zaterdag 24 april 2021

John Lennons route van Primal Scream Therapy naar zijn goudeerlijke Plastic Ono Band-album

Uithuilen en opnieuw beginnen. Zo laat zich het jaar 1970 misschien wel het meest treffend omschrijven voor John Lennon en Yoko Ono. Aan het begin van een nieuw decennium had Lennon niet alleen The Beatles voorgoed achter zich gelaten. Hij besloot ook de trauma's uit zijn problematische jeugd onder ogen te komen. Toen hij op 24 september 1970, na een lang verblijf in de Verenigde Staten, met Yoko weer op Heathrow Airport landde, was hij klaar voor de opnames van het album John Lennon/Plastic Ono Band. Ruim dertien kilo zwaarder, maar ongetwijfeld met minder gewicht op zijn schouders.



Eerlijk en rauw
Deze week verschijnt de jubileum-editie van dat eerlijke en rauwe Plastic Ono Band-album, waarvoor John en Yoko twee dagen na hun terugkeer in Engeland al de EMI-studio's aan Abbey Road in gingen. In klein comité, met slechts Ringo Starr op drums, Klaus Voormann op bas en incidentele (maar mooie) pianobijdragen van Billy Preston en producer Phil Spector. Een kleine band, een nieuw begin, een schone lei. Volgens velen zelfs het mooiste solo-album dat Lennon maakte.



Een boek bij de post
In april van dat jaar, zo'n beetje toen The Beatles publiekelijk uit elkaar gingen, vond John een boek bij de post die Apple dagelijks doorstuurde naar zijn nieuwe woning op Tittenhurst Park (Ascot, Engeland). Het was een proefdruk van The Primal Scream van de Amerikaanse therapeut Arthur Janov (1924-2017). Die had zijn uitgever gevraagd of het mogelijk was John Lennon te benaderen voor een quote voor op de flaptekst. Was dat alleen omdat Lennon simpelweg één van de beroemdste mensen ter wereld was, of had Janov nog een ander plan?


Geobsedeerd
Lennon, een fervent lezer, sloeg het boek nieuwsgierig open, raakte er door geobsedeerd. In het ruim 400 pagina's tellende werk van Janov las hij over het wegstoppen van jeugdtrauma's en de weg naar verlossing: het uitschreeuwen van oude pijn als vorm van bevrijding. Dat raakte een snaar bij de man die als kleuter en tiener heel wat uitdagingen op zijn pad had gevonden, waarvan hij de gevolgen nog altijd met zich meedroeg. John liet Yoko naar Californië bellen. Hij wilde deze Arthur Janov spreken. Zo geschiedde. Na een paar telefoongesprekken was Lennon om: hij wilde Janov's Primal Scream Therapy persoonlijk ondergaan. 



Elke dag van Londen naar Tittenhurst
Al snel diende zich een probleem aan. Het was voor John, vanwege zijn arrestatie voor drugsbezit, niet eenvoudig om zomaar voor een langer verblijf naar de Verenigde Staten af te reizen. En dus kwam Arthur Janov voor zo'n hoog geprofileerde cliënt naar Londen. Hij nam zijn vrouw, ook psychoterapeut, en kinderen mee. De familie Janov installeerde zich in het Park Lane Hotel en werd iedere dag naar Tittenhurst Park gereden, waar Arthur zijn sessies met John en Yoko kon houden. Dat gebeurde in de ruimte waar Lennon later de studio bij zijn huis liet bouwen. In die eerste therapie-periode stelde Janov voor dat John het contact met zijn ex-vrouw Cynthia herstelde. Het was belangrijk dat hij daarbij ook hun zoon Julian zou bezoeken. John stemde in, maar terwijl hij onderweg was, belde Yoko de huishoudster van Cynthia. Haar boodschap? John moest direct terug naar huis komen, want anders zou Yoko zelfmoord plegen. 




Medische gronden
Janov's Primal Scream Therapy bleek naadloos aan te sluiten op de behoefte die John en Yoko voelden om hun jeugdtrauma's rond verlies en afwijzing er uit te schreeuwen. Lennon, totaal begeesterd door dit nieuwe project in zijn leven, gaf bevriend journalist Ray Connolly ook een exemplaar van Janov's boek. Maar ja, een complexe jeugd, schreeuw je er niet zomaar even uit. Er bleek meer therapie nodig. Via een juridische constructie, op medische gronden, lukte het John een tijdelijk visum te krijgen om de therapie in de Verenigde Staten te vervolgen.


Tranen in de bioscoop
Zodoende zetten John en Yoko hun therapie in Los Angeles voort. Op 29 april namen ze hun intrek in een gehuurde accommodatie in Bel Air. Dagelijks meldde het stel zich in de Primal Institute Clinic van Janov. Naarmate de weken verstreken, spoorde de psychotherapeut John opnieuw aan om een deel van zijn verleden te verwerken. Op 8 juni draaide de Beatlesfilm Let It Be in een bioscoop in San Francisco. Jann Wenner van Rolling Stone Magazine en diens vrouw vergezelden John en Yoko naar de middagvoorstelling. Wenner zou daar later over vertellen dat John naast hem bij de filmbeelden zat te huilen. Blijkbaar was er nog het nodige af te sluiten. Enkele dagen later, op 11 juni, kondigden John en Yoko aan dat ze plannen hadden in New York te gaan wonen.



I don't believe in....Janov
Ondertussen nam Johns enthousiasme voor Janov af. Van zijn therapeut moest hij met Yoko ook deelnemen aan groepsessies en daarbij toestaan dat deze gefilmd zouden worden. Ik kan me die aarzeling, danwel weigering, van Lennon levendig voorstellen. Los van het privacy-aspect, maakte dit voorstel hem als wereldberoemd persoon extra kwetsbaar. En zo brokkelde het beeld dat John van Janov had naar verloop van tijd af. Net zoals dat gebeurde bij andere goeroes als (Magic) Alex Mardas en Maharishi Mahesh Yogi. In het nummer God zou John op zijn Plastic Ono Band-album met een groot aantal goden en profeten afrekenen. In juli begon John overigens demo's op te nemen. Van God en een aantal andere nummers voor zijn aanstaande album.

September/oktober 1970,
tijdens de sessies, met Ringo




Voor het eerst gezamenlijk naar New York
Terwijl de zomer van 1970 vorderde en Johns ex-vrouw Cynthia op 1 augustus in Londen hertrouwde met de Italiaanse hotelier Roberto Bassanini, begonnen John en Yoko langzaam maar zeker te denken aan hun tijdelijke terugkeer naar Engeland. Uiteindelijk kwam die er in september, waarna de sessies voor het Plastic Ono Band-album begonnen en in een amper een maand hun beslag kregen. Aansluitend vertrokken de Lennons op 27 oktober voor het eerst gezamenlijk naar New York. Naast het werk aan een aantal filmprojecten, gaven ze daar op 8 december het legendarisch geworden interview aan Jann Wenner van Rolling Stone. Dat gebeurde in het appartement dat ze tijdelijk in Greenwich Village hadden betrokken. 

Jann Wenner

Confessional songwriting
Terwijl de Lennons nog in New York zaten, verscheen op 11 december 1970 de nieuwe plaat: John Lennon/Plastic Ono Band. Overigens samen met het spiegel-album Yoko Ono/Plastic Ono Band, dat grotendeels tijdens dezelfde sessies tot stand was gekomen. Misschien was 'Plastic Ono Band' John Lennons ultieme meesterwerk als confessional songwriter. Met zijn teksten liet Lennon niets aan de verbeelding over. De plaat laat zich luisteren als een dagboek van iemand die, fluisterend en schreeuwend, met zichzelf en zijn verleden in het reine probeerde te komen. Daags voor kerst verlieten de Lennons New York, voor een tijdelijke terugkeer naar Engeland, om verdere problemen rond hun visa te voorkomen. Daarmee sloten ze een jaar vol zelfonderzoek af. Een jaar dat resulteerde in één van de meest indrukwekkende albums die Lennon ooit maakte.



zaterdag 17 april 2021

Dear Sir or Madam will you read my....blog: vijf jaar BeatlesTalk (wat een jubileum!)

Op zaterdag 16 april 2016 besloot ik dat het maar moest gebeuren. Ik startte een blog over The Beatles. Dat is dit weekend precies vijf jaar geleden. Vijf jaar. Ik kan bijna niet geloven dat ik al zo lang onderweg ben met dit wekelijkse schrijfavontuur. Goed om daar juist dit weekend even bij stil te staan!


Will you take a look?
Hoe ik destijds begon? Aangespoord door een aantal mensen stelde ik mijzelf een beetje voor als de schrijver uit Paperback Writer: ik opende mijn eerste blog-post met 'Dear Sir or Madam, will you read my book...' Enfin, de rest kennen jullie wel. Ik besloot de openingsregels van dat Beatlesnummer over een hoopvolle auteur tot het motto van m'n blog te maken. En inmiddels klopt het aardig: 'It took me years to write, will you take look?' En dat hebben jullie de afgelopen jaren veelvuldig en trouw gedaan. Wekelijks lezen honderden Beatlesliefhebbers mijn blog en soms passeerde een artikel in de eerste week al wel eens de duizend lezers. Ik deed het nooit voor de statistieken, maar het was en blijft altijd leuk om leescijfers uur na uur te zien groeien. 


Deventer Schouwburg, oktober/november 2019



Trouwe Twitter-lezers
Omdat menig lezer in de loop der jaren bij m'n blog is aangehaakt en daarbij veel van de artikelen terugleest, groeien vrijwel alle artikelen nog steeds qua lezersaantallen. In sommige gevallen gaat het al om duizenden unieke 'views' per blog-post. De columns over Maureen Starkey, de Mrs. Mills-piano, Astrid Kirchherr en de totstandkoming van de Abbey Road-hoes scoorden bijvoorbeeld enorm. Wat is het geweldig om te zien dat de wekelijkse columns hun waarde houden. Ook ben ik blij met de vele reacties, aanvullingen en commentaren die ik de afgelopen vijf jaar op de columns ontving. Niet alleen rechtstreeks onder de artikelen, maar vooral ook op Facebook en via een hele trouwe club Twitter-lezers. Sommigen van hen reageren elke week. Sommigen delen mijn column zelfs al-tijd. Dat vind ik zo aardig en zo bijzonder! Het motiveert om verder te schrijven.

Hamburg, juni 2018


Van schrijven naar schouwburgavonden
De blog opende onbedoeld veel deuren. Ook daar deed ik het niet om, maar ik genoot van wat er op mijn pad kwam: een serie lezingen met Jan Cees ter Brugge, op allerlei plekken in het land. Het hoogtepunt daarbij waren twee avondvullende en uitverkochte schouwburgvoorstellingen in Deventer met Bertolf Lentink en Diederik Nomden rond de totstandkoming van het Abbey Road-album. Maar ook de voorstelling in Theater Bouwkunde over het vijftigjarig jubileum van Sgt. Pepper staat me nog levendig bij. Net als de knusse bijeenkomsten in Leiden, tijdens de Beat Meet én die bijzondere avond in Utrecht, waarop we met zoveel Beatlesliefhebbers én Fab4Cast het White Album "vierden". Bijzonder was het ook om uitgenodigd te worden in de Londense Abbey Road Studio's, om te schrijven over het glorieuze Abbey Road-project van The Analogues. Net als de ontmoetingen met Beatleshistoricus Mark Lewisohn: daar op die legendarische plek en al eerder in Amsterdam en Liverpool.

Met Mark Lewisohn in
Abbey Road, Studio Two, juni 2019:

"Well I do like your tie, for a start."


Samenwerking met Fab4Cast
Via Jan Cees ter Brugge ontwikkelde ik een fijne samenwerking met het voltallige Fab4Cast-team. De podcastmakers boden me ruimte om wekelijks mijn column via hun social media-kanalen te delen. Achter de schermen helpen we elkaar en ondertussen ondernamen we al een aantal interessante podcast-trips naar Hamburg en Liverpool. Ook ons Lennon-podcastproject voor AVROTROS en Radio 5 was onvergetelijk. De samenwerking maakte me duidelijk dat podcasten en schrijven heel complementair zijn. Bij een gezamenlijk reisavontuur versterken de podcasts en de artikelen elkaar. Dat reizen naar Beatleslocaties inspireerden me enorm bij het schrijven. Je kunt twintig boeken over Strawberry Fields, Menlove Avenue, Penny Lane of Forthlin Road lezen, maar je voelt pas wat deze plekken voor jou en de wereld betekenen als je er bent. Bij dat rode hek, die shelter in the middle of the roundabout, of in die jongenskamers waar groots gedroomd werd.

Met Fab4Cast in Liverpool, oktober 2019


The continuing story of BeatlesTalk
Waar deze reis me verder brengt? Ik laat het op me afkomen. Vaak krijg ik de vraag of er eens een boek verschijnt. Dat schuif ik een beetje voor me uit. Vanwege koudwatervrees rond alle praktische aspecten die daar bij komen kijken. Toch sluit ik het niet uit, maar wacht ik liever of er eens iets op mijn pad komt, dat kan leiden tot zo'n boek. Door de afgelopen jaren eigenlijk niets na te jagen of af te dwingen, kreeg ik veel moois in mijn schoot geworpen. Dat is een beetje mijn filosofie rond dit blogproject geworden. Al kost het schrijven me vrij veel tijd: het gaat me vooral om die ontdekkingsreis en alles dat daar zomaar uit voortkwam. Om wat ik er zelf mee blijf leren over die fascinerende band. Om de fijne samenwerking die het opleverde. Bedankt voor jullie niet aflatende belangstelling en graag tot volgende week!

 

zaterdag 10 april 2021

Hoe een gestolen koffer van Brian Epstein The Beatles in de problemen bracht

Beatlesmanager Brian Epstein was een man met geheimen. Vaak noodgedwongen vanwege zijn seksuele geaardheid in het Engeland van midden vorige eeuw. Triest, maar waar. Achter zijn Samsonite-koffer, die onlangs door het Liverpoolse museum The Beatles Story via Juliens Auctions werd aangekocht, kwam een opmerkelijk verhaal vandaan.


Een lijntje tussen Liverpool en Los Angeles
Het Liverpoolse museum, pittoresk gelegen aan de Albert Dock verwerft of leent regelmatig nieuwe Beatles-items om ten toon te stellen. Afgelopen zomer was dat dus de koffer van Brian Epstein, die voor een bedrag van bijna 3500 pond aan de collectie van het museum kon worden toegevoegd. "We hebben een goed lijntje met Juliens Auctions in Los Angeles," vertelde één van de museummedewerkers in de podcast Beatles City. Zo rinkelt regelmatig de telefoon in Liverpool, wanneer het Amerikaanse veilinghuis iets nieuws aangeboden krijgt: of er in Engeland interesse is om ook mee te bieden.



Gestolen uit de hotelkamer
De telefoon rinkelde ook vorig jaar, toen de zwarte Samsonite-koffer van Brian Epstein geveild zou worden. Op de foto zien we Brian op 8 juli 1966 met de koffer in zijn handen staan. The Beatles waren geland op Londen Heathrow, na hun onfortuinlijk verlopen tour door het Midden Oosten. Een maand later zou Brian alweer met de jongens in de Verenigde Staten zitten. De band zou tijdens deze laatste tour ook optreden in het Dodger Stadium in Los Angeles. Terwijl Brian en The Beatles in die stad verbleven, werd Brians Samsonite uit zijn hotelkamer gestolen. De dief was een bekende van de Beatlesmanager: Dizz Gillespie. 


Vernoemd naar de jazztrompettist
Deze Dizz heette eigenlijk John, maar zijn vrienden vernoemden hem naar de beroemde jazztrompettist. De Amerikaan verhuurde zich regelmatig als escort aan Brian. De twee kenden elkaar al van een ontmoeting in Los Angeles. The Beatles tourden in augustus 1964 voor de tweede keer door de VS, waarbij Brian en Dizz elkaar op een feestje tegen het lijf liepen. Epstein vroeg Dizz naar Londen te verhuizen, zodat hij zich over hem kon ontfermen. Gillespie had aspiraties als acteur en zanger en Epstein was bijzonder van hem gecharmeerd: begin 20, donker haar en een uitdagende blik.


Een bezoek aan Kenwood
Zodoende voegde Brian Dizz toe aan zijn verzameling artiesten, stak hem in het nieuw en stuurde een persbericht naar de media dat Dizz zijn nieuwe ontdekking was. Gillespie viel met de neus in de boter: Epstein loste zijn schulden af en voorzag hem van drugs. Ook vergezelde hij Brian regelmatig naar feestjes. Tijdens een gezamenlijk bezoek aan John Lennons woning Kenwood in Weybridge, ontving Dizzy een gesigneerd exemplaar van Johns boek In His Own Write. "To Diz, You’re a great TURN, good God, from, John Lennon," schreef John in het boek dat hij Dizz gaf. Daarbij gebruikte Lennon het woord "Turn" dubbelzinnig: hij noemde Dizz een showman, maar ook iemand die een ander een hak kon zetten. Die woorden bleken profetisch.



Een keukenmes op de keel

Brian en Dizz brachten vele avonden door in Epsteins Londense flat aan Williams Mews (Whaddon House, appartement 15). Deze avonden liepen, door grote hoeveelheden pillen en cognac, vaak uit op gewelddadige confrontaties. Regelmatig kwam het tot vechten en het vernielen van huisraad. Toen Dizz op een zekere avond zijn zin niet kreeg, bedreigde hij Brian met een keukenmes, eiste hij meer contanten uit diens portemonnee en maakte hij zich uit de voeten. Hoewel Epstein vaker gewelddadig behandeld was tijdens zijn geheime ontmoetingen met mannen, hakte deze beroving er stevig bij hem in. Na een periode waarin hij mentaal moest herstellen, besloot hij zijn flat en de bijbehorende nare herinnering achter zich te laten. Epstein verhuisde naar 24, Chapel Street.




Bewaakt in een hotelkamer
Dizz verdween uit Brians leven, maar dook weer op in augustus 1965. Op dat moment was Brian in New York, waar The Beatles in Shea Stadium zouden spelen. Het kwam opnieuw tot een ontmoeting tussen de twee. Kort daarop eiste Dizz eiste via Nat Weiss, die voor Epstein in Amerika betrokken was bij het beheer van het Beatlesimperium, een bedrag van 3000 dollar. Gillespie wilde er een auto van kopen om zich uit de voeten te maken. Weiss kwam met Dizz overeen dat hij zich schuil zou houden in de hotelkamer van het Warwick Hotel, tot The Beatles en Epstein weer vertrokken waren. Terwijl The Beatles hun persconferentie in het hotel gaven, moet Gillespie zich er (bewaakt) hebben schuilgehouden in een hotelkamer. Niemand wilde dat de gevaarlijke en onberekenbare Dizz publiekelijk voor gedoe zou zorgen.




20.000 dollar en een grote verzameling pillen
Je zou zeggen Epstein inmiddels goed geleerd had van het risico dat hij nam door met Gillespie om te blijven gaan. Blijkbaar was dat niet het geval. Want tijdens de laatste tour van The Beatles in de Verenigde Staten (augustus 1966) kwam het opnieuw tot een ontmoeting met de Amerikaan. Gillespie meldde zich bij Brian en wist hem te verleiden tot een intiem rendez-vous in het Beverly Hills Hotel in Los Angeles. De volgende ochtend stal Dizz de bewuste Samsonite-koffer. En toen brak er paniek uit. De inhoud van de koffer zou Brian en The Beatles enorm in de problemen kunnen brengen: behalve een papieren zak met 20.000 dollar aan verdiende gage, bevatte de Samsonite een grote hoeveelheid pillen, persoonlijke notities en foto's van mannen uit Brian's amoureuze netwerk.





