zaterdag 23 december 2023

When Winter Comes: hoe het leven op het platteland Paul McCartney inspireerde tot dit prachtige nummer

We staan aan het einde van weer een interessant Beatlesjaar én op de drempel van de winter. Een mooi moment om dit zevende blog-jaar van BeatlesTalk af te sluiten met dat heerlijke, aanstekelijke 'winternummer' waar we eind 2020 met het album McCartney III op werden getrakteerd. Een 'classic McCartney-melodie' die zich in je hoofd nestelt, als een oorwurm waar je maar moeilijk van af komt. Behalve de knappe melodie is er natuurlijk ook de historische en symbolische betekenis van het nummer. Want When Winter Comes moet haast wel symbool staan voor Pauls liefde voor het platteland. 

IJzersterke melodieën
Dit najaar verscheen de podcast McCartney: A Life in Lyrics, als aanvulling op het gelijknamige boek dat inmiddels als gebonden en paperback-editie verschenen is. In de podcast diept Paul met schrijver Paul Muldoon een aantal nummers uit zijn muzikale autobiografie verder uit. In feite betreft het een selectie uit de ruwe opnames die Muldoon maakte van de gesprekken die hij met Paul voor het boek voerde. In de aflevering When Winter Comes / Mull of Kintyre staat Pauls liefde voor zijn boerderij op het Schotse platteland centraal. Qua thematiek zou je het tweelingnummers kunnen noemen, waarbij we Heart Of The Country vast ook in ons achterhoofd horen. Wat Winter en Mull delen is een ogenschijnlijk eenvoudige, maar ijzersterke melodie. Waarin beiden nummers verschillen is het perspectief. When Winter Comes schildert kleine scènes uit Pauls leven op het platteland, Mull of Kintyre staat meer voor het grote gevoel van liefde dat Paul koesterde voor het Schotse schiereiland waar hij neerstreek.


Investeren in stenen
Want hoe ging dat eigenlijk? Toen de ponden in 1966 inmiddels als enkele jaren binnenstroomden, zowel bij Paul als de overige Beatles, kregen de bandleden het advies om de boel niet op te potten maar ook in stenen te investeren. Zodoende besloot Paul zijn woning aan het Londense Cavendish Avenue te kopen, maar investeerde hij ook (met mixed feelings) in een vervallen boerderij in Schotland, met een lap grond van ruim 72 hectare. Paul ging er wel eens kijken, maar was aanvankelijk nog niet zo gecharmeerd van het vervallen High Park Farm, dat zo'n tien minuten rijden (maar goed verstopt) van Campbeltown lag.

"She made me love it through her eyes"
Dat gevoel veranderde toen hij in 1968 een relatie met Linda Eastman kreeg. Toen zij erachter kwam dat haar nieuwe vriend grootgrondbezitter in Schotland was, sprong ze als natuurliefhebber een gat in de lucht. Ze spoorde Paul aan om werk te maken van de renovatie van de boerderij. Het zou een plek kunnen wonen waar ze in de jaren daarna met hun gezin gingen wonen. Linda leerde Paul van High Park Farm te houden: "She made me love it through her eyes," vertelde hij daarover. Mooi gezegd, vind ik. Op dat moment kon Paul nog niet vermoeden dat High Park Farm hem zó zou inspireren als liedjesschrijver.



Veertien tot twintig schapen per dag
Eenmaal 'aan boord' legde Paul in Schotland al snel contact met zijn buurman, die met zo'n Schotse tongval sprak dat hij amper voor hem te verstaan was. Paul vertelde hem dat hij werkelijk geen idee had wat hij met het boerderijleven aan moest en nam het advies van zijn buurman ter harte: zet er een betrouwbare beheerder op, die weet wat er moet gebeuren en een oogje voor je in het zeil houdt als je er niet bent. Al snel vroeg Paul schaapherder Duncan Kerns om assistentie, zeker ook bij het beheer van de schaapskudde die Paul aanschafte. "Ik hielp mee met schapen scheren, maar kwam tot veertien, hooguit twintig schapen per dag, terwijl Duncan er honderd deed," blikte Paul terug.


Een nieuwe vorm van vrijheid
Maar al snel gaven de kleine en grote klussen op de boerderij hem veel plezier. Het harde werken, niet met het hoofd maar met de handen, leidde hem bovendien af van alle problemen die zich in Londen opstapelden rond de juridische en financiële afwikkeling van het Beatlesverhaal. Want terwijl Paul zijn boerderij repareerde, viel ironisch genoeg zijn Beatlesdroom steeds verder uit elkaar. En al had Paul het mentaal moeilijk, Schotland zorgde al snel voor een nieuwe vorm van vrijheid. Voor een simpeler leven: "Ik heb het idee dat veel jonge mensen vandaag de dag ook weer verlangen naar een eenvoudig leven, dicht bij de natuur, waarmee ze de 'rat race' kunnen ontsnappen," aldus Paul.

Grote en kleine klussen
Maar dat simpele leven betekende ook dat hij met Linda aan moest pakken. Het stel legde een moestuin aan en ging uiteindelijk ook vegetarisch eten. Paul plantte bomen die bestand waren tegen het ruwe Schotse klimaat, hij timmerde hekken, groef een waterafvoer, maakte een kippenren en repareerde het schuurdak. En terwijl de telefoontjes van de Beatlesburelen uit Londen bleven komen, antwoordde hij: "Sorry, ik zit in Schotland." Ondertussen leerder hij zichzelf op een hele nieuwe manier kennen: "It allowed me to see another side of myself, [...] it was sensational." Comfort was er niet. Aanvankelijk had het huis geen bad, waardoor de McCartneys zich, ook op ijskoude dagen, moesten wassen in een oude teil die aanvankelijk gebruikt werd om de benodigdheden voor het melken van de schapen in schoon te maken.

Herontdekt
Dat het Schotse leven Paul inspireerde tot het schrijven van Heart Of The Country en Mull of Kintyre werd in de jaren '70 al duidelijk, maar pas veel later, in de jaren '90, nam hij met George Martin een demo op van het bijzondere When Winter Comes. Het nummer kwam voorbij in de sessies voor het Flaming Pie-album, maar belandde niet op de plaat. Toen er voor 2020 een Archival Box van Flaming Pie op de planning stond, kreeg Paul van zijn archivaris enkele nummers toegestuurd. Ter overweging, om ze alsnog als bonustracks toe te voegen. Potverdorie, dat was helemaal geen slecht nummer, moet Paul gedacht hebben, toen hij When Winter Comes na vele jaren terughoorde. Uiteindelijk besloot hij om het mee te nemen op zijn lockdown-album McCartney III dat op 18 december 2020 verscheen. Perfecte timing voor het winterse gevoel van dat mooie kleine winterse liedje dat erop terecht kwam.

 


Klassieke schoonheid
When Winter Comes neemt ons mee terug naar de jaren 70, op High Park Farm, en schetst allerlei scènes van de werkzaamheden die Paul uitvoerde om zijn leven er op te bouwen. Zo horen we Paul zingen dat hij het hek moet maken, om de kippen en de lammetjes te beschermen tegen twee jonge vossen die te dichtbij komen. Ook graaft hij een afvoer om te voorkomen dat de gewassen in zijn moestuin te nat worden. De voorraadkast voor de winter moet immers goed gevuld zijn. Een leven in stilte en afzondering, dat uiteindelijk een liedje opleverde dat misschien wel kan wedijveren met de mooiste kleine liedjes die Paul in zijn carrière schreef. Qua melodie zeker, wat mij betreft. Ik vind 'm van klassieke McCartney-aanse schoonheid en heb er een complete zwak voor. Jullie?


Bedankt voor het trouwe meelezen het afgelopen jaar. Ik wens jullie fijne kerstdagen en een heel mooi nieuw jaar! Door een iets langere vakantie-break is BeatlesTalk terug op 3 februari 2024.

zaterdag 9 december 2023

De verbijsterende Beatlesavonturen van journalist en muzikant Mark Cunningham (2)

Weet je nog? In m'n vorige blog nam ik je mee in het bijzondere 'Beatlesleven' van de Britse muzikant en muziekjournalist Mark Cunningham. Al vanaf jonge leeftijd kwam hij in contact met het sociale netwerk rond The Beatles en door zijn eigen inventiviteit en creativiteit gleed hij steeds dichter de inner circle in. Twee weken geleden lieten we Mark in 1993 achter, aan de keukentafel bij Paul en Linda McCartney, in hun huis in Peasmarsh. Bij een pot een thee en een stapel sandwiches, waar Mark de kans kreeg Paul te interviewen over diens nieuwe album Off The Ground dat in februari 1993 zou verschijnen.

Samen Yesterday spelen
Het interview was bedoeld voor Guitar Magazine, een vakblad waarvoor Mark als freelancer schreef. Eenmaal met Paul in de studio richtte het gesprek zich dan ook vooral op Pauls speelstijl, op de bas en de akoestische gitaar: het type interviews dat Paul niet gewend was te geven. Bijna altijd ging (en gaat) het natuurlijk over zijn Beatlesverleden en muzikale carrière. Maar Mark koos voor een gerichte muzikale aanpak en besloot Paul te vragen over het gebruik van z'n linkerduim bij zijn gitaarspel op de nummers Yesterday en Blackbird. Volgens Mark was Paul verbaasd over het feit dat zijn duim een bijzondere rol zou spelen en vroeg hij zich af wat die rol dan zou zijn. En dus reikte Paul Mark een akoestische gitaar van Robbie McIntosh aan, met de vraag: "Speel me dat eens voor dan, wat je bedoelt." Met zijn eigen gitaar inmiddels ook op schoot, volgde Paul het spel van Mark en speelden beide mannen het nummer Yesterday. Een surrealistische ervaring voor de journalist, die zich er tergelijkertijd van bewust was dat hij de grote Paul McCartney uit zijn veilige PR-praatjes-zone had geloodst. Blijkbaar viel Marks aanpak in de smaak, want niet veel later ontving hij een uitnodiging om aanwezig te zijn bij de pers-presentatie van het album Off The Ground, die plaatsvond in EMI House in Londen.


Een doos vol cd's 
Maar het verhaal van Mark gaat in volle vaart verder. Voor een nieuwe schrijfopdracht moest hij voor een magazine een overzichtsartikel maken over Pauls solo-catalogus. Zelf beschikte Mark over het complete McCartney- en Wings-oeuvre op lp, maar bleek zijn platenspeler kapot. Daarbij had hij heus  een aantal Macca-albums op cd, maar was zijn collectie verre van compleet. Inmiddels stond Mark voor zijn artikel al in contact met McCartneys productiemaatschappij MPL, waar alles in die tijd verrassend laagdrempelig verliep. Van dochter Mary McCartney kreeg Mark het aanbod dat hij een set cd's met het oeuvre van haar vader mocht komen lenen. En dus stapte Mark de MPL-burelen binnen, kreeg hij opnieuw een kop thee van Linda aangeboden, terwijl hij vernam dat Mary in aantocht was met de bewuste cd's. Niet veel later zette Mary de doos voor zijn neus neer, met de vraag: "Hoe lang wil je ze lenen?" waarop Mark aangaf dat hij aan twee dagen vast genoeg had om zijn overzichtsartikel te schrijven. Dat was prima, antwoordde Mary: "Als je ze maar even persoonlijk komt terugbrengen, want ik heb ze meegenomen van huis, ze zijn van papa zelf." En dus verliet een licht verbijsterde Mark Cunningham het MPL-kantoor met de persoonlijke cd-collectie van Paul McCartney. 

Paul en Linda bij MPL in Londen

Johns gitaren 
Niet veel later interviewde Mark George Harrison telefonisch, opnieuw voor een gitaarmagazine. Met zijn essays en artikelen richtte de journalist zich steeds nadrukkelijker op de gitaarcollectie van The Beatles. Sterker nog, inmiddels werkte hij aan het manuscript van zijn boek Guitars Gently Weeping. Een titel die overigens nooit zou verschijnen, maar die werd ingehaald door het bekende Beatles Gear-boek. Voor zijn project lukte het Mark nog wel om in New York, in The Dakota Building, met hulp van een fotograaf een aantal originele gitaren van John Lennon op de gevoelige plaat te laten vastleggen. Yoko stelde wel enkele eisen. Zo wilde zij zelf de fotograaf kiezen én het volledige copyright en gebruiksrecht op de foto's behouden. De sessie kwam er. Toen Mark arriveerde, stonden Johns gitaren klaar. Even was hij alleen in de ruimte en pakte hij één van de relikwieën op. Het was Johns Rickenbacker 325. Bij het horen van voetstappen in de gang, zette hij het instrument snel terug op de standaard. Precies op tijd voordat Yoko de kamer binnenkwam. Mark omschreef de ontmoeting met haar als kil en zakelijk. Sean, die een stuk vriendelijker deed, was er ook bij. "I was pinchinig myself on the plane back home," zo omschreef Mark het later.

Stand by voor Anthology
In 1994 vernam Mark dat The Beatles en Apple bezig waren met het grote Anthology-project. Daarop besloot hij opnieuw contact te zoeken met Neil Aspinall, waarbij hij vroeg of hij misschien op de hoogte gehouden kon worden. Tot zijn verbazing werd hij kort daarop gebeld door die andere grote Apple-coryfee: Derek Taylor. "Ik vind je een goede schrijver, dus nodig je graag uit bij Apple," meldde Derek hem telefonisch. En dus zat Mark niet veel later in het Apple-kantoor aan Ovington Square, in de Londense wijk Knightsbridge, met een Apple-mok vol koffie voor zijn neus. Opnieuw werd zijn technische en muzikale kennis geprezen. Bovendien vond Derek het fijn dat Mark 'de jongens' al vaker had ontmoet en gesproken. Daarom kreeg Mark de vraag of hij stand by wilde zijn, zelfs midden in de nacht als dat nodig was. Derek vond het fijn om Mark te gebruiken, als er feitjes gecheckt moesten worden voor het Anthology-project. Bijvoorbeeld over welke gitaar een Beatle had gebruikt op een bepaald nummer. 

Beatles press officer Derek Taylor


De Rolodex met het telefoonnummer van Jeff Lynne
De relatie tussen Mark en Derek verdiepte zich in de maanden die volgden. Mark mocht inmiddels research doen in de Apple Foto Library. Er gleden foto's door zijn handen die hij nooit eerder gezien had. Een deur verderop, zo vertelde Mark, zat iemand anders de Anthology-beelden te monteren. Het Anthology-project bracht hem bovendien opnieuw aan de keukentafel bij Paul, in Essex, waar hij nóg een interview mocht afnemen. Op het moment dat Paul hem even alleen liet, zag hij een Rolodex open staan, bij het telefoonnummer van Jeff Lynne, die uiteraard bij het Anthology-project betrokken was. In een flits besloot Mark de getallen over te schrijven in zijn handpalm. Niet veel later besloot hij de 'toch al betrokken' Lynne te bellen, met wat aanvullende vragen over het project. Eerlijk is eerlijk, hij moest de ELO-frontman eerst overtuigen dat hij niet zomaar een journalist was en echt voor The Beatles werkte. Maar zodra het vertrouwen gewonnen was, vertelde Lynne hem over een aantal technische aspecten die een rol speelden bij het restaureren van John Lennons vocalen op Free As A Bird, de single die de release zou vergezellen. Derek Taylor bleek verrukt over de informatie die Mark bij Lynne ophaalde. Geen verkeerde zet dus, om dat telefoonnummer snel over te schrijven.


Real Love en Free As A Bird
Anthology opende vele deuren voor Mark, hoorde ik hem vertellen in de podcast. Zo sprak hij voor het project telefonisch met Allen Klein én Phil Spector. Toch konden die ervaringen niet op tegen een zekere dag in in februari 1995, toen Mark verzocht werd naar Pauls studio te komen. Daar zou hij nog een interview afnemen met één van Pauls guitar technicians. De datum bleek bleek uitgerekend samen te vallen met het moment waarop de Real Love-sessies van Paul, George en Ringo plaatsvonden. Mark was er 's ochtends, maar zag Ringo's bassdrum al klaarstaan. Ringo zou 's middags arriveren, net als Paul en George. Alsof je vlak langs een groots moment in de geschiedenis van de popmuziek glijdt... Later zou hij bij Derek Taylor op kantoor Free As A Bird voor het eerst horen. Lang voordat de single met de pers gedeeld werd. Mark was in tranen en nam de troostende woorden van Derek ter harte: "We waren allemaal geëmotioneerd, man."


De vierde man in de board room
Een week later kreeg Mark opnieuw een telefoontje van Derek Taylor. Of hij de volgende dag tijd had om nog een interview voor het Anthology-project te verzorgen. En of Mark een recorder met veel tapes wilde meenemen. Na aankomst werd de journalist meegenomen naar de Apple Board Room. En daar liep hij regelrecht een scène in, die hij nooit voor mogelijk had gehouden. Tot zijn verbijstering zaten Paul, George en Ringo rond de tafel op hem te wachten. We gaan even terug naar dat moment: "This is Mark," zegt Derek Taylor tegen de drie Beatles. Er worden handen geschud. Paul herkent Mark, die de opdracht krijgt quotes op te nemen voor verschillende scènes uit de documentaire. Het gesprek begint met de herinneringen aan het eerste optreden in het Shea Stadium. Wat er daarna besproken wordt, gaat in een waas aan Mark voorbij. Wel weet hij nog dat de dynamiek tussen de drie Beatles goed was. "Three very close old friends, talking about their war stories," zo herinnert Mark zich de sfeer. En dan gebeurt er iets dat hij nooit zal vergeten. Ineens realiseert hij zich dat hij met drie Beatles in de kamer zit, zélf de vierde persoon is en feitelijk de plek van John Lennon in het gezelschap inneemt. Het is George Harrison die Marks blik leest en zijn emoties aanvoelt en herkent. Hij legt direct een hand op Marks arm en zegt bemoedigend: "That's alright mate, they all go through dat." Mark spreekt een uur met de drie overgebleven Beatles.


Te gast bij George
Als hij 's avonds bij zijn moeder arriveert, vraagt zij hem: "Hoe was je dag?" waarop Mark antwoordt: "Amazing...I just interviewed The Beatles." Het nuchtere antwoord van zijn moeder ("Oh that's nice, do you want a cup of tea?") zette hem direct weer met beide benen op de grond, zo herinnerde hij zich later. Een aantal van Marks interviews eindigde daadwerkelijk in het Anthology-boek. Maar na het overlijden van Derek Taylor, in 1997, verslapte zijn band met Apple. Wel was Mark nog een dag te gast op Friar Park. Hij vergezelde een vriend die een studio-afspraak met George had. Mark keek zijn ogen uit op het landgoed, kreeg een tour door de tuin en eenmaal in de studio zag hij dat George zijn Sgt. Pepper-uniform er in een glazen vitrine had hangen.  "I think I have said enough of them," hoorde hij George, doelend op The Beatles, zeggen. En ook in de keuken van de Harrisons mocht Mark aanschuiven. Tijd voor hapjes en thee, in het bijzijn van zijn vriend en van Olivia Harrison. 

Wanneer hij zijn Beatlesavonturen in het gesprek met podcast-host Richard Buskin samenvat, concludeert Mark dat hij in zijn leven vaak het geluk aan zijn zijde heeft gehad.  Juist door het niet af te dwingen, maar door het op hem af te laten komen: "I didn't grab the moment. The moment came to me," aldus Mark. Een levenshouding die mij ook bijzonder aanspreekt.


zaterdag 25 november 2023

De verbijsterende Beatlesavonturen van journalist en muzikant Mark Cunningham (1)

Hij zat bij Paul McCartney aan de keukentafel sandwiches te eten, werd door George Harrison rondgeleid op Friar Park en trof Paul, George en Ringo tijdens het Anthology-project in een besloten meeting bij Apple. Journalist en muzikant Mark Cunningham onderging het de afgelopen dertig jaar allemaal met een lichte vorm van verbijstering. Een bijzonder verhaal dus. Wibo Dijksma van Fab4Cast attendeerde me onlangs op een aflevering van de podcast Buskin' With The Beatles, waarin Mark aan gerenommeerd Beatles-researcher Richard Buskin zijn verhaal doet. De highlights van dat bijzondere gesprek lees je deze week via BeatlesTalk.



Ready Steady Go
Toen Mark Cunninham in februari 1963 in Oost-Londen ter wereld kwam, stonden The Beatles op de drempel van de grote doorbraak, met hun succesvolle debuutalbum Please Please Me. En zo onvoorstelbaar snel als het ging met die Beatlescarrière, zo interessant verliep ook het leven van de jonge Mark. Want al snel kruiste zijn pad dat van The Beatles. Hoe begon het allemaal? Marks tante Kate woonde in de jaren '60 in een flat bij het Londense Marble Arch. Ze deelde haar woning met ene Vicki Wickham, die op haar beurt als assistent-producer werkte voor het televisieprogramma Ready Steady Go. Een populaire muziekshow waar Engeland tussen 1963 en 1966 op de vrijdagavond massaal voor inschakelde. 

Dusty Springfield, Nona Hendryx en Vicki Wickham

John zat stoned onder de tafel
De flat van Kate en Vicki werd al snel een plek waar bevriende sterren neerstreken. Ook de jonge Mark was regelmatig bij zijn tante op bezoek. Hij herinnert zich dat hij wel eens mee uit winkelen ging, samen met Dusty Springfield. Tante Kate werd een echte socialite bij feestjes, openingen en premières. In 1965 belandde ze in de kring rond The Beatles, waardoor ze een uitnodiging ontving voor de première en afterparty van de film Help! Uit latere verhalen van zijn tante leerde Mark dat die afterparty een bijzondere aangelegenheid was. Terwijl zij met Paul kletste, zat John, vermoedelijk onder invloed van geestverruimde middelen, stilletjes onder hun tafel.


Naar de première van Yellow Submarine
Kate besloot in 1968 haar neefje mee te nemen naar de première van Yellow Submarine. Een tekenfilm zou de jonge Mark vast aanspreken, zo dacht ze. Daar ontmoette Mark John Lennon voor het eerst. Die gaf hem een aai over zijn bol en zei: "Ik heb ook zo'n jochie als jij." Ondertussen groeide Mark op en droomde hij van een carrière in de muziek. In oktober 1976 zag hij op dertienjarige leeftijd Paul met Wings optreden in het Londense Wembley. "Dat optreden kwam hard binnen," aldus Mark. "Ik herinner ook hoe zeer ik onder de indruk was van de lasershow." Zijn droom van een muzikale carrière werd steeds sterker. Op zijn vijftiende besloot Mark daarom zijn geluk te beproeven en een brief te schrijven aan de Abbey Road-studio's. Daarin vroeg hij of het mogelijk was er een korte stage te lopen, vanwege zijn ambities om 'iets in de muziek' te gaan doen. Misschien wel als technicus. 

Première Yellow Submarine,
17  juli 1968, London Pavillion

Stage in de Abbey Road-studio's
En zowaar...Mark was welkom. Hij mocht een week meekijken en -helpen. Op een zekere dag in 1978 zag hij het London Symphonica Orchestra in actie. In Studio One. Ook belandde hij in de control room van Studio Two, die hem uitzicht verschafte op de studiovloer waar Paul McCartney en Laurence Juber bij de vleugel stonden. Toen Mark zich omdraaide, zat John Bonham achter hem een boek te lezen, zo herinnert hij zich. Mark mocht hand- en spandiensten verrichten en deed zijn uiterste best met het klaarzetten van spullen en het aansluiten van microfoons. Het werd een week die hij nooit meer zou vergeten. Op een plek die zó verbonden was met The Beatles. En toen hij ouder werd, bleef zijn liefde voor The Beatles groeien. Midden jaren '80 zag hij Paul, George en Ringo optreden tijdens de Prince's Trust-concerten in Londen. 

Complimenten van Macca
In 1987 raakte Mark betrokken bij een bijzonder muziekproject van het Engelse station Esses Radio, die hem inhuurde om mee te werken aan de viering van het twintigjarig jubileum van het Beatles-album Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band. Mark was inmiddels al werkzaam in de muziekwereld, deed sessiewerk en maakte radiojingles. Voor de Summer Road Show van het genoemde radiostation kreeg hij de kans het Pepper-album zelf van A tot Z opnieuw in te spelen. Het plan was aanvankelijk om met die backing track een live-optreden te verzorgen. Dat live-optreden kwam er niet, maar toen Mark trots zijn 'Pepper-tape' naar Paul McCartney stuurde, ontving hij een complimenteuze brief en een gesigneerde foto van Macca terug. Over zijn ervaringen tijdens het project schreef Mark dit artikel voor het magazine Sound On Sound. Hoe klonken die opnamen van Mark? Je kunt ze hier beluisteren.


