zaterdag 20 januari 2018

Good Night: hoe John Lennon ons aan het eind van The White Album op het verkeerde been zet

Elk album verdient een indrukwekkende afsluiter. Een finale die de luisteraar nog even bij de les houdt en vervolgens stil achter laat: onder de indruk, verbaasd of juist ontroerd. Bij The Beatles was het vaak John Lennon die de eer kreeg de albums af te sluiten. Als we kijken naar The White Album, de plaat die we deze weken natuurlijk regelmatig centraal zetten, dan was er opnieuw sprake van een Lennon-nummer dat ons meeneemt naar de binnenste groeven van het vinyl. Zoals dat ook bij de voorgaande elpees Revolver (Tomorrow Never Knows) en Sgt. Pepper (A Day In The Life) het geval was. Uiteraard moet bij A Day In The Life vermeld worden dat McCartney ook in creatief opzicht tekende voor een groot deel van dat nummer.

Ringo tijdens de opnamen van Good Night

Luisterde Lennon goed naar Cole Porter?
Op The White Album zet John Lennon ons met zijn Good Night op de valreep nog even op het verkeerde been. Het trage en rijk georchestreerde nummer doet op geen enkele wijze denken aan iets dat John zelf geschreven zou kunnen hebben. Het leunt op de nostalgische en zoete stijl waar Paul McCartney zo hield en die hij graag toepaste. De stijl van big bands en orchesten, met een knipoog naar het verleden. De stijl die Lennon zelf met enig dedain als Granny Music aanduidde. Toch moet John Cole Porter's True Love, dat The Beatles in Hamburg regelmatig zongen, in zijn achterhoofd hebben gehad toen hij het schreef: [filmpje]




Good Night was voor Julian
In een interview vertelde Lennon dat hij Good Night schreef voor zijn oudste zoon Julian, die in 1968 ten tijde van de opnamen 5 jaar oud was. Op dezelfde wijze nam hij in 1980 het nummer Beautiful Boy op voor zijn tweede zoon Sean, op dat moment ook 5 jaar oud. Daarbij eindigt de vergelijking overigens direct. Waar Beautiful Boy ontroerend direct gericht was aan Sean, bleef John met Good Night op afstand van Julian. Tekenend voor de relatie die John met zijn oudste zoon had, als een wat onbeholpen en te jonge vader, nauwelijks betrokken bij de opvoeding van zijn zoon. Door Ringo het lied te laten zingen, ging hij zelf de confrontatie met zijn (gebrek aan) vaderlijke gevoelens niet aan.

John met Julian in '68

John instrueerde Ringo, Paul keek toe
Op vrijdagavond 28 juni 1968 speelde John Ringo zijn nieuwe nummer voor en instrueerde hij zijn bandmaatje hoe hij het zou moeten zingen. Het tweetal nam vijf takes op, waarbij John gitaar speelde en Ringo zong. Paul McCartney keek toe en haalde later in een interview met Barry Miles deze voor hem dierbare herinnering op:

I think John felt it might not be good for his image for him to sing it but it was fabulous to hear him do it, he sang it great. We heard him sing it in order to teach it to Ringo and he sang it very tenderly. John rarely showed his tender side, but my key memories of John are when he was tender, that's what has remained with me; those moments where he showed himself to be a very generous, loving person. I always cite that song as an example of the John beneath the surface that we only saw occassionally... I don't think John's version was ever recorded.


Alsof we een fly on the wall zijn
In dit fragment horen we John op gitaar, oefenend met Ringo. Helaas horen we John niet zelf zingen, maar Ringo experimenteren met een gesproken intro en vervolgens vals de zanglijn inzetten, waarna hij direct afgekapt wordt door John. Alsof we een fly on the wall zijn op de late avond van 28 juni 1968 in Studio Two: [filmpje]




Ringo klonk zenuwachtig
Ringo was geen groot zanger en moest het wederom uit zijn tenen halen om overeind te blijven. Zelf zei hij daarover dat het hem redelijk goed gelukt was, maar dat hij achteraf vond dat hij erg zenuwachtig klonk. Over het feit dat juist John Lennon het liedje schreef zei hij: Everybody thinks Paul wrote Good Night for me to sing, but it was John who wrote it for me. He's got a lot of soul, John has. Op het album Anthology 3 horen we een versie waarbij Ringo zingt en John hem op de piano begeleidt.


Het orkest stond er in 12 takes op
Op 2 juli deed Ringo een nieuwe poging het nummer in te zingen. George Martin werkte op basis daarvan een arrangement voor orkest uit. Uiteindelijk vormden de opnamen met het orkest op 22 juli 1968 een nieuwe basis voor het nummer. In 12 pogingen stond het orkest er naar tevredenheid op. George Martin huurde de Mike Sammers Singers, een koor met 4 vrouwen en 4 mannen, in om de achtergrondvocalen te zingen. Daarmee was Ringo's bedje gespreid om nog één keer een poging te doen zijn hoofdrol te vervullen. In de vroege uren van 23 juli zette Ringo zich schrap en leverde hij zijn vocale prestatie. Daarmee hielp hij John Lennon zijn gevoelens te uiten en overwon hij zijn eigen zenuwen als zanger.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten