zaterdag 30 maart 2024

Deze week 50 jaar geleden: over de laatste chaotische studio-opname van John Lennon en Paul McCartney uit maart 1974

Deze week is het vijftig jaar geleden dat John Lennon en Paul McCartney voor het laatst samen in een opnamestudio te vinden waren. Op 28 maart 1974 in de Burbank Studios in Los Angeles, om precies te zijn. Het is een gebeurtenis die even belangrijk als onbekend is. Belangrijk omdat hun muzikale wegen zich na die donderdagavond in maart voorgoed scheidden. Onbekend omdat de sessie altijd wat onderbelicht is gebleven in de geschiedschrijving van de ex-Beatles en hun beider carrières. 

De laatst bekende foto die van John Lennon en Paul McCartney
werd gemaakt, in het voorjaar van 1974.


Een chaotische studiojam
Als ik het heb over "A Toot And A Snore in '74" (spreek het even hardop uit) dan weten veel ingewijden genoeg. Dat is namelijk de naam waaronder de bewuste sessie op een bootleg zijn weg naar de oren van een select publiek vond. Die oren moeten behoorlijk geklapperd hebben, want de laatste opnames waarop Lennon en McCartney samen te horen zijn, doen in niets denken aan hun hoogtijdagen als muzikale partners. De bootleg, met amper 30 minuten muziek, bestaat uit een chaotische studiojam waarin gesprekken en een aantal oude rock 'n' roll-krakers elkaar afwisselen. 




"You want a snore Steve?"
Maar allereerst even die wonderlijke titel: "A Toot And A Snore in '74". Die laat zich verklaren door een opmerking van John Lennon tegen Stevie Wonder, die ook aanwezig was: "You want a snore Steve? A toot? It's going round," refererend aan de cocaïne die volop in de studio beschikbaar was. Een passende titel is het ook, want onder invloed van ongetwijfeld ook nog eens de nodige drank kwamen de aanwezige muzikanten nauwelijks tot een fatsoenlijke jam. Er wordt gegrapt, gelald en slap gespeeld. Maar goed, wie waren er nog meer bij, naast Lennon, McCartney en Wonder? En wat bracht dit gezelschap op deze specifieke plek in maart 1974 bijeen?


Muzikaal actief
Daarvoor moeten we terug naar de periode die later bekend is geworden als John Lennons Lost Weekend: de periode tussen medio 1973 en februari 1975, waarin hij gescheiden leefde van Yoko Ono en een relatie had met May Pang. Het was een tijd waarin Lennon met name veel dronk, maar toch ook muzikaal actief wist te blijven. Niet alleen door te werken aan solo-albums, maar ook als producer voor zijn vriend Harry Nilsson, de Amerikaanse singer-songwriter die hij mateloos bewonderde. Het waren de sessies voor Nilssons album Pussy Cats, die Lennon en McCartney bijeen brachten in de Burbank Studios. Niet omdat ze daar samen een rol bij speelden, maar omdat de opnamedagen regelmatig werden afgesloten met "een uurtje jammen" en Paul en Linda nu eenmaal in de buurt waren en de studio binnenstapten.


John Lennon en Harry Nilsson


Paul ging op de drumkruk van Ringo zitten
Wie er nog meer waren: bassist Ed Freeman, saxofonist Bobby Keyes, gitarist Jesse Ed Davis, Harry Nilsson zelf, net als May Pang, en oud-Beatlesroadmanager Mal Evans. Ook Ringo Starr was in de buurt, omdat hij meespeelde op Nilssons album. De betreffende avond was hij niet aanwezig. Wel stonden zijn drums in de studio opgesteld. McCartney bedacht zich geen seconde en nam plaats op de drumkruk van zijn oude bandmaatje. Ringo zou de volgende dag geërgerd opmerken: "McCartney always messes up my drums!" Hij was het niet anders gewend vanuit zijn tijd als Beatle, wanneer Paul menig theepauze aangreep om op de kruk te gaan zitten en de drumstokken ter hand te nemen. In 1974 was er eigenlijk niet veel veranderd op dat gebied. "McCartney is doin' the harmony on the drums," horen we John roepen, terwijl hij tussendoor continu klaagt over de kwaliteit van het geluid. Voor Paul was het een aansporing om, al drummend, de achtergrondvocalen bij Stand By Me improviserend in te zetten.


Net als de Get Back-sessies

De sfeer van de sessie doet een beetje denken aan de Get Back-sessies, inmiddels een stuk bekender geworden door de film van Peter Jackson. Daarin zien en horen we The Beatles ook kletsen, improviseren en veelal teruggrijpen op oude rock 'n' roll-nummers en 'standards'. Ook Take This Hammer komt namelijk weer kort langs. Het is dezelfde losse, chaotische sfeer, al zijn de deelnemers aan A Toot And A Snore heel wat verder heen dan The Beatles in januari 1969 waren. Hoewel...ook toen was Lennon behoorlijk verslaafd, aan heroïne, die hij ten tijde van 1974 dus verruild had voor cocaïne en sterke drank. Als ik dan toch één highlight uit de sessie mag benoemen, is het misschien Stevie Wonder, die vanuit het niets het nummer Chain Gang inzet, met zijn prachtige soul-stem. Hoe erg Stevie onder invloed was, weet ik niet, maar zijn bijdrage maakt dan toch nog de meeste indruk.


May vertelde Wibo dat Jesse Ed de tape ontvreemdde
Dat we vijftig jaar na dato als een "fly on the wall" aanwezig kunnen zijn bij de sessies, hebben we te danken aan gitarist Jesse Ed Davis. Die smokkelde de tape naar buiten en verkocht hem vermoedelijk. Of dat algemeen bekend is, weet ik niet, maar het was May Pang die het een paar jaar geleden toevertrouwde aan Wibo Dijksma van Fab4Cast, tijdens een erg goed en inhoudelijk interview dat hij met haar had over (onder andere) die bijzondere sessie. Wil je hun interessante gesprek, en Mays herinneringen aan die bewuste studiojam horen, luister dan naar deze nieuwe aflevering van Fab4Cast, die een aantal interessante invalshoeken rond Lennons Lost Weekend oplevert.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten