zaterdag 10 oktober 2020

Bij de 80ste geboortedag van John Lennon: op avontuur rond Strawberry Field(s) en in gesprek met Lennons achterbuurjongen

Het gaf me best een bijzonder gevoel om vorig najaar het terrein van Strawberry Field in Liverpool te betreden. Net als vele Beatlesliefhebbers had ik er al eens voor de gesloten rode hekken gestaan, glurend naar het mysterieuze, overwoekerde park dat daar achter lag. Strawberry Field gaf zijn geheimen niet prijs, voor de zoekende toerist die de gesloten toegangspoort aan de lommerrijke Beaconsfield Road had weten te vinden. Inmiddels is het terrein opengesteld voor publiek en hoeven we niet meer, zoals de jonge John Lennon deed, over een muur te klauteren. 




Is het nu Field of Fields?
Tegenwoordig wordt het gebiedje als Strawberry Field (in enkelvoud) aangeduid, terwijl John Lennon het in zijn ode had over Strawberry Fields (in meervoud) Forever. Was dat Lennons fantasie, of had hij een punt? Historische vermeldingen laten zien dat het gebied aan Beaconsfield Road beide benamingen heeft gehad. Een kaart uit 1891 toont dat het terrein werd aangeduid als Fields. In een testamentaire verwijzing naar één van de voormalige eigenaren, de scheepsmagnaat George Hignett Warren (1819-1912), is er weer sprake van Strawberry Field.

By Ordnance Survey - Reproduced with the permission of the National Library of Scotland,
CC BY 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=56722292


The will of Mr George Hignett Warren, of Strawberry Field 
(The Yorkshire Post and Leeds Intelligencer 12 March 1912)


John Lennon had ook op Strawberry Field terecht kunnen komen
Of het nu Field of Fields was, het landgoed wisselde enkele malen van (rijke) eigenaar en kwam in 1934 in het bezit van de Britse Salvation Army, betrekkelijk kort voor het jaar waarin John Lennon geboren werd. De geschiedenis van het huis en landgoed is uitstekend gedocumenteerd door de fantastische blog There Are Places I Remember. Het tehuis opende haar deuren in 1936 en bood onderdak aan zo'n veertig meisjes. In sommige gevallen wees, vaker waren ze afkomstig uit gebroken gezinnen. In de jaren '50 kwamen daar ook jongens bij. Wat dat betreft had John Lennon, gezien het 'gebroken gezin' waar hij zelf ook uit kwam, heel goed zelf op Strawberry Field terecht kunnen komen.




Stiekem over de muur klimmen
Dat het anders liep, weten we natuurlijk. Omdat zijn moeder Julia niet in staat was voor hem te zorgen, kreeg John onderdak bij tante Mimi, pal om de hoek aan Menlove Avenue. Behalve dat John op het terrein speelde, bezocht hij met zijn tante ook graag de festiviteiten. Wanneer hij, vermoedelijk vanuit de achtertuin, de Salvation Army Band hoorde inzetten tijdens het jaarlijkse tuinfeest, spoorde hij Mimi aan om zich te haasten. John wilde niets van de gebeurtenissen missen. Hoewel de hekken van Strawberry Field altijd open stonden en de kinderen vrij in en uit konden lopen en elders in Liverpool naar school gingen, zag Mimi liever niet dat haar familie zich mengde met 'deze kinderen'. Johns neef Stanley Parkes vertelde dat John en hij ergens via de achterkant van Mendips (aan Menlove Avenue) het terrein opkwamen zodat ze toch stiekem met de kinderen konden spelen. 

Stanley Parkes (15) en John Lennon (8)


We vroegen Mark Lewisohn waar die muur was
Toen ik vorig jaar met Wibo, Michiel en Jan Cees van Fab4Cast Strawberry Field opnieuw bezocht, bleef Jan Cees zich maar afvragen op welke plek John Lennon de muur over klom om op het terrein te komen. Dat zag hij zichzelf namelijk ook wel even doen. Voorafgaand aan onze trip stelde ik Beatleshistoricus Mark Lewisohn de vraag waar John zich de toegang tot Strawberry Field verschafte. Die antwoordde: "The wall that Jan Cees is thinking of jumping is in Vale Road. However, it now leads only into a housing estate, which occupies much of the extensive grounds of the old SF home." Dat was duidelijk. Als Jan Cees over die muur klom, zouden we hem uit een privétuin moeten zien te krijgen. Het terrein van Strawberry Field was niet meer zo groot als vroeger. Een deel ervan is inmiddels in particulier bezit. Toch gaf Jan Cees niet op. 


