zaterdag 26 december 2020
Wat de kerstsingles van The Beatles ons tussen de regels door vertellen
vrijdag 18 december 2020
McCartney III is uit: het lockdown-album waarmee Paul McCartney zich een homo ludens pur sang toont
Stel je voor. Je vader, oom, opa, of buurman loopt al aardig tegen de 80. Een jaar of 78 is hij. Tijdens de lockdown zit hij elke dag in zijn muziekstudio om daar wat te rommelen en experimenteren met z'n gitaren, bassen, een drumstel en z'n oude en nieuwe toetseninstrumenten. Bij het diner laat hij je op zijn smartphone horen wat hij die dag in elkaar geknutseld heeft. Het overkwam Mary McCartney het afgelopen halfjaar, toen ze met haar gezin én haar vader in coronatijd op het familielandgoed in het Engelse Sussex verbleef. Onder haar neus maakte papa Paul het beste van de lockdown en draaide hij praktisch in z'n eentje een nieuw album in elkaar.
Onverwoestbaar arbeidsethos
Vandaag verschijnt het, met de titel McCartney III. Daarmee wordt de plaat de vermoedelijke hekkensluiter van een serie albums die Paul de afgelopen jaren in zijn eentje opnam. Los van zijn werk met Wings en los van de platen die hij in klein comité of in groter verband in elkaar zette. Met McCartney (I) maakte Paul zich in 1970 los van The Beatles, met McCartney II (1980) luidde hij de jaren '80 in. Een decennium dat hem, zeker in de eerste helft, zwaar op de maag zou liggen, met zijn Japanse gevangenschap, het overlijden van John Lennon en het gigantisch geflopte filmproject Give My Regards To Broad Street. Toch ging McCartney door, met een onverwoestbaar arbeidsethos en schijnbaar onuitputtelijke bron van creativiteit.
Deep Deep Feeling als meest bijzondere bijdrage aan McCartney III
Nu is er McCartney III, vormvast uitgebracht aan het begin van weer een nieuwe decennium, dat trouwens ook niet al te florissant begonnen is. Opnieuw een plaat vol huisvlijt, experimenteerdrift en vooral met een flinke dosis speelsheid. En juist dan, wanneer Paul de teugels van de perfectie wat laat vieren, maakt hij zijn meest interessante werk. Zo ook op McCartney III, waarop hij de luisteraar losjes meevoert langs mooie, kleine akoestische liedjes (The Kiss Of Venus, When Winter Comes), ambachtelijke, aanstekelijke popsongs (Find My Way, Women and Wives, Seize The Day), verrassende rockers (Lavatory Lil, Slidin') en ronduit originele en atypische McCartney-songs. Zo leunt Deep Down tegen de R&B en is Deep Deep Feeling toch wel zijn meest bijzondere bijdrage aan de plaat. Een lang, spannend en experimenteel nummer waarop McCartney zich een homo ludens pur sang toont.
Klinkend als de klassieker die je al jaren kende
Is er ook nog wat op aan te merken? Misschien alleen dat Macca's marketingteam de plaat in een ontelbaar aantal verschillende edities uitbrengt, variërend in artwork, bonustracks en oplages. Dat hoeft voor mij niet zo, al wens ik de verzamelaars er veel plezier mee. Het openingsnummer (Long Tailed Winter Bird), waarvan het thema aan het eind van de plaat ook weer even terugkomt, vind ik een lege huls en een wat zwakke schakel. Maar dat is dan ook alles. Bij het wegsterven van de laatste klanken van hekkensluiter When Winter Comes, dat nu al klinkt als de klassieker die je al jaren kende, denk je toch: verdorie, hij flikt het weer.
