zaterdag 28 september 2019

Bij de jubileumuitgave van Abbey Road: wat maakt de plaat tot zo'n legendarisch en geliefd Beatlesalbum?

Hij is er! In diverse vormen en formaten: de jubileumuitgave van het Beatles-album Abbey Road. Zijn jullie naar de plaatselijke platenboer gerend? Heb je gebruik gemaakt van de bestelmogelijkheid van Beatlesfanclub.nl of staat Abbey Road nog op een 'geduldig lijstje' voor de feestdagen? Hoe dan ook, we mogen het vijftigjarig jubileum van het laatste studioalbum dat The Beatles opnamen, beslist een hoogtepunt in ons Beatlesjaar noemen. Eergisteravond vierden Paul, Ringo en hun families al een intiem feestje in Studio One en Studio Two aan Abbey Road. Het is ook wel een momentje hè, laten we eerlijk zijn!


Per post uit Alkmaar
Zelf verzamel ik niet standaard alle boxen en heruitgaven van The Beatles. Voor Abbey Road maak ik een uitzondering, omdat het album me dierbaar is. Mijn box arriveerde gistermiddag, per post uit Alkmaar, vanuit de winkel van Ron Bulters. In de aanloop naar de releasedatum dacht ik regelmatig na over de volgende vraag: wat maakt Abbey Road van The Beatles tot zo'n legendarisch en vooral geliefd album?




Abbey Road werd met technisch betere apparatuur opgenomen
Vier maanden voordat The Beatles in de EMI studio's echt serieus aan de slag gingen met de opnamen voor hun nieuwe album, kreeg de control room van Studio Two een enorme upgrade. Met de installatie van de solid state TG12345 MK1, kon er niet alleen op 8 sporen worden opgenomen, maar ging ook de algehele geluidskwaliteit van de opnamen omhoog. Daarmee klonk het Abbey Road-album initieel al veel beter en gepolijster dan de overige Beatlesalbums. Ik heb beslist geen verstand van geluidstechniek, maar op jonge leeftijd vond ik al dat Abbey Road zo mooi en diep klonk. Voor mij was de plaat anders dan de andere Beatlesalbums. Tegenwoordig begrijp ik dus een beetje waarom.

Een snelle snapshot van Lennon en McCartney bij de TG12345 MK1


De moog op Abbey Road deed het publiek de oren spitsen
Hoewel The Beatles tijdens hun bestaan als band vaak experimenteerden met nieuwe geluiden, grepen ze daarvoor altijd terug op instrumenten die het publiek nog enigszins herkenbaar voorkwamen. Misschien was de sitar, samen met een aantal andere Indiase instrumenten, daarbij nog wel de meest exotische keuze. Voor Abbey Road gingen The Beatles een stap verder. In november 1968 had George Harrison in Amerika kennisgemaakt met de pas uitgevonden Moog Synthesizer. Enthousiast als hij was, bestelde hij zijn eigen exemplaar, dat in februari 1969 in Engeland geleverd werd. Harrison experimenteerde dat voorjaar met de moog, waarvan zijn album Electronic Sound het resultaat was. In juli liet George het enorme apparaat in de EMI-studio installeren. We vinden de geluiden van de moog synthesizer op Abbey Road terug op Maxwell's Silver Hammer, Here Comes The Sun, Because en I Want You (She's So Heavy). De moog gaf het album een sound die met geen enkel ander Beatlesalbum te vergelijken was en die al een doorkijkje naar de jaren '70 bood.

Grote belangstelling voor de moog synthesizer in de EMI Studio's


De hoes was prachtig en werd iconisch
Toen fotograaf Iain MacMillan op vrijdagochtend 8 augustus 1969 zijn keukentrap midden op Abbey Road plaatste en The Beatles een aantal keren de zebra over liet steken, had hij niet kunnen vermoeden hoe iconisch de foto werd die uiteindelijk voor de hoes gebruikt zou worden. De foto, perfect in zijn eenvoud, zou één van de meest geïmiteerde albumhoezen ter wereld worden. Hij verbond The Beatles met de plek waar ze hun creativiteit vastlegden en plaatste hen op een herkenbare (en goed te bereiken) plek in Londen. De rust en het ritme in het tafereel, de symboliek, het kleurgebruik....alles klopte toen MacMillan op die zomerochtend afdrukte. Vaak geïmiteerd, nooit geëvenaard.




De medley (of: de suite) was een nieuw fenomeen voor The Beatles
Op kant B van Abbey Road vinden we zowel de grote medley als het drieluik Golden Slumbers - Carry That Weight - The End waarmee het album wordt afgesloten. Hoewel The Beatles op eerdere albums wel eens nummers in elkaar over lieten lopen of combineerden (Kansas City/Hey-Hey-Hey-Hey of Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band/With A Little Help From My Friends) hadden ze zich nog nooit gewaagd aan een langere reeks van songs waarmee praktisch een hele albumzijde gevuld werd. Omdat The Beatles verschillende thema's en melodieën terug lieten komen, vormde Abbey Road muzikaal eigenlijk een sterkere eenheid dan Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band, dat de naam en faam als "het concept-album" van The Beatles verwierf.




Abbey Road was George Harrisons finest hour
Het is eigenlijk een prachtige gedachte dat we 'laatbloeier' George Harrison (bij het uitkomen van Abbey Road was hij namelijk al 26 jaar, haha) als songschrijver nog net horen pieken. Met Something en Here Comes The Sun leverde hij twee ontroerende en ijzersterke nummers voor het album aan. Welbeschouwd had er nog veel meer Harrison-werk in gezeten, maar meer ruimte kreeg George niet. De nummers die afvielen, waaronder All Things Must Pass, horen we ruim een jaar later terug op het gelijknamige driedubbelalbum waarmee George op de proppen kwam. Zijn bijdragen voor Abbey Road waren voor George Harrison echter de kroon op zijn werk als Beatle. Gelukkig maar, nog net op tijd. Voor mij als luisteraar zijn het die Harrison-nummers die Abbey Road dat gouden randje als "allermooiste Beatlesalbum" geven. Zo zal ieder zijn eigen reden hebben om van Abbey Road te houden. Wat is de jouwe? Ik wens je in ieder geval heel veel luister- en kijkplezier met de jubileumuitgave. Abbey Road Forever!

zaterdag 21 september 2019

Paul McCartneys onbegrepen Maxwell's Silver Hammer

John Lennon vond het een vreselijk nummer, Ringo Starr herinnert zich de opnamesessies als "the worst ever" en ook George Harrison begreep niet wat Paul McCartney bezielde. Natuurlijk heb ik het over Maxwell's Silver Hammer, de derde track van het alom bejubelde Abbey Road-album. Is Maxwell nu echt zo slecht, een oppervlakkig en kinderachtig liedje, of kijken we na 50 jaar anders terug op de compositie en het arrangement, als Maxwell's hamer binnenkort in de remix uit onze speakers knalt?




Maxwell's Silver Hammer is een typisch McCartney-nummer
Niemand anders dan Paul McCartney had een nummer als Maxwell's Silver Hammer kunnen schrijven. Misschien alleen Ringo Starr, die vanwege zijn beperkte compositorische kwaliteiten al snel aan de wat eenvoudigere Beatlesnummers gekoppeld wordt. Als zanger van andermans werk (Yellow Submarine, With A Little Help From My Friends) of als (mede)componist van nummers als Don't Pass Me By en Octopus's Garden. Hoe dan ook, Paul McCartney stond garant voor de avonturen van Maxwell, waarmee hij al een behoorlijke tijd onder de arm liep, voordat deze op een album belandden, alle protesten van de overige Beatles ten spijt.


Maxwell als metafoor voor moeilijkheden
Zittend in de ashram in Rishikesh, bedacht McCartney begin 1968 al het eerste couplet van Maxwell. De wat banale tekst over een jongen die overal toeslaat met zijn hamer, stond in schril contrast met de spirituele omgeving waar Paul zich in die periode met de overige Beatles bevond. Wie schrijft over een moordlustige Maxwell, terwijl hij zijn dagen mediterend met een goeroe aan de Ganghes doorbrengt? Toch vertelde McCartney in de jaren '90 aan Barry Miles (Many Years From Now) dat hij wel degelijk iets had bedoeld met die hamer van Maxwell, die overal opduikt. Zo zou hij zich in die periode meer en meer bewust zijn geworden dat hij in zijn leven onverwacht narigheid op zijn pad kon treffen. De hamer van Maxwell kon altijd toeslaan.


De antipathie van John, George en Ringo
Afgeleid door het eenvoudige akkoordenschema, het hoge meezinggehalte van het refrein en McCartney's niet aflatende inspanningen om het nummer goed ingestudeerd en opgenomen te krijgen, ontwikkelden Lennon, Harrison en Starr en enorme antipathie tegen Maxwell en zijn zilveren hamer. Dat Paul zijn inspiratie kreeg van de avantgardistische toneelschrijver Alfred Jarry, van wie hij het woord pataphysical overnam, weerhield zelfs John Lennon er niet van het nummer als McCartney's zoveelste poging tot Granny music af te doen. In de opnieuw opgedoken tape waarop The Beatles op 8 september 1969 vergaderend te horen zouden zijn, opperde John dat Paul dit soort nummers niet meer voor The Beatles moest aandragen, maar beter aan artiesten als Mary Hopkin kon weggeven.

Tijdens de Get Back-sessies is Mal Evans met hamer en aambeeld in de weer


Maxwell kwam niet op The White Album en Let It Be
Hoe dan ook, Maxwell kon eind 1968 niet meer meegenomen worden op The White Album, tegen de tijd dat McCartney in oktober 1968 al zijn coupletten gecompleteerd had. Dus trok Paul zijn sprookje weer uit de kast tijdens de Get Back-sessies in januari 1969. In de nog uit te komen Let It Be-film, die ons volgend jaar een beter beeld moet gaan geven van die periode, zien we hopelijk een aantal pogingen van McCartney terug om Maxwell bij de overige Beatles tussen de oren te krijgen. Ook toen verdween Maxwell weer op de plank. Samen met de rest van de veelal incomplete opnamen, waaruit ruim een jaar later het album Let It Be nog werd samengesteld.


John Lennon haakte helemaal af
In juli 1969, toen de Abbey Road-sessies stevig op stoom kwamen, trok de vasthoudende McCartney zijn Maxwell er weer aan de haren bij. Op 9 juli, toen John en Yoko net weer zo'n beetje gearriveerd waren vanuit Schotland, startte Paul de repetities voor Maxwell weer op. Terwijl Yoko, nog herstellend van het Schotse auto-ongeluk, liggend op haar studiobed toekeek, leidde Paul de overige Beatles door eindeloze pogingen om zijn nummer in een goede basisversie op tape te krijgen. Na 16 takes voor de basistrack, de nodige gitaaroverdubs en het toevoegen van een aantal moog-geluiden, was Maxwell uiteindelijk op 6 augustus compleet en was McCartney tevreden. John Lennon haakte af en is op de Abbey Road-versie totaal niet meer te horen. Het is ook de vraag wie op het aambeeld slaat. Ringo Starr of Mal Evans? Laatstgenoemde was wat sterker en zodoende fysiek beter in staat de hamer te hanteren. Volgens Mark Lewisohn is het uiteindelijk toch Ringo Starr die we op Abbey Road terughoren.

De handgeschreven tekst van McCartney


Rose and Valerie screaming from the galery
Wat mij betreft misstaat Maxwell niet op Abbey Road. De kracht van Beatlesalbums zat hem ook in de enorme afwisseling in nummers. Met name op hun latere albums weten The Fab Four de oren van de luisteraar praktische elke 5 minuten op een andere golflengte te benaderen. Met Maxwell wilde McCartney zijn luisteraars een levensles leren, maar maakte hij misschien de fout die boodschap te banaal te verpakken. Daarbij verloor de inhoud het van de vorm, omdat Paul er uiteindelijk geen persoonlijk verhaal van wilde (of kon) maken. Ook dramde McCartney tijdens de sessies wellicht te hard door. Als we dan kijken naar het resultaat, kun je zeggen dat na het intense tweeluik van Come Together en Something waarmee Abbey Road opent, Maxwell wat lucht tussen de elpeegroeven blaast. Mede door de moog-sounds en de beeldende tekst heb ik niet zo'n probleem het nummer te waarderen. Ook vind ik metrum, midden- en eindrijm van zinnen als Rose and Valerie, screaming from the galery, Maxwell must be free vermakelijk en prima te pruimen. Binnen The Beatles was er altijd ruimte voor mafheid, humor en satire. Wie weet even wat minder in die laatste maanden. Maxwell doet ons misschien wel inzien dat elk album in zijn geheel vaak meer is dan de som der delen.


zaterdag 14 september 2019

De opgedoken tape: draaiden Maxwell's Silver Hammer en Cold Turkey The Beatles uiteindelijk de nek om?

In de aanloop naar de jubileumrelease van het album Abbey Road, wordt er steeds meer duidelijk over de laatste weken waarin The Beatles als band bestonden. We beschikten al over de nodige puzzelstukjes, maar langzaam komt er meer lijn in het verhaal en de manier waarop gebeurtenissen elkaar in september 1969, terwijl Abbey Road geperst werd, beïnvloedden.


Het nieuws is geen echt nieuws
Deze week publiceerde The Guardian een interview met Beatles-autoriteit Mark Lewisohn. Daarin stond de cassette centraal waarop John, Paul en George hun vergadering over een mogelijke opvolger voor Abbey Road vastlegden. Dat deden ze voor Ringo, die in het ziekenhuis lag. Het bestaan van de opname, zo blijkt nu uit allerlei bronnen, zou al sinds 1976 bekend zijn. In twee publicaties wordt over de tape geschreven: in The Beatles Forever van Nicholas Shaffner en in One Day At A Time van Anthony Fawcett. Jullie konden er deze week al een Facebook-post van Fab4Cast over lezen.




Maxwell kon volgens Lennon wel naar Mary Hopkin
Zelf wist ik sinds eind maart dit jaar van het bestaan van deze tape, toen ik aanwezig was bij het interview dat Gijs Groenteman met Mark Lewisohn had. Lewisohn was in Amsterdam vanwege het jubilieum van Lennons Bed In in het Hilton Hotel en trad die week diverse malen op. Nieuw voor mij zijn de datering van de cassette (8 september 1969), de reden van Ringo's afwezigheid (ziekenhuis) en de inhoud van een aantal gesprekken die tijdens de betreffende vergadering zijn gevoerd. Zo zou John Lennon nog eens duidelijk hebben laten merken dat hij McCartney-nummers als Maxwell's Silver Hammer echt niet meer op een eventueel volgend Beatlesalbum wilde hebben. Die mopjes kon Paul beter weggeven aan iemand als Mary Hopkin. McCartney verdedigde Maxwell en haalde op zijn beurt uit naar Harrison, door te zeggen dat hij diens nummers tot aan het album Abbey Road niet zo sterk had gevonden. Daarop schoot George in de verdediging door te zeggen dat dát een kwestie van smaak was en dat het publiek zijn liedjes juist wel kon waarderen. De mannen konden elkaar de waarheid zeggen, maar dat zorgde in september 1969 eerder voor verwijdering dan voor verbinding.


8, 12 en 20 september 1969 waren cruciale data
Het zijn de details in het opgenomen gesprek die ons misschien een beter begrip geven van de vergadering die The Beatles twaalf dagen later hielden. Op 20 september kwam de band, opnieuw incompleet, bijeen. George Harrison was afwezig en John Lennon opperde om van Cold Turkey de eerstvolgende Beatlessingle te maken. McCartney, ongetwijfeld in zijn wiek geschoten door de kritiek op Maxwell's Silver Hammer, ging daar niet mee akkoord. Dat zou het moment zijn geweest waarop John Lennon de zin 'I Want a Divorce' uitsprak. In werkelijkheid zou Lennon op 12 september al hebben besloten de groep te verlaten, dat nieuws gedeeld hebben met zaakwaarnemer Allen Klein, maar op verzoek van laatstgenoemde zijn besluit nog even stilgehouden hebben. En zo kwam het dat John Lennon Maxwell's Silver Hammer als gezamenlijk band-product afkamde en dat Paul McCartney Cold Turkey niet zag zitten als een Beatles-release. Je zou kunnen zeggen dat het gebrek aan waardering voor elkaar verschillen, die sterk door beide nummers gesymboliseerd worden, uiteindelijk de basis onder een vervolg van het Abbey Road-album, wegsloegen.

We kunnen het verleden niet veranderen, alleen maar steeds beter proberen te begrijpen. Het recente 'nieuws' leek me daarom een goede aanleiding om de komende twee weken juist die twee sleutelnummers centraal te zetten!


Ging Cold Turkey over heroïne of een slecht gevallen kerstdiner?
Volgens Peter Brown ging Cold Turkey over het afkicken van heroïne, terwijl Fred Seaman ooit vertelde dat het nummer over voedselvergiftiging na het eten van de restjes van het kerstdiner ging. Althans, zo zou John Lennon hem hebben toevertrouwd. In het laatste geval vond Lennon dat een minder cool verhaal en bedacht hij later de heroïnevariant. Beide persoonlijke assistenten schreven over hun avonturen met The Beatles, maar werden in het algemeen niet als een bijzonder betrouwbare bron beschouwd. Hoe dan ook, waar het Cold Turkey betreft, kan het bijna niet anders dat John Lennon schreef over hoe het gebruik van harddrugs zijn lichamelijke gesteldheid beïnvloedde.




Drie demo's van Cold Turkey
Terwijl het album Abbey Road werd geperst en gedistribueerd, met 26 september als beoogde verschijningsdatum, legde John zijn ideeën voor Cold Turkey in een aantal demo's op akoestische gitaar vast. Eén van die premature versies kwam in 2004 terecht op het album Lennon Acoustic. We horen daarbij al een aanzet tot de zo herkenbare gitaarlick, die als rode draad door de coupletten van Cold Turkey loopt [video]:



De deur wagenwijd open
Uiteindelijk had Lennon drie versies van Cold Turkey. Op één daarvan is Yoko te horen, in het gedeelte waarop John letterlijk zijn Cold Turkey uitschreeuwt. Met die demo's onder de arm meldde John zich bij de overige Beatles, met het idee er de eerstvolgende single van te maken. Dat voorstel werd dus afgewezen door Paul McCartney. Voor John Lennon werd het definitief tijd om zijn eigen weg te gaan.


Halsoverkop naar Toronto
Op 13 september 1969 liet hij het publiek voor het eerst kennismaken met Cold Turkey. Na een telefoontje van festivalpromotors John Brower en Kenny Walker, met het verzoek om op te komen treden tijdens het Toronto Rock and Roll Revival Festival, kwam John Lennon razendsnel in actie. Een modus die zo kenmerkend voor hem was: snel enthousiast (maar ook snel verveeld). Voor het rockconcert in Toronto verzamelde Lennon in allerijl een aantal muzikanten. Samen met Eric Clapton, Alan White en Klaus Voormann reisden John en Yoko binnen 24 uur af naar Canada. Repeteren kon deze Plastic Ono Band wel onderweg, in het vliegtuig. Ook werd, na aankomst in Toronto, backstage nog even een en ander doorgenomen.

Op weg naar Toronto: Klaus Voormann, John Lennon, Eric Clapton


Doodziek op het podium
Cold Turkey stond met zeven andere nummers op de setlist, die vanzelfsprekend met een praktische insteek was samengesteld. Yer Blues kende Clapton nog van het Rock 'n' Roll Circus-project, Give Peace A Chance was niet onoverkomelijk moeilijk en krakers als Dizzy Miss Lizzy, Money (That's What I Want) en Blue Suede Shoes konden voor de vuist weg gespeeld worden. Yoko leverde haar bijdrage met Don't Worry Kyoko. Lennon vertelde journalist Jann Wenner later dat hij doodziek op het podium stond en letterlijk een Cold Turkey-achtige ervaring had. Hij las de tekst van een vel papier, dat Yoko onder zijn neus hield en legde het publiek uit dat hij het nummer nog nooit live had gespeeld. Het resultaat is een wat lauwe versie, waarin nog de snijdende gitaarlick ontreekt, die later op de single wel werd gespeeld. We zien Lennon zo'n beetje in zijn Abbey Road zebrapad-look in hevig zwetend op het podium staan [video]:




Trefzekere revanche in New York
Meer vuur én lijn zit er in de liveversie die John op 30 augustus 1972 in Madison Square Garden, New York, speelde. Opnieuw op uitnodiging, deze keer van vriend Geraldo Rivera, trad John die dag twee keer op tijdens het One on One-benefietconcert voor de Willowbrook State School. Met zijn inmiddels geformeerde Elephants Memory Band, die hem in de studio bijstond voor het album Some Time in New York City, speelde John een vrij trefzekere versie van Cold Turkey. Het was een enerverende tijd voor Lennon, die er zijn eerste jaar in zijn nieuwe woonplaats op had zitten. Samen met Yoko stond hij in contact met de activistische underground-scène en liet hij zich regelmatig strikken om voor allerlei goede doelen op te komen draven. [video]




Bevrijding van The Beatles
De versie van Cold Turkey die we allemaal het beste kennen, had tegen die tijd al op heel wat draaitafels gelegen. Ondanks 26 pogingen het nummer op 25 september 1969 in de EMI Studio's goed op de band te krijgen, startte John op 28 september in Trident opnieuw. Op beide dagen fungeerden Eric Clapton, Klaus Voormann en Ringo Starr als Lennons backing band. John voegde op 5 oktober nog extra vocalen en gitaarspel toe. Op respectievelijk 20 oktober (Verenigde Staten) en 24 oktober (Engeland) lag Cold Turkey in de schappen. Het nummer bereikte in Engeland de 14e positie in de hitlijst, maar zakte daarna snel weg, tot ontevredenheid van Lennon. Cold Turkey kon als single niet wedijveren met het succes van het pas verschenen Abbey Road, maar was voor John Lennon het gebaar waarmee hij zich van The Beatles wilde bevrijden. Cold Turkey was een volgende stap in zijn eigen creatieve proces.







zaterdag 7 september 2019

In de voetsporen van The Beatles: rondkijken bij Russell Square in Londen & extra voorstelling The Making of Abbey Road

Deze week kregen Jan Cees en ik goed nieuws van de Deventer Schouwburg! Ons theatercollege The Making of Abbey Road, dat we samen met Bertolf op 1 november mogen verzorgen, is uitverkocht! De schouwburg heeft besloten een extra avond toe te voegen: donderdag 31 oktober. Bovendien is Diederik Nomden (Her Majesty, The Analogues) aan de line up van beide avonden toegevoegd. Hadden we al zoveel geluk met Bertolf, hebben we er Diederik ook nog bij! Deze twee topmusici gaan ons helpen om te vertellen (in woorden en muziek) hoe die prachtige laatste plaat van The Beatles in elkaar is gezet. We verzorgen dit theatercollege in deze samenstelling alleen in Deventer. Wil je er bij zijn, wacht dan niet te lang met beslissen. Hopelijk mogen we je 31 oktober of 1 november in Deventer begroeten!

Nu snel verder met de column van deze week!

