Posts tonen met het label Strawberry Field. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Strawberry Field. Alle posts tonen

zaterdag 10 oktober 2020

Bij de 80ste geboortedag van John Lennon: op avontuur rond Strawberry Field(s) en in gesprek met Lennons achterbuurjongen

Het gaf me best een bijzonder gevoel om vorig najaar het terrein van Strawberry Field in Liverpool te betreden. Net als vele Beatlesliefhebbers had ik er al eens voor de gesloten rode hekken gestaan, glurend naar het mysterieuze, overwoekerde park dat daar achter lag. Strawberry Field gaf zijn geheimen niet prijs, voor de zoekende toerist die de gesloten toegangspoort aan de lommerrijke Beaconsfield Road had weten te vinden. Inmiddels is het terrein opengesteld voor publiek en hoeven we niet meer, zoals de jonge John Lennon deed, over een muur te klauteren. 




Is het nu Field of Fields?
Tegenwoordig wordt het gebiedje als Strawberry Field (in enkelvoud) aangeduid, terwijl John Lennon het in zijn ode had over Strawberry Fields (in meervoud) Forever. Was dat Lennons fantasie, of had hij een punt? Historische vermeldingen laten zien dat het gebied aan Beaconsfield Road beide benamingen heeft gehad. Een kaart uit 1891 toont dat het terrein werd aangeduid als Fields. In een testamentaire verwijzing naar één van de voormalige eigenaren, de scheepsmagnaat George Hignett Warren (1819-1912), is er weer sprake van Strawberry Field.

By Ordnance Survey - Reproduced with the permission of the National Library of Scotland,
CC BY 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=56722292


The will of Mr George Hignett Warren, of Strawberry Field 
(The Yorkshire Post and Leeds Intelligencer 12 March 1912)


John Lennon had ook op Strawberry Field terecht kunnen komen
Of het nu Field of Fields was, het landgoed wisselde enkele malen van (rijke) eigenaar en kwam in 1934 in het bezit van de Britse Salvation Army, betrekkelijk kort voor het jaar waarin John Lennon geboren werd. De geschiedenis van het huis en landgoed is uitstekend gedocumenteerd door de fantastische blog There Are Places I Remember. Het tehuis opende haar deuren in 1936 en bood onderdak aan zo'n veertig meisjes. In sommige gevallen wees, vaker waren ze afkomstig uit gebroken gezinnen. In de jaren '50 kwamen daar ook jongens bij. Wat dat betreft had John Lennon, gezien het 'gebroken gezin' waar hij zelf ook uit kwam, heel goed zelf op Strawberry Field terecht kunnen komen.




Stiekem over de muur klimmen
Dat het anders liep, weten we natuurlijk. Omdat zijn moeder Julia niet in staat was voor hem te zorgen, kreeg John onderdak bij tante Mimi, pal om de hoek aan Menlove Avenue. Behalve dat John op het terrein speelde, bezocht hij met zijn tante ook graag de festiviteiten. Wanneer hij, vermoedelijk vanuit de achtertuin, de Salvation Army Band hoorde inzetten tijdens het jaarlijkse tuinfeest, spoorde hij Mimi aan om zich te haasten. John wilde niets van de gebeurtenissen missen. Hoewel de hekken van Strawberry Field altijd open stonden en de kinderen vrij in en uit konden lopen en elders in Liverpool naar school gingen, zag Mimi liever niet dat haar familie zich mengde met 'deze kinderen'. Johns neef Stanley Parkes vertelde dat John en hij ergens via de achterkant van Mendips (aan Menlove Avenue) het terrein opkwamen zodat ze toch stiekem met de kinderen konden spelen. 

Stanley Parkes (15) en John Lennon (8)


We vroegen Mark Lewisohn waar die muur was
Toen ik vorig jaar met Wibo, Michiel en Jan Cees van Fab4Cast Strawberry Field opnieuw bezocht, bleef Jan Cees zich maar afvragen op welke plek John Lennon de muur over klom om op het terrein te komen. Dat zag hij zichzelf namelijk ook wel even doen. Voorafgaand aan onze trip stelde ik Beatleshistoricus Mark Lewisohn de vraag waar John zich de toegang tot Strawberry Field verschafte. Die antwoordde: "The wall that Jan Cees is thinking of jumping is in Vale Road. However, it now leads only into a housing estate, which occupies much of the extensive grounds of the old SF home." Dat was duidelijk. Als Jan Cees over die muur klom, zouden we hem uit een privétuin moeten zien te krijgen. Het terrein van Strawberry Field was niet meer zo groot als vroeger. Een deel ervan is inmiddels in particulier bezit. Toch gaf Jan Cees niet op. 


Jan Cees in gesprek met David Upton,
de 'oud-achterbuurjongen' van John Lennon


We ontmoetten de oude achterbuurjongen van John Lennon
Al wandelend rond de buitenmuur van het huidige terrein, op de bewolkte ochtend van dinsdag 1 oktober 2019, stapte Jan Cees op een vriendelijk uitziende oudere man af. Duidelijk een 'local'. Iets langer grijs haar, een tasje over zijn schouder, vriendelijke blik, op weg naar de bus. Jan Cees legde uit wie hij was en dat hij zo gefascineerd was door de gedachte dat John Lennon hier ergens, bij Vale Road, over de muur naar Strawberry Field klom. De man knikte vriendelijk. Dat wist hij maar al te goed. Hoewel hij iets jonger was dan John Lennon, kon hij hem nog goed herinneren als zijn eigen achterbuurjongen. "Ik zag hem vaak in zijn achtertuin, waar hij dan in een hoge iep klom, van waaruit hij Strawberry Field kon zien. Maar we klommen inderdaad ook allemaal over die muur als kinderen," zo vertelde deze David Upton ons. Ook kregen we van hem de bevestiging dat het terrein oorspronkelijk groter was geweest, dat de muur nog verder door had gelopen en dat zich er tevens een boerderij met een stuk open grasland bevond. Daarachter lag het bos, "A nice woodland to play in," aldus David.


David bleek in het huis van Ivan Vaughan te wonen
Even waren we weer heel dicht bij de jonge John Lennon, door deze onverwachte ontmoeting. De verhalen liggen in Liverpool nog steeds op straat. Jan Cees had, als journalist met een neus voor goede verhalen, precies de goede man van straat geplukt om zijn vragen aan te stellen. We vonden het toch wel een kleine sensatie: een ooggetuige die ons haast achteloos vertelde dat we inderdaad warm waren. "Oh," vervolgde David, "ik woon zelf nu trouwens in het huis van Ivan Vaughan, de gemeenschappelijke vriend van John Lennon en Paul McCartney. Dat is ook een bijzondere plek, aan 84 Vale Road. Ze hebben heel wat uurtjes in mijn huidige woning doorgebracht." 


Een virtuele mellotron om de openingsklanken van Strawberry Field te spelen
Natuurlijk bezochten we ook het terrein en het gloednieuwe bezoekerscentrum, dat het Britse Leger des Heils daar op eigen grond heeft opgericht. Ze deden het in nauwe samenwerking met Johns halfzus Julia Baird. Het centrum biedt ruimte aan een opgezette multimediale presentatie over de historie van de plek én (een klein beetje) over de roots en muzikale invloeden van John Lennon. Met een virtuele mellotron kun je er de openingsklanken van Strawberry Fields leren spelen. Wanneer je je vinger langs de swarmandal laat glijden, hoor je het karakteristieke harpgeluid uit het nummer. Met videobeelden en een audiotour krijg je een indruk van de plek die Strawberry Field voor de wijk én voor de jonge John Lennon moet zijn geweest.





Een sympathieke plek
In het naastgelegen bezoekerscentrum steun je de accommodatie en het werk van het Legers des Heils door er een t-shirt, mok of een potje aardbeienjam te kopen. De memorabilia zijn smaakvol, niet schreeuwerig of erg commercieel vormgegeven. Dat ademt de hele plek trouwens: in het bezoekerscafé eet je soep, een taartje of een sandwich. Buurtbewoners kunnen elkaar te ontmoeten en er samen een kop koffie te drinken. Voor kinderen is er ruimte om met hun gitaar of keyboard in de hoek op te treden. In de keuken en de bediening werken jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ze krijgen er de rust en ruimte om zichzelf te ontwikkelen. In de pas aangelegde tuin kunnen bezoekers een contemplatieve wandeling te maken, langs bordjes met teksten als 'Love and peace are eternal', en 'There's nothing you can do that can't be done'. Ook staan de originele hekken van Strawberry Field er opgesteld. Ze belandden na diefstal als oud ijzer op de sloop en werden daar op het nippertje herkend en gered.


Michiel, Wibo en Jan Cees bij de originele hekken van Strawberry Field


Verleden, heden en toekomst
Op het nieuwe Strawberry Field komen verleden, heden en toekomst bij elkaar. De plek is gered van verder verval, het bezoekerscentrum vertelt ons over de bijzondere geschiedenis ervan en jongeren krijgen er een kans aan hun toekomst te werken. Terwijl ik even afdwaal in gedachten, kijk ik naar de meest afgelegen hoek van de tuin. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes. Zie ik daar, door mijn oogharen een jongen over de muur klimmen? Wanneer ik met mijn ogen knipper, is hij weg. Ik zal het me wel verbeeld hebben.




Verder luisteren (podcasts)



zaterdag 28 oktober 2017

Let me take you down: herinneringen aan Liverpool

Niet te geloven: deze week is het alweer twee jaar geleden dat ik Liverpool bezocht. Een lang gekoesterde wens kwam daarmee uit. Iets dat ik altijd al eens wilde doen, maar dat er nooit van kwam. In de zomer van 2015 dacht ik: nu ga ik er gewoon voor zitten, tickets en een hotel boeken, uitzoeken welke excursies er mogelijk zijn. En zo geschiedde. Aanleiding om eind oktober 2015 te gaan, was mijn veertigste verjaardag, op de dertigste.


Prachtige bomenlinten
De afgelopen weken heb ik hier in Nederland weer extra vaak aan dat lange weekend teruggedracht. Mijn herinneringen kwamen weer boven door de Hollandse herfst. Liverpool in de herfst is haast nog uitbundiger qua kleuren dan de sfeer in ons kikkerlandje. Het was er uitzonderlijk warm, die eerste dagen van ons bezoek. Zo warm, dat je regelmatig je jas losknoopte of uittrok. De lange lanen in de stad waren versierd met prachtige bomenlinten in alle kleurschakeringen tussen groen en bruin. Niets grauwe Noord-Engelse havenstad. Ik zag een gemoedelijke, goed gerestaureerde en trotse stad, die floreert dankzij het Beatles- en voetbaltoerisme. Een stad die The Beatles en het voetbal tegelijkertijd ook niet nodig heeft om toeristen een lang weekend te plezieren. Parken, winkelcentra, gratis musea, een prachtig gerestaureerd havengebied, leuke eettentjes, culturele evenementen en zelfs een strand. Wie eens echt een originele bestemming zoekt, boekt een retourtje.

Instappen bij de FabFour-Taxi Tour (eigen foto)


Razendsnel van plek naar plek
Ga je wel op Beatles-bedevaart, dan kun je in vijf dagen Liverpool een boel doen. Bewust lieten we de Magical Mystery Tour-bus liggen, maar kozen we voor de FabFour-Taxi Tour. Niet alleen klonk de naam van het bedrijf als een klok, het was ook nog eens een top-ervaring om in een zwarte Engelse 'cab' razendsnel van plek naar plek in de stad te rijden. Daarbij hingen we aan de lippen van een goed ingevoerde chauffeur, die in het Scouse de ene na de andere anekdote oplepelde. Heel efficient pendelden we zo van Ringo's jeugdbuurtje naar de plek waar John en Paul elkaar ontmoetten, de graven van Eleanor Rigby en Father McKenzie, wandelden we over Penny Lane, stonden we aan de hekken van Strawberry Field en bekeken we de plekken waar de Beatles opgroeiden. Het leek of ik droomde. Alsof ik in de film stapte waar ik mijn hele leven al naar keek.


Strawberry Field voelde mysterieus
Strawberry Field voelde voor mij als een extra bijzondere plek. Misschien wel omdat het rode hek wat verscholen ligt, onder de donkere bomen aan een drukke doorgaande weg. Het heeft echt iets mysterieus. Wanneer je in de nis van de toegangspoort stapt, omarmt de plek je een beetje. Verder dan het hek kun je niet komen, maar al starend richting het achterliggende parkje, zie je de jonge John Lennon en zijn jeugdvrienden in bomen klimmen en tussen de struiken spelen. Er wordt gefluisterd dat Yoko Ono begin jaren '80 tijdens haar bezoek aan Liverpool hier in het geheim een deel van de as van John Lennon verstrooid heeft. Ik zou er niet raar van staan te kijken. Strawberry Field heeft iets heel bijzonders.



Welcome to Mendips
Indrukwekkend was het om een dag later met de National Trust (ruim van tevoren boeken!) de zogenaamde Childhood Homes van John Lennon en Paul McCartney te bezoeken. Dat heeft me echt geëmotioneerd. Met name het moment waarop de gids het tuinhek openzwaaide en de magische woorden "Welcome to Mendips" sprak. Ik heb er letterlijk een traantje weggepinkt, denkend aan de foto's van de jonge John Lennon, zittend met zijn moeder Julia in de tuin van Aunt Mimi. Dat verleden voelde dichterbij dan ooit. Via diezelfde tuin stapten we de keuken en de rest van het statige huis in. Zingen deden we in het voorportaal waar John en Paul met hun gitaren de eerste Beatleshits schreven, stil zitten deed ik op het bed in het slaapkamertje aan de voorzijde van het huis. De plek waar John moet hebben gedroomd van een leven in de muziek. 

De oude slaapkamer van John Lennon


De plek waar She Loves You werd geschreven
Anders was de sfeer in de eenvoudigere woning van de McCartneys. Een plek boordevol vrolijke verhalen, waar ik even neerstreek achter de (replica) gezinspiano om een paar maten van When I'm 64 te spelen. Precies op de plek waar het nummer geschreven was. Of staand in het jaren '50 keukentje waar de ene na de andere ketel water op het vuur gezet om thee te maken, in de pauzes van de vele repetities die de (premature) Beatles in de achterkamer hadden. De plek waar She Loves You werd geschreven. Het waren de hoogtepunten van een aantal bijzondere dagen in de bakermat van The Beatles. Lopend door de stad genoten we bovendien van Mathew Street, The Cavern, het prachtig gerestaureerde havengebied met zijn moderne musea en de gemoedelijke sfeer.

Industrieel goud: Albert Dock


Liverpool bracht zoveel inspiratie voor het schrijven
Niet lang na mijn bezoek aan Liverpool, startte ik met het schrijven van mijn wekelijkse blogs. In de eerste maanden wijdde ik regelmatig een verhaal aan de bijzondere momenten die ik in Liverpool beleefde. Het is zoveel fijner en makkelijker om over plekken te schrijven als je er echt zelf geweest bent. Ik moet eerlijk toegeven dat het ook wel weer kriebelt om terug te gaan, met een nieuw wensenlijstje. Plaatsen die ik nog graag eens wil bezoeken, zijn onder andere de graven van Mary McCartney, Julia Lennon en Stuart Sutclifffe. Maar ook zou ik zo graag eens over de golfbaan van Allerton lopen, zoals John en Paul dat deden om elkaars huizen te bereiken. Of het (nog) kan, weet ik niet. De Casbah Coffee Club, eigendom van de moeder van Pete Best, waar The Beatles vaak speelden en muurschilderingen achterlieten, is eigenlijk een must-see.





