zaterdag 23 januari 2021

Hoe Phil Spector er met de mastertapes van John Lennons Rock 'n' Roll-album vandoor ging

Ergens in de eerste maanden van 1974 ontving John Lennon een raadselachtig telefoontje. Een wat hoge, hese stem aan de andere kant van de lijn fluisterde hem iets toe: "Ik heb de John Dean-tapes." Daarna werd de verbinding verbroken. Voor Lennon was het duidelijk wie hem anoniem gebeld had. Hij had de karakteristieke stem van zijn producer Phil Spector direct herkend. Net als de verwijzing naar de voormalig adviseur van Richard Nixon in het Watergate-schandaal. Voor John Lennon was dit het zoveelste hoofdstuk in zijn bijzondere samenwerking met Phil Spector. 



Succesvolle samenwerking
In zijn telefoontje naar John Lennon verwees Phil Spector niet naar Watergate. Hij had het over de mastertapes van studiosessies die in oktober 1973 hadden plaatsgevonden. In Hollywood, bij A&M Records, met Lennon. Het was de bedoeling dat Spector hem aan de hand zou nemen bij het opnemen van een album met rock 'n' roll-standards uit de periode eind 1950/begin 1960. Hoewel John wist dat Phil een instabiele en licht ontvlambare persoonlijkheid was, lag de keuze voor zijn samenwerkingspartner vast. Hij kende Spector sinds midden jaren '60, maar bewonderde diens werk al langer. Phils bemoeienis bij het Get Back/Let It Be-project van The Beatles was John niet in het verkeerde keelgat geschoten. Aanvullende projecten met Phil rond de single Instant Karma, zijn eerste soloalbum met de Plastic Ono Band en de plaat Imagine hadden voor John Lennon allemaal tot succesvolle producties geleid. 


Phil paste bij de rock 'n' roll-revival van dat moment
Er was nog een reden waarom Spector voor Lennons nostalgische album de juiste man op de juiste plek leek. In 1972 en 1973 vond er een heuse revival in de popmuziek plaats. Er was weer volop aandacht voor de nostalgische nummers uit de hoogtijdagen van de amusements- en rock 'n' roll-periode waarin juist Phil Spector als componist en baanbrekend producer zijn finest hour had beleefd. De film Let The Good Times Roll blikte in 1973 terug op de begindagen van de popmuziek, sterren als Jerry Lee Lewis, Little Richard en Bill Haley stonden opnieuw voor volle stadions hun oude hits te spelen en zelfs The Carpenters wijdden, op de toppen van hun eigen roem, de volledige B-kant van hun album Now & Then aan classics uit vervlogen tijden. 



Lennon had mee kunnen liften op de golf van nostalgie
Wanneer de sessies voor Lennons eigen oldies-album voortvarend verlopen waren, had hij moeiteloos mee kunnen liften op deze golf van nostalgie. Financieel was hij er overigens niet wijzer van geworden. Lennon ging zijn project met Spector om andere redenen aan. De plaat, met de werktitel Oldies but Mouldies, moest de vereffening worden van een plagiaatskwestie rond het Beatlesnummer Come Together. Daarvoor had Lennon een aantal zinnen geleend uit Chuck Berry's You Can't Catch Me, waarvan de niet al te frisse Amerikaanse zakenman Morris Levy destijds de rechten bezat. Als tegenprestatie zou John drie nummers uit Levy's catalogus opnemen op een te verschijnen rock 'n' roll-album. Dan was dat ook maar weer rechtgezet. So far, so good. Op naar de studio.


Lennon en Spector tijdens de Imagine-sessies


Whiskey en kogels
Terwijl in oktober 1973 de warme Californische herfstzon John Lennons Lost Weekend bescheen, stapte de ex-Beatle met zijn vriendin May Pang de drempel van de A&M Studio's in Hollywood over. Hij had Phil Spector de volledige regie over zijn nieuwe project gegeven en de kleine, excentrieke Amerikaan startte op zijn gebruikelijke wijze met het produceren van de plaat. Daarbij haalde hij grote hoeveelheden muzikanten de studio in, onder wie ook leden van zijn vaste Wrecking Crew. Het had wat moois kunnen worden, maar het project ontaardde in chaos. Drank en geweld waren de belangrijkste oorzaken. Op een zekere dag schoot Spector, die regelmatig in een karate- of chirurgentenue in de studio arriveerde, met zijn revolver geagiteerd een paar kogels in het plafond. Daarmee intimideerde hij Lennon nauwelijks ("Denk aan m'n oren Phil, die heb ik nog nodig."). Toen er een volledige fles whiskey over de mixtafel omviel, vond de directie van de studio's het welletjes. Het stel kon vertrekken. Later zou May Pang haar ervaringen met de ruzies en bizarre vechtpartijen tussen Spector en Lennon publiceren in haar boek Loving John: The Untold Story.

John Lennon en May Pang


Een auto-ongeluk en 700 hechtingen
Als Lennon zelf geen kater van de drank had gehad, kwam de koppijn wel van de ontdekking dat hij zijn mastertapes kwijt was. John wist niet dat Phil iedere avond zorgvuldig de tapes met de reeds opgenomen tracks mee naar huis nam. Toen de sessies plotseling geëindigd waren en Spector van de radar raakte, was Lennon zijn werk kwijt. Het raadselachtige telefoontje dat hij na enkele maanden kreeg, bevestigde zijn vermoeden dat Spector de tapes in zijn bezit had. Voordat Lennon Spector had weten te traceren, raakte de producer eind maart 1974 betrokken bij een zeer ernstig autogeluk dat hij ternauwernood overleefde. Phil lag met 700 hechtingen in zijn hoofd een tijd in coma. Terwijl Spector uiteindelijk, ontwaakt en wel, aan zijn herstel werkte, was Lennon inmiddels met Pang terug naar New York verhuisd. Om met een schone lei aan een nieuw album met eigen materiaal te beginnen.


Morris Levy


Lennon vertrok naar Levy's buitenhuis in Upstate New York
Ondertussen was het Capitol-man Al Coury gelukt om namens Lennon de Rock 'n' Roll-tapes bij Phil Spector weg te halen. Een lichtpuntje, maar voor John was het momentum voorbij. Hij was in zijn hoofd alweer tien stappen verder, druk met zijn nieuwe plaat Walls & Bridges. Lennon legde de tapes terzijde. Daarmee had hij nog steeds zijn belofte aan Morris Levy niet ingelost. Gelukkig waren de twee on speaking terms, was Levy vatbaar voor Lennons uitleg over het rampzalig verlopen project en liet hij John zijn buitenhuis gebruiken om opnieuw de repetities voor het Rock 'n' Roll-album aan te zwengelen. Met zijn Walls & Bridges-muzikanten in z'n kielzog streek John neer in Levy's stulpje in Upstate New York en sloeg hij opnieuw aan het repeteren. In oktober 1974, een jaar na de aanvankelijke start van zijn project met Spector, hervatte Lennon in de New York Record Plant East Studio's de opnamen van het rampenalbum. Uiteindelijk leek alles op zijn pootjes terecht te komen.


Het bedrog van Morris Levy
Te vroeg juichen is nooit verstandig. Dat ondervond ook John. Hij zette de plaat in elkaar en gaf Morris Levy alvast de ruwe mixen mee. Als bewijs dat het album er nu écht zou komen. Dat had hij beter niet kunnen doen. Levy nam de binnenbocht en bracht de plaat zelf uit, onder de titel Roots: John Lennon Sings The Great Rock 'n' Roll Hits. De schurk zette daarna zijn rechtzaak tegen Lennon, EMI en Capitol voort. John zou zijn afspraken niet op tijd zijn nagekomen. Uiteindelijk won Lennon de zaak. Dat was overigens pas na het verschijnen van zijn echte en eigen Rock 'n' Roll-album. De releasedatum werd vervroegd van april naar februari 1975, zodat de plaat nog op kon boksen tegen Levy's release.




Gestorven in gevangenschap
Uiteindelijk stonden op Lennons Rock 'n' Roll-album nog vier nummers waar de onfortuinlijke Phil Spector als arrangeur en producer bij betrokken was: You Can't Catch Me, Sweet Little Sixteen, Bony Moronie en Just Because. Direct herkenbaar aan Spectors grootse aanpak in arrangementen, de grote hoeveelheid betrokken muzikanten en zijn gebruik van de studiotechniek. John Lennon en Phil Spector zouden nooit meer samenwerken. Spectors gewelddadige levensloop leidde uiteindelijk in 2003 tot de moord op actrice Lana Clarkson, waarvoor hij in de gevangenis belandde. Als dader, maar feitelijk ook als slachtoffer van zijn problematische jeugd en bipolaire aandoening. De laatste zes jaar van zijn leven was hij niet meer in staat om te praten, door tumoren in zijn keel. Hij stierf op 16 januari 2021 in een gevangenisziekenhuis in Californië aan de complicaties van COVID-19. Phil Spector wordt beschouwd als één van de grootste en meest baanbrekende producers van de twintigste eeuw. Hij is 81 jaar geworden.



4 opmerkingen:

  1. Ja, ik ken het verhaal grotendeels, alleen dat van Levy is nieuw voor mij. Bedankt Anne.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoewel ik de oorspronkelijke Spector-sound uit de sixties muzikaal zeker waardeer, vind ik zijn Beatles/Lennon/Harrison producties matig. De "Raw Studio Mixes" van Imagine (2018 RSD) zonder Spectors inbreng vind ik echt veel beter (directer) klinken dan de officiele versie, en dat geldt in mindere mate, maar toch ook voor Let it Be...Naked (2003, de McCartney remix) vergeleken met de officiele Spector mix. De aangekondigde All Things Must Pass "de-Spectorized" remix is helaas nog niet verschenen, maar ik begreep uit de desbetreffende Beatles Talk (28/11/20) dat George ook een soberder versie wilde. Ik ben benieuwd (de genoemde single van het titelnummer heb ik niet gehoord). Misschien is dat al eens gebeurd (dan heb ik dat gemist), maar zo niet dan lijkt het mij leuk als een Fab4cast aflevering aandacht zou besteden aan de invloed van Spector op Beatleproducties? Dit soort verhalen vind ik altijd interessant, net zoals jouw verhaal over de Rock 'n Roll-Lennon dat je je hier weer ophaalt. Dank daarvoor! Altijd boeiend zondagochtendvoer.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.

    BeantwoordenVerwijderen