zaterdag 15 december 2018

Hoe John Lennon en Paul McCartney de eerste fotosessie van The Beatles saboteerden

Hoe vaak zouden The Beatles tijdens hun bestaan als band voor de fotocamera's hebben gestaan? Dat moeten honderden, zo niet duizenden keren zijn geweest. Het hoorde erbij. Sessies voor albumcovers, tijdschriftartikelen of ter promotie van hun films...er werd wat afgeklikt. Eén keer moet de eerste keer geweest zijn, dacht ik deze week. En wanneer was dat dan? Op een zondagochtend in december 1961 in Liverpool. Een reconstructie.


De foto's van Kirchherr en Vollmer waren niet geschikt
Wat kunnen we onder een fotosessie verstaan? Al vroeg in hun bestaan, nog met drummer Pete Best in de gelederen, werden er de nodige foto's van The Beatles gemaakt. Met name in Hamburg, door hun vrienden Astrid Kirchherr en Jürgen Vollmer. De kunstenaars waren handig met de camera en de muzikanten uit Liverpool een dankbaar oefenobject. Ergens gingen deze officieuze sessies echter over in een officieel moment. Namelijk de dag waarop manager Brian Epstein zijn jongens vroeg om naar een studio met een geboekte fotograaf te komen. Dat moment was op zondag 17 december 1961.




Marrion en Epstein kenden elkaar
Albert Marrion (1899-1989) was niet de eerste de beste fotograaf in Liverpool. Tijdens de Tweede Wereldoorlog fungeerde hij als een soort stadsfotograaf en legde hij zijn gebombardeerde woonplaats aan de Mersey vast. Marrion had twee fotostudio's. Eentje aan Smithdown Place, bij de rotonde van Penny Lane en één aan de overzijde van de rivier, in Wallasey. Volgens een aantal bronnen op internet maakte Marrion foto's bij het huwelijk van Brians broer Clive. Zo zouden de Beatlesmanager en de fotograaf in contact zijn gekomen. Ik vraag me af of dit verhaal klopt, omdat ik (toch even checken) 14 september 1963 als trouwdatum vond voor Clive Epstein en Barbara Mattison. Mark Lewisohn legt deze relatie dan ook niet, maar meldt in zijn lijvige standaardwerk All These Years wel dat Marrion al eerder eens wat foto's van Brian zelf had gemaakt. De twee kenden elkaar dus en zodoende kreeg Marrion, die overigens wel degelijk huwelijksfotograaf was, de opdracht. 

Een advertentie van de fotograaf, waarin de adressen van zijn twee
studio's te zien zijn.

Er moest snel een goede bandfoto komen
Brian Epstein was begin december manager geworden van The Beatles en had behoefte aan een representatieve bandfoto. Eentje waarop de vier netjes poseerden en allemaal duidelijk in beeld stonden. De recente foto's uit Hamburg bevatten Stuart Sutcliffe, die de band inmiddels verlaten had, en Pete best was niet overal zichtbaar. Dus sommeerde Brian de The Beatles om zich op zondagochtend 17 december 1961 te melden op het adres 268, Wallasey Village in de gelijknamige plaats. En of ze hun instrumenten wilden meenemen. De bandleden baalden er vast van dat ze op zondagochtend de Mersey moesten oversteken en niet terecht konden in de fotostudio bij Penny Lane. Marrion, die wellicht ook niet zo veel trek had om op zondag te werken, koos de locatie die het dichtst bij zijn woonhuis in Birkenhead lag. Geef hem eens ongelijk.


Het pand van de fotostudio zoals het er nu uitziet: Bella Pizza


Marrion had geen zin om The Beatles te fotograferen. Zijn compagnon ook niet.
Het lijkt ook niet waarschijnlijk dat Albert Marrion er verder erg op zat te wachten om vier in het leer gehulde, smoezelige jongens voor zijn lens te treffen. Het zou niet lang meer duren voor Epstein zijn talenten in nette kostuums hees, maar zo ver was het nog niet. Brian vroeg Marrion de foto's toch te maken. Ze zien er misschien wat rommelig uit, maar het zijn aardige jongens, vertrouwde hij de fotograaf toe. Marrion had nog een ultieme poging gedaan zijn compagnon, Herbert Hughes, de foto's te laten maken, maar die wilde werkelijk niets met de beatgroep te maken hebben. Dus nam Marrion de camera zelf ter hand.




John Lennon haalde het bloed onder de nagels van de fotograaf vandaan
De al wat oudere, kalende fotograaf ergerde zich tijdens de sessie met name aan de brutale John Lennon, die hem plagend Curly bleef noemen. Marrion herinnerde zich hoe John en Paul onophoudelijk grappen maakten, waardoor het niet meeviel een aantal professionele foto's te schieten. George Harrison gedroeg zich netjes en Pete Best zei nagenoeg niets. Brian Epstein instrueerde de jongens om serieus in de lens te kijken. Paul McCartney vertelde jaren later in een interview dat John en hij het maar onzin vonden dat Marrion bleef klikken. Het onervaren stel ging er vanuit dat er gewoon één publiciteitsfoto gemaakt zou worden. Dan kon er tussendoor best een beetje gekeet worden. Marrion moet blij geweest zijn toen de sessie er op zat en hij terug kon naar Birkenhead om van zijn zondagsrust te genieten.




Marrion gooide dertien mislukte negatieven weg
Een paar dagen later zagen de fotograaf en de manager elkaar weer. Brian had er op aangedrongen dat Marrion het resultaat van de sessie snel zou afdrukken. De behoefte aan een goede foto was urgent. De fotograaf had dertig foto's geschoten en zeventien kiekjes als 'bruikbaar' gemarkeerd. De overige negatieven met gekkigheid gooide hij weg. Achteraf gaf hij toe dat dat geen handige zet geweest was, maar wat kon een fotograaf in december 1961, met een stel idioten voor zijn lens, nu werkelijk vermoeden?
Brian Epstein, 1961

Een meisje van 18 kreeg als eerste de foto te zien
Brian koos uiteindelijk één foto als De Publiciteitsfoto. Eén van de eerste personen die de officiële plaat te zien kreeg, was een 18-jarig meisje dat net als freelancer was begonnen te schrijven voor het Liverpool Weekly News en de Melody Maker. Ze ontving een brief van Epstein met de foto, een nog geïmporteerd exemplaar van de single My Bonnie (die tegen Kerst ook in Engeland zou verschijnen), geboortedata en contactgegevens van de vier Beatles én twee overgetypte artikelen uit Mersey Beat. In zijn brief schreef Epstein de jonge journaliste dat The Beatles zojuist de Mersey Beat Poll hadden gewonnen, waarbij ze Gerry and The Pacemakers, The Remo Four en Rory Storm and The Hurricanes nipt achter zich gelaten hadden (volgens mij bleek uit latere tellingen dat The Beatles helemaal niet gewonnen hadden. Daarover kun je alles lezen in het boekje dat Tom Egbers over Rory Storm schreef).



Stikken van het lachen
De bewuste foto verscheen op 4 januari 1962 op de cover van Mersey Beat. Fotograaf Albert Marrion drukte op 27 februari 1962, opnieuw op verzoek van Brian Epstein een zogenaamde Master Print van de foto af. Deze fungeerde als origineel voor de handtekeningenkaarten die Epstein wilde laten drukken. Op 14 maart bestelde hij 1000 stuks, waarvan er in de loop der jaren nog een aantal, gesigneerd en wel, opdoken. Wat zou Albert Marrion later gedacht hebben, toen hij naar de foto keek die wereldberoemd zou worden? Ik denk dat hij Lennon en McCartney nog steeds hoorde stikken van het lachen, terwijl hij voor de zoveelste keer afdrukte.



2 opmerkingen:

  1. Er is ook een foto uit deze sessie waarop de naam van de Beatles staat. Dit schijnt nog een mysterie te zijn... Goed verhaal. Groet Amdre Hovingh

    BeantwoordenVerwijderen