Brian miste Candlestick Park
Enkele dagen na de diefstal ontving Nat Weiss een brief waarin losgeld voor de koffer werd geëist. 10.000 dollar om precies te zijn. Of het tot die deal kwam, heb ik niet kunnen vinden. Wel kwam de koffer dankzij de inzet van een privédetective weer terug. De volledige inhoud was verdwenen. Paniek en chaos rond deze kwestie zorgden er uiteindelijk voor dat Brian Epstein en Nat Weiss het legendarische concert van The Beatles in Candlestick Park misten. Na dit incident verdween Dizz definitief uit het leven van Epstein.


Dizz Gillespie kreeg een kleine rol in de graphic novel
"The Fifth Beatle: The Brian Epstein Story" (Robinson, Baker, Vivak).







zaterdag 3 april 2021

Shine, the weather's fine: The Beatles en het weer

Terwijl de lente zich met vallen opstaan laat zien, kijken we ongetwijfeld de klok vooruit. Naar warmer weer en langere avonden. We mochten daar afgelopen week al een beetje van genieten. Ondanks deze moeilijke coronatijd, brengt het voorzichtige voorjaar je misschien wat hoop en een beter humeur. Dat de weersomstandigheden ook hun weerslag hadden op het creatieve proces van The Beatles, is duidelijk terug te horen in hun liedjes. Zo ging ik deze week op zoek naar verwijzingen naar het weer in het repertoire van The Fab Four. Of ze nu overdrachtelijk bedoeld zijn of niet: we kunnen best stellen dat The Beatles vaak naar weersomstandigheden verwezen.




Everybody saw the sun shine
Kunnen we de zon de grootste inspiratiebron van de jongens noemen? Misschien wel. De warmte, het licht: het is niet gek dat we verwijzingen naar de zon of zonnig weer terugvinden in Good Day Sunshine, I'll Follow The Sun, Dear Prudence (the sun is up, the sky is blue), I Am The Walrus (sitting in an English garden, waiting for the sun), Good Night (the sun turns out his light), I've Got A Feeling (everybody saw the sun shine) en natuurlijk is de zon er in George Harrisons magnum opus Here Comes The Sun. En laten we The Fool On The Hill niet vergeten, want hij "sees the sun going down".




There's a fog upon L.A.
....mijmerde George Harrison terwijl hij in de zomer van 1967 in zijn gehuurde huis aan Blue Jay Way op PR-man Derek Taylor wachtte. Daarmee gaf Harrison ook de mist een plekje in een Beatlesnummer. Verder dan dit voorbeeld kwam ik niet. Is er nog meer "slecht zicht" te vinden in het Beatlesrepertoire?



If the rain comes
Natuurlijk ligt het nummer Rain voor de hand, maar waar vinden we nog meer verwijzingen naar deze zo typisch Engelse weerconditie? Ik ontdekte "always rain in my heart" in Please Please Me. Net als de "endless rain inside a papercup" in Across The Universe. In Hey Bulldog gaat het over "standing in the rain". Bij Fixing A Hole over "a hole where the rain gets in" en in I Am The Walrus zingt John Lennon: "standing in the English rain". In Penny Lane giet het van de "pouring rain". Diezelfde regen "washed away" in The Long And Winding Road.



Wind

Bij Honey Pie heeft de hoofdpersoon in het nummer de wind goed in de zeilen. Anders dan de "restless wind" die we in Across The Universe "inside a letter box" horen waaien. In Because is "the wind high" en in Dear Prudence juist weer "low". Lennon zingt in Julia liefdevol over de "windy smile" van zijn moeder, al betekent "windy" in die context misschien iets anders. Ringo Starr fantaseert in Octopus's Garden "we would be warm, below te storm". Tot slot vond ik een "wild and windy night" in The Long And Winding Road, maar daar hield het zo'n beetje op met waaien.

 

Missen we nog iets?
Het is altijd een fijne puzzel om met een thema in je achterhoofd door het Beatlesrepertoire te grasduinen. En altijd zie je iets over het hoofd. Zo vulden jullie me goed aan toen ik op zoek ging naar de dieren op het White Album. Hoe zit het met de weercondities? Missen we nog iets? Fijn Paasweekend! Een zonnetje zou lekker zijn.