Wordt vervolgd? En jullie?
Je leest het, ik ben nog lang niet klaar met Liverpool. Wat zijn jullie ervaringen met de stad? Willen jullie leuke tips of ervaringen met me delen? Zijn jullie zelf op bijzondere plekken geweest? En wat deed dat met je? Of maak je op dit moment plannen om voor de eerste keer te gaan? Blader dan beslist even terug naar mijn oudste blogjes. Voor de voorpret! Ik kijk uit naar jullie verhalen.

zaterdag 8 oktober 2016

Menlove Avenue 251: een bezoek aan het huis waar John Lennon opgroeide

Toen we Liverpool vorig jaar bezochten, stond er natuurlijk een excursie naar de jeugdhuizen van John Lennon en Paul McCartney op het programma. Die huizen kun je bezoeken als je vooraf een plekje reserveert via de National Trust. Beide panden zijn inmiddels in het bezit van de Trust, omdat ze als cultureel erfgoed worden gezien. Om de hordes geïnteresseerden in goede banen te leiden, heeft de Trust geregeld dat je met met een beperkte groep kunt deelnemen aan de excursies die een paar keer per dag plaatsvinden. Busjes met 15 personen vertrekken voor een combinatierit naar Menlove Avenue en Forthlin Road. Daar geeft een gids uitgebreid uitleg en kun je zelf rondkijken in de huizen. Alleen dit vooruitzicht al, deed mijn hart sneller kloppen.

John bij het tuinhek van Mendips
Hartverwarmende reacties
Al in mei had ik de excursie geboekt, die we eind oktober zouden maken. Het bezoekje aan beide huizen vormde echt één van de hoogtepunten van onze Liverpool-trip en ik schreef er al eens wat over op mijn Facebook-pagina. Dat was nog voordat ik het idee had opgevat om deze wekelijkse Beatles-blog te beginnen. De reacties op het verhaal van familieleden en vrienden waren hartverwarmend. Omdat het leuk is de belevenissen van toen nog eens met een inmiddels grotere groep lezers te delen, heb ik mijn Facebook-aantekeningen bewerkt tot een blogje. Want dit avontuur in Liverpool hoort zeker op deze plek thuis.

Rust, reinheid en regelmaat
In de week van John Lennons geboortedag wil ik, toepasselijk, wat schrijven over dat bezoek aan Mendips. Dat is de naam van het huis waar John Lennon opgroeide, vermoedelijk vernoemd naar een heuvelachtig gebied in Somerset. Net als het jeugdhuis van Paul McCartney ligt de woning in de Liverpoolse wijk Woolton, een stukje rijden van het centrum. Het is een twee-onder-één-kap-woning uit de jaren '30. Als je ziet waar Paul, George en Ringo opgroeiden, zou je Mendips een villa kunnen noemen. John ging er in juli 1946 wonen, op 5-jarige leeftijd, bij zijn tante Mimi en oom George. In een eerder blogje beschreef ik dat Johns ouders een instabiele relatie hadden en dat er uiteindelijk voor gekozen werd hem de Rust, Reinheid en Regelmaat in Mendips te bieden. 

John met Uncle George bij de voordeur

Op de voorbank, naast de chauffeur
We worden 's ochtends om 11.00 uur opgepikt door een busje van de National Trust, dicht bij ons hotel in de Albert Dock. Omdat we niet direct vooraan staan wanneer de schuifdeur van het busje opengaat, zijn de meeste zitplekken al bezet. Uiteindelijk komt het er op neer dat ik het laatste plekje heb. Maar dat blijkt direct het beste plekje te zijn. Op de voorbank, pal naast de chauffeur. Zijn naam weet ik niet meer, maar hij is een goedlachse Liverpooler, of Liverpudlian zoals ze in Engeland zeggen. Ik begrijp dat hij uit 1947 komt, hij heeft hetzelfde bouwjaar als mijn vader. We hebben direct een gesprek. Dat is ook niet zo moeilijk in Liverpool, want het zit de inwoners in de volksaard om je te overladen met verhalen. Dat gaat allemaal wél snel, met een zeer sterk accent, uiteraard datzelfde noordelijke accent dat we van The Beatles uit interviews kennen. Het was nog net geen plat Scouse, maar ik moet af en toe wel wat verhelderende vragen stellen om zeker te weten wat hij me allemaal wil vertellen. 'Vorige week had ik hier nog een Aziatisch meisje naast me zitten,' ratelt hij 'dat helemaal geëmotioneerd was: Oh my God, you sound just like John Lennon!!' Hij is het allemaal gewend.

Gezellige gesprekken met de chauffeur (eigen foto)

Trots en nuchter
Liverpool was geweldig in de jaren '60, vertelt hij me. En ja, hij was zeker regelmatig in The Cavern geweest, maar net niet op de dagen waarop The Beatles er optraden. 'Dus het gebeurde vlak voor uw neus en u had het niet in de gaten?' vraag ik hem. Inderdaad, toen de jongens beroemd werden en naar Londen vertrokken, viel het kwartje pas bij hem. Maar ach, hij maalde er niet om. De Liverpudlians zijn trots op hun geschiedenis en 'hun jongens,' maar tegelijkertijd ook heel nuchter. Mooi. Het busje draait een drukke doorgaansweg op. Twee dubbele rijstroken en een smalle middenberm. De chauffeur parkeert de bus voor nummer 251 en we stappen uit. Er vertrekt net een taxi. De chauffeurs groeten elkaar. Het is hier een komen en gaan van geïnteresseerden. Daar staan we, voor het tuinhek. Gisteren waren we hier al even met de Fab Four Taxi Tour, als passanten. Toen konden we het terrein niet op. Vandaag gaan de deuren voor ons open. 

Uitleg in de voortuin (eigen foto)

De spanning stijgt
In de voortuin worden we ontvangen door een gids van de National Trust. De spanning stijgt. Elke stap brengt ons dichter bij de plek waar John Lennon het grootste deel van zijn jeugd woonde. De gids heet ons welkom en vertelt over Johns familie, het huis en directe omgeving. Yoko Ono kocht Mendips een aantal jaren geleden en schonk het aan de Trust. In onderstaand filmpje (voor e-mail-lezers: bekijk de online-versie van de blog) van de National Trust heet Yoko ons, staand op de drempel van het huis, welkom. Het filmpje van drie minuten is van hoge kwaliteit en geeft een mooi sfeerbeeld van Mendips:



Alsof ik in een film stap
Wanneer de gids is uitgepraat, eindigt hij zijn inleiding met de woorden 'Welcome to Mendips'. Hij duwt het hoge hek open dat ons de toegang verschaft tot de zijkant van de woning en de achtertuin. De achtertuin die zo'n beetje grenst aan een parkje, dat Strawberry Field heet. Ik bedoel maar. Toevallig sta ik het dichtst bij dat grote hek en wanneer het open gaat, word ik overvallen door emotie. Tot nu toe vind ik het allemaal mooi en interessant, maar wanneer ik de achtertuin in loop, heb ik het gevoel dat ik in een film stap waarnaar ik tot nu toe alleen nog maar gekeken heb. (Beluister hier het fragment vanaf 4 minuut 18 uit de Jubileumshow van de Fab4Cast waarin ik de eer had daar wat over te mogen vertellen.) Met een brok in mijn keel en ja, tranen in mijn ogen, realiseer ik me dat ik op de plek ben die ik ken uit zoveel boeken en van diverse jeugdfoto's. De jonge John met zijn fiets bij de voordeur, of zittend in de zonnige achtertuin, samen met zijn moeder Julia, die er vaak op bezoek kwam. De muren van het huis en de bomen in de tuin fluisteren hier de verhalen die ik allemaal ken, en misschien nog wel meer.