Verder kijken en luisteren:
Singer-songwriter en groot McCartney-liefhebber Bertolf was afgelopen week te gast in Met Het Oog Op Morgen. Hij vertelde daar over McCartney III en speelde het wonderschone 'Junk' van het album McCartney (I), zittend op de bank. Wanneer je de link aanklikt en scrollt tot je het filmpje ziet, kun je het optreden en gesprek bekijken. Aanrader.
zaterdag 12 december 2020
Over Nutopia en Nixon: hoe John Lennon zijn vervolging door de Amerikaanse overheid aan de kaak stelde
Wanneer je afgelopen week naar onze podcast De Laatste Dagen Van... John Lennon luisterde, kon je in deel 4 horen hoe we John als communicator hebben willen neerzetten. Van de jongen die op zijn slaapkamer bij Aunt Mimi en Uncle George in Liverpool strips tekende en verhalen schreef in zijn schriftje The Daily Howl tot de man die de billboards in New York vol liet plakken met zijn War Is Over-boodschap. Bij het samenstellen van deze podcastaflevering, realiseerde ik me hoe goed John en Yoko in staat waren hun ideeën te verbinden met conceptuele kunst, humor én met de massamedia. Zo ook bij het concept Nutopia, waar we in aflevering 4 kort bij stilstaan. Het leek me een mooi onderwerp voor de column van vandaag. Want wat was Nutopia precies en wat wilde Lennon er mee zeggen?
Een volkslied van vier seconden stilte
Op 1 april 1973, de datum die ook in de Verenigde Staten voor April Fools Day staat, stichtten John en Yoko de staat Nutopia. Een "new utopia" als conceptueel land, waarvan je jezelf inwoner kon noemen als je de staat simpelweg erkende. Een imaginair land zonder leider of regering, een land met een onbekend aantal inwoners, die bovendien niet geregistreerd stonden. Het nieuwe utopia had een witte vlag en een volkslied dat bestond uit vier seconden stilte. Het zegel van het land liet, in de dubbele betekenis van het woord 'seal' een zeehond zien die een yin-yang globe op zijn neus liet balanceren.
Persverklaring
Een dag later stonden John en Yoko de pers te woord in de New York City Bar Association, een vrijwilligersinstelling voor zittende en toekomstige advocaten, gevestigd aan 44th Street. Daarbij lazen John en Yoko hun onderstaande verklaring voor [bekijk de video]. Vervolgens zwaaiden ze met een witte zakdoek, als symbool van de vlag, waarbij Lennon zei: "This is the flag of Nutopia. We surrender to peace and love." Daarna snoot hij zijn neus in de zakdoek
We announce the birth of a conceptual country, NUTOPIA.
Citizenship of the country can be obtained by declaration of your awareness of NUTOPIA.
NUTOPIA has no land, no boundaries, no passports, only people.
NUTOPIA has no laws other than cosmic.
All people of NUTOPIA are ambassadors of the country.
As two ambassadors of NUTOPIA, we ask for diplomatic immunity
and recognition in the United Nations of our country and its people.
Wat wilden John en Yoko zeggen met Nutopia?
Onder al die humor lag natuurlijk wel degelijk een serieuze boodschap. De Lennons zochten als ambassadeurs van het fictieve land diplomatieke immuniteit. Dat had alles te maken met de immigratieproblemen die John tijdens zijn eerste jaren als inwoner van de Verenigde Staten ondervond. Zijn vredescampagnes en anti-Nixon propaganda waren een doorn in het oog van de zittende president van de Verenigde Staten. Na de impact van Johns singles Give Peace A Chance en Happy Xmas (War Is Over) en het gerucht dat John ten tijde van een Republikeinse conventie plannen had om deel te nemen aan een muzikaal protest in San Diego, kwam de tegenaanval van de Amerikaanse overheid. Het plan ontstond om Lennon te laten deporteren.
Yoko had betere papieren dan John
De Immigration and Nutarlization Service (INS) startte in maart 1972 een uitzettingsprocedure tegen John, verwijzend naar zijn veroordeling uit 1968 voor het bezit van cannabis in Londen. In werkelijkheid werd Lennon gezien als een gevaar voor de staat en een bedreiging voor de herverkiezing van Richard Nixon. Yoko had overigens betere papieren. Door haar eerdere huwelijk met de Amerikaanse filmregisseur Tony Cox was zij in het bezit van een Resident Alien Green Card. Tegen de pers verklaarde John dat hij zich de mond niet liet snoeren, laat staan het land uit liet zetten. Toch hadden de afluisterpraktijken van de FBI, om bewijs tegen hem te verzamelen, wel impact.
Dylan en Harrison deden een goed woordje voor Lennon
Op 23 maart 1973 ontving John bevel om de VS binnen 60 dagen te verlaten. Een week later kwam hij met zijn statement over Nutopia. Niet lang daarna raakte Nixon verzeild in het Watergate-schandaal, dat uiteindelijk leidde tot zijn aftreden. Opvolger Gerald Ford was niet geïnteresseerd in verdere vervolging van Lennon. Of het uiteindelijk hielp, weten we niet, maar George Harrison bezocht Ford in december 1974 en vroeg de president en passant om af te zien van verdere vervolging van zijn oud-bandmaatje. Net als Bob Dylan trouwens, die al in 1972 een brief aan de INS schreef, met het verzoek om John en Yoko gewoon met rust te laten. Uiteindelijk kwam op 8 oktober 1975, een dag voor de geboorte van zoon Sean, een eind aan Johns juridische strijd met de overheid.
![]() |
George Harrison bij Gerald Ford: zoete broodjes bakken |
zaterdag 5 december 2020
De Laatste Dagen Van John Lennon: hoe kwam de zesdelige podcastserie tot stand (met podcast!)
![]() |
Wibo Dijksma, Hans Schiffers, Jan Cees ter Brugge en Michiel Tjepkema in het AVROTROS-gebouw (archieffoto) |
Steeds terug naar de kern
zaterdag 28 november 2020
All Things Must Pass is vijftig: het album waarmee George Harrison vooral voor vriendschap ging (en waarvan de jubileumbox in 2021 verschijnt)
Met alle bijzondere ontwikkelingen en data rond John Lennon, vergeten we bijna dat het deze week ook 50 jaar geleden is dat het monumentale en alom geliefde driedubbelalbum All Things Must Pass verscheen. Op 27 november 1970 kwam George Harrison met een stortvloed aan nieuw materiaal, waarvoor binnen The Beatles geen plek meer was. All Things Must Pass werd zowel bij verschijnen als in retrospect alom geprezen. Muziekmagazines als Mojo en Uncut noemden het begin deze eeuw zelfs het beste solo-werk waar een ex-Beatle ooit mee op de proppen kwam.
Een de-Spectorized 2020-mix van het titelnummer
Veel Harrison- en Beatlesliefhebbers hoopten dan ook dat de erven Harrison dit jaar met een jubileum-editie of boxset van All Things Must Pass zouden komen. De box is er nog niet, maar we kregen wel alvast een voorproefje met de nieuwe stereomix van het titelnummer van het album. Afgelopen vrijdag kondigde de Harrison Estate het volgende aan: "This new single is just a prelude of what’s to come as we celebrate George’s seminal 1970 album. Stay tuned for more 50th anniversary celebrations of ‘All Things Must Pass’ in 2021." De nieuwe mix, gemaakt door Paul Hicks, klinkt een stuk cleaner en directer dan de oorspronkelijke versie, waar producer Phil Spector destijds zijn karaktestieke stempel op drukte. Volgens Georges zoon Dhani was het altijd nog een wens van zijn vader om een minder bombastische remix van het album uit te brengen. Daartoe werd in 2001 al een poging gedaan, maar met de nieuwe technologie kan men nu een stap verder gaan. De wens van George lijkt volgend jaar te worden vervuld, al is de in 2001 overleden ex-Beatle er zelf niet meer bij.
Een schatkist vol herontdekte tapes
In maart dit jaar gaven Harrisons weduwe Olivia en zijn zoon Dhani een interview aan Rolling Stone Magazine. Daarin vertelden ze over de geschiedenis van het Dark Horse-label dat George in de jaren zeventig oprichtte. En ook over stapels dozen met tapes van de All Things Must Pass-sessies, die recent aan het licht kwamen. "Veel van die sessies zijn op bootlegs naar buiten gekomen, maar wij hebben betere versies," om daar op aan te vullen: "We hebben alle 24 track-tapes van het album en vonden ook veel tapes met alternatieve versies en gesprekken in de studio." Olivia, Dhani en hun team moeten de jubileumdatum van 27 november 2020 ongetwijfeld met rasse schreden hebben zien naderen. Ze slaagden ze er blijkbaar niet in om op tijd de jubileumeditie van het album, dat overigens op het Apple-label verscheen, uit te brengen. Prima, denk ik dan. Als je het doet, doe het dan maar écht goed. Wel verschijnt er dit weekend ter ere van Record Store Day een limited edition heruitgave van de single My Sweet Lord.
Diep en doordacht
Afgelopen zaterdag besteedde BBC Radio 4 aandacht aan het jubileum van All Things Must Pass. In een uitzending van een uur stond de Brits-Indiase componist Nitin Sawhney stil bij de ontstaansgeschiedenis van het album en de weg die George zelf aflegde om op slechts 27-jarige leeftijd qua thematiek met zo'n 'diep en doordacht' meesterwerk naar de voorgrond te treden. Het was eigenlijk de totale emancipatie van een songschrijver die zich bevrijd had van die andere twee songschrijvers, bij wie het nauwelijks lukte zijn eigen nummers voor het voetlicht te krijgen.
Een telefoontje aan Eric Clapton en Bobby Whitlock
"Zelfs toen ik met nummers als Here Comes The Sun en Something kwam, moest ik eerst tien songs van John en Paul doen, voordat er aandacht was voor wat ik geschreven had," horen we George in de BBC-special vertellen. Ook toetsenist Bobby Whitlock, die op het album meespeelde, komt aan het woord. Hij herinnert zich hoe hij in de lente van 1970 bij Eric Clapton verbleef en getuige was van een telefoontje van Harrison aan Clapton: of beide muzikanten misschien zin hadden om deel uit te maken van de band die op het nieuwe album zou gaan spelen. Die band bestond trouwens uit een grote en steeds wisselende verzameling muzikanten. Iets dat George bewust wilde, na zijn jaren in het vrijwel geheel besloten viermanschap dat The Beatles waren geweest.
![]() |
Bobby Whitlock (rechts) met George Harrison, Eric Clapton en de tourband van Delaney and Bonnie |
De Apple Jams als vorm van teambuilding
Bij de selectie van de muzikanten voor All Things Must Pass keek George vooral naar mensen die hij aardig vond en die op een positieve manier bij konden dragen aan de sfeer in de studio. Daarin ging hij anders te werk dan bijvoorbeeld zijn oud-compaan Paul McCartney, die begin jaren '70 audities hield voor de sessiemuzikanten en bandleden met wie hij wilde samenwerken. Zo kon het bij Harrison rustig gebeuren dat hij vijf akoestisch gitaristen benaderde, puur omdat hij zin had met ze samen te werken. Snel en doelmatig waren de opnames voor All Things Must Pass dan ook niet. De studiojams, die als Apple Jam op de zesde zijde van het triple album verschenen, hadden een duidelijk doel: elkaar muzikaal leren kennen en vooral onderling plezier hebben.
Alan White zag het verschil met John Lennons sessies
Drummer Alan White was tevens betrokken bij All Things Must Pass. Ook hem viel het verschil op tussen de sessies met Harrison en die met John Lennon voor diens Plastic Ono Band-album. Niet alleen werkte Lennon juist in klein comité, maar ook gaf hij volgens White hele duidelijke aanwijzingen aan de muzikanten over hoe ze op zijn plaat moesten spelen. White noemde Lennon zelfs wat autoritair en Harrison juist iemand die op een gelijkwaardige manier met zijn bandleden wilde samenwerken. Precies zoals hij kort daarvoor met Delaney, Bonnie and Friends door Europa getourd had. John Lennon bezocht de sessies voor All Things Must Pass trouwens wel. Hij stond in die periode nog op goede voet met George en complimenteerde hem met diens album-in-wording.
Vroeg wijs
Uiteindelijk kostte het George maarliefst vijf maanden om All Things Must Pass album op te nemen. Niet alleen door zijn relaxte en democratische aanpak tijdens het opnameproces. Er was nog een andere reden. George maakte medio 1970 privé een zware tijd door toen zijn beide ouders in het ziekenhuis belandden. Vader Harold kwam er bovenop, maar George verloor zijn geliefde moeder Louise aan een hersentumor. Die ervaringen hebben ongetwijfeld bijgedragen aan een album waarop Harrison oosterse en westerse spiritualiteit verbond met zijn eigen levensvragen als 27-jarige. Variërend van de blijheid van My Sweet Lord tot het ernstige Beware of Darkness. Weduwe Olivia Harrison noemt Run of the Mill haar eigen favoriet. Volgens Olivia geloofde George sterk dat je je leven zó moet leiden dat je jezelf altijd in de spiegel kunt blijven aankijken. Olivia noemde George 'vroeg wijs' voor zijn leeftijd. Dat was hij. Ondertussen wachten we die heruitgave van zijn meesterwerk gewoon geduldig af.
De BBC Radio 4-special staat (op het moment van schrijven) online. Ik deel de link hierbij graag. Let er op dat de BBC haar uitzendingen slechts voor een beperkte tijd online beschikbaar houdt.
zaterdag 21 november 2020
Veertig jaar Double Fantasy, het album dat John Lennons afscheid werd (met podcast)
Deze week is het 40 jaar geleden dat John Lennons zijn laatste album uitbracht. Op 17 november 1980 zag Double Fantasy het levenslicht. Drie weken voor de bewuste avond van 8 december, waarop John van het leven beroofd werd (en de wereld van hém). Tijd om stil te staan bij de laatste muziek die hij, bij leven, met de wereld deelde. Wat was Double Fantasy voor album? Welke plek neemt de plaat in, als we kijken naar het solo-oeuvre van John Lennon?
John hield Paul in de gaten
Het mag onlogisch of verrassend klinken, maar eigenlijk was Paul McCartney een beetje verantwoordelijk voor het ontstaan van de songs die John Lennon voor Double Fantasy schreef of afmaakte. In 1980 hadden beide jeugdvrienden en ex-Beatles een decennium met ups en downs achter de rug. Er waren wrijvingen, er werd met modder gegooid, weer ruimhartig vergeven, bijgepraat en zelfs in benevelde toestand nog eenmaal muziek gemaakt. Intensief contact was er niet meer, bij de start van de jaren '80, maar John hield Pauls muzikale carrière vanuit de Verenigde Staten goed in de gaten. Toch werd hij in het voorjaar van 1980 verrast toen hij Pauls nieuwe single op de autoradio hoorde. Het frisse, funky geluid van Coming Up beviel hem. En het zette iets bij hem in beweging...
Een gitaar, een drummachine en twee cassetterecorders
Die zomer reisde John naar Bermuda, waar hij tijdens een hachelijke zeilreis een tweede impuls kreeg om weer te gaan schrijven. Hij herwon zijn zelfvertrouwen, streek neer in een villa op het zonnige eiland en ging aan de slag met zijn gitaar, drummachine en twee cassetterecorders. Daarmee kon hij zichzelf overdubben. Onder deze eenvoudige omstandigheden begon John demo's op te nemen van songs die op zijn laatste album terecht zouden komen. Yoko was die weken niet bij hem, maar vloog één keer voor een weekend naar hem toe. Zij hield zich in New York bezig met haar eigen creatieve en zakelijke beslommeringen, maar de twee wisselden regelmatig telefonisch hun ideeën uit.
![]() |
John op Bermuda, zomer 1980 |
Een bloem als inspiratie
Ook Yoko bouwde aan een voorraad nummers, gesterkt door Johns enthousiasme over haar toenemende kansen om door het mainstream publiek geaccepteerd te worden. Op Bermuda hoorde John Rock Lobster van The B52's uit een disco schallen en herkende daarin Yoko's stijl. Instant. Double Fantasy zou dan ook een plaat worden waarop John en Yoko een huwelijkse dialoog wilden voeren: hun nummers werden om en om op het album gezet. De plaat zou dan ook 'A Heart Play' als ondertitel krijgen. Tijdens een bezoek aan de botanische tuinen van Bermuda besloot John het album Double Fantasy te noemen, naar een fresia-soort, genaamd 'Fantasy', met een dubbele bloemvorm die hij er ontdekte. Vandaag de dag prijkt dit monument in de tropische tuinen:
Generale repetitie in The Dakota
De sessies voor het album vonden plaats tussen begin augustus en half oktober 1980 in de Hit Factory in New York City. Niet de grootste en meest prestigieuze studio die de metropool rijk was, maar wel de perfecte plek om, juist onder de radar van pers en publiek, te bouwen aan wat een comeback-plaat zou moeten worden. Dat 'bouwen' ging trouwens in grote vaart. Producer Jack Douglas zocht voor John de crème de la crème van de New Yorkse sessie-musici bij elkaar en bereidde de sessies goed met hen voor. Dat deed hij op basis van de demo-tapes die Yoko hem tijdens een bijzondere en geheime missie (per vliegtuig) overhandigd had. Aan de vooravond van de eerste opnamedag ontvingen John en Yoko hun 'crew' zelfs nog in hun appartement in The Dakota om de laatste puntjes op de i te zetten. En zo ging het project van start.
Beatlesnummers inzetten
De Double Fantasy-sessies verliepen vlot en soepel, met een gedreven en goedgemutste John Lennon aan het roer. Alsof hij nooit weggeweest was uit de studio. We horen het op de vele 'fly on the wall'-opnames die van die weken bewaard zijn gebleven. Producer Jack Douglas liet een tape meelopen en nam zo ook alle studiogesprekken op. Zo weten we dat John regelmatig op een ontspannen manier naar zijn Beatlestijd verwees en dat er zelfs af en toe een Beatlesnummer werd ingezet. De bandleden speelden ook mee op Yoko's composities, die sterker in de op dat moment populaire new wave-stijl werden vormgegeven. De muzikanten van Cheap Trick werden tevens kort ingevlogen om hun bijdrage aan de sessies te leveren. Johns muziek was soms nostalgisch (Just Like Starting Over), persoonlijk (I'm Losing You), liefdevol (Beautiful Boy) en bezat af en toe ook weer die knappe universele insteek (Woman) die zijn nummers zo tijdloos maakt.
Gezinsgeluk versus New Wave
Double Fantasy lag half november in de schappen, mooi op tijd voor de naderende feestdagen. Terwijl John en Yoko zich onderdompelden in promotionele activiteiten, nieuwe studiosessies én er plannen werden gemaakt voor een wereldtournee in 1981, reageerde de pers aanvankelijk wat lauw op Johns comeback. Aan de uitstekend geproduceerde sound lag niet het zozeer, maar het was voor een aantal critici even wennen dat de gedreven en activistische John Lennon van weleer had plaatsgemaakt voor een tevreden huisvader die zijn gezinsgeluk bezong. Yoko Ono viel meer lof ten deel. Niet zozeer om haar vocale prestaties, maar omdat ze de New Wave-tijdgeest beter in haar nummers had weten te vatten. Iets dat Yoko overigens grotendeels te danken had aan de uitstekend spelende band.
De Stripped Down-versie is een hele nieuwe luisterervaring
Hoewel het album zich gestaag een weg naar de hoogste regionen van de hitlijsten probeerde te banen, schoot het pas naar nummer 1 na de tragische gebeurtenissen die drie weken later plaats zouden vinden. Erkenning kwam er postuum, onder andere in de vorm van een Grammy Award voor 'Best Album Of The Year' [zie: de ontroerende beelden]. In 2010 verscheen het album in geremixte vorm, getiteld Double Fantasy Stripped Down, ontdaan van alle overdubs. Ik beluisterde het deze week op een goede hoofdtelefoon en werd, door het pure geluid, gegrepen door Johns stem in I'm Losing You, het prachtige baswerk van Tony Levin in Clean Up Time en Beautiful Boy en de extra tedere versie van Woman. Kun je het album ergens online streamen, beluister het beslist eens. Net als de podcastaflevering van Fab4Cast die deze week verscheen. Ik mocht daar ook een bijdrage aan leveren. We nemen je mee terug naar 1980, de studio in, met het nodige interessante luistervoer rond de totstandkoming van Double Fantasy.
Minder urgent, maar even oprecht
Welke plaats neemt Double Fantasy in, als we kijken naar het solo-werk van John Lennon? Misschien hebben velen de plaat nooit echt kunnen omarmen, vanwege de prominente rol die voor Yoko was weggelegd. Misschien was het contrast tussen Johns en Yoko's nummers te groot en leverde de op zichzelf goed bedachte insteek van een dialoog tussen man en vrouw in de praktijk toch minder synergie op. Door de critici mag Johns deel van het album 'minder urgent' hebben geklonken, eigenlijk was hij oprecht als altijd. Met het goed geproduceerde, vakkundig ingespeelde en zeer prettig klinkende album Double Fantasy liet John Lennon zien en horen waar hij op dat moment in zijn leven stond. Vol energie om een comeback te maken. Het bleek een afscheid.
zaterdag 14 november 2020
Yesterday: de gedroomde klassieker waarover Paul McCartney zo twijfelde
Achteraf bezien lijkt het allemaal zo vanzelfsprekend, hoe goed de muziek van The Beatles ons in de oren klinkt. Althans, je realiseert je niet hoe bijzonder sommige creatieve keuzes waren die de jongens of hun producer en arrangeur George Martin destijds maakten. Voor mij geldt dat zeker. Zo sta ik eigenlijk nooit stil bij wat het nummer Yesterday betekend heeft. Als hersenspinsel van Paul McCartney, maar ook zeker als resultaat van Pauls samenwerking met George Martin.
McCartney en Martin, dat werkte goed samen
Van alle vier de Beatles was Paul McCartney degene die creatief het dichtst bij George Martin stond. Dat kunnen we onderhand denk ik wel concluderen. McCartney kreeg van huis uit zijn brede interesse voor amusements- en big band-muziek mee. Hoewel hij als puber in de ban raakte van Rock 'n' Roll, was er ook altijd die hang naar het luisteren, zingen en schrijven van liedjes uit dat andere genre. Dat moet er ongetwijfeld voor gezorgd hebben dat de klassiek geschoolde George Martin met zijn ideeën en arrangementen juist op dat talent van McCartney kon voortborduren. De twee wisten elkaar tijdens en tot ver ná het uiteengaan van The Beatles nog vaak te vinden.
Paul twijfelde aan zichzelf
Zou Yesterday het eerste nummer zijn geweest waarmee McCartney en Martin buiten de standaard werkwijze van The Beatles samenwerkten? Ik denk het haast wel. Volgens George Martin schreef Paul Yesterday al in januari 1964, in het George V-hotel in Parijs. Dat zou betekenen dat McCartney nog anderhalf jaar onder de pet hield, voor hij het medio 1965 opnam. Dat Paul er niet direct mee naar de studio rende terwijl de spreekwoordelijke inkt nog nat was, is waar. Hij twijfelde namelijk ernstig aan zichzelf. Het klinkt haast te romantisch, maar McCartney werd op een ochtend wakker met de melodie van Yesterday in zijn hoofd. Alsof het lied in een droom tot hem gekomen was. De piano was dichtbij, hij legde zijn vingers op de toetsen en speelde de oerversie van het liedje dat Yesterday zou worden. Het is een overbekend verhaal, maar het moet even aangestipt worden, als we het over deze ballad hebben.
Eitje?
"Dat gaat verdacht makkelijk," moet McCartney gedacht hebben. Dus speelde hij de melodie van Yesterday in de maanden daarna aan verschillende voor, met de vraag of ze hem herkenden, las ik in Ian MacDonald's "Revolution In The Head," dat zo mooi, inhoudelijk en to the point het verhaal achter elk Beatlesnummer vertelt. McCartney vergeleek de totstandkoming van Yesterday met het leggen van een ei: "It's like an egg being laid - not a crack or flaw in it." Die vergelijking met een ei was trouwens best grappig: nog voordat Paul de officiële tekst schreef, zong hij "Scrambled eggs, oh my baby how I love your legs." Een heerlijke, banale oerversie, die later stevig op de schop ging.
Moeiteloos van I'm Down door naar Yesterday
In de aanloop naar zijn drieëntwintigste verjaardag werkte Paul in EMI Studio 2 met George Martin aan de opname van Scrambled Eggs, dat inmiddels was omgedoopt tot Yesterday. Op maandag 14 en donderdag 17 juni 1965, om precies te zijn. Het was vocaal even schakelen, die maandagavond, want 's middags had Paul aan het folky I've Just Seen A Face gewerkt, gevolgd door het met zijn Rock 'n' Roll-kopstem gezongen I'm Down. Die avond hing hij zijn Epiphone-gitaar om en deed hij twee takes van Yesterday. Paul speelde het nummer in G, maar stemde zijn gitaar een toon lager, waardoor we het in F horen. Waarom zou hij dat gedaan hebben? Alleen maar omdat het lekkerder speelde? Bij The Ed Sullivan Show speelde Paul overigens in F, maar tijdens de Beatles-tours in 1965 en 1966 bracht de voltallige band Yesterday wel een toon hoger, in G. We zien en horen het bijvoorbeeld hier, in Munchen [video], een versie die nog maar weinig met het origineel te maken heeft:
Angst voor het Mantovani-effect
"We agreed that it needed something more than an acoustic guitar, but that drums would make it too heavy," vertelde Martin, die vervolgens zelf voorstelde om een strijkkwartet in te vliegen. Na wat twijfel en angst voor een kitscherig Mantovani-effect, stemde McCartney in. Martin en McCartney werkten samen aan het arrangement. In mijn hoofd was het beeld ontstaan dat Paul McCartney als enige Beatle aanwezig was, terwijl hij Yesterday, met hulp van een strijkkwartet opnam. Dat klopt niet. Hoewel hij als enige Beatle op de opname te horen is, waren de overige Beatles vermoedelijk allemaal aanwezig bij de opname. Zo is de stem van George Harrison duidelijk te horen op de tapes van de sessie, lees ik in Mark Lewisohns "Recording Sessions".
Napraten in de kantine
Het strijkkwartet bestond uit Tony Gilbert en Sidney Stax (beiden viool), Francisco Gabarro (cello) en Kenneth Essex (altviool). McCartney zou de cellist ongeveer een week later in de kantine van de Abbey Road studio's vrolijk hebben toegeroepen: "We have a winner with that Yesterday." Met andere woorden: Alle twijfel was verdwenen. Paul voelde dat hij iets speciaals gemaakt had, al zou het nog even duren voordat de wereld het zou horen.
![]() |
Francisco Gabarro |
Een stap vooruit en een groot commercieel succes
Yesterday was een stap vooruit in het denken over hoe popmuziek ook kon klinken. Deze eerste kennismaking met klassieke instrumenten, inspireerde The Beatles na 1965 tot veel meer. Via Eleanor Rigby (strijkers) en For No One (hoorn) ging de deur naar een diverser en breder geluid steeds verder open. Wat dat betreft was Yesterday van groot belang in de toch al razendsnelle ontwikkeling die The Beatles als band doormaakten. Om over het commerciële succes van het nummer maar te zwijgen. Daarover schieten superlatieven tekort. Yesterday werd één van de meest gecoverde liedjes uit de geschiedenis van de popmuziek, met minstens 1600 cover-versies. Paul mocht in 1965 al een Ivor Novello Award voor zijn ballad in ontvangst nemen maar zag een jaar later de Grammy op het nippertje naar Tony Bennett's The Shadow Of Your Smile gaan. You can't have it all.
zaterdag 7 november 2020
Over de radioserie Get Back en...die ene aflevering (Is Paul McCartney Dood?)
zaterdag 31 oktober 2020
Hoe John Lennon in de jaren 70 een musical probeerde te schrijven
![]() |
De autobiografie van David Niven die John Lennon met plezier las |