Rondkijken op Russell Square
Het zebrapad van Abbey Road is één van de meest iconische Beatlesplekken in Londen. Goed bereikbaar, nog zeer herkenbaar en natuurlijk erg uitnodigend om er die ene foto na te maken. Toch zijn er zoveel andere mooie en interessante plekken in Londen waar je je nog met de geschiedenis van The Beatles kunt verbinden. Daarbij is het boek 'Het Londen van The Beatles', door Piet Schreuders, Mark Lewisohn en Adam Smith, dé publicatie die je onder je arm moet klemmen. Op elke straathoek, achter iedere gevel vind je een verhaal. De verzameling van die verhalen, foto's en plattegronden is bijeengebracht in wat we rustig één van de meest interessante boeken over The Beatles kunnen noemen. Zo stond ik eind juni ineens op Russell Square, met het boek in mijn handen, en reisde ik in gedachten terug naar dinsdag 2 juli 1963.



Logische locatie
Bladerend in het mooie naslagwerk, las ik dat The Beatles in de zomer van 1963, wanneer ze in Londen waren, logeerden in Hotel President. Het op dat moment nog gloednieuwe gebouw bevond zich pal achter het parkje van Russell Square. Oorspronkelijk in 1801 aangelegd als plein, veranderde de plek in een parkachtige pleisterplaats, met een fontein en een theehuis. Voor The Beatles, die op 2 juli 1963 op een aantal plaatsen voor de lens van fotograaf Dezo Hoffmann poseerden, was het parkje een logische locatie voor een fotosessie, dicht bij hun hotel. De foto die, op weg van The President in Guilford Street, naar Russell Square gemaakt werd, is ook een hele iconische geworden.







De plattegronden van Piet geven uitleg
Anno 2019 is Russell Square nog steeds een aangename plek, al onderging het parkje in de loop der jaren wel wat aanpassingen. Toch is ook deze locatie nog goed herkenbaar voor wie in Londen in de voetsporen van The Beatles wil treden. De foto's die er werden geschoten, gingen de hele wereld over. Soms werd daar ten onrechte bij vermeld dat The Beatles in een park in Liverpool poseerden. Inmiddels weten we wel beter en het is erg leuk en interessant, om met het genoemde boek in je hand in het Londense parkje rond te kijken. De plattegronden die Piet Schreuders toevoegde, helpen je om ter plekke goed te begrijpen op welke locaties The Fab 4 voor de lens van Hoffmann poseerden: bij de fontein, bij een aantal (inmiddels verdwenen) bloembakken en bij een stapel klapstoelen.




Groene oase
Toen ik Russell Square deze zomer betrad, was het park een kleine groene oase in de op zich al erg mooie wijk Bloomsbury. De thermometer had die de dag de dertig graden al aangetikt en, lopend door Londen, zocht ik al steeds de relatieve koelte in de schaduw van de grote statige gebouwen. In het schaduwrijke park hadden enkele Londense families zich op het gras geïnstalleerd. Kinderen renden vrolijk in het rond. Op de achtergrond was het verfrissende geluid van de kleine fontein hoorbaar. Net als de geluiden van het terras van het kleine restaurant waar thee, koffie, zoetigheid en een goede Italiaanse lunch verkrijgbaar bleek te zijn. Dit was overduidelijk de plek waar Bloomsbury op deze warme dag op adem kwam. 




Juli 1963 was een kille maand
56 jaar nadat The Beatles hier met hun fotograaf rondliepen, stond ik nu in het park. In dezelfde week. Dat laatste was toeval, maar het droeg voor mij bij aan hoe ik het moment beleefde. Ik zag het zelfde zomerse zonlicht, al was het vermoedelijk niet even warm. Op de foto's van Dezo Hoffmann zie ik dat The Beatles blazers en overjassen dragen. Het was die tweede juli in 1963 ongetwijfeld een killere dag geweest. De site London Weather bevestigt het beeld voor die maand: The temperature rose to 22C. on the 3rd [of July], but the first 3 weeks of July were mostly cool and changeable. On the 6th, the maximum temperature was only 16.4C. and nearly 21mm of rain fell. Je snapt ineens waarom McCartney er maar een trui bij had aangetrokken.