Mark, Paul en de Bill Black-contrabas
Het bleef niet bij die brief aan Paul McCartney. Niet veel later klom Mark opnieuw in de pen, om Neil Aspinall te laten weten dat hij van plan was zelf een bedrijf op te richten, dat de naam Apple Music Productions zou krijgen. Op een reactie hoefde hij niet lang te wachten. Aspinall dreigde zijn juristen op hem af te sturen, als hij zijn plannen zou voortzetten. Maar Neils interesse was gewekt. Marks naam was inmiddels geen onbekende meer, op de Beatles-burelen. In diezelfde periode kreeg hij als muziekjournalist de kans om Paul McCartney telefonisch te interviewen bij het verschijnen van diens album Flowers In The Dirt. Er volgde een tweede interview voor het vakblad Making Music. Mark viel ook op bij Paul, door zijn muzikaal inhoudelijke vraagstelling. En bij een ontmoeting, ter gelegenheid van de fotosessie voor het interview, raakten Mark en Paul in gesprek over de Bill Black('Elvis')-contrabas die bij de sessie gebruikt  werd.

Paul McCartney met zijn beroemde 
Bill Black-bas


Dineren in Peasmarsh
Opnieuw probeerde Mark om dicht bij de McCartney-entourage te komen: voor een volgend artikel in een muziektijdschrift lukte het hem om McCartney's Off The Ground-band te spreken te krijgen. Hij stond daarvoor in contact met Robbie McIntosh, Wix en drummer Blair Cunningham. Mark reisde af naar het Engelse Peasmarsh en sprak met de bandleden, waarna hij met ze dineerde in het plaatselijke hotel. De volgende ochtend vroeg Mark de mannen of het mogelijk was om bij Paul op de thee te gaan in Peasmarsh. Wie niet waagt... Het lukte zowaar. Macca's bandleden regelden een lunchafspraak tussen  hun baas en de journalist. En zo belandde Mark Cunningham bij Paul en Linda aan de keukentafel, achter een pot thee en een bord met sandwiches. Het interview zou bedoeld zijn voor Guitar Magazine, zo vertelde Mark de McCartney's, die nog niet wisten dat Mark het interview nog niet formeel met de redactie van het tijdschrift had geregeld. Soms moet je echter de binnenbocht nemen, zullen we maar zeggen.

We laten Mark achter aan de keukentafel bij Paul en Linda. In de volgende blog lees je hoe Mark Paul ook deze keer wist te verrassen met zijn interview-aanpak én hoe zijn avonturen met de ex-Beatles en Apple verder vorm kregen!

zaterdag 18 november 2023

The Beatles en... George Michael: welke connecties ontdekten we tijdens het maken van onze nieuwe podcastserie De Laatste Dagen Van...George Michael?

Het is zover. Afgelopen week verscheen het vierde seizoen van de podcast De Laatste Dagen Van... en dit jaar staat pop-icoon George Michael centraal. Zoals veel lezers van BeatlesTalk en luisteraars van Fab4Cast weten, maken we deze NPO/Radio 5-podcast met een deel van ons team. In 2020 was John Lennon ons startpunt. Inmiddels kun je de seizoenen over Freddie Mercury en Marvin Gaye misschien wel een beetje beschouwen als onze reis door de geschiedenis van de popmuziek, op zoek naar mooie verhalen.



Mooie verhalen uit de popmuziek
Dit jaar is George Michael aan de beurt, omdat hij 60 zou zijn geworden, als hij niet op Eerste Kerstdag 2016 zou zijn gestorven. Ook is het 40 jaar geleden dat het debuutalbum van Wham! (Fantastic) verscheen. Elf maanden hebben we met ons team, dat verder bestaat uit Wibo Dijksma, Michiel Tjepkema, Alex van der Lugt en Hans Schiffers keihard aan deze serie gewerkt. Met Kerst 2022 klapte ik mijn laptop open om de eerste teksten van de zogenaamde 'Rode Draad' te gaan schrijven. Het was weer ontzettend mooi en leerzaam om te mogen doen, want dit seizoen over George Michael bracht ons ook in contact met vele fans, liefhebbers en kenners van het leven en werk van deze veelzijdige artiest. Ook waren we in Londen en Goring-On-Thames, om in de voetsporen van dat bijzondere, muzikale leven van George Michael te duiken.

Met Michiel Tjepkema en Wibo Dijksma in
Noord-Londen, waar een muurschildering is aangebracht
om George Michael in zijn oude buurt te eren.


Parallellen met The Beatles
En jullie weten het....we zeggen het altijd bij BeatlesTalk en Fab4Cast: The Beatles Are Everywhere (volgen jullie ons Instagram-account beatles.everywhere trouwens al?) en dus stuitten we in onze zoektocht ook op de vele parallellen tussen onze grote helden The Beatles én die bijzondere, begaafde singer-songwriter George Michael. Daarover namen we een aflevering van Fab4Cast op, die binnenkort ook verschijnt. Het is al bijna traditie, want we deden het ook over Queen & The Beatles (naar aanleiding van seizoen 2 over Freddie Mercury) en Motown & The Beatles (vanwege seizoen 3 over Marvin Gaye). Maar hadden jullie ook genoeg parallellen verwacht tussen George Michael en The Fab Four? Ik niet. Dus licht ik deze week alvast een tipje van de sluier op.

George Michael of.....Harrison?
George Michael werd geboren op 25 juni 1963, als zoon van Grieks-Cypriotische vader en Engelse moeder. Zijn echt naam luidde Georgios Kyriacos Panagiotou, voor vrienden werd hij Yog en als artiest koos bij voor de naam George Michael. Toch had hij ook als 'George Harrison' door het leven kunnen gaan, want zijn moeder heette Leslie Harrison. Toevallig. Op Georges geboortedag bouwden The Beatles natuurlijk hard aan hun carrière en een blik in de boeken leert ons dat Georges moeder Leslie bij wijze van spreken tijdens haar bevalling The Beatles op de radio had kunnen horen. Wat was namelijk het geval? Eerder die week, op 17 juni 1963 traden The Beatles op in Middlesborough. Dat opgenomen concert werd de 25ste uitgezonden als Pop Goes The Beatles en schalde overal in Engeland uit de speakers terwijl George Michael in Noord-Londen ter wereld kwam.

George Harrison en George Michael ontmoeten elkaar in 1987/1988
wanneer ze beiden druk zijn met de promotie van hun muziek.


Beatlemania wordt Wham Mania
Net als de jonge Beatles raakte George Michael in de ban van muziek. Samen met schoolvriend Andrew Ridgeley. Waar Lennon en McCartney behoorlijk aan elkaar gewaagd waren als songschrijvers, kunnen we van Michael en Ridgeley niet hetzelfde zeggen. Ze werkten weliswaar samen aan een aantal nummers die Wham!-hits zouden worden, maar al snel werd duidelijk dat George de grote songschrijver was die nog niet wist hoe hij een zelfverzekerde popster kon zijn en dat het bij Andrew precies andersom zat. Wel was er de parallel met The Beatles als het ging om de worsteling om een platencontract te krijgen en een eerste single uit te mogen brengen. En qua muzikale invloeden deelden George en Andrew hun liefde voor Motown met The Beatles. Sterker nog, in veel Wham!-hits is de Motown-sound regelrecht terug te vinden, maar dan gegoten in een jaren 80-jasje. Toen de populariteit van Wham! tot grote hoogten steeg, betitelde de pers de uitzinnige taferelen als... Wham Mania, waarbij de rechtstreekse vergelijking met Beatlemania gemaakt werd. Wham! was na The Beatles, zo dachten wij bij het maken van de podcast, de eerste volgende grote Britse band waarbij die taferelen zo sterk vergelijkbaar waren met The Beatles gebeurde. Zeker als we naar het Engeland van die tijd kijken.


George over George
Tijdens zijn solocarrière had George het niet altijd makkelijk en was hij, zeker in de eerste jaren, enorm op zoek naar wie hij zelf was en welke artiest hij wilde zijn. Beatlesproducer George Martin zag die jonge artiest ook worstelen en was, voor zijn doen, behoorlijk uitgesproken over wat hij in die tijd van George Michael vond. Zo zei hij tegen de Daily Mail dat Georges talent als songschrijver weliswaar fenomenaal was, zelfs te vergelijken met dat van Paul McCartney, maar dat het succes voor hem te snel was gekomen. Dat George er voor moest waken dat het hem niet naar het hoofd steeg. Maar, zo reflecteerde George Martin, vaak komt arrogantie voort uit angst. In ieder geval hoopte hij dat de jonge George zich qua uitlatingen een beetje rustig hield en zijn carrière niet op het spel zou zetten.



Beatles-invloeden
Achteraf weten we dat George Michael vaak onbegrepen is als de artiest die hij wilde zijn. Ook dat er zoveel misère speelde in zijn privéleven. Hoe dan ook, de man wilde serieus genomen worden in zijn muziek. Dat horen natuurlijk ook op misschien wel zijn beste album: Listen Without Prejudice. Daarop maakte hij een diepe buiging naar zowel John Lennon (Praying For Time) als Paul McCartney (Heal The Pain). Dat laatste nummer zong George jaren later, rond 2005, ook nog eens als duet met Paul, in de Londense AIR Studio's van...George Martin. Een prachtige uitvoering, waaruit blijkt hoe mooi de stemmen van George en Paul combineren. En deze beide odes aan The Beatles zeggen toch ook wel wat over de enorme muzikale kwaliteiten van George Michael. Hij wist precies welke elementen hij in de nummers moest stoppen om ze dat Lennon- of McCartney-gevoel te geven. In die tijd luisterde hij trouwens ook veel naar de Beatlesalbums Revolver en Abbey Road, zo vertelde George ooit in een interview.



De Imagine-piano op Patience
En dan is er nog de Imagine-piano. Het bruine exemplaar waarop John Lennon het nummer componeerde. George Michael wilde graag, vanwege een bijzondere reden, in het bezit komen van het instrument. En dus liet hij op een veiling maarliefst 1,45 miljoen pond bieden, waarbij Robbie Williams en Liam Gallagher achter het net visten. George zag de piano als een symbool voor vrede en stuurde hem de wereld rond, zodat mensen het instrument op betekenisvolle plekken konden bezichtigen. Tegenwoordig staat de piano tijdelijk in het bezoekerscentrum van Strawberry Fields in Liverpool. Voordat George de piano rond liet reizen, componeerde hij er zelf nummers op. Ook gebruikte hij het instrument in de studio. We horen de Imagine-piano namelijk terug op het nummer Patience (2004). Op het gelijknamige album titel zingt George trouwens ook over John, in zijn nummer John and Elvis are Dead.

Julia Baird met de piano waarop haar halfbroer Imagine schreef,
in het bezoekerscentrum van Strawberry Fields in Liverpool


Paul vergeet George aan te kondigen
Met Paul McCartney had George Michael de meest intensieve 'Beatles-relatie'. Zo werd hij uitgenodigd om op 10 april 1999 op te treden tijdens het Concert For Linda, ter nagedachtenis aan Linda McCartney. Ongeveer een jaar na haar dood zong George daar de nummers Eleanor Rigby en The Long And Winding Road. Het zijn prachtige uitvoeringen, door het engelachtige stemgeluid van George. Een paar jaar later, op Live 8, tijdens de twintigste 'verjaardag' van Live Aid stond George naast Paul op het podium om Drive My Car te zingen. Hij moest daarvoor wel een sprint uit de coulissen trekken omdat McCartney vergat hem aan te kondigen en het nummer al inzette. Blijkbaar zette het geen echt kwaad bloed, want de twee giganten waren in 2009 gezamenlijk te horen in een radio-interview, waarbij Paul telefonisch zijn live-album Good Evening New York City promootte, terwijl George in de studio meepraatte. 

Live8

Sweet Soul Music
George Michael stierf op 25 december 2016, in het rampjaar van de popmuziek. Hetzelfde jaar ook waarin George Martin ook zijn laatste adem uitblies. Reageerde het Beatleskamp nog op het overlijden van de jonge George? Jazeker. Ringo met een korte tweet. Paul McCartney deed het wat uitgebreider:  "George Michael’s sweet soul music will live on even after his sudden death. Having worked with him on a number of occasions his great talent always shone through and his self deprecating sense of humour made the experience even more pleasurable." We hadden het niet mooier kunnen zeggen.


Beluister De Laatse Dagen Van... George Michael
De Laatste Dagen Van…George Michael is vanaf 14 november (deel 1, 2 en 3) en 21 november (deel 4, 5 en 6)  te beluisteren via nporadio5.nl/podcast, NPO Luister en alle andere populaire podcast-apps, zoals Spotify en Apple Podcasts.

zaterdag 4 november 2023

Now And Then: deze week verscheen het allerlaatste Beatlesnummer

Met de release van het laatste Beatlesnummer Now And Then beleven we een historische week in het inmiddels zes decennia durende Beatlestijdperk. Het klinkt groots en dat is het ook. Eigenlijk dringt nog maar amper door wat hier gebeurt. Na 28 jaar worden we opnieuw verblijd met een nieuwe Beatlestrack, in de slipstream van Free As A Bird en Real Love. En met die nieuwe track zetten The Beatles een definitieve punt. Niet achter re-releases, maar wel achter hun oeuvre. Nogmaals...het klinkt groots en dat is het ook.


Een zekere dag in 1977
Het verhaal van de totstandkoming van Now And Then werd deze week breed uitgemeten in de media, ondersteund door de 12 minuten durende documentaire waarin The Beatles en hun inner circle zelf uit de doeken deden hoe de evolutie van Now And Then verliep. Die begint op een zekere dag in 1977, waarop John Lennon in The Dakota, zittend aan de piano, een melodie zingt en daar een paar akkoorden bij aanslaat. Hij heeft een cassettebandje in zijn taperecorder gestopt en op 'record' gedrukt. Het bandje is bedoeld als geheugensteuntje en daarom is het niet erg dat de televisie op de achtergrond te horen is, net als andere omgevingsgeluiden.



De tape van Yoko

Fast forward naar de jaren 90, wanneer Yoko Ono ervoor zorgt dat er een tape naar Paul McCartney gaat, waarop verschillende demo's van John staan. Free As A  Bird, Real Love, Grow Old With Me en.... Now And Then. Voor het Anthology-project lukt het om Paul, George en Ringo, met hulp van Jeff Lynne en de op dat moment beschikbare technologie tot twee nieuwe Beatles-songs te komen. Ook aan Now And Then wordt gewerkt, maar het leidt tot niets. Er is weinig tijd, het nummer is nog erg ruw, George Harrison is er niet weg van én het is ontzettend lastig om de stem van John te mixen, omdat het pianogeluid er aan verkleefd zit.


Machine Assisted Learning

Opnieuw Fast forward, naar 2022, wanneer Peter Jackson zijn nieuwe, geavanceerde Machine Assisted Learning (MAL-) software (gebruikt voor het Get Back-project) ter beschikking stelt aan The Beatles. Want nu lukt het technisch wél om de stem van John los te peuteren van zijn pianospel. Daarbij mogen we Sean Lennon bedanken, die de originele demo-cassette van zijn vader beschikbaar stelde. De kwaliteit van die opname was stukken beter dan de kopie die zijn moeder destijds verstrekt had. Samen met de MAL-software blijkt dat de heilige graal, een keerpunt in het moeizame proces om met Now And Then nog tot een nieuwe Beatles-song te komen. Maar...er is intussen veel veranderd, want ook George Harrison is inmiddels overleden. Wat rest, zijn de gitaar-partijen die hij op die februarimiddag in 1994 nog ingespeeld had. Een sessie waarbij de naam van John regelmatig viel. "John! Put the kettle on," horen we Ringo in de studio roepen, in een ontroerend shot in de documentaire. Dat raakt. 

Ringo, Paul en George tijdens de Now & Then-sessies in 1994:
"John, put the kettle on."

Valse voorwendselen
En dus besluiten Paul en Ringo, met volledige goedkeuring van de erven Lennon en Harrison, om toch dat allerlaatste Beatlesnummer (en daarmee de Beatlescatalogus) tot een goed eind te brengen. Er volgen sessies in Londen en Los Angeles, deels met hulp van een orkest dat onder valse voorwendselen ("dit is voor de nieuwe plaat van Paul McCartney") bij de opnames betrokken wordt. En langzaam begon in Beatleskringen de afgelopen maanden het nieuws door te druppelen dat we op een spectaculaire apotheose van het oeuvre van 's werelds grootste band konden rekenen. Een slotakkoord dat de anniversary-editie van de rode en de blauwe dubbelalbums zou begeleiden.

Een 'still' uit de video van Now & Then

Bestaande Beatleskoortjes
Ondertussen neemt Ringo zijn drums opnieuw op, vindt Paul dat zijn baspartij nog wel wat beter kan, waagt hij zich aan een eenvoudige lap steelguitar-solo (een hommage aan George) en wordt er hard gewerkt aan de vocalen. Daarbij zingen Paul en Ringo hun partijen in én werkt George Martins zoon Giles aan de backing vocals, met behulp van bestaande Beatleskoortjes, afkomstig uit de nummers Here, There and Everywhere en Because. Allemaal puzzelstukjes waarbij ambachtelijk vakwerk en nieuwe technologie hand in hand gaan, om samen tot dat slotakkoord te komen.


Reacties
De verwachtingen waren hooggespannen en sinds deze week beschikken we niet alleen over de korte documentaire, maar over het volledige nummer én, sinds gisteren, over de officiële videoclip, waarin ook oude en nieuwe beelden in elkaar overlopen. Inmiddels buitelen recensies en meningen over elkaar heen. Van "vier sterren" in Britse kwaliteitskranten tot teleurgestelde fans, die het nummer "slap" noemen. Over smaak valt nog steeds niet te twisten en wat mij betreft is het totaal onbelangrijk of Now And Then een zwak, middelmatig of zelfs een sterk Beatlesnummer is. Het IS. Dat is waar het om draait. Ontroerend is het zeker: de glasheldere stem van John, die doet verlangen naar de Peter Jackson MAL-wasstraat voor Free As A Bird en Real Love, maar ook de samenzang met Paul, het strijkersarrangement en de wendingen in de slot-maten, op weg naar het finale mineur-akkoord.


Ultiem sluitstuk
Now And Then is na 46 jaar liefdevol en met het grootst mogelijke respect gerestaureerd en gecompleteerd. Een project dat verschillende fases kende en dat steeds ondersteund werd door de beschikbare technologische mogelijkheden van dat moment. Maar het is eigenlijk veel meer dan dat. Now And Then is het ultieme slotakkoord van de meest legendarische band allertijden. Een nummer waarmee de twee nog levende Beatles, beiden begin 80, hun liefde tonen voor hun verloren kameraden. Twee tachtigers die het laatste hoofdstuk van hun eigen, ongelofelijke verhaal afschrijven. Net op tijd, nu het nog kan. Het verdient groot respect dat zij ons daar nog getuigen van willen laten zijn. Het klinkt groots en dat is het ook.

zaterdag 21 oktober 2023

Is Out The Blue één van de meest ondergewaardeerde John Lennon-songs?

Omdat we deze maand het vijftigjarig jubileum van John Lennons 'Mind Games' vieren, duik ik opnieuw in een track van het album dat in de herfst van 1973 verscheen. Out The Blue: een deep cut, die vaak over het hoofd is gezien. Dat vonden journalisten David Fricke (2010, Rolling Stone Magazine) en Nick DeRiso (2021, Classic Ultimate Rock) ook, toen ze Out The Blue opnamen in hun lijstjes met 'most overlooked Lennon songs'. 



Een boodschap voor Yoko
Als tweede nummer van kant twee op Mind Games zit de ballad misschien ook wel een beetje verstopt, tussen de midtempo-nummers Intuition en Only People, elk met hun eigen positieve sfeer. Maar Out The Blue mag er zijn. Het is één van de songs op Mind Games waarin John zich richtte tot Yoko, al leefde hij tijdens zijn zogenaamde Lost Weekend al enkele maanden gescheiden van haar. Hoewel de huwelijksproblemen van de Lennons niet van de lucht waren, keek John in Out The Blue terug op hun eerste jaren en bedankte hij Yoko dat ze 'out the blue' in zijn leven kwam en hem voorzag van 'his life's energy'. De tekstpassages klinken nog steeds best sympathiek, maar de kracht van Out The Blue zit 'm vooral in de muziek.  


'Like a UFO'

Wie in elk geval stevig afgaf op de songtekst van Out The Blue was de Ierse muziekjournalist Johnny Rogan. Niet de eerste de beste: hij schreef een aantal lijvige en indrukwekkende biografieën over artiesten als Neil Young, The Byrds en Ray Davies. Rogan kon weinig waardering opbrengen voor het metaforengebruik en de rijmelarij van Lennon. Bijvoorbeeld als het ging om zinnen als "all my life's been a long, slow knife" en "like a UFO you came to me, and blew away life's misery". Al namen andere journalisten het weer voor Lennon op, je moet toch toegeven dat er wel eens sterkere teksten uit Johns pen gevloeid zijn. En toen hij het nummer opnam, zou het nog een jaar duren voordat John daadwerkelijk claimde dat hij samen met vriendin May Pang een UFO boven New York had zien vliegen.

John Lennon en May Pang tijdens The Lost Weekend

Van folk, naar country en gospel
Dus toch even naar het muzikale gedeelte van Out The Blue. Want het nummer kent, wat mij betreft, een fantastische opbouw. Het start klein, folky, met mooi akoestisch gitaarspel, gevolgd door het tweede gedeelte met een volledige band. De pedal steel guitar van "Sneaky" Pete Kleinow brengt een country-sfeer, de honky tonk-pianosolo van Ken Ascher versterkt het Americana-gevoel en de koorachtige achtergrondzang zorgt zelfs voor een gedragen gospel-sfeer, die in de verte lijkt op de achtergrondzang in The Long And Winding Road. Het geïnspireerde basspel van Gordon Edwards, zelfs met enkele hoge glissando's tijdens de pianosolo, maakt het nummer af en doet weer denken aan McCartneys late, melodieuze Beatles-baswerk. Op The Lost Lennon Tapes zou jaren later overigens een langere versie van het nummer verschijnen.


Ondergewaardeerd

Out The Blue nodigde andere artiesten uit tot het opnemen van een cover, onder wie Gerry Rafferty, die het nummer qua arrangement bijna één op één kopieerde. Niet slecht, maar ook niet spannend of vernieuwend. Opvallend is het intro, dat aan Jealous Guy doet denken. Ook doet het prominentere sologitaarwerk bijna vermoeden dat George Harrison meespeelt. Het geeft de cover bijna een Beatle-esque karakter. Hoe dan ook, de eerder genoemde popjournalist Nick DeRiso, beschouwt Out The Blue als meest ondergewaardeerde song op het Mind Games-album. Hij omschrijft het nummer als "a tale of once-devoted lovers now apart who somehow still seem destined to return to one another". Een mooie karakterisering, want Johns Lost Weekend zou na het verschijnen van Out The Blue nog vele maanden duren. Een verzoening met Yoko lag eind 1973 nog lang niet in het verschiet.  



Oktober is Mind Games-maand bij BeatlesTalk, vanwege het vijftigjarig bestaan van het John Lennon-album.


zaterdag 7 oktober 2023

Hoe John Lennon met Mind Games in kringetjes bleef draaien

Ik heb altijd een zwak gehad en gehouden voor het nummer Mind Games van John Lennon. Zodra ik de eerste klanken hoor, krijg ik een warm, nostalgisch gevoel. Waar 'm dat in zit? Ik weet het niet. Het is niet verbonden met een jeugdherinnering, al draaide ik het cassettebandje van het Mind Games-album al op jonge leeftijd. Dit jaar zijn het nummer en gelijknamige album alweer 50 jaar oud. 


In-your-face-activisme
Met het nummer Mind Games doorbrak John Lennon zijn protestperiode. Mind Games kan zeker ook als protestsong gezien worden, maar verschilt van Lennons sterk politiek gekleurde werk dat terug te vinden is op John Lennon/Plastic Ono Band, Imagine en (in vol ornaat) Some Time In New York City. Op Mind Games verruilde John het expliciete in-your-face activisme voor een wat meer indirecte, ambigue manier om zijn vredesboodschap met de wereld te delen. Het was inmiddels 1973 en de Make Love, Not War-boodschap uit 1969 was misschien in zijn oren wat sleets geworden. Ook leek het een herbevestiging van zijn idee dat het grote publiek zijn activistische boodschap beter 'trok' wanneer deze in een jasje van zoete violen verpakt was, zoals bij een nummer als Imagine.


Twee demo's
Toch stamt de basis van Mind Games al uit 1969. Van de werkversie, getiteld 'Make Love, Not War' maakte hij een jaar later verschillende demo's. En van Make Love, Not War gebruikte hij een deel van de melodie ook weer in een ander nummer, getiteld 'I Promise', met tekstdelen die later in Mind Games zouden terugkomen. Deze demo's, gemaakt in zijn thuisstudio op Tittenhurst Park, kun je terugvinden op The John Lennon Anthology. Luister beide versies maar eens via bovengenoemde linkjes en je hoort Mind Games als het ware ontstaan.


Bijbel voor bewustzijnstraining
John was een goed eind op weg met zijn nieuwe nummer, maar liet uiteindelijk beide versies liggen en stortte zich in de eerste maanden van 1972 eerst op het album Some Time In New York City. Dat jaar las hij ook het boek Mind Games: The Guide To Inner Space, geschreven door Robert Masters en Jean Houston. De publicatie is trouwens nog steeds verkrijgbaar. Deze 'bijbel voor bewustzijnstraining', een soort zelfhulpboek, had de interesse van John en Yoko gewekt. En de titel zeker. 



De top van New Yorkse muziekscene
De opnames van het nummer Mind Games vonden uiteindelijk plaats in de zomer van 1973. Dat was tijdens de eerste maanden van Johns Lost Weekend, waarin hij apart leefde van Yoko. Alles was anders voor hem in die tijd. Ook in de muzikale keuzes die hij maakte trouwens. Zo huurde hij Phil Spector niet in, maar produceerde hij Mind Games zelf. De muzikanten van zijn Elephant's Memory Band werden in de Record Plant East vervangen door een aantal sessiemusici uit de top van de New Yorkse muziekscene: David Spinozza (gitaar), Ken Ascher (Mellotron), Gordon Edwards (bas) en Jim Keltner (drums). 



Yes Painting
Kenmerkend voor Mind Games is het trage, brede en grootse gevoel, dat versterkt wordt door het leitmotiv van de repeterende drie tonen en de slow motion-reggae in de bridge ("Love is the answer..."). In 1980 zei John daarover tegen journalist Andy Peebles: "The seeming orchestra on it is just me playing three notes on a slide guitar. And the middle eight is reggae. Trying to explain to American musicians what reggae was in 1973 was pretty hard." En al was het Johns 'Lost Weekend', Yoko was nooit ver weg. Want voor de tekstregel 'Yes is the answer' liet John zich door haar inspireren. John moet hier ongetwijfeld hebben teruggedacht aan Yoko's kunstinstallatie Ceiling Painting/Yes Painting in de Londense Indica Gallery, toen hij in 1966 op een keukentrap klom en 'Yes' op het plafond zag staan. Wat was er in de inmiddels verstreken jaren veel gebeurd.



"Gargantuan ego"
Mind Games bleek als single een redelijk succes. Het nummer wist in de Verenigde Staten de 18e positie te bereiken in de Billboard Hot 100. In Engeland kwam het in de charts niet verder dan de 26ste plek. Daarbij zou je bijna denken dat het grote publiek in 1973 niet zoveel oren meer had naar de zoetverpakte vredesboodschap van Lennon. In zijn review van het Mind Games-album in Rolling Stone Magazine van 3 januari 1974 schreef journalist Jon Landau dat de plaat 'beter luisterbaar' was dan voorganger Some Time In New York City, maar benadrukte hij ook dat John in kringetjes draaide. Net als bij die drie noten, bedacht ik. Landau schreef: "Mind Games reveals another major artist of the Sixties lost in the changing social and musical environment of the Seventies, helplessly trying to impose his own gargantuan ego upon an audience that has already absorbed his insights and is now waiting hopefully for him to chart a new course." Hoe mooi en warm het nummer Mind Games ook uitpakte, misschien had Jon Landau wel een punt.



Oktober is Mind Games-maand bij BeatlesTalk, vanwege het vijftigjarig bestaan van het John Lennon-album.

zaterdag 23 september 2023

Hidden Treasures of The National Trust: welke geheimen gaf het jeugdhuis van Paul McCartney onlangs nog prijs?

Het is eindeloos smullen, als je tijd hebt om naar de prachtige televisieprogramma's van de BBC te kijken. Met veel gevoel voor kunst, cultuur, en erfgoed neemt The Beeb je in het programma Hidden Treasures of The National Trust graag mee naar de meest bijzondere huizen die Engeland rijk is. Vaak zijn dat eeuwenoude kastelen en landhuizen, maar eerder dit jaar zat ik op het puntje van m'n stoel te kijken naar de uitzending over 20 Forthlin Road. Het Liverpoolse jeugdhuis waar Paul en Mike McCartney opgroeiden. De plek die, samen met het jeugdhuis van John Lennon, al enkele jaren op afspraak te bezichtigen is. 


Interessante verhalen
Zelf was ik er twee keer. Ik keek m'n ogen uit. Ongetwijfeld waren jullie er, als lezers van deze blog, ook wel eens te gast. En als je je ogen dichtdoet, kun je 20 Forthlin vast nog steeds uittekenen. Het maakt wel indruk, om het huis te bezoeken waar Paul zijn eerste nummers met John schreef, zittend bij de schouw. Waar hij in de achterkamer oefende, waar John in de keuken thee stond te zetten, en waar de 'early Beatles' in 1958 vanuit het slaapkamerraam op het platte schuurdak klommen om de jaarlijkse Politieshow gade te slaan. We kennen het huis, we kennen de verhalen. Maar.....niet alle. Zo bleek uit de genoemde aflevering van Hidden Treasures of The National Trust. Met hulp van Mike McCartney (én Paul, op afstand) legde de BBC namelijk een aantal zeer interessante verhalen en bijbehorende herstelwerkzaamheden rond het huis vast.



Weinig bewoners
De McCartneys trokken in 1955 in de woning aan 20 Forthlin Road, die op dat moment drie jaar oud was. Na een jaar overleed moeder Mary en bleef vader Jim met zijn twee opgroeiende zoons achter. Het zou ook vader Jim zijn die uiteindelijk als laatste de deur van 20 Forthlin Road achter zich dichttrok, om te verhuizen naar een groter huis dat Paul voor hem kocht. De familie die 20 Forthlin Road van de McCartneys kocht, woonde er maarliefst tot 1995, waarna The National Trust het huis aan haar vastgoedportefeuille kon toevoegen. Het is dus vrij uniek dat de bescheiden tussenwoning in Zuid-Liverpool uiteindelijk maar zo weinig bewoners heeft gehad. Dat betekende dat het relatief gemakkelijk was om het huis weer terug te brengen in zijn oorspronkelijke staat, al werd dat met uiterste precisie gedaan.


Drie onthullingen
Nadat 20 Forthlin Road vele jaren dienst deed als museumwoning, waar kleine groepen toeristen onder begeleiding van een gids een kijkje konden nemen, brak recent een nieuwe fase in de restauratie van het huis aan. Want er waren nog open eindjes. Het huis hield zelfs nog enkele geheimen verborgen. Je begrijpt dat ik met grote interesse heb zitten kijken naar de manier waarop The National Trust ons nóg meer liet zien van deze bijzondere woning. De herstelwerkzaamheden richtten zich op drie zaken: het behang boven de schouw, verborgen tekeningen op de wand van het toilet op de eerste verdieping én de slaapkamer van Jim en Mary McCartney, achter de deur die altijd gesloten bleef voor toeristen.

Losse eindjes
Als eerste worden we in de uitzending meegenomen in de 'behang-kwestie'. Het is bekend dat Mary McCartney alle muren van de woonkamer van verschillende soorten behang voorzag. Het gezin leefde zuinig en Mary kocht daarom de goedkope restanten van rollen behang. Het lukte de National Trust de afgelopen jaren om in twee gevallen te achterhalen om welke behang-restanten het ging. Dus zien we bij het woonkamerraam en op de wand waar de piano tegenaan staat het daadwerkelijke behangpatroon dat destijds ook de kamer sierde.



False brickpaper
Maar het behang op de muur achter de schouw was veel moeilijker te vinden. Het zogenaamde 'false brickpaper'-behang was populair in de jaren '50. Op foto's van Mike McCartney is te zien hoe het eruit zag. De schaal van het patroon was zelfs te herleiden, aan de hand van foto's waarop Paul in zijn eentje of met John staat. Maar het originele behang was zelfs na twintig jaar nergens meer te vinden. Ook niet in de vele archieven die doorzocht werden. Dus zat er maar één ding op. Met behulp van Mike McCartney, die de foto's maakte, gaf de National Trust de Anstey Wallpaper Company opdracht om het behang na te laten maken. 


Paul en Mike kozen voor beige
Omdat er alleen zwartwit-foto's van het behang bestaan, gaat de National Trust in de uitzending op bezoek bij Michael, om navraag te doen over de kleur. Mike, zo vertelt hij, belde op zijn beurt met 'our kid', zoals hij zijn inmiddels 81-jarige broer nog steeds noemt. En beide broers waren het er over eens: er zat beige behang op die muur. En dus gaat designer Maisie Morris aan de hand van foto's aan de slag om het behang, met Piet Schreuderiaanse precisie opnieuw te ontwerpen. Uiteindelijk worden er drie samples afgedrukt, waaruit Mike de kleur kiest die het volgens hem geweest moet zijn. De reactie van Mike is goud waard: "Fan-bloody-tastic" prevelt hij, als hij de rollen papier op zijn salontafel uitrolt. Er gaat ook een sample naar Paul, per post, en beide broers kiezen inderdaad voor de meest beige variant.


