zaterdag 27 april 2024

Primrose Hill: hoe Sean en James deze maand met hun eigen Lennon-McCartney-compositie op de proppen kwamen

Toegegeven, de titel van deze column klinkt als het meest recente AI-experiment rond The Beatles. Anno 2024 is het namelijk mogelijk om een algoritme het werk te laten doen: schrijf een liedje met de kenmerken van een compositie door John Lennon en Paul McCartney. Toch was er geen sprake van AI, bij de release van een nieuwe Lennon-McCartney-compositie Primrose Hill, eerder deze maand. Sean Lennon (1975) en James McCartney (1977), beiden de jongste zonen van hun beroemde vaders, sloegen de handen ineen en schreven samen een nummer. Da's óók Lennon-McCartney natuurlijk. En best wel bijzonder. 



Het juk van The Beatles

Of het nummer Primrose Hill bijzonder genoemd mag worden, daar wil ik zometeen nog iets over schrijven, maar eerst even over twee 'Beatleszonen', een benaming die bijbels klinkt. En daarin zit precies de uitdaging waar deze twee mannen al een leven lang mee dealen. Ga er maar aan staan: de zoon van een Beatle zijn. Wegen geld en priviliges, zoals het hebben van een wereldberoemde achternaam uiteindelijk op tegen torenhoge verwachtingen en keiharde kritieken? Of de eeuwige twijfel of je écht op waarde geschat wordt als de persoon en de artiest die je zélf graag wilt zijn? Dat een deel van die aanzienlijke groep Beatleszonen hier de afgelopen jaren last van heeft gehad, is overduidelijk. Wie de interviews keek en social media-posts volgde, zag soms vertwijfeling, tranen (Sean Lennon) en volharding om zélf iemand te willen zijn. De Beatlesdochters, met Mary en Stella McCartney als meest prominente voorbeelden, lijken aanzienlijk doortastender hun eigen creatieve weg te hebben gevonden. Met groot succes, kunnen we wel zeggen.

Mary, James, Paul en Stella McCartney

Introvert en verlegen
Ze zijn geen jonge jongens meer, Beatleszonen Sean en James, beiden al op weg naar de 50. Samen klommen ze dus in de pen om hun eerste nummer te schrijven. Ze zijn inmiddels wat ouder, wijzer, staan steviger in hun schoenen. Misschien hebben ze zich beter kunnen verzoenen met hun lot, als de eeuwige 'zoon van'. Van Sean weet ik dat zeker, als ik zie hoe hij zich inmiddels heeft ontfermd over de creatieve nalatenschap van zijn vader. Bij James heb ik nog twijfels. Het beeld dat ik van hem heb: een introverte, verlegen en 'zoekende' man. Iemand die een enorme knauw opliep door het overlijden van zijn moeder en die in niets lijkt op zijn extraverte, doortastende en mediagenieke vader en zussen. Ik heb altijd een beetje met James te doen. Je zou zo'n jongen, met zijn introverte en verlegen aard (twee mooie eigenschappen overigens) eigenlijk een waardevol leven buiten de schijnwerpers gunnen. Als redacteur bij een uitgeverij, als verpleegkundige in een verzorgingshuis, als hovenier op Friar Park, als psycholoog in de jeugdzorg. Noem maar op. Toch probeert ook James van tijd tot tijd zijn weg in de muziekwereld te vinden. 


Betere zangstem
Natuurlijk valt de appel niet ver van de boom (no pun intended). James speelde mee op een aantal albums van zijn vader (Flaming Pie, Driving Rain). Zo is hij met zijn elektrische gitaarsolo prominent aanwezig op zijn vaders prachtige Heaven On A Sunday. Moeder Linda kreeg hulp van James op haar, posthuum verschenen, album Wide Prairie. Zelf bracht hij twee soloalbums uit: Me (2013) en The Blackberry Train (2016). Helemaal niet onaardig, maar ik moet toegeven dat ook ik me schuldig maak aan het luisteren met "te veel verwachtingen". Niet omdat James zichzelf niet zou mogen zijn, maar omdat ik hem toch ook een aantal van die muzikale eigenschappen van zijn vader zou gunnen. En dan op de eerste plaats een veel betere zangstem, waarmee hij zijn eigen liedjes de wereld in kan slingeren. Maar voor James blijft het tot nu toe ploeteren in de marge, zeker in vergelijking met het elan waarmee iemand als Sean Lennon zichzelf zo authentiek en autonoom aan de wereld presenteert.


Primrose Hill
Hoe moeten we Primrose Hill, de eerste Sean Lennon-James McCartney-compositie, dan tenslotte zien? Als een hulplijn van Sean aan zijn 'Beatles-neefje', om hem steviger in het zadel te helpen? De invloed van Lennon is zeker te horen, in de dromerige, maar ook wel wat vlakke compositie die door het repeterende karakter van het getokkelde akkoordenschema wat aan Dear Prudence doet denken (Pats! Ik geef mezelf direct een tik over de vingers: ook ík kan de vergelijking met The Beatles blijkbaar niet weerstaan.). Primrose Rill is niet onaardig, maar de naald blijft ook wel wat in dezelfde groef hangen. En ja, ik weet heus dat Dear Prudence wél een ander akkoordenschema heeft. Maar goed, het mag gezegd worden: Primrose Hill klinkt aangenamer dan veel van het werk dat James alleen schreef en uitbracht. Misschien moeten Lennon en McCartney toch wat vaker bij elkaar gaan zitten, met een gitaar op schoot. Al was het alleen al voor de gezelligheid. En klein beetje for history's sake.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten