ingezet. Je moet wat.

George en Paul bij de originele grote Moog.
In hun midden staat assistent-technicus John Kurlander.

Wat The Beatles bedachten, moeten The Analogues live reproduceren
Bij Oh! Darling en I Want You betreden Merijn Haren en Jan van der Mey het podium om met hun  unieke stemprofielen die specifieke nummers vocaal in te kleuren. Het is fijn te zien dat Van der Mey, ondanks zijn gehoorproblemen, bij het project betrokken kan blijven. Wanneer The Analogues haast naadloos de naald van de plaat halen en het album omdraaien, gaan de jasjes op het podium uit. De concentratie mag niet verslappen, want de zogenaamde B-zijde van het album bevat nog de nodige uitdagingen. De samenzang in Because is er daar één van, gevolgd door de medley die een belangrijk deel van het album bestrijkt. 'De nummers in die grote medley op Kant B zijn echt lastig om tussen te schakelen. Je hebt de instrumentwisselingen en je moet steeds in het goede tempo, dat continu wijzigt, glijden. Bovendien dubbelden The Beatles in die tijd hun stemmen en instrumenten volop. Dat geluid moeten wij live reproduceren,' legt Felix Maginn me uit.

Felix Maginn, temidden van Diederik Nomden
en Bart van Poppel (foto: Daniel Burdett)

'We hebben een missie te volbrengen'
Wanneer we de finale bereiken, die bestaat uit het drieluik Golden Slumbers - Carry That Weight - The End, is de 9-koppige strijkers- en blazerssectie volop aan zet. De instrumentalisten staan daarbij op de plek waar hun vakgenoten 50 jaar geleden door Beatlesarrangeur en -producer George Martin door de prachtige arrangementen geleid werden. Het is opnieuw een moment waarvan het kippenvel me op de armen staat en de tranen zich weer aandienen. Achteraf vraag ik Felix hoe hij zijn emoties onder controle kan houden tijdens dit soort momenten. 'Het moet wel,' zegt hij. 'We hebben een missie te volbrengen en moeten ons daar op blijven focussen. Maar toch....onlangs stonden we in Duitsland in een enorme concertzaal te spelen. Ik keek het publiek in en zag wat daar gebeurde. Op zo'n moment krijg ik het ook wel bijna te kwaad hoor.' 



Dieper het heiligdom in
Na een staande ovatie die overgaat in het korte Her Majesty, mag het publiek zich voor een toegift naar Studio Two begeven, steeds dieper het heiligdom in. Via de dubbele deuren op de begane grond, lopen we naar binnen. Het is ineens heel erg stil. Je kunt het ontzag en de emoties bijna vastpakken. Het is even 'ieder voor zich' hier. De Analogues-fans staan vooraan bij het podium waar nog You Can't Do That, Norwegian Wood en Taxman gespeeld worden. Zelf kies ik er voor om achteraan te blijven staan. Ik krijg een warme groet van Mark Lewisohn en strijk met mijn hand over de historische Mrs. Mills-piano die haast vergeten in een hoek staat. Het is het instrument waarop door The Beatles onder andere Rocky Raccoon en het intro van With A Little Help From My Friends zou zijn gespeeld. Mijn blik glijdt omhoog, langs de grote trap naar het raam van de control room. 'Kom maar even naar boven jongens, om te horen hoe het klinkt,' hoor ik George Martin zeggen. In gedachten dank ik The Analogues dat ze me even in een tijdcapsule stopten. Daarmee maakten ze niet alleen hun eigen muzikale cirkel rond, maar de mijne erbij.


+++
Dit verslag werd exclusief geschreven voor Fab4Cast.

zaterdag 6 juli 2019

'Ik gebruikte The Beatles op Abbey Road als zonnewijzer': The Analogues filmen een documentaire met Piet Schreuders

Wanneer ik het metrostation van St. John's Wood verlaat, voelt het direct alsof ik de lp-hoes van Abbey Road in loop. Misschien wel omdat veel wegen hier in Noordwest-Londen net zo statig en lommerrijk zijn als die ene straat op de hoes van het laatste album dat The Beatles grotendeels in de zomer van 1969 opnamen. Het is nu ook zomer en de weersomstandigheden zijn zo'n beetje gelijk aan die van vrijdagochtend 8 augustus 1969. Destijds drukte fotograaf Iain MacMillan rond 11.35 uur af, terwijl The Beatles de inmiddels beroemdste zebra ter wereld overstaken. Nu is het 07.10 uur op een zaterdagochtend als ik Grove End Road afloop, op weg naar de kruising met Abbey Road.