Mimi en John in de woonkamer

Pastoors, doktoren, onderwijzers
De gids vertelt dat we het huis via de keukendeur aan de achterzijde zullen betreden. Precies zoals tante Mimi dat gewild zou hebben. De voordeur van het huis werd alleen gebruikt door de pastoor en het hoofd van de school. Ik moet denken aan de verhalen van mijn oma, over vroeger. Daaruit sprak ook altijd een soort ontzag voor pastoors, doktoren en hoofonderwijzers. Wanneer we over de drempel stappen, staan we in een knusse, kleine keuken, smaakvol teruggebracht in de stijl van de jaren '40 en '50. Het is precies de plek waar Paul McCartney in de zomer van 1957 als 15-jarig jongetje het huis van zijn twee jaar oudere nieuwe muziekvriend betreedt. Ze hebben elkaar ontmoet op een buurtfeest waar de 16-jarige John met zijn eerste bandje een optreden gaf. Al snel zit Paul bij de band en spreken de vrienden af om samen muziek te maken. 

De keuken, een plaatje

John, your little friend is here!
Tante Mimi vindt het maar niets, zo'n jochie uit een toch wat minder goed deel van de wijk. In haar keuken. Maar Paul is welbespraakt en ziet er netjes uit. En als ze 'John, your little friend is here!' heeft geroepen, ziet ze dat het toch wel meevalt. Een paar maanden later, staat er nog een andere jongen op de drempel van deze keuken. Nog jonger, uit de achterbuurt Speke. Met een vetkuif die zo hoog is dat de pet van zijn schooluniform niet meer past. Het is de piepjonge George Harrison, die John adoreert en hem overal in de stad volgt.

George, John en Paul tijdens een feestje. De foto is niet in Mendips gemaakt.

Ga maar in het halletje staan, met je herrie
De jongens oefenen samen met hun gitaren en tante Mimi heeft al snel genoeg van de herrie. Ze verbant John met (meestal) Paul naar het kleine portaal bij de voordeur, deur dicht. Op deze vierkante meter mag lawaai gemaakt worden. De akoestiek van het portaaltje blijkt geweldig: je hebt er een fijne galm. En staand met hun gitaren schrijven John Lennon en Paul McCartney daar Please Please Me en I Saw Her Standing There. Wij gaan ook in dat voorportaal staan. Deur dicht. Zingen. Gebeurt dit echt? Hemels!

Geschept door een auto
De gids vertelt ons over de bewuste zomeravond in 1958 waarop Johns moeder Julia een kop thee drinkt in Mendips. Nadat ze afscheid heeft genomen van haar zus Mimi (John is niet thuis) steekt ze een eindje verder de drukke straat over. Julia wordt geschept door een auto en is op slag dood. Een traumatisch verlies voor de jonge John, die zijn verdriet bezingt in Julia en Mother. Het gebeurde allemaal op de plek waar we nu staan. 

John, in schooluniform, met Julia bij de voordeur

Zitten op een groen beddesprei
Na het bekijken van de benedenverdieping, mogen we de trap op. Ineens sta ik in Johns kleine slaapkamer, aan de voorzijde van het huis. Naar dit moment had ik uitgekeken. Foto's mogen er niet gemaakt worden, maar bij het inleveren van onze tassen, heb ik mijn telefoon er niet ingestopt. Wanneer de gids in één van de andere kamers is, schiet ik toch een paar snelle, bibberige plaatjes. Op Johns bed ligt een groen beddesprei. Ik ga zitten, vlak naast een schoolpet en -stropdas van zijn Quarry Bank School. 

Schoolpet en -das (eigen foto)
Johns kamer: Elvis en Bardot aan de muur (eigen foto)
Gedichtjes en tekeningen maken aan een klein bureau
Levensecht
Rechts kan ik uit het raam kijken, over een klein bureaublad. Hier zat John eindeloos te tekenen en schrijven aan zijn schoolkrantjes: gedichtjes en cartoons. Hij was een creatief kind. Achter mij hangen posters aan de muur van zijn jeugdidolen: Elvis Presley en Brigitte Bardot. In de hoek staat een replica van z'n eerste gitaar. Dit was de plek waar de jonge John Lennon droomde. Dit is de plek waar ik nu even zit te mijmeren. De gebeurtenissen zijn ver weg, lijken vervlogen in de tijd, maar eigenlijk voelt alles levensecht en heel dichtbij.

In het portaaltje bij de voordeur, waar o.a. Please Please Me 
geschreven werd (eigen foto).