De rozenkrans en de asbak
Een tweede verborgen element richt zich op de slaapkamer van vader Jim en moeder Mary. Aanvankelijk wilden Paul en Mike niet dat deze kamer openbaar zou worden voor het grote publiek, uit piëteit naar hun moeder. Maar onderhand vonden de broers het tijd worden hun moeder juist te eren en de kamer in ere te herstellen. De slaapkamer deed jaren dienst als woonvertrek van één van de gidsen, later als rommelkamer, waar schoonmaakspullen en overtollige meubels werden opgeslagen. Maar in deze aflevering zien we hoe de oude slaapkamer in ere hersteld wordt, met meubilair uit de jaren vijftig, dat langs allerlei wegen vergaard wordt. Onder andere via veilingen. En wanneer de slaapkamer volledig is gereconstrueerd, zien we hoe een geëmotioneerde Mike McCartney er op de drempel staat en terugblikt in zijn eigen familiegeschiedenis. De rozenkrans op het nachtkastje, de asbak, het is er allemaal. Net als de herinnering aan de tranen die zijn zieke moeder voor hem als jonge jongen probeerde te verbergen, zo vertelt hij. Het bezorgt me kippenvel. 


The Lost Beatle Doodles
Maar het meest intrigerende verhaal is toch wel dat van de tekeningen op het toilet. Bij The National Trust was bekend, uit verhalen van Mike, dat de muur van het toilet op de eerste verdieping van het huis, werd 'beklad' met kleine doodles. Door Mike, door Paul en ook door John. Zou het mogelijk zijn deze 'Lost Beatles Doodles', zoals ze genoemd worden, in ere te herstellen? Daarvoor wordt een specialist ingeschakeld, die het geverfde stucwerk laagje voor laagje afpelt en inderdaad op inktvlekken stuit. De doodles werden namelijk door de ooms en tantes overgeschilderd, nadat de familie McCartney het huis voorgoed verliet. De specialist is verstandig en wroet niet verder in de verflagen. Hij is er van overtuigd dat hij de tekeningen nu zal beschadigen, maar dat toekomstige technieken het mogelijk zullen maken de tekeningen naar voren te halen. Op die onthulling moeten we dus nog even wachten. Ik vond het een fascinerende uitzending! Elke keer als je denkt dat je alles rond The Beatles gezien hebt, duikt er weer iets nieuws op. 



zaterdag 9 september 2023

Waarom de nieuwe documentaire van May Pang over John Lennons Lost Weekend beslist de moeite waard is

Lieve lezers, de zomer van 2023 zit er weer (bijna) op en ik hoop dat jullie er van genoten hebben. Zelf had ik nog geen vakantie, maar werkte ik onder andere met ons team aan een nieuw seizoen van de podcastserie De Laatste Dagen Van... Wie onze 'feed' op Spotify volgt, heeft in de teaser kunnen horen welke artiest we dit jaar centraal zetten. Maar hier op BeatlesTalk is het natuurlijk Beatles wat de klok slaat. Vorige week startte Fab4Cast weer met de eerste aflevering en, traditiegetrouw, volgt een week daarna mijn blog. Dus is het tijd voor een nieuw seizoen met verse verhalen. Over het verleden én het heden, want ook nu nog gebeurt er zoveel op Beatlesgebied... Neem bijvoorbeeld de documentaire die May Pang dit jaar uitbracht: The Lost Weekend - A Love Story.



Steeds grotere rol
Dit jaar is het namelijk vijftig jaar geleden dat John Lennon en May Pang begonnen aan hun achttien maanden durende avontuur dat later als The Lost Weekend de boeken in zou gaan. Een liefdesrelatie die door Yoko Ono geregisseerd en gemanipuleerd werd, een waanzinnig verhaal en een heel bijzonder stukje Beatlesgeschiedenis. Zelf vind ik dat May Pang nog steeds onvoldoende serieus wordt genomen in de rol die zij in de laatste zeven jaar van het leven van John Lennon speelde. Ze kwam trouwens al in 1969 in contact met John en Yoko, toen ze vanuit Apple voor Allen Klein werkte. Niet veel later werd ze John en Yoko's persoonlijke assistent. May maakte de verhuizing van de Lennons naar New York mee, ondersteunde hen bij film- en muziekprojecten en kreeg door Yoko een steeds grotere rol in het leven van John toebedeeld. Eentje waar ze zelf overigens niet om vroeg. En juist dat maakt haar verhaal zo interessant, vind ik.



Een minderheid onder de minderheden
In de documentaire belicht May (1950) haar eigen jeugd, als kind van eerste generatie Chinese immigranten in New York. Ze groeide op in Spanish Harlem, maar was als kind van Chinese ouders een minderheid onder de Latijns-Amerikaanse en zwarte minderheden. Haar atheïstische vader en boeddhistische moeder stuurden haar naar een katholieke school, die gerund werd door nonnen. Als tiener zag ze hoe leeftijdgenoten zich onderdompelden in latino- en soulmuziek. Zelf raakte ze verslingerd aan Rock 'n' Roll en The Beatles. Op 19-jarige leeftijd meldde ze zich bij het Apple-kantoor in New York en kreeg ze een baan als secretaresse. Beatlesmanager Allen Klein koppelde haar aan John en Yoko. Dat gegeven zou haar leven voor altijd veranderen.


Warme woorden
Nadat ze de Lennons zowel in Londen (Tittenhurst) en New York al enige tijd geassisteerd had, wordt ze op een goede dag door Yoko aan John gekoppeld, met de opdracht om met hem uit te gaan en zijn metgezellin te worden. Een verbijsterde May stemde uiteindelijk in en ervoer hoe John haar het hof maakte. Het markeerde de start van een achttien maanden durende periode waarin de twee een relatie hadden. Terwijl ze afwisselend in New York en Los Angeles woonden, trok Yoko op afstand aan de touwtjes. De documentaire, verteld door May zelf, laat minutieus zien hoe de dynamiek tussen John, Yoko en haarzelf zich ontwikkelde. Net als de bijzondere, levenslange band die May opbouwde met Cynthia en Julian: Johns eerste vrouw en eerste zoon. Julian is dan ook te zien in de film, samen met May. Hij spreekt warme woorden over de vrouw die zijn vader tot een ander mens maakte. Onder Mays hoede werd John een opener, socialer en relaxter mens. Iemand die minder geïsoleerd in het leven stond dan in zijn eerste jaren met Yoko.


May, Julian en John


Snelle montage, mooie vormgeving
Voegt de docu iets toe dat May Pang al in eerdere boeken en interviews deelde? Mijn antwoord daarop is een volmondig ja. De ruim anderhalf uur durende film vertelt namelijk op een frisse, eigentijdse manier het liefdesverhaal van May en John, maar laat ook zeer nauwkeurig zien wat er tussen 1973 en 1975 gebeurde in Johns leven. Het grote pluspunt is de snelle montage, de mooie grafische vormgeving en de ongelofelijke hoeveelheid film-, foto- en audiomateriaal die rond The Lost Weekend zijn verzameld. Nog nooit zag ik deze periode zo goed in beeld gebracht.


Sterke vrouwen
Daarmee voegt de documentaire echt iets toe aan de Beatlesbibliotheek met verhalen. Ook maakt de film duidelijk dat John vooral op sterke vrouwen leunde in zijn leven en dat hij May aanvankelijk keihard liet vallen toen hij van Yoko in februari 1975 toestemming kreeg om terug te keren naar The Dakota. Toch weten weinig mensen dat John en May altijd contact hielden, elkaar van tijd tot tijd zagen en ook intiem bleven. Hun laatste telefoongesprek dateert van 25 mei 1980, toen John May vanuit Zuid-Afrika belde om te vragen wanneer ze elkaar weer konden zien. Daarna bleef het stil en moest May in december 1980 uit het nieuws vernemen dat er nooit een volgende ontmoeting zou komen. De documentaire heeft tot nu toe gedraaid op een aantal filmfestivals. In Amerika verschijnt hij op 13 oktober op dvd. Wie weet komt hij daarna breder beschikbaar via streamingsdiensten. Als je de kans krijgt, ga hem zien.


Luister naar de verhalen over John Lennons Lost Weekend die in deel 1 en deel 2 door Fab4Cast in kaart zijn gebracht. Je hoort Wibo, Jan Cees en Michiel daarbij ook in gesprek met May Pang.