Ik mag verslag doen namens Fab4Cast
Het is vroeg en ik ben toch al een klein half uur onderweg vanuit mijn hotel in Bloomsbury, waar ik dit weekend verblijf. Met een speciale reden, want ik mag namens het team van Fab4Cast verslag doen van één van de concerten die The Analogues dit weekend in de Abbey Road Studio's geven. Ze brengen de muziek als het ware weer thuis. Dat doen ze op hun eigen onnavolgbare wijze, met vintage instrumenten, nauwkeurige arrangementen en een enorme toewijding en liefde voor het latere Beatleswerk. Hun concerten worden opgenomen, in beeld en geluid, met als doel een eigen live-versie van het jubilerende Beatlesalbum uit te brengen. De beelden worden, vermoed ik, zowel verwerkt in een concertregistratie als in een documentaire, rond dit bijzondere weekend dat de band in de Britse hoofdstad beleeft. Die documentaire is de reden dat ik op deze vroege zaterdagochtend vanuit Grove End Road de hoek om sla naar de plek waar de zebra ligt, vlak na de kruising met Abbey Road.




Knalgele keukentrap
Wanneer ik aankom, zie ik dat 's werelds grootste kenner op het gebied van Beatleslocaties al druk in de weer is met een filmploeg. Althans, de filmploeg is dat met hem. Piet Schreuders staat op zijn kenmerkende professionele en rustige wijze regisseur Marcel de Vré te woord. Ik blijf op afstand, kijk toe van de overkant van de straat. Piet steekt als groet even snel zijn hand naar me op en concentreert zich weer op de opnames. Terwijl ik het schouwspel volg, plaatst Paulien als lid van de crew een knalgele keukentrap midden op de weg. Zo'n beetje op de plek waar fotograaf Iain MacMillan dat die vrijdagochtend in 1969 ook deed. Ik zie Piet het gele trapje op klimmen en als het ware door de ogen van de fotograaf over de zebra turen. Omdat ik op afstand blijf, denk ik te zien dat Piet een frame of zoeker omhoog houdt en er door kijkt. Ik ben ontroerd door het beeld. Het lijkt alsof de geschiedenis zich bijna 50 jaar naar dato herhaalt. Wat ontbreekt zijn de vier jonge mannen die, voor altijd op ons netvlies en inmiddels bevroren in de tijd, de zebra oversteken. 'Alsof het verleden door de foto heen komt,' zegt Piet over de plek waar hij staat.


Where are the studios?
Auto's en bussen remmen af. Ze worden tegengehouden door Paulien. Zij speelt, wellicht zonder dat ze zich daar van bewust is, de rol van de politieagent die destijds op Abbey Road stond om het verkeer tien minuten tegen te houden. Langer duurde die fotosessie toen niet. Wanneer Piet weer op stoep staat, ben ik inmiddels overgestoken. Ondanks het vroege uur, nadert ons een groep toeristen. Een man spreekt mij met Amerikaans accent aan. Of ik weet wat hier aan de hand is. Ik leg uit dat er filmopnames worden gemaakt voor een documentaire omdat The Analogues dit weekend het album Abbey Road in de studio gaan opnemen. En dat de man die zojuist van de keukentrap afdaalde 's werelds meest gespecialiseerde locatiekenner is, als het over The Beatles gaat. Zijn onderzoek, bijvoorbeeld naar Beatleslocaties in Londen, samen met Mark Lewisohn en Adam Smith, is van onschatbare waarde. De Amerikaan kijkt me even zwijgend aan en antwoordt dan: 'Where are the studios?' Ik wijs hem de witte muur, iets verder, aan de linkerkant. De man beent er met zijn gevolg naar toe en lijkt niet geïnteresseerd in het bijzondere tafereel dat hem zojuist in de schoot werd geworpen. Kort daarop meldt zich een Amerikaanse vrouw. Ze hoort niet bij de groep, is alleen en presenteert Piet doortastend haar smartphone. Of hij even een foto van haar wil maken op de zebra. 'We are in the middle of a shoot' antwoordt Piet terecht, waarna de vrouw zich bij de andere Amerikanen voegt en het stel elkaar over en weer op de zebra begint te fotograferen. Ze illustreren op de achtergrond het verhaal dat Piet voor de camera vertelt.




'Ik heb The Beatles als zonnewijzer gebruikt'
Piet Schreuders weet waar hij het over heeft: 'Ik heb een jaar of dertig geleden in augustus op deze plek geprobeerd aan de hand van de schaduwen en de originele hoes bepaald op welk tijdstip de foto moet zijn genomen. Daarbij heb ik The Beatles als zonnewijzer gebruikt. Uiteindelijk kwam ik uit op 11.35 uur en dat tijdstip is inmiddels wereldwijd overgenomen.' Dag in, dag uit, zelfs 's nachts steken pelgrims en toeristen hier op Abbey Road over om de zebra-foto te imiteren. 'De mensen zijn vaak wat teleurgesteld, omdat ze de lp-hoes nooit precies kunnen reconstrueren. Ze blijven op de stoep staan fotograferen en missen de hoogte van de huishoudtrap' hoor ik Piet de regisseur uitleggen. Dat bijzondere perspectief gaf rust en evenwicht aan de foto. 'Fascinerend blijft het wel,' zegt Piet, over de niet aflatende stroom toeristen die zich, vanuit de hele wereld, naar Abbey Road begeeft. Terwijl we staan te praten, komt een vrouw die blijkbaar haar 30ste verjaardag viert met een groepje vrienden aangelopen. Ze draagt een grote 3 en 0 en wordt lachend met de ballonnen op de zebra vereeuwigd. Het is nog geen half acht.

Op de webcambeelden is te zien hoe we in de
richting van Hill Road lopen.

Een verborgen patio
Inmiddels heeft Piet, met de ploeg in zijn kielzog, koers gezet naar Hill Road, de zijstraat die pal naast de studio's uitkomt. Ik volg op afstand, benieuwd naar wat komen gaat. Piet houdt stil bij een huis, loopt trefzeker via het tuinhek naar een steeg en slaat rechtsaf. We volgen hem. Ineens staan we stil op een piepkleine patio. Direct realiseer ik me dat dit de plek moet zijn waar ergens aan de achterzijde van de studio's op 1 juli 1963 foto's zijn gemaakt van John, Paul, George en Ringo. Terry O'Neill legde vier wat ernstig ogende jongemannen vast. Terwijl ze hun instrumenten vasthielden, blikten ze geconcentreerd in de lens. 'Hier stonden The Beatles tijdens een pauze, op de dag dat ze She Loves You en I'll Get You opnamen,' zegt Piet. Ik bedenk dat dit, op twee dagen na, 56 jaar geleden is.



De reconstructie van 1 juli 1963, zoals Piet Schreuders
hem op 1 juli 2019 deelde op Twitter

Het wagenpark van The Analogues arriveert
Wanneer we terugwandelen naar Abbey Road en de hoek omslaan, zie ik dat het wagenpark van The Analogues zojuist vanuit Nederland is gearriveerd. De twee enorme trucks met opleggers, gevolgd door twee neutraal gekleurde vrachtwagens zorgen ervoor dat de gehele stoeprand voor de studio volgeparkeerd staat. 'Mooi dat ze er zijn, we wisten dat ze vanochtend tussen 8 en 10 uur zouden arriveren,' vertelt Marcel de Vré me. De aanwezige toeristen kijken verbaasd toe en lijken wat verbouwereerd omdat het uitzicht op 'hun' zebra korte tijd is gekaapt. Wie de halve wereld over vloog om de foto te maken, moet even geduld hebben. In overleg met de filmploeg stappen de chauffeurs weer in. We hebben immers het moment gemist waarop ze aan kwamen rijden. Dus rijdt men een rondje en installeert de cameraploeg zich om de aankomst te filmen.




Een voorbode voor zondagmiddag
Ondertussen is Piet op het bekende bankje op de hoek gaan zitten. Ik neem naast hem plaats. 'Wat een mooie ochtend zo, met dat zonnige weer,' mijmert hij. Ik zou hier wel de hele dag met hem willen zitten, kijkend naar alle gekkigheid die zich voor onze ogen afspeelt. Terwijl ik dat denk, komen er een stuk of vijf jongens van rond de twintig aan joggen. Ze hebben een ontbloot bovenlijf en de zebra is ook hun decor voor een originele groepsfoto. Piet krijgt koffie aangeboden van de filmploeg maar geeft zijn kopje aan mij. We kijken hoe de enorme trucks van The Analogues nogmaals Abbey Road op komen rijden. Het is een prachtig beeld in de ochtendzon. Het tafereel vormt de voorbode van wat zich op spectaculaire wijze zondagmiddag en -avond in de studio's met The Analogues zal gaan afspelen. Over die gebeurtenissen breng ik volgende week verslag uit.



Kijken door mijn oogharen
Piet en ik praten nog wat, tot coördinator Paulien aangeeft dat het tijd is om de filmopnames binnen in Studio 1 en 2 voort te zetten. Even schiet het door me heen om te vragen of ik er bij mag zijn, om op afstand toe te kijken, met als doel ook over die gebeurtenissen te schrijven. Ik besluit dat ik de vraag te opdringerig vind en dat ik blij en tevreden ben met wat zich het afgelopen half uur voor mijn ogen heeft afgespeeld. Morgenmiddag mag ik de studio's immers betreden. Piet neemt afscheid van me en vertrekt naar binnen. Ik blijf nog vijf minuten op het bankje zitten kijken naar de zebra. Als ik mijn ogen half sluit en door mijn oogharen kijk, zie ik ze ineens lopen. Een magere man met baard, gekleed in het wit. Achter hem een kleinere gestalte in een zwart pak, gevolgd door iemand op blote voeten, waarna een man in een spijkertenue de rij sluit. Ze lopen weg van de studio, waar ze hun laatste album aan het opnemen zijn. 'Alsof het verleden door de foto heen komt,' hoor ik Piet in gedachten nogmaals zeggen.



+++
Dit verslag werd exclusief geschreven voor Fab4Cast.