zaterdag 25 december 2021

Cold Turkey? Hoe het kerstfeest van The Beatles in 1968 eindigde in chaos

Op maandag 23 december 1968 was het om negen uur in de ochtend al een drukte van belang in het Apple-kantoor aan Savile Row. Huiskoks Sally en Diana waren in de weer om een twintig kilo wegende kalkoen te preparen voor de op handen zijnde feestelijkheden. Met de kerstdagen in zicht hadden The Beatles (?) besloten dat er best een gezellig feestje gehouden kon worden in hun zakelijk hoofdkwartier in het chique Londense kleermakersdistrict. Maar, zoals kenmerkend voor de chaotische nadagen in het bestaan van de band, verliep het allemaal nèt wat anders dan gepland. We zetten de klok terug naar die bewuste maandag in 1968.



Een goochel- en buikspreek-act
Wat was het plan? Het kerstfeest van Apple zou uit twee delen bestaan. 's Middags om half drie mochten medewerkers zich met hun kinderen melden in het kantoor van Apple-directielid Peter Brown. Na het kinderprogramma zouden de feestelijkheden zich vanaf zes uur 's avonds in het kantoor van Neil Aspinall voortzetten, met een cocktailparty voor genodigden. Daags voor deze Apple Christmas Party werd er een interne memo verspreid, met een aankondiging van de fantastische Ernesto Castro en zijn assistente April. Een entertainersduo met een muzikale goochel- en buikspreek-act, dat bovendien zijn sporen verdiend had met optredens voor de Britse royals én Winston Churchill. Alle Apple-medewerkers mochten hun eigen kinderen of een paar andere kinderen meenemen naar het feest. En, zo was met de gebruikelijke humor in de memo te lezen, wie beide opties niet voor elkaar kreeg, kon er altijd nog voor zorgen intussen zelf een kind te krijgen.



Taart, worstebroodjes en ijs

Terwijl er die ochtend een grote kerstboom verrees en een bomvol buffet met lekkernijen werd voorbereid, was het tegen een uur of elf al een drukte van belang in de Black Room voor de pers, waar de eerste bezoekers zich tegoed deden aan grote hoeveelheden Scotch & Coke, geestverruimende sigaretten en de lp's die naar goed Apple-gebruik overdadig rondgedeeld werden. De harde muziek werd rond de klok van drie ruimschoots overstemd door het opgewonden gegil van meer dan honderd kinderen, die zich verderop in de gang vermaakten met taart, worstebroodjes en ijs, ongeduldig wachtend tot de grote Ernesto Castro en zijn assistent April met hun kerst-act zouden beginnen. Het optreden werd een groot succes.




John als Father Christmas
Ondertussen stonden John Lennon en Yoko Ono, verkleed als de kerstman en zijn vrouw, in de Black Office op de kinderen te wachten. Hopelijk hadden de ramen inmiddels even goed open gestaan, om de wietlucht te verdrijven. Samen met Mary Hopkin waren zij verantwoordelijk voor het uitreiken van de kerstcadeautjes. Temidden van de joelende kinderen, op zoek naar hun cadeau, mompelde een onbewogen John Lennon onophoudelijk "ho, ho, ho" door zijn witte baard. Ook Ringo, Maureen en hun kinderen waren present (zie foto's). Dat gold niet voor Paul, die vermoedelijk met zijn verloofde Linda al onderweg was naar Liverpool, waar hij de kerst bij familie doorbracht. En George? Ook hij was afwezig, maar zorgde wel dat de cocktailparty een bijzondere wending kreeg.





 

Hell's Angels
Na het kinderfeest hadden John en Yoko zich van hun kostuums ontdaan en waren ze gemoedelijk op de grond gaan zitten naast een paar dakloze hippies die hun intrek in het Apple-gebouw hadden genomen. De sfeer sloeg om toen enkele Hell's Angels, eerder dat jaar in San Francisco uitgenodigd door de nu zelf afwezige George Harrison, zich door de drukte naar voren werkten. Het werd stil toen aanvoerder Frisco Pete (Pete Knell) schreeuwde waar het eten bleef: "We gaan echt niet zo zeven uur wachten." Toen hij tot stilte gemaand werd, haalde hij uit naar één van de aanwezigen en verkocht hij hem een goed gemikte tik, waarna de Hell's Angel John Lennon indringend aankeek en hem sommeerde de kalkoen binnen te laten brengen. Vlak voordat er opnieuw een confrontatie plaatsvond, kwam Peter Brown op hoffelijke wijze tussenbeide en maande hij Frisco nog even geduld te hebben.  De feestgangers haalden opgelucht adem. De Hell's Angel verliet de ruimte hoofdschuddend.

De telegram waarmee George Harrison de 
komst van de Hell's Angels bij Apple aankondigde


"Frisco" Pete Knell


Linkerpoot
Nadat het buffet langs drie wanden was opgebouwd, werkte Frisco zich opnieuw naar voren. Voordat de ober hem kon vragen wat hij voor hem mocht opscheppen, rukte de ongeduldige kerstengel in één beweging de linker poot van de kalkoen, zoals toeschouwer en Apple-werknemer Richard DiLello de gebeurtenissen zou omschrijven in zijn boek The Longest Cocktail Party. Dit was het teken dat de overige hongerige gasten nodig hadden om zelf het buffet te plunderen. Gelukkig hebben we de foto's nog. Niet van het buffet trouwens. Merry Christmas, lieve lezers!


zaterdag 11 december 2021

Hoe het nieuwe Get Back-boek al bij verschijnen in de schaduw stond van de Peter Jackson-documentaire én de Let It Be-Anniverary Box

De afgelopen weken kwam er een tsunami aan artikelen, podcasts, YouTube-filmpjes en social media-updates op ons af over de spectaculaire Get Back-documentaire van Peter Jackson. Dat is ook niet zo gek. Misschien was The Beatles Anthology uit de periode 1995-2003 wel het meest recente omvangrijke multimedia-project dat The Beatles uitbrachten. Over zoveel nieuw belangwekkend materiaal, dat nu met Get Back op ons afkwam, moet natuurlijk geschreven en gesproken worden. Net als destijds bij het Anthology-project verscheen in deze Get Back-periode een lijvig koffietafelboek dat de audio en video ondersteunde. Half oktober lag deze officiële Beatles-publicatie in de boekhandel.

Eindejaarslijstjes
Wie in de laatste maanden van het jaar jarig is, zoals ik, heeft geluk. Hoewel ik me altijd ongemakkelijk voel bij het krijgen van cadeautjes, zijn er in deze periode genoeg prachtige boeken (op aandringen van de gever) op het verjaardags-, sint- of kerstlijstje te plaatsen. It's the season. En ieder jaar verschijnt er wel iets waarmee je als Beatlesliefhebber je verzameling toch wel zou willen uitbreiden. Omdat men zo aandringt. En dus pakte ik eind oktober dankbaar de Engelstalige "heruitgave" van het Get Back-boek ("by The Beatles") uit. Ik was er blij mee!



In de schaduw van de box en de docu
Eigenlijk stond het 240 pagina's tellende boek al bij verschijnen in de schaduw van de Let It Be Anniversary cd/lp-box (waarvan de Super Deluxe Edition ook weer een ánder boek bevat). Die kwam namelijk ook half oktober uit. En de stroom van reviews over deze box ging naadloos over in de genoemde tsunami van nieuwsberichten en achtergrondartikelen over de Get Back-documentaire van Peter Jackson, die dan weer eind november verscheen. Wie alles tot zich wil nemen, komt ogen en oren tekort. Laat staan dat het allemaal al ingedaald is. Dit kunnen onze hongerige maar tere Beatles-harten toch niet allemaal in één keer verwerken?



De leesbril hoeft niet op
Daarom kwam ik er afgelopen week pas toe om het geweldige Get Back-boek open te slaan en door te bladeren. 240 glimmende pagina's, waarvan het grootste deel in full colour. De geur van drukinkt in m'n neus. Alles is royaal aan de uitgave. Van de omvang (25 x 30 cm) en het gewicht (bijna twee kilo) tot de lettergrootte en bladspiegel. De leesbril hoeft niet op. De foto's spatten van het papier. En over die foto's gesproken: op een paar oudere foto's in de inleiding na (Terence Spencer), zijn ze van de hand van Ethan Russel en Linda Eastman (destijds binnen drie maanden Mevrouw McCartney). Hun foto's staan afgedrukt in frames met rechte hoeken. De vele "stills" uit de film zijn te herkennen aan hun kaders met ronde hoeken.



Waar is Maureen?

Na het voorwoord (Peter Jackson) en de inleiding (Hanif Kureishi) volgen vier overzichtspagina's waarop de hoofdpersonen uit de documentaire op een rij geworden gezet. Opvallend is het dat Yoko Ono, Linda Eastman en haar dochter Heather wel met naam en foto in het overzicht staan, maar dat Maureen Starkey, die toch ook regelmatig in de documentaire te zien is, geen aparte vermelding krijgt. Of zou men alleen gekozen hebben voor de personages die we daadwerkelijk horen spreken in de documentaire en van wie er dus ook tekst in het boek werd afgedrukt?

Het oorspronkelijke Get Back-boek
dat in 1970 met het Let It Be-album verscheen

Wie was de stille Beatle?
Net als in de documentaire is het boek in drie zogenaamde "acts" verdeeld: Twickenham Film Studios (act one), Apple Studios (act two) en The Rooftop (act three). En net als korte nawoord ("What happened next?") werden deze teksten geschreven door John Harris. Binnen het drieluik staan de foto's en geselecteerde audiotranscripties per dag gerangschikt. Net als in het oorspronkelijke zwarte Get Back-boek, dat in 1970 (met slecht gelijmde rug) het Let It Be-album in een aantal landen in de "deluxe version" vergezelde. In de huidige transcripties en de documentaire valt op hoe weinig Ringo Starr zich met alle discussies en meligheid bemoeide. Wie was nu eigenlijk écht de stille Beatle, is de vraag die we kunnen stellen. Ook in dat opzicht dienen zich na 51 jaar nog steeds nieuwe inzichten aan.

donderdag 25 november 2021

Peter Jackson-documentaire Get Back werpt een nieuw licht op wat The Beatles in januari 1969 doormaakten

Deze week verschijnt de langverwachte driedelige documentaire Get Back, die Peter Jackson samenstelde uit 55 uur beeldmateriaal en 140 uur audio uit de kluizen van Apple. De audio was de afgelopen decennia al voor een deel uitgelekt, maar het beeldmateriaal nog nauwelijks. Voor beide ingrediënten geldt: niet eerder zagen en hoorden we The Beatles zo compleet, zo haarscherp en zo kraakhelder tijdens hun sessies in januari 1969. Sessies waaruit aanvankelijk een donkere bioscoopfilm en een gefragmenteerd album werden samengesteld.


Voedden The Beatles hun eigen herinneringen?
Het moet toch met name de korrelige, donkere bioscoopfilm zijn geweest, die de herinneringen van John, Paul en George en Ringo over die januarimaand zo grauw kleurde. In hun eigen reflecties op het project versterkten de vier Beatles hun herinneringen en voedden ze wellicht het beeld dat decennialang overgenomen werd in artikelen, boeken en documentaires. Hoewel het beslist niet allemaal peis en vree was, en vaak ronduit een ingewikkelde tijd, werpt de nieuwe Peter Jackson-documentaire een nieuw licht op januari 1969. Ruim twee jaar geleden vertelde Mark Lewisohn al dat hij nauwelijks een onvertogen woord kon ontdekken in alle tapes die hij beluisterde. Die uitspraak wordt nu ondersteund door wat ons deze dagen in drie lange documentaire-delen voorgeschoteld wordt.



Hoe snel kun je al conclusies trekken?
Afgelopen week kreeg ik de kans om, via een streng afgeschermde perslink, al zo'n 80% van de documentaire te zien. Het was een voorrecht, maar tegelijkertijd een uitdaging om zó snel uit zo'n enorme hoeveelheid beeld- en geluidmateriaal de juiste conclusies te trekken. Je moet het allemaal zien, verwerken, overdenken, heroverwegen en ook nog eens opschrijven. Het is bijna niet te doen. Toch wilde ik jullie graag laten weten wat mijn eerste gedachten en gevoelens bij Get Back zijn. En natuurlijk ben ik de komende dagen ook benieuwd naar wat Get Back bij jullie zelf oproept. In ieder geval mocht ik er met Jan Cees ter Brugge bij De Nieuws BV op NPO Radio 1 al een eerste reactie op geven.



De pluizen op de oranje trui van McCartney
Ten eerste was Get Back een fascinerende kijkervaring. De beelden zijn zo mooi gerestaureerd dat je de pluizen op de oranje trui van McCartney kunt zien, net als het vuil onder de nagels van Lennon. We zijn, meer dan ooit, een fly on the wall. Of eigenlijk een fly on the knee van The Beatles. En we kijken en luisteren mee hoe de band zich in het eerste deel probeert te verbinden met een nieuw project. Dat lukt maar nauwelijks. Een grote, ongezellige studio, een paar keukenstoelen en wat apparatuur. Het bleek een setting waarin The Beatles zich duidelijk vertwijfeld afvroegen waar hun beoogde documentaire en oefensessies voor een publiek optreden toe moesten leiden.



Ongeïnspireerd en doelloos
Nu Peter Jackson ons in die eerste, ongeïnspireerde en vaak doelloze fase van het Get Back-project zo met de neus op de feiten drukt, overkomt ons als kijker (althans: dat gebeurde bij mij) haast ook een gevoel van machteloosheid. Niet alles dat The Beatles aanraakten, veranderde in goud. Er wordt halfslachtig een nieuw nummer ingezet, waarna er snel een klassieker volgt, zoekend naar common ground, in een tijd waarin dat niet meer zo vanzelfsprekend leek. Het is de fase waarin McCartney, met de beste bedoelingen, zoekend naar een plan, regelmatig de leiding neemt. Haast in vertwijfeling. Lennon is mentaal afwezig, George voelt zich soms wat gedirigeerd en Ringo ziet het in stilte aan. Het is de ongemakkelijke waarheid van deze eerste dagen, die we als kijker samen met The Beatles beleven.


Een microfoon in een plantenbak

Wanneer George afhaakt en naar Liverpool blijkt te zijn vertrokken, is er aanvankelijk ongerustheid maar ook al snel een vorm vertrouwen dat alles goed komt. Lennon en McCartney trekken zich samen terug in de Twickenham-kantine en spreken onder vier ogen over de crisis. Gelijkwaardig, respectvol en nuchter. De cameraploeg duwde een microfoon in een plantenbak. Dankzij deze meesterzet, zitten wij op het puntje van onze stoel en horen we hoe de twee bandleiders de situatie evalueren en de nabije toekomst inschatten. Het is één van de momenten waarop je begint te beseffen hoe belangrijk dit document voor ons is, om te begrijpen wat er werkelijk is gebeurd. Net als bij het kijken naar de veel uitgebreidere beelden rond de discussie tussen Paul en George ("I play whatever you want me to play."). De soep werd uiteindelijk niet zo heet gegeten als hij leek te worden opgediend.



Nieuwe technieken
Dankzij nieuwe video- en audiotechnieken, waarin Peter Jackson artificial intelligence en machine learning toepaste, lukte het hem om qua beeld en geluid beter in te zoomen op het hele groepsproces dat zich ruim 50 jaar geleden in Twickenham en bij Apple afspeelde. We zoomen in op de nooit eerder getoonde tranen die in McCartneys ogen opwellen, als de toekomst van de groep ter sprake komt. We horen conversaties die jarenlang (al lagen ze in de kluis) ondergedompeld bleven in het geluid van gitaren en drums. Met schatgraven komt de waarheid aan de oppervlakte.


Het ongemak van Paul
Die waarheid, tenminste in de ruim zes uur die we nu voorgeschoteld krijgen, is een hele eerlijke en een hele mooie. Misschien is hij wel net zo troostrijk voor ons als liefhebbers, als hij was voor de overgebleven Beatles en hun inner circle. Want na de verhuizing naar de Apple-kelders, vanaf deel twee, begint de energie te stromen. We zien George hoopvol terugkeren, John mentaal weer aanhaken, Paul opklaren en Ringo ontspannen glimlachen. Yoko is bescheiden aanwezig en wordt met respect behandeld. De doelloosheid gaat over in een mix van meligheid en een zoektocht naar een manier waarop het project toch tot een goed einde kan worden gebracht. Daarbij is het Paul die er nog steeds het maximale uit wil halen. Niet bazig, maar kwetsbaar. Hij vraagt om een gestructureerde aanpak, benoemt zijn ongemak bij de leidersrol waartoe hij zichzelf haast gedwongen voelt, en hoopt nog steeds dat dat afsluitende concert er kan komen.


Overwinnaars-mentaliteit
Wanneer Glyn Johns hem influistert dat een concert op het dak wel eens de perfecte oplossing kan zijn, zien we McCartneys gitzwarte wenkbrauwen blij omhoog schieten en de ontspanning zich van zijn gezicht meester maken. Uiteindelijk is er een uitweg uit de rommelige zoektocht in de kelders aan Savile Row. En die ligt pal boven hun hoofden. En dan gaat het ook snel opwaarts met de energie. Er wordt een setlist samengesteld, hard gerepeteerd. Daarin tonen The Beatles zich een band die zich heel snel en doelmatig het soms complexe nieuwe materiaal eigen kan maken. Er ontstaat een overwinnaars-mentaliteit ("wij vieren tegen de rest van de wereld, tegen de deadline"). En zo sta je toch versteld van het niveau waarmee de nummers op het koude Apple-dak uiteindelijk gespeeld worden. Alles onder controle. Het geeft de ongelofelijke klasse van The Beatles als band weer. 


Van niets naar alles

Die overwinnaars-mentaliteit laat in Get Back zien hoe snel de energie binnen The Beatles om kon slaan. Eigenlijk was het vaak "alles of niets". Die hele reis, in dit geval van niets naar alles, maken we als kijker volop mee. Of het algemeen publiek dat proces voor de televisie uit zal zitten? Ik betwijfel het. Wie op afstand nieuwsgierig is, beleeft misschien meer plezier aan de verkorte bioscoopversie. Maar wie The Beatles van haver tot gort kent, het liefst binnenstebuiten keert, kijkt gefascineerd naar dit groepsproces, dat haast aandoet als een sociaal experiment. Als een big brother-setting, waarin de camera's vergeten worden. Net als alle conventies. 

Julian Lennon, Olivia Harrison en Sean Lennon

Broederschap
En dat is misschien ook wel zo mooi. Want wanneer de aanwezigheid van camera's vanzelfsprekend is geworden, zien we vier mannen die nog steeds een diepe verbondenheid uitstralen. We zien het onderlinge respect tussen Paul en John, de vriendschap tussen George en Ringo. We kijken naar vier bandleden (haast broers) die hun irritaties moeiteloos opzij schuiven en met een glimlach het volgende nummer inzetten. Die zich samen verbazen en slap lachen om alle speculaties die ze gezamenlijk in de Britse kranten lezen. De vrolijkheid, dat "doorgaan, tegen beter weten in" en dat broederschap zal veel kijkers een warm gevoel geven. Wat dat betreft kon een geëmotioneerde Julian Lennon het afgelopen week niet beter verwoorden: "The One True thing I can say about it all, is that it makes me so proud, inspired & feel more love for My/Our familiy, than ever before... And the film has made me love my father again, in a way I can't fully describe... Life Changing." Veel kijkplezier!

 




zaterdag 13 november 2021

De Week van de Verwarring: een onbekende foto van Paul (?) en een onbekende track van Ringo en...George?

Het was de Week van de Verwarring, lieve lezers. En dan heb ik het niet over het coronabeleid van het kabinet. Nee, politiek nieuws zul je hier niet vinden. Het is en blijft allemaal Beatles wat de klok slaat. Maar verwarrend was het wel, want er doken maarliefst twee onbekende items rond The Beatles op. In het ene geval was dat een ijzingwekkende foto waarop Paul McCartney op de ochtend van 9 december 1980 te zien zou zijn, terwijl hij de krant koopt waarin John Lennons dood wordt aangekondigd. Nergens staat echter dat de man, die we op de rug zien, daadwerkelijk Paul is. Al lijkt hij qua postuur en houding op Paul, maakte Linda McCartney de foto en dook deze op in het afgelopen week verschenen The Lyrics-boek. Wie het weet, mag het zeggen.


Radhe Shaam op een zolder
In het andere geval was daar ineens een onbekende opname waarop George Harrison en Ringo Starr te horen zijn. Tijdens de lockdown ruimde de Indiase schrijver en producer Suresh Joshi (75) in Birmingham zijn zolder op en trof hij een tape die, naar zeggen, uit 1968 stamde. Te horen waren Ringo Starr, George Harrison en enkele andere bandleden, die het door Joshi geschreven nummer Radhe Shaam speelden. Daarbij begeleidden ze zanger Aashish Khan, die hindi zong. De opname zou gemaakt zijn in de zomer van 1968 in de Londense Trident Studio's, waar The Beatles een deurtje verder aan het nummer Hey Jude werkten. De opname was bedoeld voor de documentaire East Meets West. Joshi en Harrison waren al bevriend, deelden een interesse in Indiase muziek en de producer zou Harrison zelfs aan Ravi Shankar hebben voorgesteld.


East Meets West
Met hulp van een vriend zorgde Joshi dat de herontdekte tape in handen kwam van een producer. Die krikte de opname op en zorgde dat het nummer gemixt werd. Waar het over gaat en hoe het klinkt? Het is een psychedelisch popnummer over het concept dat "we allen één zijn en alles kunnen bereiken wat we willen". Daarmee past het in de tijd waarin het gemaakt werd en doet het ook denken aan het album dat George Harrison in 1971 met de Radha Krishna Temple opnam. Houd dat seventies-concept even vast...


Parel
So far, so good. Een trotse Suresh Joshi vertelde deze week op BBC Merseyside over de parel die hij vele decennia op zijn zolder had liggen. Ook mocht een select gezelschap in het Beatles Museum in Liverpool eerder alvast naar de track luisteren. In Nederland besteedden onder andere Nu.nl en Radio 1 aandacht aan het nieuws. Ons aller Yorick van Norden, Beatleskenner-pur-sang, vertelde er afgelopen donderdag enthousiast over in het Radio 1 Journaal. Ook mijn Fab4Cast-collega's Wibo Dijksma, Jan Cees ter Brugge en Michiel Tjepkema wijdden er een extra Petje Af-podcast (#04) aan, waarin ze het nummer en de context bespraken. 


1968 of 1970? Harrison of Clapton?
En daar gebeurde iets knaps, althans dat vind ik. Want Wibo Dijksma maakte twee rake opmerkingen. Ten eerste vond hij het nummer eerder klinken alsof het in 1970 opgenomen was, dan in 1968. Ook merkte hij op dat het gitaarspel hem eerder aan dat van Eric Clapton dan van George Harrison deed denken. Die twijfel bleef een beetje in de lucht hangen. Wat kun je verder? Het nieuws is vers, je kent nauwelijks de context, maar je hebt wel een goed stel kenners-oren. En dat heeft Yorick van Norden ook. Niets ten nadele van hem. Yorick baseerde zich ongetwijfeld op een betrouwbare bron als de BBC of The Guardian.


Een project voor Aashish Khan
Gisteren dook echter dit artikel op. Op de site Sound and Vision schreef Matt Hurwitz afgelopen zomer over de All Things Must Pass-sessies van. Het artikel verscheen ter gelegenheid bij de release van de uitgestelde 50 Anniversary Box van veelgeprezen Harrisons album. Daar lezen we het volgende:

One other key player was arranger John Barham, who had met George at Esher in 1966, when Ravi Shankar came to play for him there. Barham had subsequently worked on Wonderwall Music, and, on March 10, 1970, had created an arrangement for an unreleased session George helmed at Trident for a project by Indian musician Aashish Khan (which also featured Eric, Klaus and Ringo).

Dat zou er inderdaad op duiden dat het nummer in maart 1970 werd opgenomen en dat het goed mogelijk is dat we Eric Clapton horen spelen. Op de foto die bij de BBC gedeeld werd, zien we Ringo (overduidelijk met 1970-haardracht) met arrangeur John Barnham (links) en een Indiase man staan. Zou dat alsnog Suresh Joshi kunnen zijn? Het lijkt me niet Aashish Khan, die op een andere foto (zie daaronder) staat. Zou Joshi de sessie uit maart 1970 verward hebben met die uit de zomer van 1968? Het is goed denkbaar, omdat beide sessies in Trident plaatsvonden. Wederom: wie het weet, mag het zeggen!

John Barnham, Ringo Starr en....? 


George Harrison, Aashish Khan en John Barnham


zaterdag 6 november 2021

De nieuwe Let It Be-box: over Ringo's klikkende drumstokjes en 2 minuut 49 aan nieuw materiaal (met podcast)

Spannende tijden in Beatles-land. Terwijl we allemaal uitkijken naar de nieuwe, zes uur durende Get Back-film die vanaf 25 november op Disney+ te zien is, verschenen ondertussen al de Let It Be-boxset, het luxe Get Back-boek en Paul McCartneys The Lyrics-boek. Waar moet een mens beginnen om dat allemaal tot zich te nemen? Als je al in de gelegenheid bent om alles aan te (willen) schaffen. Hoe dan ook, er valt veel te snoepen dit najaar, voor Beatlesliefhebbers die zich onder willen dompelen in de sfeer van die toch wel legendarisch geworden sessies die de band in januari 1969 hield.




Andere status van The White Album en Abbey Road
De Super Deluxe-versie van de boxset bevat de nieuwe stereo-mix van het Let It Be-album, Apple sessies, repetities en jams. Ook zit het originele Get Back-album in de box, net als de Let It Be-EP, een Blue Ray-disc met dolby atmos, 5.1 en high res audio-versies van de nummers én, als klap op de vuurpijl, een 105 pagina's tellend boek. We zijn het inmiddels van de boxen gewend. Dat boek had ik graag los willen kopen, maar ja...zo werkt het niet in Beatlesland, en daarom besloot ik toch maar om deze grote Beatlesbox aan me voorbij te laten gaan en de tracks via Spotify te beluisteren. Hoewel ik Let It Be een erg mooi Beatles-album vind (met Across The Universe als favoriete track), heeft het bij mij toch een nét iets andere status van bijvoorbeeld The White Album en Abbey Road, waarbij ik wél overstag ging in de aanschaf van de jubileumboxen.




Hoofdpijn-dossier
De geschiedenis van dat hele Get Back/Let It Be-project is een interessante, maar een warrige. Het is er eentje van een valse start, een verhuizing van locatie, een legendarisch concert op een dak, maar ook van een worsteling om uiteindelijk een geschikt album uit al dat materiaal samen te stellen. Een slepend hoofdpijn-dossier, dat door The Beatles zelf eigenlijk al aan de kant geschoven was, omdat zij hun aandacht inmiddels weer van de aardse rock 'n' roll en eenvoud naar het inventieve, rijk gearrangeerde en geproduceerde Abbey Road-project verlegden. Uiteindelijk kwam het album er wel, al ging dat niet zonder slag of stoot. Enfin, de goed geïnformeerde lezer van deze column kan die zware bevalling inmiddels wel dromen.

Giles Martin (de zoon van Beatlesproducer George Martin) 
tekende wederom voor de remix.


2 minuut 49 aan nieuw materiaal
Wat het album niet haalde, vond de afgelopen decennia zijn weg naar de nieuwsgierige verzamelaar. Via bootlegs in alle vormen en maten. Zelf kocht ik ooit (pre-internet) een cd van het befaamde Yellow Dog-label, waarmee ik voor het eerst de studiodeur van de Get Back/Let It Be-sessies op een kier kon zetten. Anno 2021 was, bij het verschijnen van deze luxe Let It Be-box, dan ook de vraag: hoeveel nieuw materiaal gaan we nog aantreffen? Jan Cees ter Brugge van Fab4Cast zocht dat haarfijn uit. Wat blijkt? De nieuwe box bevat 2 minuut 49 aan nieuw materiaal, waarvan 1 minuut 40 aan muziek. Eén van die fragmenten is Wake Up Little Suzie van de door The Fab Four geadoreerde Everly Brothers. Maar heeft de gemiddelde Beatlesliefhebber al die andere uitgelekte tracks allemaal onder de knop? Dus tsja, dan is zo'n box met een dwarsdoorsnede van wat bijzondere opnames toch ook wel weer fijn.




Het ontbrekende rooftop-concert
Toch blijft er rond deze nieuwe box genoeg te onderzoeken. Hoe zit het met die EP die plotseling bij de box is gevoegd? Hoe verhoudt zich de 2021 remix zich tot de 2009 remaster? Leverde Giles Martin (de zoon van) goed werk bij de totstandkoming van de remix? Klinkt dat betwiste Phil Spector-orkest nu heel anders op de nieuwe mix? Hadden de (per ongeluk) klikkende drumstokjes van Ringo uit Let It Be weggehaald mogen worden? Wat had er nog méér in gezeten, bij het samenstellen van de box? En is het ontbrekende rooftop-concert een gemiste kans of had het er écht bij moeten zitten? Gelukkig is er altijd weer de fijne duiding en uitleg van de heren van Fab4Cast, gelardeerd met mooie fragmenten. Heerlijk luistervoer voor dit weekend. En....laat me vooral weten wat het album Let It Be voor jullie betekent in die hele Beatlescatalogus.


zaterdag 23 oktober 2021

Hoe ik Ringo Starr op Netflix zag acteren in That'll Be The Day

Voor Ringo Starr riep het vast een gevoel van nostalgie op, toen hij op 23 oktober 1972 afreisde naar Butlins Holiday Camp op het Britse Isle Of Wight. Terwijl George Harrison werkte aan zijn volgende album Living In The Material World, Paul McCartney met Wings aan de weg timmerde en John Lennon met Yoko Ono vaste voet aan de grond probeerde te krijgen in New York, had Ringo een contract getekend om een rol te vervullen in de retro-film That 'll Be The Day. De film verscheen onlangs op Netflix, waardoor hij opnieuw toegankelijk werd voor een groot publiek.


Creatieve zingeving
Het acteren bleek Ringo Starr goed af te gaan. Niet alleen bleek hij in de Beatlesfilms A Hard Day's Night, Help! en Magical Mystery Tour een 'natural', ook zette hij zelfstandig zijn filmcarrière voort. Tijdens de nadagen én tot ver na het uiteengaan van The Beatles. Zo was zijn relatief grote bijrol in That'll Be The Day geen spannend nieuw uitstapje, maar begon het acteren voor Ringo een serieuze aangelegenheid te worden, naast zijn activiteiten als solo-artiest en sessiemuzikant. Wellicht ontleende hij er ook wel een nieuwe vorm van (creatieve) zingeving aan, bij het zoeken naar een nieuwe weg, na het uiteenvallen van The Beatles. 




Nostalgie-rage
Dat Ringo met de filmcast en -crew in oktober 1972 op het Isle Of Wight neerstreek, moet hem hebben herinnerd aan zijn eigen jeugd. Als drummer van Rory Storm and The Hurricanes verzorgde hij vele optredens in één van de Butlin's vakantiekampen, die in het Engeland van de jaren 50 en 60 te vinden waren. Hij werd er zelfs zo'n beetje achter de drums weggekaapt, met de vraag om bij The Beatles te komen spelen. De setting van het nog in tact zijnde Butlin's kamp op het Isle Of Wight paste perfect bij het script dat de Noord-Engelse schrijver, journalist en Beatles-vertrouweling Ray Connolly voor That'll Be The Day schreef. Op verzoek van regisseur David Puttnam, die zich voor het idee liet inspireren door Harry Nilsson's prachtige nummer 1941. Dat script paste bovendien precies in de nostalgie-rage die zich begin jaren zeventig over Engeland en de VS verspreidde. Het was even hip om terug te blikken op de tijd waarin de good old fifties overgingen in de sixties.




Excellente casting
Het verhaal van That'll Be The Day (uiteraard vernoemd naar de Buddy Holly-klassieker) volgt een jonge Engelse man uit de arbeidersklasse, gespeeld door David Essex. In het coming of age-drama wil deze Jim Maclaine zijn beklemmende lot (studeren, werken, een gezin stichten) ontvluchten. In de spannende, opkomende Rock 'n' Roll-cultuur ziet hij een mogelijkheid om zijn dromen waar te maken. Met vriend Mike (gespeeld door Ringo) ontdekt hij hoe het vrije leven er aan de Engelse zuidkust er uitziet, nadat hij besloten heeft zijn schepen in Noord-Engeland achter zich te verbranden. In grofweg het middelste deel van de film zien we Ringo prominent in beeld, in veel scènes en dialogen met zijn vriend Jim. Door de setting, het thema en de nostalgische sfeer, wordt de ex-Beatle die Ringo op dat moment al lang en breed is, zelf weer een jaar of 15 teruggeslingerd in zijn Rory Storm-tijd. Over excellente casting gesproken. Net als die van Billy Fury in de rol van zanger/frontman Stormy Tempest (aha, precies ja) en Keith Moon als drummer van de band.




Hang naar vrijheid
That'll Be The Day doet natuurlijk wat gedateerd aan. Je ontkomt er niet aan, met een film uit 1973. Ringo hoeft zich niet te schamen voor zijn acteerprestaties, maar de film is geen meesterwerk. Toch zal hij mening Beatlesfan plezieren, omdat het verhaal aan alles doet denken dat The Beatles zelf in hun late tienerjaren doormaakten. Hun Noord-Engelse arbeidersmilieu, het bijbehorende accent, de hang naar vertier, naar meisjes, vrijheid, lol, muziek, op kermissen en in bars. Weg onder het toeziend oog van het thuisfront. Dat gevoel van avontuur, je ontworstelen aan het verwachtingspatroon van anderen, opgroeien en dromen van een kleurrijke toekomst....het zat er helemaal in. Wat niet wil zeggen, dat het al die jongeren uit het Engeland van eind jaren vijftig gelukt is. Die boodschap laat de film ook wel zien. Het doet je nog eens beseffen hoe bijzonder het uiteindelijk voor de vier Beatles, inclusief Ringo zelf, is gelopen.


zaterdag 9 oktober 2021

My Old Friend: hoe Carl Perkins Paul McCartney hielp rouwen om de dood van John Lennon

In februari 1981 zat Paul McCartney in de AIR Studio's van George Martin op het Caraïbische eiland Montserrat. De zonnige plek leek in niets op de donkere straten van New York waar John Lennon twee maanden eerder was doodgeschoten. Na de moord had McCartney, behoorlijk aangedaan, de sessies voor zijn aanstaande album Tug Of War in overleg met George Martin opgeschort. In februari raapte hij zichzelf bij elkaar om een doorstart te maken. Musiceren en opnemen bleek waarschijnlijk het beste medicijn om zijn verdriet te verwerken.




Ringo, Stanley, Stevie en Carl
McCartney verkeerde in februari van het nieuwe jaar in goed gezelschap. Natuurlijk was hij op Montserrat te gast bij producer George Martin, die de geavanceerde studio eind jaren '70 had laten bouwen en er vanaf 1979 met artiesten neerstreek om albums op te nemen. Dat ook Paul juist daar enkele weken na de verdrietige gebeurtenissen landde, en onder de hoede van George Martin zijn werk weer oppakte, valt goed te begrijpen. Onder de zonnige Caraïbische hemel, in de relatieve anonimiteit en kleinschaligheid van het Britse eiland, was er rust en ruimte om meters te maken. Ook Ringo Starr vloog zuidwaarts, net als bassist Stanley Clarke. Zowel Carl Perkins als Stevie Wonder waren een paar dagen present. Perkins aan het begin van de sessies, Wonder aan het eind.




Op het vliegtuig naar Montserrat
De relatie tussen Paul McCartney en zijn idool Carl Perkins was er eentje die terugging tot in 1964, toen de twee elkaar tijdens een tournee in Engeland ontmoetten. Perkins speelde er dat jaar een serie concerten, samen met zijn Amerikaanse collega Chuck Berry. Hoewel Perkins vooral een goede band opbouwde met George Harrison, had hij ook een prima contact met Paul McCartney. Zodoende ontving Perkins een uitnodiging om op het vliegtuig naar Montserrat te stappen en een paar dagen te komen opnemen. Hij bleef acht dagen en speelde onverwacht een belangrijke rol in het verwerkingsproces van Paul om de moord op John.


Get It
We vinden Perkins' bijdrage op het album Tug Of War terug in het lichtvoetige en aanstekelijke Get It, in de rockabilly-jas die hem als "uitvinder" van het genre zo goed paste.



Carl raakte onverwacht een snaar bij Paul
Toen Carls verblijf er na acht dagen opzat, zocht hij naar een manier om Paul te bedanken. Spontaan schreef hij de avond voor zijn vertrek het nummer My Old Friend, dat hij de volgende ochtend aan Paul voorspelde en -zong. Dat zorgde voor de nodige emoties bij McCartney. Paul begon te huilen en liep naar buiten. Aanvankelijk begreep Carl de reactie niet goed, maar na enige uitleg van Linda bleek hij onverwacht een snaar bij Paul te hebben geraakt: "Linda told me, ‘He doesn’t cry a lot, but you touched him with that song.’ I only meant the song to be from me to him, but it turned out that it sounds like John Lennon is talking to him." Dat mag wat raadselachtig klinken.


Paul nam de tape mee terug naar Engeland
In ieder geval was Paul zo gecharmeerd van het nummer dat hij Carl vroeg nog een dagje te blijven, omdat hij My Old Friend graag samen wilde opnemen. In een uur tijd zong Carl het nummer opnieuw en speelde hij er een extra gitaarpartij bij in. Paul speelde orgel, slaggitaar, drums en bas. Ook voegde hij achtergrondvocalen toe. Hij vroeg Carl of hij de mastertape mee terug mocht nemen naar Engeland om het nummer verder aan te kleden. Ondertussen verloren beide muzikanten elkaar niet uit het oog. In 1993 ging Paul bij Carl langs in Nashville, toen hij tijdens zijn wereldtournee in de buurt was. De twee praatten en maakten muziek, een sessie die zelfs werd vastgelegd op beeld. Ook deelden Paul en Carl nog het podium tijdens het benefietconcert voor Montserrat, nadat het eiland (en de AIR Studio) verwoest was door een orkaan.




Johns afscheidswoorden aan Paul
En hoe liep het af met dat bijzondere nummer My Old Friend? Perkins voegde het uiteindelijk toe aan zijn album Go Cat Go dat in 1996 verscheen. Hij verklaarde dat hij erg content was met het resultaat en dat de song nóg meer voor hem betekende dan zijn eigen legendarische Blue Suede Shoes. Waar zat hem de trots van Perkins en de emotie van McCartney in? Dat had alles met de tekst te maken. Waar Carl Paul had willen bedanken voor het verblijf op Montserrat, gebruikte hij de woorden My old friend, won’t you think about me every now and then? En dat was, zo had Carl van Linda begrepen, exact wat John tegen Paul gezegd had bij het afscheid dat de twee na hun allerlaatste samenzijn in New York namen. Prachtig.



zaterdag 25 september 2021

Waarom het boekje The Day John Met Paul zo anders is dan alle andere Beatlesboeken

Voor veel mensen was de afgelopen zomerperiode extra geschikt om in een boek (of twee) te duiken. Dat heb ik zeker ook gedaan. Het leek me daarom mooi om deze week iets te schrijven over een erg speciale publicatie die ik deze zomer las: The Day John Met Paul, door Jim O'Donnell.



Warm aanbevolen door Wibo Dijksma van Fab4Cast
Het is een boekje dat ik misschien wel nooit ontdekt zou hebben. Ik werd aangestoken door Wibo Dijksma van Fab4Cast die de titel als één van zijn favorieten noemde, tijdens onze The Beatles en de Boeken-aflevering van een paar maanden geleden. Wibo vertelde enthousiast dat hij het boekje jaren geleden las en dat hij destijds erg gegrepen werd door de levensechte manier waarop het verhaal van de eerste ontmoeting tussen John Lennon en Paul McCartney omschreven werd. Dus ging ik op zoek naar een exemplaar, dat ik tweedehands voor zeven euro vijftig via Boekwinkeltjes.nl (tweedehands boeken) vond. Achteraf een gelukje, want het boek is in print en als e-book een stuk prijziger in de aanschaf.


Jim O'Donnell verdeelt de dag in drie keer drie delen
Een paar dagen later plofte "mijn" Penguin Pocket op de deurmat en sloeg ik aan het lezen. Het boekje doet zijn ondertitel eer aan: het is "an hour by hour account of how The Beatles began". O'Donnell verdeelt de bewuste zaterdag 6 juli 1957 de structuur van zijn boek in drie delen: The Morning Hours, The Afternoon Hours, The Night Hours. Daarbij krijgen de drie delen elk weer drie hoodstukken: Early A.M., Dawn, Morning. Gevolgd door Noon, Early Afternoon, Late Afternoon. Tenslotte: Evening, Sunset, Night. Wanneer je het boek leest, begrijp je goed hoe effectief die minutieuze tijdsindeling werkt bij het vertellen van het verhaal.



Het eerste ochtendlicht dat over de Mersey strijkt
Het verhaal van die 6e juli 1957 begint in de vroege uren van de zaterdagochtend, om 3.33 AM, als Liverpool nog in het duister gehuld is, de klok van St. Peters Church in Woolton bijna half vier slaat en twee jongens, globaal gezien aan weerszijden van de golfbaan, elk nog in diepe slaap verzonken zijn. Ze weten niet hoe een ontmoeting, later die dag, hun leven zal veranderen en een onwaarschijnlijke wendig zal geven. De schrijver neemt ons vervolgens bijna minuut na minuut mee in hoe de zon opkomt, hoe het licht over de Mersey strijkt, hoe de melkboer op pad gaat en hoe Liverpool ontwaakt. Net als de twee jongens die elkaar op het jaarlijkse feest van de kerk gaan ontmoeten.


Tussen feiten en fan fiction
Hebben we het hier over fan fiction, het genre waar ik helemaal niet gek op ben? Toch niet, zou ik zeggen. Jim O'Donnell deed jarenlang nauwkeurig onderzoek naar alle omstandigheden op en rond die 6e juli 1957. Wat waren de weersomstandigheden? Hoe zag Liverpool en Woolton er uit? Wat speelde er lokaal en mondiaal? Waar stonden de jonge John en Paul in hun levens? Met wie gingen ze om en (natuurlijk) hoe zag hun dag er uit op zaterdag 6 juli 1957. De literatuurlijst achterin zijn boekje liegt er niet om. O'Donnell legde al die feiten naast en achter elkaar en vulde de onbekende delen met wat hem het meest aannemelijk leek. Dat deed hij op een voorzichtige manier, zonder zichzelf te verliezen in sprookjes, maar wel met nét genoeg romantiek. In het nawoord neemt hij ons als lezer mee in zijn schrijfproces en afwegingen. 



Verkocht
Al met al is The Day John Met Paul bijna een filmisch verslag van één van de meest legendarische data uit de geschiedenis van de popmuziek. Op wereldschaal bekeken was bijna niemand er bij. Nog minder mensen zijn er inmiddels die deze dag kunnen navertellen. En niemand was er de héle dag bij. Daarmee heeft Jim O'Donnell ons een enorme dienst bewezen door deze dag, met literaire insteek, vast te leggen. Tegen het eind van het verhaal las ik hoe John en Pete Shotton na die lange dag 's avonds naar huis lopen, over Beaconsfield Road, langs Strawberry Fields, waar de bomen en struiken nog nat zijn van de zomerse regenbuien. Ze praten over het idee om Paul bij de band te vragen. Dan gaat het linksaf, naar Menlove Avenue, waar Pete en John afscheid nemen. Wanneer John zijn huis binnenstapt, wordt hij begroet door Sally de hond die hij 's avonds nog even uit moet laten. Daarna valt hij op zijn rug op bed, terwijl hij de dag overdenkt. Ik was verkocht!


 

zaterdag 11 september 2021

Waarom Paul McCartney in de nieuwe documentaire McCartney 3, 2, 1 opmerkelijk openhartig is

Lieve lezers, de zomer zit er zo'n beetje op en BeatlesTalk is terug. Ik hoop van harte dat jullie allemaal de tijd hebben gekregen en genomen om wat uit te rusten. Misschien was er een reisje mogelijk, binnen de geldende restricties. Wie weet zijn jullie lekker in de buurt gebleven. Ook niet gek. Afgelopen zomer lanceerde de Amerikaanse streamingsdienst Hulu de serie McCartney 3, 2, 1. Ik was in de gelegenheid vijf van de zes delen te zien. Het leek me leuk jullie daar, aan het begin van een nieuw seizoen BeatlesTalk over te vertellen.



Een mengtafel, piano en wat gitaren

In de documentaireserie zien we Paul McCartney in zes afleveringen van een half uur in gesprek met de Amerikaanse producer Rick Rubin, die zijn sporen vooral verdiende met het produceren van hiphop- en rock-acts. Denk daarbij aan namen als The Beastie Boys, Metallica en The Red Hot Chili Peppers. Rubin staat bekend om zijn kale, eerlijke producties, zonder opsmuk. Vanuit diezelfde gedachte zit hij in deze documentaire met McCartney op een theaterpodium, temidden van een mengtafel, een piano en wat gitaren. Dat is de setting waar het gesprek tussen Rubin en McCartney plaatsvindt. 



Intieme setting

In de prachtig aangelichte, intieme setting draaien de camera's rustig rond het tafereel. Soms is er uit de hand gefilmd, over de schouder van McCartney, wanneer hij aan de piano of bij het mengpaneel zit. De gesprekken zijn in zwart-wit gemonteerd. Het geeft een extra intiem en artistiek effect. Het zorgt bovendien voor focus op de muziek en de verhalen die verteld worden. Soms worden die verhalen afgewisseld met archiefbeelden, veelal juist in kleur. Dat geeft een omgekeerd, verrassend effect. McCartney die in 2021 in zwart-wit over zijn schouder kijkt naar The Beatles in 1969 in kleur. Goed bedacht!


George Martin is nooit ver weg
Eigenlijk is Rick Rubin in de documentaireserie vooral een aangever voor de onderhoudende McCartney. Rubin legt een tape op de machine, draait het volume op, waarna bijvoorbeeld Baby's In Black klinkt. Dan schuift hij met de knoppen om er een gitaarsolo of meerstemmig gezongen refrein uit te lichten en kijkt hij McCartney verwachtingsvol aan. De verhalen volgen vanzelf. In zes afleveringen neemt het duo ons, van de hak op de tak, steeds associërend mee door de afgelopen zestig jaar. Daarbij ligt de nadruk stevig op McCartney als Beatle. Zo passeren onder meer Michelle, Eleanor Rigby, Lovely Rita en Come Together de revue. Paul haalt lukraak herinneringen op. Soms over het schrijfproces, dan weer over het repeteren, arrangeren of opnemen van de nummers. George Martin is in de verhalen, terecht, nooit ver weg.


Wow, incredible, fantastic
Rubin is geen kritische of erg nieuwsgierige interviewer. Ondanks dat hij zelf zijn sporen in de popmuziek verdiende, zit hij er voornamelijk als fan. De producer hangt aan Pauls lippen en zit vol met kreten als wow, incredible en fantastic. McCartney lijkt zich er niet aan te storen. Hij is wel wat gewend. Persoonlijk vind ik het jammer dat het gesprek minder gelijkwaardig is dan het had kunnen zijn. Misschien komt het omdat we als Beatleskenners, met onze verwende oren, de uitgeklede sporen al goed kennen. Net als de verhalen die horen bij de totstandkoming van Michelle en Come Together. Het algemeen publiek zal dat waarschijnlijk anders ervaren. Wel komt Rubin gaandeweg wat meer op gang, wanneer hij bijvoorbeeld vertelt dat hij McCartneys Waterfalls qua melodie en instrumentkeuze nog steeds opvallend eigentijds vindt klinken. Die reflecties van de producer had ik méér willen zien.



De geschiedenis herschrijven, maar ook....meer zelfreflectie
Toch krijgt de serie wel een extra dimensie door een aantal factoren. We horen niet alleen dat Paul McCartney de bekende neiging heeft de geschiedenis wat te herschrijven ("Ik zei tegen Brian Epstein dat hij ons pas naar Amerika mocht laten gaan als we een nummer 1-hit hadden." - "Ik denk dat Ringo bij Dear Prudence mij vroeg om te drummen." - "Door mijn eerste soloalbum simpelweg 'McCartney' te noemen, gaf ik antwoord op John die zijn debuutalbum "Lennon" doopte."). En klopt het dat The Beatles als jonge jongens in Liverpool de Maharishi al op televisie zagen en door hem gefascineerd waren? Ik zet er vraagtekens bij. Gelukkig horen we daarnaast andere verhalen, waaruit ook opvallend veel zelfreflectie spreekt. Zo beaamt Paul, na een vraag van Rubin, dat de schrijver van het betreffende nummer vaak ook de richting bepaalde, maar dat hij zich er vervolgens altijd mee ging bemoeien. En dat hem dat niet altijd in dank werd afgenomen. Ter verdediging vertelde hij ook dat het hem vaak overkwam, als de anderen stilvielen of niet duidelijk wisten wat ze met hun nummers wilden.


Opvallend openhartig
Vaak kan McCartney zijn trots niet verbloemen, bijvoorbeeld wanneer hij zichtbaar genietend naar zijn basspel in Something luistert. Daarbij vergeet hij overigens niet James Jameson (onder andere te horen op Marvin Gayes What's Going On) als grote inspiratiebron voor zijn melodische baswerk te noemen. Ook is McCartney ontroerend openhartig wanneer hij vertelt dat hij heartbroken was na het uiteengaan van The Beatles, omdat hij dacht dat hij zijn hele leven een Beatle kon blijven. Verder terug in de tijd is er de herinnering aan één van de eerste ontmoetingen met John Lennon. Eindelijk had hij iemand leren kennen die het interessant vond dat hij liedjes schreef. Sterker nog, John wilde zijn nummers horen en had zelf ook al wat geschreven. Nog steeds zie je die vriendschap voor je ogen ontstaan.



Fela Kuti's band als één van de hoogtepunten

Een opvallend moment vond ik de bespreking van Band On The Run. In de omhoog gedraaide zangsporen horen we Paul, Linda en Denny Laine smalltalken, over het uitgesponnen instrumentale intro. Erg leuk. Net als Pauls herinneringen over het verblijf in Nigeria, waar het album in een door tegenslagen gemarkeerde periode van een aantal weken werd opgenomen. Natuurlijk kennen we het verhaal van de gestolen tapes en de intimiderende ontmoeting met Fela Kuti en zijn muzikanten. Nu kijkt Paul juist op dat laatste opvallend positief terug. Er valt geen negatief woord. Paul omschrijft het bezoek aan Kuti's nachtclub en het zien van zijn band als een fantastische ervaring. Hij herinnert het zich als één van de meest bijzondere muzikale ervaringen uit zijn leven en bekent zelfs te hebben gehuild bij het horen van Kuti's muziek.

Historisch belang
Is McCartney 3, 2, 1 de moeite waard om te kijken? Zeker. Al kennen we een deel van de verhalen, de setting is prachtig. Ik ben ook erg benieuwd naar de podcast die de heren van Fab4Cast over de serie aan het voorbereiden zijn. Delen zij mijn mening? Op het moment waarop ik deze blog schrijf, heb ik hun bespreking nog niet gehoord. Wat kan ik zelf concluderen? In historisch opzicht is McCartney 3, 2, 1 een belangrijk document. Niet eerder deelde Paul zo veel verhalen over zijn songschrijverschap en zijn muziek in één documentaire. McCartney 3, 2, 1 zal historici en nieuwe belangstellenden over 100 jaar helpen te begrijpen hoe één van de grootste songwriters allertijden geschiedenis schreef. En hoe fascinerend gemakkelijk hem dat afging. 

 

 [BeatlesTalk verschijnt dit najaar tweewekelijks: om en om met de podcastafleveringen van Fab4Cast. Dat heeft te maken met een ander groot muziekproject waarbij een deel van de makers van BeatlesTalk en Fab4Cast dit najaar betrokken is: De Laatste Dagen Van...Freddie Mercury (NPO Radio 5/AVROTROS). Ik moet even mijn krachten verdelen om alles met aandacht en behoud van kwaliteit te kunnen blijven bedenken, voorbereiden en maken. De voorbereidingen voor dit nieuwe project zijn in volle gang. Jullie horen daar ongetwijfeld meer over. Beluister hier alvast de trailer.]


zaterdag 26 juni 2021

Over de nieuwe, zes uur durende Get Back-documentaire die er dit najaar aankomt

Het moment om het grote nieuws bekend te maken was ruim twee jaar geleden goed gekozen: op 30 januari 2019 kondigde Apple de film Get Back aan. Dat was precies vijftig jaar nadat The Beatles hun laatste live-optreden gaven. Op het dak van Savile Row 3 in Londen. Die Get Back-film zou een remake worden van Let it Be, de film die uiteindelijk gemonteerd werd uit vele uren beeldmateriaal, geschoten in januari 1969. Zowel in de Twickenham als de Apple Studio's. Regisseur Peter Jackson zou zich opnieuw buigen over ruim 55 uur onbekend beeldmateriaal, zo lazen we in de persverklaring. Een veelbelovend project. Totdat de wereld door corona tot stilstand kwam.


Driedelige documentaire op Disney+
Inmiddels is het juni 2021 en hoorden we onlangs, na een lange periode van stilte, hoe het er eigenlijk voorstaat met de film. Eind november krijgen we geen nieuwe montage (van pak 'm beet anderhalf uur) op het grote doek te zien. De plannen zijn veranderd. Get Back wordt een driedelige documentaire. In totaal kunnen we zes uur aan onbekend beeldmateriaal (of in ieder geval onbekende camerastandpunten) verwachten. Exclusief op 25, 26 en 27 november 2021 te zien door een abonnement af te sluiten op Disney+. Die hadden weinigen zien aankomen. Vermoedelijk zal de documentaire op termijn ook nog wel op andere dragers of via een groter aantal kanalen haar weg naar gegadigden vinden. Maar wie niet kan wachten, moet naar Disney+. Het zij zo.


Het boek komt in oktober, maar wanneer volgt de box?
Het nieuws liet voldoende ruimte voor vragen. Zou de documentaire toch niet ook ergens direct in bioscopen te zien zijn? Hoe zit het met de Anniversary Box van het Let It Be-album? Op het moment van schrijven is daarover nog niets bekend. Wel staat het bijbehorende Get Back-boek in een hardcover-versie gepland voor half oktober. 240 pagina's dik, met een voorwoord van Peter Jackson. Benieuwd hoe dat eruit ziet? Je kunt er alvast doorheen bladeren via dit filmpje.



Negen camerastandpunten
Nog even geduld dus. In de aanloop naar de Get Back-documentaire krijgen we al wel een indruk hoe het project de afgelopen twee jaar, deels in Covid-tijd, vormkreeg. Zo werd het beeldmateriaal compleet gerestaureerd. Monnikenwerk dat er straks voor zorgt dat we The Beatles voor ons gevoel bijna kunnen aanraken. Onder andere als we het volledige concert op het dak (duur: ongeveer 43 minuten) zonder onderbrekingen voorbij zien komen. Net als een groot deel van de overige opnamen, gefilmd vanuit negen camerastandpunten. Voldoende keuze voor Peter Jackson om niets van de oorspronkelijke set bekende beelden te hoeven herhalen. We zien alles nieuw of nét even anders. Het wordt een openbaring.


Get Back/Let It Be-narratief
Net als Paul McCartney en Ringo Starr zette Jackson zich schrap bij het terugzien van de beelden. Het Get Back/Let It Be-project ging de geschiedenis in als de toch wat grimmige weergave van een band die uiteen viel. Dat verhaal werd versterkt door de destijds gemaakte keuzes in de montage, hetgeen de (ex)Beatles zich van die tijd herinnerden, vertelden in interviews en wat vervolgens vele malen werd op- en overgeschreven. Uit deel 1 van onze podcast The Beatles en de Boeken en het onderzoek van Erin Torkelson Weber hebben we geleerd dat een narratief zichzelf kan versterken. Zo is dat ongetwijfeld ook bij de terugblik op Get Back/Let It Be gebeurd.



McCartney was nerveus
In 2019 vertelde Mark Lewisohn, die alle 98 uren audio van het project integraal had beluisterd, al dat hij eigenlijk nauwelijks gekrakeel of grimmigheid was tegengekomen. Ook Peter Jackson vertelde recent dat hij bij het bekijken van de beelden bijna continu had zitten lachen om wat hij zag. Overigens had hij bij Apple aangegeven eerst het materiaal te willen bekijken, voor hij zich aan het project committeerde, vertelde hij in een interview. Dus kreeg Jackson al het materiaal mee naar huis, in Nieuw-Zeeland. Al in 2017 trof hij Paul McCartney backstage bij een concert in Nieuw-Zeeland om hem te vertellen wat hij gezien had. McCartney, zenuwachtig om wat Jackson mogelijk in de beelden was tegengekomen, viel achterover van verbazing toen hij hoorde hoe positief het materiaal was. Ook Ringo Starr vermaakte zich in Los Angeles met wat hij zag, Olivia Harrison schaarde zich vanuit Henley-On-Thames  achter het project (en bekeek het rooftop concert al zeven of acht keer, volgens Jackson) en Sean Lennon legde de regisseur vanuit New York geen strobreed in de weg.

Peter Jackson in zijn studio in Nieuw-Zeeland, waar hij de afgelopen jaren met
technici werkte aan de restauratie en montage van Get Back


De beelden vertellen hun eigen verhaal
Ondertussen liep het filmproject vertraging op door het uitbreken van de pandemie. Op de tussentijdse clip, vol nieuwe beelden, waarin Apple en Jackson die vertraging aankondigden, kwamen verschillende reacties. Het publiek was voornamelijk geëmotioneerd en blij verrast alvast een voorproefje te krijgen van zoveel positieve beelden. Ook klonk er kritiek dat Jackson vermoedelijk heel selectief alle positieve momenten had uitgekozen, om ze in één montage te tonen. "Wacht maar tot je de volledige documentaire ziet," zegt Jackson nu. Hij kon prima uit de voeten met de oorspronkelijke beelden: de gebruikelijke 'talking heads' die op het verhaal reflecteren, zijn niet nodig. De beelden vertellen hun eigen verhaal. Misschien luidt dat verhaal vooral: het groepsformat begon voor de individuele Beatles te knellen, er waren zakelijke meningsverschillen, maar in de studio ging het toch vooral om muziek maken. En dat bleef grotendeels goed gaan.



De beruchte scène tussen Paul en George
Is het dan alleen maar peis en vree wat de klok slaat? Dat weten we nog niet. Wel dat er meer context ontstaat doordat Jackson zichzelf de ruimte gunde het verhaal te vertellen. Zo is er natuurlijk de beruchte scène waarin de woordenwisseling tussen Paul en George te zien is, maar laat de regisseur ook zien wat er daarna gebeurde. Het werk ging gewoon door en Harrison beende heus niet direct kwaad de studio uit. Feit is dat George natuurlijk wel een paar dagen wegbleef en eiste dat de opnames verplaatst zouden worden van Twickenham naar Apple. En dat gebeurde.


Haar voor haar
Mooi vond ik het om te lezen dat Peter Jackson al een deel van de montage bekeek met Michael Lindsay-Hogg, die destijds als 28-jarige regisseur voor het project werd aangesteld. De man, inmiddels op leeftijd, zag hoe zijn beelden door nieuwe technologische mogelijkheden prachtig gerestaureerd werden. Ineens veranderde het massieve donkere blok van Paul McCartneys kapsel in een coupe waarvan hij bij wijze van spreken iedere haar kon tellen. Lindsay-Hogg zegt uit te kijken naar het uiteindelijke resultaat. Ook denkt hij, tussen de regels door, van Apple begrepen te hebben dat zijn oorspronkelijke Let It Be-film enkele maanden na Jacksons documentaire een heruitgave krijgt. Het wordt een spannend najaar!


Zomerstop én: e-mail-abonnees opgelet!
Dit was de laatste aflevering van BeatlesTalk voor de zomer. In juli en augustus kun je via Twitter en Facebook wekelijks een blog uit het archief lezen. In september is BeatlesTalk terug. Aanvankelijk zou de mogelijkheid tot een e-mailabonnement vervallen, maar zoals je misschien vorige week al las, heb ik de e-mailservice naar een ander platform over kunnen zetten. Houd dus vanaf de eerste zaterdag in september je mailbox in de gaten. Komt er niets binnen, check dan even je spam-filter. Een hele mooie en ontspannen zomer gewenst!

zaterdag 19 juni 2021

Mother Nature's Son: hoe Paul McCartney zich als songschrijver liet inspireren door de natuur

Deze week tikte Paul McCartney de leeftijd van 79 jaar aan. Dat is best iets om even bij stil te staan, al vraag ik me af of hij dat zelf ook doet. McCartney oogde fit, vitaal en vrolijk wanneer we hem de afgelopen maanden in de pers zagen verschijnen. Dat stelt gerust. Misschien heeft die hele lockdown-periode, waarin hij niet kon touren, hem toch wel goed gedaan: een beetje rust voor de stem, een album opnemen, die musical afmaken en waarschijnlijk volop genieten van de natuur. 


Een buitenkind
En zo kennen we McCartney natuurlijk ook. Als een enorme natuurliefhebber, die zich ook als songschrijver de afgelopen decennia liet inspireren door die natuur. Om Macca deze week te "vieren" besloot ik eens na te gaan waar we die inspiratie in zijn nummers terughoren. Onder andere in zijn autobiografie Many Years From Now vertelt Paul dat hij als kind al ontzettend graag buiten was, in de natuur speelde. Vooral in de omgeving van Speke, aan de rand van Liverpool, waar nu John Lennon Airport is gevestigd.



Kenia en India

Vanaf 1968 vond ik in Pauls composities duidelijk de natuur als inspiratiebron terug. Ik denk dat daar drie redenen aan ten grondslag liggen. In november 1966 ging Paul met assistent Mal Evans op safari naar Kenia, waar hij onder de indruk raakte van wat hij zag. Het leuke is: daar zijn beelden van die Paul en Mal zelf schoten. Amper anderhalf jaar later, in het vroege voorjaar van 1968 verbleven The Beatles wekenlang in de Indiase natuur tijdens hun retraite bij de Maharishi in Rishikesh. Ook daar speelde zich het leven grotendeels buiten af. Geïnspireerd door de lezingen van de Maharishi en de spectaculaire natuur waardoor het gezelschap omringd werd, liet ook Paul zijn Londense leven even achter zich. 



Linda als katalysator

Later dat jaar nam zijn nieuwe vriendin Linda Eastman, fervent natuurliefhebber, Paul ook vaak mee de stad uit, naar het platteland. Daarover schreef hij Two Of Us. Linda spoorde hem tevens aan om werk te maken van afgelegen boerderij in Schotland, die hij enkele jaren eerder had gekocht.


Nature Boy
Het zat er al in en het kwam er dus vanaf 1968 volop uit: McCartney, de Nature Boy. Het gelijknamige nummer van Nat King Cole inspireerde hem dan ook om het pure Mother Nature's Son te schrijven, dat terecht kwam op The White Album:

"I’ve always loved the song called ‘Nature Boy’: ‘There was a boy, a very strange and gentle boy…’ He loves nature, and ‘Mother Nature’s Son’ was inspired by that song. I’d always loved nature, and when Linda and I got together, we discovered we had this deep love of nature in common."
(Paul in Many Years From Now)



Vogels, paarden en dierenrechten

De Long Tailed Winterbird, die voorbij vliegt op McCartneys meest recente album, is één van de vogels waarover Paul schreef. Ik beschouw Blackbird en Single Pigeon als metaforen om iets anders over te brengen, maar in Bluebird hoor ik toch wel weer de pure liefde voor de natuur terug. Net als in Golden Earth Girl en het nummer Appaloosa, dat hij met Linda schreef over haar favoriete paardenras. Activisme was er ook. In Wild Life ("Whatever happened to the animals in the zoo?") en Looking For Changes (over dierproeven) wordt expliciet aandacht gevraagd voor dierenrechten. 

I saw a rabbit with its eyes full of tears
The lab that owned her had been doing it for years
Why don't we make them pay for every last eye
That couldn't cry its own tears
Do you know what I mean

(Looking For Changes, 1993)



Leven op het platteland als ideaal

En zo loopt de liefde voor de natuur als draadje door Pauls oeuvre. Meer natuurbeleving vinden we terug in Country Dreamer ("I'd like to walk in a field with you, take my hat and my boots of too"). Ongetwijfeld geïnspireerd door zijn leven op de boerderij in Schotland en (later) in Sussex schreef Paul de nummers Heart Of The Country, Mull Of Kintyre en het recent verschenen When Winter Comes. Bij de release van de animatievideo zei Paul daarover samenvattend:

"I love nature and I love that idea of getting down and getting your hands dirty."




Boodschap aan alle e-mail-abonnees: ik ben bezig de abonnementservice over te zetten naar een nieuwe dienst. Als dat goed gaat, blijven jullie (met uitzondering van juli en augustus, als er geen nieuwe blogs verschijnen) vanaf september wekelijks BeatlesTalk in je mail ontvangen.