zaterdag 17 oktober 2020

Joe Flannery: the Secret Beatle (en zijn vriendschap met Brian Epstein)

Joe Flannery. Bij hoeveel mensen gaat er een belletje rinkelen bij het horen van die naam? Bij mij rinkelde het vaag en zacht. Een local uit Liverpool, die iets met The Beatles te maken had? Verder kwam ik niet. Dus schafte ik vorig jaar 'Standing in the Wings: The Beatles, Brian Epstein and Me' aan, het boek waarin Flannery zijn avonturen memoreert. Is het de zoveelste publicatie, waarin iemand die ook maar íets met The Beatles meemaakte, ons uitgebreid verslag doet? Nee, toch niet. Flannery hoorde echt tot de inner circle van de band en stond dicht bij Brian Epstein. Dat levert interessant leesvoer op, was mijn conclusie. 'The Secret Beatle,' zoals Flannery ook wel genoemd werd, staat daarom deze week centraal in de column.




Speelkameraadjes
Joe Flannery (1931-2019) zou zijn eerste ontmoeting met Brian Epstein nooit vergeten. Terwijl hun moeders, als Liverpoolse ondernemers zowel zakelijke als vriendschappelijke banden onderhielden, werd Brian als kleuter op een middag als speelkameraadje aan de drie jaar oudere Joe toevertrouwd. De middag eindigde in tranen. Joe herinnerde zich hoe de kleine, verwende Brian zijn eigen dure speelgoed vernielde. Joe, die gewend was zich met heel wat eenvoudigere zaken te vermaken, keek met verbazing toe. De jongens moesten duidelijk aan elkaar wennen, maar bleken uiteindelijk goede vrienden te worden in het Liverpool van de jaren 30 en 40. 

Een jonge Brian Epstein



De Flannery's verkochten de meubels van de Epsteins
Joe en Brian deelden hun liefde voor de wereld van muziek en theater. Joe was meer van de muziek, Brian van het theater. Terwijl de Epsteins de meubels van de Flannery's in hun zaak aan Walton Road in het noorden van Liverpool verkochten, verdiepte de vriendschap van de jongens zich. Joe zag hoe lastig Brian het had op school, als gevoelige jongen van Joodse komaf. Hun wegen scheidden toen Brian door zijn ouders naar kostschool werd gestuurd. Joe en Brian kwamen elkaar enkele jaren later weer tegen op een legendarische plek in Liverpool: het Adelphi Hotel.


Joe en Brian bleven elkaar tegenkomen
Joe, inmiddels 17, was als ober in dienst getreden in één van de meest gerenommeerde etablissementen die Liverpool rijk was. Op vrijdagavonden bediende hij de Epsteins, die voorafgaand aan hun theatervoorstelling in het Adelphi kwamen eten. Joe en Brian raakten weer in gesprek en zetten hun vriendschap voort. De jongens bezochten regelmatig de bioscoop of spraken af voor een afternoon tea. Door de diensttijd van Joe verwaterde het contact opnieuw. In 1954 liepen de twintigers elkaar weer tegen het lijf. Zo groot was het Liverpoolse middenstandsmilieu niet in de jaren '50. 


De geknakte Epstein en de beminnelijke Flannery
Joe Flannery was inmiddels zijn eigen meubelzaak aan Kirkdale Road begonnen. In de achterkamer van zijn winkelpand schoof Brian Epstein vaak aan bij het avondeten, terwijl de vrienden lange gesprekken voerden. Ook Brian had zijn dienstplicht er inmiddels opzitten, als administratief medewerker, omdat hij ongeschikt werd bevonden voor gevechtshandelingen. Inmiddels werkte Brian bij Clarendon Furnishing in Hoylake, aan de overzijde van de Mersey. Niet veel later zou hij North End Music Stores (NEMS), het bedrijf van zijn familie, gaan leiden. De wat geknakte en onzekere jonge Epstein hechtte enorm aan de vriendschap met de milde en beminnelijke Flannery. De twee lunchen iedere woensdag met elkaar. Het werd een ritueel.




Brian kwam bij Joe uit de kast
Op één van die woensdagmiddagen liet Joe een nerveuze Brian binnen in de achterkamer bij de winkel. Joe informeerde bij Brian wat er aan de hand, was zo las ik in zijn boek. Daarop antwoordde Brian geëmotioneerd: "Joe, you must not tell a soul but I just have to tell somebody, and you're my closest friend; I'm attracted to men rather than women." Zo nam Epstein zijn beste vriend in vertrouwen over zijn geaardheid. Volgens Joe was Brian zichtbaar opgelucht na diens bekentenis. Toch vroeg Brian zich af hoe hij, als lid van een vooraanstaande familie in Liverpool, met zijn geheim om moest gaan. Zelfs zijn eigen familie mocht niets weten. Het was een gevaarlijke tijd, waarin homoseksualiteit bij wet verboden was en waar verraad en chantage om iedere straathoek gluurden. Flannery bood een luisterend oor en adviseerde Epstein om zijn familie toch zo snel mogelijk openheid van zaken te geven. Dit geheim zou hem kapotmaken. 

Joe Flannery en zijn partner Kenny Meek



Joe's huis werd een toevluchtsoord
Flannery bleef een vertrouweling van Epstein, ook nadat hij zelf ontdekte homoseksueel te zijn. De mannen bleven vrienden en Flannery's flat was regelmatig een toevluchtsoord voor Epstein, wanneer laatstgenoemde er bont en blauw geslagen, na een mislukt heimelijk rendez-vous in de straten van Liverpool, op de bank in slaap viel. Flannery kreeg zelf een stabiele en langdurige relatie met zijn partner Kenny Meek, met wie hij een appartement betrok.


Flannery zat op de trappen van The Cavern al naar The Beatles te luisteren
In het boek omschrijft Flannery hoe de muziekscène in Liverpool veranderde, hoe de skiffle-gekte in 1957 tot een hoogtepunt kwam en moeiteloos oploste in het rock 'n' roll-tijdperk. Terwijl Joe een steeds succesvoller ondernemer werd, veranderde Liverpool in de stad van de Merseybeat. Flannery omschrijft levendig hoe Liverpool cultureel in een stroomversnelling kwam rond de decenniumwisseling, hoe zijn vriend Brian zijn eigen business opbouwde en geïnteresseerd raakte in die muziekscène. Op verzoek van Epstein ging Flannery op 25 oktober 1961 naar de Cavern om The Beatles te zien. Joe zat daar, aan het eind van de ochtend op de trappen van de Cavern naar The Beatles te luisteren, terwijl die hun lunchsessie voorbereidden. "If you don't get them, someone else will," zou Flannery tegen Epstein gezegd hebben. Inmiddels was Joe ook zelf actief als manager van de Liverpoolse band The Detours.


Een slapende John Lennon op de bank
Nadat Brian The Beatles contracteerde, kon een ontmoeting tussen de jongens en Joe Flannery niet uitblijven. Op een goede dag moesten The Detours met spoed een versterker van The Beatles lenen. Zo ontstond het contact. Het appartement aan Gardner Road, dat Flannery en Meek bewoonden, werd al snel een plek waar The Beatles en andere Liverpoolse muzikanten neerstreken. Na optredens, voor feestjes. Flannery trof regelmatig een slapende John Lennon op de bank in zijn huiskamer aan. Regelmatig reed Joe de jongens tegen het ochtendgloren weer met zijn auto naar huis. Ook leerde hij George Harrison, zij het informeel, autorijden. Met name in maart 1962 zouden The Beatles vaak bij Flannery verblijven, las ik. 


Zakelijk advies
In de periode 1962-1963 bundelden Epstein (NEMS) en Flannery (Carlton Brooke) hun krachten. Joe werd daarbij de booking manager van The Beatles en hoorde officieel tot het management van het uitdijende Epstein-imperium. Joe en Brian vergaderden wekelijks aan Gardner Road of aan Whitechapel, waar Brians kantoor gevestigd was. Het was Joe die samen met partner Kenny regelmatig zakelijk advies gaf aan Brian hoe hij zijn contracten en overige afspraken Beatlesoptredens moest opstellen. 




Mona Best werd te dominant, volgens Flannery
Flannery doet in zijn boek uit de doeken hoe het ontslag van drummer Pete Best verliep en dat het met name de aanhoudende bemoeienis van moeder Mona Best was, die The Beatles deed besluiten dat ze afstand van Pete wilden nemen. Volgens Flannery zou John Lennon hem hebben toevertrouwd dat Mona The Beatles wilde blijven gebruiken "as a vehicle for her son", terwijl de band vooruit wilde, carrière wilden maken onder leiding van Brian Epstein. Het is interessant de gebeurtenissen eens terug te lezen vanuit het perspectief van Flannery. Zo was Joe ook belast met het herplaatsen van Pete Best, bij een andere Liverpoolse band. In september 1962 zou een verongelijkte Mona Best onophoudelijk aan de lijn hebben gehangen bij Flannery. Haar zoon moest en zou weer een plek bij een populaire band krijgen.


Beryl Marsden als onuitstaanbaar portret
De avonturen van Flannery voeren te ver om ze hier allemaal te bespreken, maar in het boek las ik nog wel dat Joe zich als manager ontfermde over de Liverpoolse zangeres Beryl Marsden, die nogal een 'portret' bleek te zijn. Flannery beleefde, ook in de tijd waarin hij haar als manager in Duitsland begeleidde, de nodige onaangename avonturen met de ongedurige zangeres. Het is prima leesvoer! Midden jaren '60, toen The Beatles hun eigen weg waren gegaan, woonde Flannery zelf bijna permanent in Hamburg, als manager en boeker van vele acts voor de Star Club. Ondertussen bleven zijn banden met Brian en diens broer Clive Epstein altijd goed. Een aantal foto's in het boek, uit de privécollectie van Flannery tonen bovendien hoe Flannery regelmatig contact had met de McCartneys en met Ringo Starr, ook na het uiteengaan van The Beatles.




Joe, I'm so lonely
Flannery en Epstein ontmoetten elkaar voor het laatst op 13 november 1966 in Londen. De mannen dineerden samen. Die avonden zou Brian zijn zorgen met Joe gedeeld hebben. Net als vroeger. The Beatles traden niet meer op, hij maakte zich druk over ene Robert Stigwood, die in onderhandeling was met EMI. Wat was er eigenlijk nog over van zijn eigen positie? Bij het afscheid met Joe volgde een omhelzing, waarbij Brian de volgende woorden sprak: "Joe , I'm so lonely," waarna hij zich omdraaide en wegliep. Flannery vernam, amper een jaar later, het nieuws van Brians dood via de televisie, waarna hij door de Epsteins werd gebeld, met een uitnodiging voor de uitvaart. Joe wilde liever niet komen, ondanks smeekbeden van Brians broer Clive. Het was te moeilijk voor hem. Af en toe bracht Flannery nog een bezoek aan het graf van zijn oudste vriend aan Long Lane, Aintree. Joe overleed in Aighburth (Liverpool) op 27 maart 2019. Hij was 87 jaar oud.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten