Posts tonen met het label Pete Best. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Pete Best. Alle posts tonen

zaterdag 27 juni 2020

Hoe Gene Vincent in Liverpool in 1960 The Beatles op de been kreeg

Soms neemt een foto je mee, een verhaal in. Mij overkwam dat onlangs weer eens. Al een tijdje volg ik via Facebook de groep "There Are Places I Remember: Beatles Liverpool locations". Er duiken regelmatig interessante foto's rond The Beatles op. Zo keek ik geïnteresseerd naar een afbeelding waarop Stuart Sutcliffe en (misschien ook) John Lennon te zien is. Volgens het bijschrift zou het kiekje genomen zijn op 2 mei 1960, tijdens een concert dat Gene Vincent in Liverpool gaf. Omdat er niet ontzettend veel foto's van Stuart en John zijn, besloot ik op zoek te gaan naar het verhaal van dat concert, waar beide jongens blijkbaar in het publiek hadden gestaan. Ik werd nieuwsgierig.



Allerlei personages onder één dak
Ik kwam er al vrij snel achter dat de foto nooit op 2 mei 1960 kon zijn genomen. Dinsdag 3 mei 1960 was namelijk de dag waarop de grote rocker Gene Vincent Liverpool aandeed. Dat was op zichzelf best een memorabele dag. Het bracht allerlei belangrijke personages uit het grote verhaal van The Beatles onder één dak samen. Nog zónder dat deze mensen van elkaar wisten dat ze allen een rol zouden spelen, een schakel zouden vormen in de gebeurtenissen die elkaar vanaf 1960 steeds sneller zouden opvolgen. Op die eerste dinsdag in mei, in het prille begin van de sixties, was half Liverpool in rep en roer: Gene Vincent was back in town.


Gene Vincent was een held van veel jongeren
De Amerikaanse ster maakte al een paar jaar rockabilly- en rock 'n' roll-muziek die een enorme aantrekkingskracht had op de jongens uit Liverpool. De liedjes die hij schreef en de nummers die hij coverde zouden moeiteloos hun weg vinden naar de platenkoffers en setlists van The Quarrymen en The Beatles. Minstens 14 Vincent-songs namen The Beatles op in hun repertoire. Van Be-Bop-A-Lu-La, via Wild Cat tot Time Will Bring You Everything. Het nummer Wild Cat zou in de zomer van 1960 bij Paul thuis, aan Forthlin Road worden opgenomen, door John, Paul, George en Stuart. Gene Vincent was een grote held van veel jongeren uit Liverpool die in het bezit waren van een platenspeler en een gitaar.




Gene had Liverpool al op de kop gezet, met Eddie Cochran
Op zich was het opmerkelijk dat Gene Vincent op de avond van 3 mei 1960 in Liverpool optrad. Al in maart had hij een triomfantelijke week in de Noordengelse havenstad achter de rug. Samen met Eddie Cochran stond hij zes avonden (waarop steeds twee shows plaatsvonden) in het Liverpool Emipre Theatre. Van 14 tot en met 19 maart om precies te zijn. Die optredens hadden al de nodige mensen uit de Beatlescirkel op de been gebracht. Zo waren John Lennon en Cynthia Powell aanwezig, ook Stuart Sutcliffe was er, net als George Harrison, Pete Best en Neil Aspinall. Of Paul McCartney in maart van de partij was, blijft de vraag. In verschillende interviews beweerde hij in de loop der jaren soms stellig dat hij er bij was. Op andere momenten ontkende hij dat weer stellig. Wie er zeker wel was? Allan Williams, de man die de eerste manager van The Beatles zou worden.



Allan Williams nam het risico
De Liverpoolse ondernemer was in maart 1960 zo onder de indruk van de hoeveelheid mensen die de concerten van Vincent en Cochran bezochten, dat hij kansen zag. Commerciële kansen. Williams nam contact op met impresario Larry Parnes en vroeg of de sterren misschien nog ruimte in hun tourschema hadden om terug te keren naar Liverpool. Ditmaal wilde Williams zelf organisator zijn. Die ruimte in de agenda's was er. Na een korte break van 14 dagen in de Verenigde Staten, zouden de mannen terugkeren naar Engeland. Dinsdag 3 mei was er ruimte voor Liverpool. Allan Williams nam de gok en investeerde een bedrag van 475 pond om Gene Vincent, Eddie Cochran en acht andere acts te boeken. Het eerste grote concert van Jacaranda Enterprises was op handen.

In een Morris-bus op weg om posters te plakken
Ik besloot eens op zoek te gaan naar de aankondiging van het evenement en stuitte daarbij op twee verschillende concertposters. Achter die verschillende biljetten gaat waarschijnlijk het drama schuil dat Vincent en Cochran in april dat jaar zou overkomen. Op de ene poster staan Gene en Eddie samen als hoofdact vermeld. De andere poster maakt alleen melding van Gene Vincent. Daarover zometeen meer. In ieder geval reed Allan Williams in zijn pas aangeschafte tweedehands Morris-bus de halve Merseyside af om zijn concertposters overal illegaal op te plakken. Zijn concert moest en zou een groot succes worden. Ik zie het tafereel voor me.





Naar de boksring van de familie Best
Het Liverpool Empire Theatre was vermoedelijk een tikje te groot en prestigieus voor de beginnend concertpromotor. Of bezet. Dus moest Williams op zoek naar een andere locatie. De avond zou daarom plaatsvinden in het Liverpool Stadium. En dát was weer een plek die Pete Best heel vertrouwd was. Het boksstadion werd al geruime tijd beheerd door zijn familie. Bokspromotor Johnny Best en diens vader waren bekende figuren in de sportwereld. Johnny trouwde Pete's moeder Mona, maar was niet de vader van Pete. Toch voerde Pete zijn achternaam en kende hij de boksring en de tribunes aan St. Paul's Square op zijn duimpje.

Liverpool Stadium: het interieur


Niet veel wijzer
Die middag was het er al een drukte van belang. Ook Brian Epstein liep rond, vergezeld door zijn assistent-shopmanager Peter Brown. Epstein hield die dagen scherp in de gaten welke belangrijke optredens er plaatsvonden in Liverpool. Niets ontging de middenstander. Het kwam die dag ook tot een ontmoeting tussen Epstein en impresario Larry Parnes. Misschien zagen beide heren, al pratend, hoe de boksring werd omgebouwd tot een podium. De tribunes die zich rond de ring bevonden, konden niet volledig benut worden. Alle artiesten stonden in één richting opgesteld, dus kon Williams maar de helft van de capaciteit van de accommodatie benutten. Ook lukte het hem niet alle kaarten voor die avond te verkopen, las ik. Williams had zijn nek uitgestoken, maar werd uiteindelijk financieel niet veel wijzer van zijn avontuur.

Gene Vincent en Allan Williams op 3 mei 1960


Ritchie en Pete maakten een praatje
De nu nostalgisch ogende concertposter vertelt ons welke acts Williams allemaal opvoerde om het publiek alvast op te warmen. En ja, ook de plaatselijke sensatie Rory Storm was van de partij. Met zijn Hurricanes en dus met Ringo Starr op drums. Ritchie Starkey en Pete Best troffen elkaar in de loop van de dag en maakten een praatje, als drummers onder elkaar. Dankzij de foto's die Cheniston Roland die avond nam, weten we dat Ringo zijn best had gedaan op zijn outfit. Hij droeg een oversized zwart colbert, had zijn haren in een kuif en completeerde zijn looks met een coole zonnebril. Je deelt niet elke avond een podium met Gene Vincent, per slot van rekening. Ringo zat achter de gitaristen en sloeg de beat, terwijl Rory zijn spectaculaire entree in de boksring maakte.

De 19-jarige Ritchie Starkey, alias Ringo Starr op die bewuste avond




Stonden Stuart en John nu samen in het publiek?
Met Ringo Starr op het podium en Allan Williams, Brian Epstein en Peter Brown in het publiek, was ik benieuwd wie er nog meer bij waren, op die legendarische avond. Was John Lennon er? Hij had Gene Vincent al in maart gezien en vertelde over dat optreden dat hij niet onder de indruk was van hem. Liever luisterde hij naar diens platen. Lennon ergerde zich aan het lawaai van het publiek, waardoor hij Vincent nauwelijks kon horen zingen. Volgens zijn vriend Tony Carricker was John er wel degelijk, omdat hij zich herinnerde dat John onder de indruk was van Rory Storms optreden. De vraag is, zo lees ik in Lewisohns verhaal, of Carricker met John over dát optreden sprak. Stuart was er, getuige de foto die Cheniston Roland van het publiek schoot. Zien we op die foto, dicht bij Stuart, ook John Lennon staan? Hoewel hij niet op de gevoelige plaat werd vastgelegd, was George Harrison er zeker. George wist zich het optreden goed te herinneren en vertelde er in latere interviews gedetailleerd over.

De foto die van het publiek gemaakt werd en waarop 
mogelijk Stuart en John te zien zijn.


Niet fris
Gene Vincent zou als een wrak op het podium hebben gestaan. Hij had al behoorlijk wat alcohol in zijn lijf, keek maniakaal uit zijn ogen en sleepte zijn zere lichaam het podium over. Op 16 april was Vincent, samen met Eddie Cochran en liedjesschrijver Sharon Sheeley op een Engelse snelweg betrokken geraakt bij een ernstig auto-ongeluk. De drie inzittenden raakten behoorlijk gewond. Eddie Cochran overleed een dag later aan de complicaties die hij opliep. Vincent brak zijn ribben, zijn sleutelbeen en liep verwondingen op aan zijn toch al slechte been. Ongetwijfeld had hij mentaal ook een behoorlijke tik van de gebeurtenissen gehad en stond hij 17 dagen later zeker niet fris in de Liverpoolse boksring.


Nazit in de Jacaranda
Het publiek zou Vincent op handen gedragen hebben en reageerde hysterisch op zijn optreden. Williams en Parnes moesten moeite doen om te voorkomen dat Vincent op het podium bestormd zou worden door fans. Het tafereel zou een voorbode zijn van de Beatlemania waarmee de wereld amper vier jaar later kennis zou maken. De gehavende Amerikaan wist zijn optreden tot een goed einde te brengen. De nazit van het opreden vond, met alle sterren van die avond, plaats in Williams' pub The Jacaranda. De optredens van Gene Vincent in maart en mei 1960 zouden in Liverpool alle hoofdpersonen bij elkaar brengen. Hun eigen verhaal zou niet veel later in een stroomversnelling raken. Al hadden ze daar in het voorjaar van 1960, kijkend en luisterend naar Gene Vincent, nog nauwelijks weet van. Toch hing het blijkbaar in de lucht. Dat alles zou veranderen.


Beste lezer!

In juli en augustus houd ik een zomerstop om nieuwe ideeën en inspiratie op te doen voor de wekelijkse column. In de zomermaanden deel ik wekelijks via Facebook en Twitter een column uit mijn inmiddels grote archief. Wanneer je BeatlesTalk alleen via de e-mailnieuwsbrief ontvangt, krijg je daarvan in juli en augustus geen melding. BeatlesTalk is terug met nieuwe verhalen vanaf zaterdag 5 september (via de e-mailnieuwsbrief en de Fab4Cast-social mediakanalen en zondag 6 september (via de BeatlesTalk-social mediakanalen). 

Een mooie zomer gewenst en graag tot in september! 
- Anne.


zaterdag 23 juni 2018

Op pad in Hamburg, deel 2: Rock 'n' Roll

Wat een week, wat een week! De aankondiging dat er dit jaar inderdaad een geremasterde versie van The White Album uitkomt, Paul McCartney die een nieuwe dubbele A-kant als single uitbrengt én het meer dan prachtige filmpje dat gisteren viral ging: Carpool Karaoke in Liverpool. Ik heb genoten en een traantje weggepinkt. Soms komt al het moois tegelijk.

Nu neem ik jullie snel mee terug naar Hamburg. Voor deel 2 van mijn drieluik over ons bijzondere weekend. Bedankt voor alle reacties op het eerste deel van het avontuur. We hebben vorige week afscheid van The Beatles genomen toen ze rond de jaarwisseling van 1960/1961 weer terug waren in Liverpool: het land uit gezet, zelf vertrokken, en (in het geval van Stuart Sutcliffe) weer op de been na kort ziek te zijn geweest.


Strak en zelverzekerd
Toen The Beatles, minus Sutcliffe, in december weer terug waren in Liverpool, moesten ze duidelijk even van hun avonturen bekomen. De eerste twee weken zochten ze onderling geen contact. Pete Best en zijn moeder waren druk met telefoontjes naar Hamburg, om te regelen dat de achtergebleven apparatuur weer terug in Engeland kwam. Op 17 december traden The Beatles voor het eerst weer op in de Casbah Club waarbij ene Chas Newbey aansloot en Stuart tijdelijk op bas verving. McCartney was in die tijd nog één van de gitaristen in de band. Het viel direct op hoe strak en zelfverzekerd de jongens inmiddels speelden. Hamburg was pittig geweest, maar had er voor gezorgd dat The Beatles een stuk beter waren gaan klinken.

In de Cashbah Club, een paar weken later


Stuart koos voor Astrid en de schilderkunst
Op 27 maart keerden The Beatles terug naar Hamburg. George was inmiddels meerderjarig en zodoende was het risico op een nieuwe uitzetting geweken. Met inmiddels meer ervaring en souplesse werkte de band zich door deze tweede Hamburg-periode heen, die tot 2 juli van dat jaar zou duren. Stuart Sutcliffe hing zijn Höfner President basgitaar aan de wilgen en koos voor zijn twee grote liefdes: fotografe Astrid Kirchherr én een voortzetting van zijn leven als kunstschilder. Stuart trok in bij de Kirchherrs aan de Eimsbütteler Strasse, in één van de lommerijke buitenwijken van Hamburg. Een plek waar hij op zolder zijn atelier in gebruik nam.

Astrid en Stuart



Paul werd bassist tegen wil en dank
Stuarts vertrek betekende trouwens dat Paul gedwongen de bas op moest pakken. John was de zanger en de leider van de band, George de lead-gitarist, dus restte Paul niets anders dan de rol van de bassist op zich te nemen. Na een tijdje op Stuarts bas te hebben gespeeld, schafte Paul zijn eerste Höfner vioolbas aan. Een Fender was te duur voor hem. De symmetrisch gevormde vioolbas kon hij, als linkshandige bassist, mooi omdraaien, zonder dat de uitstraling van het instrument verloren ging. 

Een vroege foto van Paul met zijn Höfner


De Star Club brandde af
Inmiddels groeide de roem van The Beatles in Liverpool en omgeving. Ook in Hamburg werden ze weer met open armen ontvangen toen ze in april 1962 in de pas geopende Star Club mochten spelen. Al lopend over de Grosse Freiheit, zocht ik met de mannen van de Fab4Cast de steeg die ons naar een vrij grote patio moest leiden waar de Star Club nog tot 1969 gevestigd was. Een gedenksteen herinnert passanten aan de legendarische locatie, waar niet alleen The Beatles, maar ook grootheden als Ray Charles, Jimi Hendrix en Jerry Lee Lewis het podium beklommen. Het gebouw werd in 1987 door brand verwoest. Eind 1962 keerden The Beatles opnieuw terug naar Hamburg, voor diverse optredens in de club. Inmiddels was hun dierbare vriend en oud-bassist Stuart niet meer.... Daarover volgende week meer.




Het stille straatje van de beroemde foto
Wij vervolgden onze toch door Hamburg naar wat het hoogtepunt van de middag zou worden: de plek waar John Lennon poseerde voor de inmiddels legendarisch geworden Rock 'n' Roll foto. Het was even zoeken, al lopend door de Wohwillstrasse. Ineens was daar de stenen poort die we moeten hebben. Onder de poort bevindt zich een houten schutting die toegang geeft tot de Jagerpassage. Even bekroop me de angst dat de deur gesloten zou zijn. Al moet ik er overheen klimmen, dacht ik. Maar de deur gaf mee en ineens stonden we in een stil straatje waar zich de deur met het bordesje bevindt. De plek waar The Beatles door vriend (en fotograaf) Jürgen Vollmer mee naartoe werden genomen. Terwijl John nonchalant in de deurpost hing, liepen Paul, Stuart en George voor hem langs. Een wat langere sluitertijd zorgde voor een prachtige serie foto's. De afbeeldingen werden vele jaren later door John Lennon, van Jürgen Vollmer gekocht en één ervan verscheen op de hoes van Lennons album Rock 'n' Roll uit 1975.




Jürgen behoorde ook tot het Duitse Drietal
Jürgen Vollmer behoorde tot de kunstzinnige vriendenkring van Astrid Kirchher en Klaus Voormann. Het Duitse Drietal, zoals ik ze wel noem. In een interview vertelde Vollmer vele jaren dat hij een voorkeur had voor het maken van foto's in the backyards of Hamburg. Stille plekken met een mysterieuze uitstraling. In april 1961 nam hij groep mee naar de Jagerpassage, plaatste hij zijn camera op een statief en speelde hij met de sluitertijd. Vollmer:


Before I even started taking any pictures, I said to John, ‘You just lean there and look arrogant, 
like you always do,’ and I wanted the other three out of focus.

Vollmer, vele jaren later, met de hoes van John Lennnons album


Rock 'n Roll: een reconstructie
We hadden alle tijd om met ons vieren die foto te reconstrueren. Terwijl ik plaats mocht nemen in de deurpost, gaf Jan Cees me instructies over mijn houding. Michiel stond klaar met de camera en Wibo en Jan Cees renden enkele malen voor mij langs. Timing was alles natuurlijk. Wat een lol! Maar tegelijkertijd voelde iedereen hoe bijzonder het was om deze foto te maken. Dat bijzondere zat hem denk ik ook een beetje in de besloten setting. De poort achter ons was dicht. Er waren verder geen andere passanten of toeristen en we konden in alle rust genieten van het moment. Een magish moment, mag ik wel zeggen. Dit was de plek waar ik voor het eerst dezelfde soort emoties voelde als in Liverpool. Mijn Hamburg-trip was op dit punt geslaagd. De foto was er! En ieder van ons kreeg ruim de tijd om van zijn eigen fotomoment te genieten. In één woord: wauw!




Even lunchen, bijpraten en door.....
Het werd tijd om even bij te komen. We ontmoetten Tim op 't Broek van Beatlesfanclub.nl, zijn vrouw Chantal en hun goede vriend Luuk. Het drietal was zojuist in Hamburg gearriveerd voor Ringo's concert. Tim zette ons nog even samen op de foto. Met elkaar aten we vervolgens een broodje op het terras, waarna ze ons de weg wezen naar het voormalige circusterrein van de stad. De plek waar Astrid Kirchherr een aantal legendarische foto's van The Beatles schoot. Aan de hand van boeken probeerden we de plek te zoeken waar die foto's gemaakt waren, maar de skyline was na 60 jaar zo veranderd, dat we de reconstructie niet konden maken. Het was niet erg, ik vond het fijn om dit terrein te hebben gezien en om het in de stad te kunnen plaatsen.

Jan Cees puzzelt aan de hand van de foto's van Astrid Kirchherr





Ringo was afgelast
De middag was om. Hoog tijd om even naar het hotel terug te keren, vervolgens een snelle maaltijd in de stad te eten en naar het Stadspark te gaan, waar Ringo al om 19.00 uur zou aftrappen. Terwijl we onze laatste hap eten doorslikten, ging Michiels telefoon. Het was Tim, die al bij het Stadspark stond. Het concert was zojuist afgelast. Er was iemand ziek. We vielen stil, keken elkaar in ongeloof aan. Afgelast? Dat moest een grap zijn. Dat bleek het niet. Al snel startte de berichtgeving op internet dat Ringo die avond niet zou spelen omdat hij zelf niet fit was. We moesten onszelf even herpakken. Een zomeravond in Hamburg voor de boeg: wat doe je dan?



Het werd een memorabele avond
Ineens was er tijd om een plan uit te voeren waar we die middag niet meer aan toegekomen waren. Een plan dat prachtig bleek uit te pakken en ons uiteindelijk een uniekere ervaring bezorgde dan het concert van Ringo had kunnen bewerkstelligen. Echt? Ja echt. Ik krijg weer kippenvel als ik er aan denk. Jan Cees, Wibo en Michiel kunnen alleen maar beamen dat we iets fantastisch beleefd hebben in de uren die volgden...

Volgende week meer. Ook om te vieren dat jullie onze avonturen dan in de 100ste Fab4Cast kunnen beluisteren. En oh oh, wat is die gaaf! Tot snel.





zaterdag 16 juni 2018

Op pad in Hamburg, deel 1: Mach Schau!

Aunt Mimi moest wel even tot tien tellen toen John Lennon haar in de zomer van 1960 vertelde dat hij met The Beatles naar Hamburg zou gaan. Ze sputterde wat tegen over een City of Sin, maar besefte al snel dat niets haar 19-jarige neef tegen kon houden om af te reizen naar de Noord-Duitse havenstad. Liever had ze hem zijn diploma zien halen, maar John was vastbesloten. In Hamburg kon hij avond aan avond optreden met zijn band, voor een prima salaris. Dus vertrok hij op dinsdag 16 augustus 1960. Samen met Paul McCartney, George Harrison, Stuart Sutcliffe en Pete Best; de vijf oer-Beatles, aangevuld met een gezelschap rond hun manager Allan Williams.

De bus van The Beatles wordt op de boot naar Hoek van Holland getakeld

Oostwaarts, in de voetsporen van The Fab Four
Met tien man in een busje, via Hoek van Holland, Arnhem en zo de Duitse grens over naar het noorden. Bijna 58 jaar later zaten wij er denk ik heel wat comfortabeler bij, afgelopen week in de internationale trein. Toen de deuren open schoven en ik vanaf het perron in Deventer wilde instappen, stond Jan Cees ter Brugge me op het balkon al met een brede glimlach op te wachten. Ik kon me bij hem, Michiel Tjepkema en Wibo Dijksma voegen in zo'n knusse coupé zoals we die kennen uit de Beatlesfilm A Hard Day's Night. Zo gleden we Deventer uit, oostwaarts, in de voetsporen van The Beatles. Op dat moment konden we nog niet vermoeden hoe onvoorstelbaar dicht we in die voetsporen zouden treden.



Dezelfde sokken
Ik ben er klaar voor, grapte ik, terwijl ik op mijn Yellow Submarine-sokken wees, die nog net boven de rand van mijn sneakers te zien waren. Het leek me alvast een leuke link naar het concert van Ringo Starr dat we zondagavond in Hamburg zouden bezoeken. Met een grote glimlach schoven Michiel en Wibo direct hun broekspijpen omhoog om mij hún submarine-sokken te tonen. Met onze golflengte zat het dus wel goed dit weekend. Dat concert van Ringo was voor ons een mooie aanleiding om samen naar Hamburg te gaan, maar er was natuurlijk ook een ander doel: rondkijken in de stad waar The Beatles als piepjonge jongens, af en aan, tussen 1960 en 1962, de eerste stappen in hun carrière zetten. Met wisselend succes, onder erbarmelijke omstandigheden.

George Harrison in het slaaphok van de Bambi Kino


Op zoek naar de verhalen
Dat rondlopen in het decor waar The Beatles speelden en woonden, stelde ons in staat om, elk op onze eigen manier, een reconstructie te maken van een rommelige periode uit de Beatlesgeschiedenis. Al podcastend en bloggend waren we van plan het verhaal te reconstrueren. Voor onszelf, maar ook voor iedereen die altijd zo enthousiast meeluistert en -leest. Je kunt er natuurlijk de boeken op naslaan, maar iets gaat pas leven, als je het met eigen ogen gezien hebt. Het stelt je in staat de verhalen levensecht te vertellen. Dat wilden we denk ik alle vier. Hamburg werd zodoende een nieuw hoofdstuk, voor de heren van de Fab4Cast en voor mij als blogger.


Naar de beruchte Reeperbahn
De thermometer tikte de 30 graden aan en de stad sloot zich als een warme deken om ons heen, toen we naar het hotel liepen. Onze avond bestond uit een maaltijd op een terras, een ijsje in de stad en vele gesprekken over The Beatles. Het perfecte opwarmertje voor het zondagse programma. De zondag was namelijk bestemd voor St. Pauli, de wijk waar het zich begin jaren '60 allemaal afspeelde. Na het ophalen van wat podcast-herinneringen in het hotel (de heren hebben er inmiddels 99 uitzendingen op zitten), stapten we zondagochtend dan ook in de metro, op weg naar de beruchte Reeperbahn: het startpunt van onze ontdekkingstocht. 




Het silhouet van Stuart Sutcliffe stond apart
Wat een andere wereld, vergeleken met het gebied rondom Hamburg Hauptbahnhof.... De Reeperbahn is een vrij drukke, brede weg, die als een rommelig lint door de wijk St. Pauli ligt. Op de hoek met de Grosse Freiheit stonden we ineens op Beatles Platz. Een pleintje dat als monument is ingericht en zodoende de entree markeert van de straat waar The Beatles 58 jaar geleden met hun busje in reden. Vijf figuren van staal stonden ons op te wachten. Ze vormen de silhouetten van John Lennon, Paul McCartney, George Harrison, Stuart Sutcliffe en....Pete Best of Ringo Starr. Doordat de figuren geen gezichten hebben, kun je als bezoeker zowel Pete (de eerste drummer) als Ringo (die later aansloot) in de sculpturen zien. Slim opgelost! Wat me opviel was het beeld van Stuart. Het stond een beetje meer naar rechts, duidelijk los van de groep. Daarmee symboliseert het waarschijnlijk de eigen weg die Sutcliffe uiteindelijk in Hamburg koos. En zijn dood wellicht. De tragedie die daar in schuil ging, raakte me wel.

Panoramafoto van de kruising Reeperbahn - Grosse Freit met rechts
Jan Cees en Wibo en de silhouetten van het Beatlesmonument.
Het silhouet van Stuart Sutcliffe staat uiterst rechts.

Kapot glaswerk, etensresten en de geur van urine
De Reeperbanhn en de Grosse Freiheit zijn ronduit aftandse, vieze, ja zelfs smerige straten. Vergane glorie. Waarschijnlijk precies zoals het er 58 jaar geleden al was. Dus of die glorie er ooit voelbaar is geweest....? Ik weet het niet. Op deze zondagochtend was de sfeer van de zaterdagavond nog voelbaar. Overal lege flessen, kapot glaswerk, etensresten, uitwerpselen, de geur van urine... De locals nipten aan hun eerste kop koffie, staand bij de vele barretjes, die net hun deuren weer hadden geopend. In hun ogen zag ik vooral het harde leven dat dit deel van de stad kenmerkt. Leven om te overleven. Lennon was destijds 19, McCartney net 18 en Harrison 17. Liverpool was ook een ruige stad, maar wat zullen deze jongens in de vroege ochtend van 17 augustus 1960 hun ogen uitgekeken hebben toen hun bus de straat inreed. Ook toen waren de sporen van de voorgaande nacht ongetwijfeld nog overal zichtbaar. 

Achter ons ligt de Grosse Freiheit. De plek waar The Beatles op 17 augustus 1960 arriveerden.

Een plek om te slapen
De Indra Club, op nummer 64 was uiteraard nog gesloten toen de band arriveerde. Al snel werd er iemand gevonden die de jongens binnen kon laten. Doodmoe lieten ze zich in een aantal stoelen zakken om eerst een paar uur te slapen. Diezelfde avond stonden The Beatles er al op het podium. Een goede plek om te verblijven was er niet, maar via via belandden ze een stukje verderop, om de hoek in de Bambi Kino. Een kleine bioscoop, waar zich achter het doek een kamertje bevond, waar de mannen wel konden slapen. Zo liepen wij ook van de Indra Club, waar ook wij voor gesloten hekken stonden, naar die Bambi Kino. Een oud pand, inmiddels verscholen achter behoorlijk wat begroeiing, op nummer 33 in de Paul Roosen Strasse.



We konden de deur van de voormalige Bambi Kino open duwen...
We stonden voor een garagedeur, waarop nog een Bambi-hertje geschilderd staat. Het waren trouwens geen Walt Disney-films, die hier vertoond werden. Dat mag duidelijk zijn. Een bordje naast de voordeur verwijst nog naar The Beatles. Zachtjes duwden we tegen de voordeur. Hij bleek open te zijn. We konden het pand in en ontdekten ergens de ruimte waar vermoedelijk het bioscoopje was en The Beatles die eerste nachten moeten hebben geslapen. Hoe dat precies ging en hoe het er nu uitziet, horen jullie eind juni in de podcast. In deze koude en vieze ruimte stonden destijds twee stapelbedden waar de jongens onder een paar Engelse vlaggen (!) konden slapen. Het was er ijs- en ijskoud, herinnerde Lennon zich later. De groep sliep pal naast de stinkende toiletten, werd de volgende dag wakker van het geluid van de bioscoop en kon slechts wat koud water uit de wc's gebruiken om zich op te frissen. Daar stonden wij nu, midden in dat stuk Beatlesgeschiedenis.

In het pand, gluren door de brievenbus van de grootste,
naastgelegen ruimte. Vermoedelijk de filmzaal met de
achtergelegen ruimte waar The Beatles mochten slapen.


Een primitief podium van planken en bierkisten
Dagelijks legden The Beatles de korte afstand tussen de Bambi Kino en de Indra Club af. Elke avond moest er gespeeld worden, tot diep in de nacht.




17 augustus 1960: The Beatles tijdens hun eerste optreden in de Indra Club.
vlnr: John, George, Pete, Paul en Stuart.

Van de Indra naar de Kaiserkeller
De Indra Club ging uiteindelijk dicht vanwege te veel geluidsoverlast en The Beatles konden het ergens anders ook wel beter krijgen. Op 4 oktober 1960 klom de groep een trede op de ladder en werden de gitaren een stukje verderop, in de Kaiserkeller, in de versterkers geplugd. We stonden er met een paar stappen: een wat grotere club, uiteraard ook gesloten op deze zondagochtend, waar aan de gevel nog een kopie van het oude contract dat The Beatles met de club sloten, te zien was. Ook hier ging het moordende speelschema door. Avond na avond, tot diep in de nacht moest de band het uiterste uit zichzelf halen, terwijl eigenaar Bruno Koschmider regelmatig naar het podium liep en Mach Schau!!! Mach Schau!!! schreeuwde. Daarmee daagde hij The Beatles uit tot steeds gekkere performances, waaraan een boel lol te beleven was voor het ruige zeemanspubliek dat de Keller frequenteerde. Het podium waarop de muzikanten stonden bestond uit planken die op een aantal bierkisten rustten. Primitiever kon het niet.




In de Top Ten Club was alles beter
Eind oktober verruilden The Beatles de Kaiserkeller voor de Top Ten Club van Peter Eckhorn, om de hoek aan de Reeperbahn 136. De groep kon er meer geld verdienen, over een betere installatie spelen en iets comfortabeler slapen in de ruimte boven de club.

Een fantastische actiefoto van McCartney en Lennon in de Top Ten Club

Verraad
Bruno Koschmider voelde zich verraden door zijn Engelse artiesten en strafte de contractbreuk af door George Harrison bij de politie aan te geven. Harrison was nog maar 17 en had geen werkvergunning. Hij moest zodoende direct het land uit en werd op 21 november 1960 op de trein naar Engeland gezet. Paul McCartney en Pete Best liepen een paar dagen later naar de Bambi Kino om hun laatste spullen te verzamelen en staken een condoom aan om wat licht in de duisternis te maken. Dat resulteerde in een brandje. Dat brandje was overigens een prima actie om wraak te nemen op hun baas. Het tweetal werd er voor opgepakt en in de cel van het Davidwache Politiebureau gegooid. Een plek waar we ook langs liepen.



Allemaal het land uit, Stuart bleef achter bij Astrid
Ook Paul en Pete werden het land uitgezet en zaten al snel op de trein richting Liverpool. John volgde enkele dagen later en Stuart, die zich niet fit voelde, bleef achter bij zijn kersverse vriendin Astrid Kirchherr, om een beetje op te knappen. In januari 1961 vloog hij met van de familie Kirchherr geleend geld terug naar Liverpool om zich bij zijn maten te voegen.

Stuart in 1960, gefotografeerd door Astrid Kirchherr

De zondag had nog veel voor ons in petto
Daarmee eindigde het eerste avontuur van The Beatles in Hamburg. Dat geldt op dit punt in het verhaal zeker niet voor ons Hamburgse avontuur. De zondag had nog heel wat prachtigs voor ons in petto. Gebeurtenissen die onze eigen verwachtingen zouden overtreffen.

Daarover vertel ik jullie graag volgende week meer!

zaterdag 26 augustus 2017

Dear Mrs Horminsoon: John Lennons brief aan de moeder van George Harrison

Als er één Beatle was, die van schrijven hield, was het John Lennon. Kaarten, kattebelletjes, lijstjes, gedichtjes, korte verhalen, brieven...Lennon schreef net zo snel als hij dacht. Ook nam hij graag plaats achter de typmachine om zijn zieleroerselen of creatieve ingevingen op papier te zetten. Voor zover ik weet, verschenen er drie officiële boekjes van zijn hand: In His Own Write (1964), A Spaniard In The Works (1965) en Skywriting By Word of Mouth (1986, posthuum). Als John Lennon nog had geleefd, hadden we ongetwijfeld veel van hem gehoord via social media-kanalen. Altijd was hij bezig zijn ideeën, gevoelens en creatieve taalgebruik met anderen te delen. Al van jongs af aan maakte hij er vaak tekeningen bij.

John met Louise Harrison


Contact met het thuisfront
Deze week stuitte ik op een grappig schrijfsel van John uit 1960. De brief is gericht aan Louise Harrison, de moeder van George. Het schrijven is ongedateerd, maar gezien de inhoud moet de brief rond Kerst verstuurd zijn. De amper 20-jarige Lennon zat op dat moment voor het eerst met The Beatles in Hamburg. In augustus waren ze, via Hoek van Holland en Oosterbeek, naar de Duitse havenstad vertrokken voor een lange reeks optredens in diverse clubs. Het spreekt voor zich dat het destijds meer moeite kostte om contact met het thuisfront te houden. Ik stel me zo voor dat telefoneren alleen bij hoge uitzondering gebeurde en men vooral was aangewezen op het versturen van brieven en kaarten. 

Louise en John waren zeer op elkaar gesteld


Bij de Harrisons mocht alles
Hoewel George Harrison zijn ouders vast netjes op de hoogte hield van alle (?) avonturen in het Hamburgse, verstuurde John Lennon ook een brief aan Louise Harrison. Hij kon erg goed met haar opschieten: het huishouden van de Harrisons was lang niet zo streng en stijf als het leven bij Aunt Mimi in Mendips. Bij de familie Harrison mocht gerepeteerd worden met gitaren. Moeder Louise moedigde de jongens aan om hard te oefenen en beroemd te worden. Vaak kwam ze kijken bij hun optredens. Lennon, die een moederfiguur miste in zijn leven, deed dus moeite om contact te houden met deze lieve Liverpoolse moeder van zijn jongere bandmaatje. Al deed hij dat op zijn eigen bijzondere manier.

November (?) 1960: John Lennon vanuit Hamburg aan Louise Harrison in Liverpool


Creatief met taal
Wie de boeken en songteksten van John Lennon kent, weet dat hij graag speelde met taal. Lennon voegde bestaande woorden en klanken samen tot nieuwe woorden en was gek op woordgrapjes. Denk bijvoorbeeld aan de songteksten van I Am The Walrus en Come Together. Op deze wijze schreef hij ook wel eens een brief. Wie hem goed kende, begreep wat hij bedoelde. Dat moet Louise Harrison zeker gelukt zijn. In het boek John Lennons Brieven (Hunter Davies) staat de hilarische brief van John Lennon aan Louise Harrison afgedrukt. De vertaler deed een poging het creatieve (onzin)Engels van John in een soortgelijk Nederlands weer te geven:


Geachte mw. Horminsoon,

Wir sein heel erg blai om in Homburg te zijn en hebben het geweldig.
Ik hop dat u heel gelakkig bent in Engeland en dat u gauw nare Canidah naar Canidah gaat. Hoe is Meinheer Harmigalds hè? Hem op de bus nog steeds erg goed? Ik hop dat Peatrr nog steeds motorfietsen verkoopt en zo alleen maar rijkmakers.
Wij motten nog een maand blijven in Hitlar en hebben veel centen en die moeten we uitgeven ook. Bent u gelokkig dat er geen zoons meer zijn? in uw huis? Bent u? Ik denk dat u George mooi zult vinden als hij zijn touwwerk kamt. Opgeknapt want hem heeft een nieuw overhemd.
Ik ga nu afsluiten want ik ben aan het einde dus zal ik er een einde aan maken.
Gelukkige kerstmussen!

Liefs John xxxx


Geïmproviseerde kerstgroet
Hoewel ik Lennon niet helemaal kan volgen (wie of wat is Canidah?) is de strekking van het schrijfsel duidelijk. John stelt Louise gerust dat alles in Hamburg op rolletjes loopt. Er wordt goed geld verdiend en uitgegeven. George heeft een enorme bos met haar én ook nog eens een nieuw overhemd aangeschaft. Lennon informeert ook naar vader Harrison, die in die jaren als buschauffeur in Liverpool werkte. Ook zoon Peter komt nog ter sprake. John blikt al vooruit op de kerstdagen, door de brief af te sluiten met een geïmproviseerde kerstgroet. Wellicht schreef John Louise in november 1960, omdat hij vertelt dat de groep nog een maand in Duitsland (dat hij Hitlar noemt) moet verblijven. 

Hamburg 1960: vlnr Paul, John, George, Stuart en Pete


Genoeg geweest
Die maand werd trouwens niet volgemaakt. Van George Harrison werd ontdekt dat hij minderjarig was. Zodoende werd hij eind november het land uitgezet, Paul McCartney en drummer Pete Best belandden kort in de cel op verdenking van brandstichting (maar mochten uiteindelijk ook naar huis) en John Lennons werkvisum verliep begin december waardoor ook hij genoodzaakt was terug te keren. Bassist Stuart Sutcliffe bleef met griep achter bij zijn Hamburgse vriendin Astrid Kirchherr. Eenmaal terug in Liverpool zagen de bandleden elkaar twee weken niet. Niemand nam contact op. Het was even genoeg geweest.