Jan Cees in gesprek met David Upton,
de 'oud-achterbuurjongen' van John Lennon


We ontmoetten de oude achterbuurjongen van John Lennon
Al wandelend rond de buitenmuur van het huidige terrein, op de bewolkte ochtend van dinsdag 1 oktober 2019, stapte Jan Cees op een vriendelijk uitziende oudere man af. Duidelijk een 'local'. Iets langer grijs haar, een tasje over zijn schouder, vriendelijke blik, op weg naar de bus. Jan Cees legde uit wie hij was en dat hij zo gefascineerd was door de gedachte dat John Lennon hier ergens, bij Vale Road, over de muur naar Strawberry Field klom. De man knikte vriendelijk. Dat wist hij maar al te goed. Hoewel hij iets jonger was dan John Lennon, kon hij hem nog goed herinneren als zijn eigen achterbuurjongen. "Ik zag hem vaak in zijn achtertuin, waar hij dan in een hoge iep klom, van waaruit hij Strawberry Field kon zien. Maar we klommen inderdaad ook allemaal over die muur als kinderen," zo vertelde deze David Upton ons. Ook kregen we van hem de bevestiging dat het terrein oorspronkelijk groter was geweest, dat de muur nog verder door had gelopen en dat zich er tevens een boerderij met een stuk open grasland bevond. Daarachter lag het bos, "A nice woodland to play in," aldus David.


David bleek in het huis van Ivan Vaughan te wonen
Even waren we weer heel dicht bij de jonge John Lennon, door deze onverwachte ontmoeting. De verhalen liggen in Liverpool nog steeds op straat. Jan Cees had, als journalist met een neus voor goede verhalen, precies de goede man van straat geplukt om zijn vragen aan te stellen. We vonden het toch wel een kleine sensatie: een ooggetuige die ons haast achteloos vertelde dat we inderdaad warm waren. "Oh," vervolgde David, "ik woon zelf nu trouwens in het huis van Ivan Vaughan, de gemeenschappelijke vriend van John Lennon en Paul McCartney. Dat is ook een bijzondere plek, aan 84 Vale Road. Ze hebben heel wat uurtjes in mijn huidige woning doorgebracht." 


Een virtuele mellotron om de openingsklanken van Strawberry Field te spelen
Natuurlijk bezochten we ook het terrein en het gloednieuwe bezoekerscentrum, dat het Britse Leger des Heils daar op eigen grond heeft opgericht. Ze deden het in nauwe samenwerking met Johns halfzus Julia Baird. Het centrum biedt ruimte aan een opgezette multimediale presentatie over de historie van de plek én (een klein beetje) over de roots en muzikale invloeden van John Lennon. Met een virtuele mellotron kun je er de openingsklanken van Strawberry Fields leren spelen. Wanneer je je vinger langs de swarmandal laat glijden, hoor je het karakteristieke harpgeluid uit het nummer. Met videobeelden en een audiotour krijg je een indruk van de plek die Strawberry Field voor de wijk én voor de jonge John Lennon moet zijn geweest.





Een sympathieke plek
In het naastgelegen bezoekerscentrum steun je de accommodatie en het werk van het Legers des Heils door er een t-shirt, mok of een potje aardbeienjam te kopen. De memorabilia zijn smaakvol, niet schreeuwerig of erg commercieel vormgegeven. Dat ademt de hele plek trouwens: in het bezoekerscafé eet je soep, een taartje of een sandwich. Buurtbewoners kunnen elkaar te ontmoeten en er samen een kop koffie te drinken. Voor kinderen is er ruimte om met hun gitaar of keyboard in de hoek op te treden. In de keuken en de bediening werken jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ze krijgen er de rust en ruimte om zichzelf te ontwikkelen. In de pas aangelegde tuin kunnen bezoekers een contemplatieve wandeling te maken, langs bordjes met teksten als 'Love and peace are eternal', en 'There's nothing you can do that can't be done'. Ook staan de originele hekken van Strawberry Field er opgesteld. Ze belandden na diefstal als oud ijzer op de sloop en werden daar op het nippertje herkend en gered.


Michiel, Wibo en Jan Cees bij de originele hekken van Strawberry Field


Verleden, heden en toekomst
Op het nieuwe Strawberry Field komen verleden, heden en toekomst bij elkaar. De plek is gered van verder verval, het bezoekerscentrum vertelt ons over de bijzondere geschiedenis ervan en jongeren krijgen er een kans aan hun toekomst te werken. Terwijl ik even afdwaal in gedachten, kijk ik naar de meest afgelegen hoek van de tuin. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes. Zie ik daar, door mijn oogharen een jongen over de muur klimmen? Wanneer ik met mijn ogen knipper, is hij weg. Ik zal het me wel verbeeld hebben.




Verder luisteren (podcasts)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten