zaterdag 19 oktober 2019

Bijzonder bezoek in Ye Cracke in Liverpool: de pub van John Lennon en Stuart Sutcliffe

Terwijl de regen met bakken uit de donkere hemel valt, zien we links van ons de grote Anglicaanse kathedraal opdoemen: prachtig verlicht, als een baken in één van de oudste buurten van Liverpool. Het is maandagavond 30 september en ik ben een amper een etmaal in de stad die de bakermat van The Beatles werd. Met de heren van Fab4Cast doorkruis ik in een paar dagen de buurten, straten en buitenwijken. We komen zelfs nog 40 kilometer ten noorden van Liverpool uit, voor een bijzonder bezoek.


John, Cyn en Stu
Dat bezoek, waarover jullie binnenkort meer kunnen horen in de podcast, hadden we er die donkere, regenachtige maandagavond net opzitten, toen we onze huurauto inleverden, snel wat aten en lopend koers zetten naar het Knowledge Quarter. Het is de wijk met het Liverpool Institute (nu omgedoopt tot LIPA), waar Paul McCartney en George Harrison destijds naar school gingen, de wijk met het Liverpool College of Art, waar John Lennon, zijn latere vrouw Cynthia Powell en Stuart Sutcliffe elkaar leerden kennen. Diverse studentenhuizen en pubs, die zich allemaal om ons heen bevinden, markeren de plekken waar deze tieners, je kon ze nog nauwelijks volwassenen noemen, hun weg zochten, maar ook zichzelf en elkaar zochten. Net onder de vleugels van het ouderlijk gezag vandaan, of af en toe...voor een paar uurtjes.

Een vroege foto van Cynthia en John
op het stoepje bij Ye Cracke (1958)


Mark Lewisohn is in town
Dan staan we voor de deur van Ye Cracke (spreek uit: The Crack), één van de oude kroegen in de buurt. Binnen brandt licht, we duwen de deur open, we worden verwacht. Onze druipende paraplu's en jassen vinden een plek op wat stoelen bij een radiator. De kroeg is leeg, met uitzondering van een kleine halfopen binnenruimte (The War Room), waar vrolijk geconverseerd wordt. Wanneer we om de hoek kijken, worden we hartelijk begroet door Mark Lewisohn. De aimabele Beatlesbibiograaf is twee dagen 'in town' en houdt audiëntie. Althans, zo ervaren wij dat toch een beetje. De bescheiden Lewisohn zal de laatste zijn die daar zo tegenaan kijkt. Wetend dat wij in Liverpool zouden zijn, mede om zijn lezing Hornsey Road te bezoeken, nodigde hij ons uit om naar Ye Cracke te komen. Samen met een aantal van zijn 'favourite Liverpool People'. Wij sloegen die uitnodiging niet af.

Mark Lewisohn was in Liverpool met zijn
theatercollege Hornsey Road over...Abbey Road

'This is Liverpool, Anne'
Tijdens zijn jarenlange onderzoek voor het eerste deel van de trilogie All These Years, sloot Mark zijn werkdagen in Liverpool meestal af in deze pub. Daar overkwam hem wat menig bezoeker aan de stad gebeurt: je hoeft maar vriendelijk naar een Liverpudlian te knikken en je krijgt een grap om je oren, een vraag wie je bent en waar je vandaan komt of zomaar een biertje aangeboden. 'Ik heb heel wat vaste bezoekers van Ye Cracke leren kennen, in al die weken dat ik hier zat,' vertelt Mark me, wanneer we ons met z'n allen verplaatsen naar een iets ruimere hoek waar we comfortabeler kunnen zitten. Ons gesprek wordt onderbroken doordat één van zijn vrienden het uitbrult van het lachen, om een grap die zojuist gemaakt is. Ik kijk Mark glimlachend aan. 'This is Liverpool, Anne' zegt hij trots. Het is ook een beetje zijn stad geworden.

Toen en nu:
fotomontage van John (rechts) en een vriend
voor Ye Cracke (1958)


The Dissenters: John, Stu, Bill en Rod
Aan de muur achter ons hangt een spiegel, waarin de namen van John Lennon, Stuart Sutcliffe, Bill Harry en Rod Murray staan gegraveerd. De plek waar we elkaar vanavond treffen, staat bol van de Beatleshistorie. Deze spiegel verwijst naar de vele momenten waarop vier jonge, artistieke jongens Ye Cracke betraden, op de vlucht voor de winterkou in hun studentenflats, op zoek naar wat gezelligheid en natuurlijk naar drank. The Dissenters noemden ze zich, wat zoveel betekent als 'de andersdenkenden' of de 'non-conformisten'. Samen spraken ze af dat ze Liverpool beroemd zouden maken. John als muzikant, Stuart en Rod als kunstenaars en Bill als schrijver. Hun jeugdige bravoure bevatte profetische elementen. Wij zitten hier vanavond niet voor niets. Mijn blik glijdt over hun namen. Stu overleed op 21-jarige leeftijd in Hamburg aan een hersenbloeding, John werd als amper 40-jarige muzikant in New York vermoord. Bill Harry, de oprichter van muziektijdschrift Mersey Beat, werd een gerennommeerd journalist en mediaman. Hij leeft nog en is de 80 inmiddels gepasseerd. Net als Rod Murray, die kunstenaar en docent werd. 

De herdenkingsspiegel in Ye Cracke
met Bill, John, Stu en Rod


De Lennon-acteur uit Backbeat en Quirinus uit Harry Potter
Ik realiseer me dat de spoeling dun aan het worden is. Met het verstrijken van de tijd neemt het aantal ooggetuigen van die bijzondere pre-Beatlesjaren in Liverpool af. Niet voor niets was het interviewen van veel sleutelfiguren en passanten voor Mark Lewisohn een race tegen de klok, de afgelopen jaren. En nog steeds. Vanavond is er even tijd voor ontspanning. 'Is dat niet die acteur uit Backbeat?' hoor ik Wibo tegen Michiel zeggen, wanneer een slanke vijftiger zich bij ons gezelschap aansluit. Op zijn vraag wordt bevestigend geantwoord. Ook Ian Hart, die destijds de rol van John Lennon in de rolprent over de beginperiode vertolkte, komt Mark vanavond even begroeten. Ik weet weinig van films, dus leer bij: Hart speelde ook de rol van Quirinus Quirrell (Krinkel) in de beroemde Harry Potter-reeks. Vanavond is hij gewoon een local. Doe maar normaal, daar houden we van in Liverpool.

Ian Hart in Backbeat....

....en in Harry Potter

Op zoek naar Polythene Pam
Opnieuw gaat de deur van de pub open en betreedt een wat ouder echtpaar de vloer. Verregend, bepakt en bezakt gooien ze hun reis van zich af en begroeten ze Mark hartelijk. 'We zijn net terug uit Cardiff, een korte vlucht hoor, maar ik ben wel moe,' zegt de vrouw tegen me. Ik schat haar begin zeventig en biedt haar mijn plek aan om bij Mark te zitten. Dat is niet nodig, 'I'm fine love,' vertrouwt ze me toe. Uit haar tas komt een opgevouwen A4tje, dat ze openmaakt en over tafel naar Mark schuift. We zien een eenvoudige potloodtekening van een meisjesgezicht. Sproeten, lang haar. De schets doet me een beetje aan Jane Asher denken. 'Mark, zó ziet Polythene Pam er ongeveer uit,' start de vrouw haar gesprek. 'Het is écht niet het meisje op de foto die jij me mailde,' vervolgt ze. 'Interesting,' zegt Mark en hij bestudeert de tekening beleefd. Hier ontrolt zich een nieuw verhaal. Ik besluit om mijn oren te spitsen.

2 opmerkingen:

  1. Heerlijk verhaal , fantastisch geschreven. Kan niet wachten op het volgende deel
    Leon

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Een paar jaar geleden was ik met een aantal 'Beatlesvrienden' ook in deze kroeg. Ik herinner me nog de authentieke uitstraling en de digitale jukebox waar we misschien wat teveel centen in stopten. Het café sloot vrij vroeg omdat het in een woonwijk gelegen is, maar wat verderop konden we onze avond gelukkig verderzetten. Ik ben best jaloers dat je Mark L. ontmoette, het lijkt me zo'n gezellige kerel en hij kan je waarschijnlijk als geen ander naar 'Beatlesland' meenemen met z'n kennis over het 'vierkoppig monster'. Graag gelezen!

    BeantwoordenVerwijderen