Stel je voor. Je vader, oom, opa, of buurman loopt al aardig tegen de 80. Een jaar of 78 is hij. Tijdens de lockdown zit hij elke dag in zijn muziekstudio om daar wat te rommelen en experimenteren met z'n gitaren, bassen, een drumstel en z'n oude en nieuwe toetseninstrumenten. Bij het diner laat hij je op zijn smartphone horen wat hij die dag in elkaar geknutseld heeft. Het overkwam Mary McCartney het afgelopen halfjaar, toen ze met haar gezin én haar vader in coronatijd op het familielandgoed in het Engelse Sussex verbleef. Onder haar neus maakte papa Paul het beste van de lockdown en draaide hij praktisch in z'n eentje een nieuw album in elkaar.
Onverwoestbaar arbeidsethos
Vandaag verschijnt het, met de titel McCartney III. Daarmee wordt de plaat de vermoedelijke hekkensluiter van een serie albums die Paul de afgelopen jaren in zijn eentje opnam. Los van zijn werk met Wings en los van de platen die hij in klein comité of in groter verband in elkaar zette. Met McCartney (I) maakte Paul zich in 1970 los van The Beatles, met McCartney II (1980) luidde hij de jaren '80 in. Een decennium dat hem, zeker in de eerste helft, zwaar op de maag zou liggen, met zijn Japanse gevangenschap, het overlijden van John Lennon en het gigantisch geflopte filmproject Give My Regards To Broad Street. Toch ging McCartney door, met een onverwoestbaar arbeidsethos en schijnbaar onuitputtelijke bron van creativiteit.
Deep Deep Feeling als meest bijzondere bijdrage aan McCartney III
Nu is er McCartney III, vormvast uitgebracht aan het begin van weer een nieuwe decennium, dat trouwens ook niet al te florissant begonnen is. Opnieuw een plaat vol huisvlijt, experimenteerdrift en vooral met een flinke dosis speelsheid. En juist dan, wanneer Paul de teugels van de perfectie wat laat vieren, maakt hij zijn meest interessante werk. Zo ook op McCartney III, waarop hij de luisteraar losjes meevoert langs mooie, kleine akoestische liedjes (The Kiss Of Venus, When Winter Comes), ambachtelijke, aanstekelijke popsongs (Find My Way, Women and Wives, Seize The Day), verrassende rockers (Lavatory Lil, Slidin') en ronduit originele en atypische McCartney-songs. Zo leunt Deep Down tegen de R&B en is Deep Deep Feeling toch wel zijn meest bijzondere bijdrage aan de plaat. Een lang, spannend en experimenteel nummer waarop McCartney zich een homo ludens pur sang toont.
Klinkend als de klassieker die je al jaren kende
Is er ook nog wat op aan te merken? Misschien alleen dat Macca's marketingteam de plaat in een ontelbaar aantal verschillende edities uitbrengt, variërend in artwork, bonustracks en oplages. Dat hoeft voor mij niet zo, al wens ik de verzamelaars er veel plezier mee. Het openingsnummer (Long Tailed Winter Bird), waarvan het thema aan het eind van de plaat ook weer even terugkomt, vind ik een lege huls en een wat zwakke schakel. Maar dat is dan ook alles. Bij het wegsterven van de laatste klanken van hekkensluiter When Winter Comes, dat nu al klinkt als de klassieker die je al jaren kende, denk je toch: verdorie, hij flikt het weer.
Verder kijken en luisteren:
Singer-songwriter en groot McCartney-liefhebber Bertolf was afgelopen week te gast in Met Het Oog Op Morgen. Hij vertelde daar over McCartney III en speelde het wonderschone 'Junk' van het album McCartney (I), zittend op de bank. Wanneer je de link aanklikt en scrollt tot je het filmpje ziet, kun je het optreden en gesprek bekijken. Aanrader.
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderen